Tijdens de studiedag over valorisatie en nevenbestemming van religieus erfgoed, die door het CRKC (Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur) zowel in Drongen als in Leuven werd georganiseerd, sprak Mgr. Luc Van Looy namens de Vlaamse bisschoppen, het welkomwoord uit.
Een Kerk in evolutie, kerkgebouwen en religieus patrimonium
Laat me eerst en vooral duidelijk maken dat het werk van CRKC sterk gewaardeerd wordt door de Vlaamse bisschoppen. In hun naam wil ik een warm woord van dank uitspreken aan het adres van alle medewerkers, tevens ook voor de kerkfabrieken en voor iedereen die betrokken is bij het bepalen van de toekomst van kerkgebouwen en religieuze kloosters. We zijn ons terdege bewust van de belangrijke rol die veel vrijwilligers spelen dank zij hun professionele en vooral gedreven inzet voor ons patrimonium. We leven in een land waarin kerkgebouwen een bijzonder statuut hebben. We weten het, veel van onze kerkgebouwen zijn eigendom van de gemeente en ten dienste gesteld van de Kerk voor de katholieke eredienst. We weten vandaag maar al te goed dat ons landschap veranderd is. He kerkgebouw staat nog wel in het centrum van het dorp en van de stadswijk, maar het referentiekarakter is gewijzigd. We spreken vandaag liever over een geloofsgemeenschap, die dan niet noodzakelijk in elk kerkgebouw gevormd wordt, dan over een dorpsgemeenschap.
Dank zij de inzet van CRKC is er een sterke sensibilisering gegroeid rond de waarde van de Kerkgebouwen als onroerend goed, terwijl volle aandacht besteed wordt aan het roerend goed, dat is de waardevolle stukken die men toch in onze kerken vindt. Het is van onschatbare waarde dat competente mensen zich ook professioneel gaan bezighouden zijn met dit rijke patrimonium. Hier is ook de verwijzing naar de museale interesse op haar plaats. Wat gelovigen in het verleden met veel aandacht en kunstzin hebben vervaardigd verdient een belangrijke plaats in onze maatschappij.
Wat is een kerkgebouw? Het is een plek waar God de mensen uitnodigt tot ontmoeting met Hem en met elkaar. Daar wordt samen gevierd, verkondigd en een aanzet gegeven voor de dienst van de gelovigen in de maatschappij.
Wat is een klooster? Het is een huis waar mensen samen wonen, uitgenodigd door God, om dienstbaar te zijn voor de mensen vanuit een specifiek charisma. Hun dienst bestaat vooral uit opvoeding en onderwijs, zieken en ouderlingen zorg. Het charisma van de stichter of stichteres van de gemeenschappen bepaalt de houding en de inzet van de religieuzen.
Wat is een parochie? Het is een georganiseerde structuur om Christus te ontmoeten en door te geven aan de mensen. Zo wordt het geloof doorgegeven. De cohesie van de gemeenschap groeit rond een pastoraal project dat samen uitgewerkt wordt door priesters en gelovige leken. Samen dragen ze de verantwoordelijkheid voor de gemeenschap, voor de administratie en voor de gebouwen en middelen die beschikbaar gesteld worden voor het pastoraal werk.
We leven in een tijd waarin het maatschappijbeeld sterk aan verandering blootgesteld is. Niet alleen omdat onze samenleving groeiend multicultureel wordt, maar ook omdat de scheiding tussen Kerk en Staat telkens meer een scheiding tussen Geloof en Staat dreigt te worden. Het behoud van onze kerken is niet alleen belangrijk voor de patrimoniale waarde ervan, maar tevens voor de bevestiging van een christelijke cultuur die we niet zo maar kunnen wegdenken. Er is vandaag meer aandacht nodig dan vroeger om de maatschappelijke belangen en de geloofsbelangen dichter bij elkaar te brengen. We kunnen ons geen gezonde samenleving voorstellen indien de verwijzing naar wat onzichtbaar is, wat ons overstijgt, niet aan de orde zou zijn. Het wordt vandaag steeds meer duidelijk dat een mens “niet van brood alleen kan leven”. In de encycliek “Laudato Si’” drukt paus Franciscus zijn grote bezorgdheid uit voor wat gebeurt omwille van de technologische en economische overheersing van het leven. De rechten van de mens en van de schepping dienen dringend na waarde geschat te worden. Vandaar dat onze aandacht voor de gebouwen en hun toekomst moet bekeken worden vanuit de noodzaak van de mens om zich boven de dagdagelijkse sleur te verheffen.
We leven in een tijd waar leken steeds meer de leiding nemen van wat in de Kerk gebeurt. Niet alleen omdat de priesters het werk niet allemaal alleen aan kunnen, maar omdat Vaticanum II – 50 jaar geleden – duidelijk gemaakt heeft dat we leven in een Kerk als Volk Gods. Het algemeen priesterschap van de gelovigen heeft zijn plaats herwonnen, met gevolg dat we de verschillende taken van de geloofsgemeenschap delen. Mannen en vrouwen zijn samen het beeld van God, van Zijn Liefde, en die willen we daarom ook samen aan het licht brengen. Veel vrijwilligers en professionele medewerkers hebben het in grote dienstbaarheid op zich genomen om te zorgen dat ons patrimonium, van parochiekerken, kapellen en kloosters een bestemming krijgen die overeen komt met de oorspronkelijke bedoeling, dat is ten dienste te staan van de gemeenschap die zich inzet om de liefde van God aanwezig te brengen in de samenleving. Christus moet immers een plaats krijgen in onze samenleving. Kerkgebouwen zijn een symbool van geloof en van zorg voor de medemens, voor de gemeenschap. Het is daarom van belang ze ten dienste te stellen van de diepere waarden van de mensen, van rust, bezinning, van de sociale dienst aan de minder bedeelden. Paus Franciscus drukt er telkens weer de nadruk op dat we als Kerk er op uit moeten trekken, dat de armsten onze eerste doelgroep moet zijn. Vandaar dat we bij herbestemmingen en nevenbestemmingen goed moeten waken over de doelstelling die aan het gebouw gegeven zal worden. Prioriteit blijft natuurlijk de eredienst, in al zijn mogelijke vormen en intensiteit, maar daarnevens dienen we te zoeken naar diaconale bestemmingen. Deze groeit voort uit de zin van de eucharistische vieringen zelf. Paus Benedictus maakte het duidelijk dat een “eucharistie niet af is indien ze niet gevolgd wordt door de dienstbaarheid van de gelovige gemeenschap aan de armen van de maatschappij”. (Wereldjongerendagen in Keulen 2005).
De kloosters zijn intens betrokken bij de zorg om het patrimonium. We weten het dat veel kloosters een andere invulling gekregen hebben. Vele zijn overgenomen door de vzw die door de zusters of de broeders opgericht werden om hun charismatisch werk verder te zetten. Andere zijn overgegaan naar een verscheidenheid van doeleinden. Ik wil hier zeker de religieuze congregaties danken voor het belangrijke werk dat ze gedaan hebben in de bestemming van de kloosters. Dank zij professioneel gevormde vrijwilligers hebben de zusters en de broeders een goede toekomst voorzien voor hun gebouwen en voor hun waardevolle roerende goederen.
We leven in een woelige tijd. We vragen ons af welke gebouwen we wel nodig hebben voor de pastorale taak die we voor ogen hebben. Er is een bewustzijn gegroeid ook bij de overheid over het feit dat ze in de toekomst ook zelf zal moeten mee instaan voor het dagdagelijks gebruik van sommige van de kerkelijke gebouwen. Van de kerkfabrieken wordt nu verwacht dat ze een ernstig kerkenplan voorleggen eerst en vooral aan de kerkelijke overheid en daarna aan de gemeentelijke overheid. Vermits we in ons land afhankelijk zijn van de overheid in verband met de gebouwen, wordt nu gevraagd dat we een toekomstplan voorleggen zodat we tot 2020 kunnen berekenen waar de overheid zal moeten ingrijpen voor de restauratie van de gebouwen. Maar tevens op pastoraal plan hebben we een masterplan nodig. Het is van groot belang dat we goed weten waar we met onze pastoraal naartoe willen. De restauraties die gepland worden zijn misschien niet allemaal relevant voor de eredienst. In onze Vlaamse bisdommen is men zowat overal bezig met een herstructurering om de pastoraal meer efficiënt en wervender te maken. Paus Franciscus dringt er op aan dat “De structurele hervorming die voor de pastorale vernieuwing noodzakelijk is, slechts kan in die zin begrepen worden: maken dat ze allemaal meer missionair worden, dat de gewone pastoraal op alle vlakken wervender en opener wordt, dat ze al wie pastoraal werkzaam is constant naar buiten gericht houdt, en zo het positief antwoord bevordert van allen aan wie Christus zijn vriendschap aanbiedt” “De vreugde van het evangelie, 27). Wat we doen en plannen voor het gebruik van onze gebouwen moet daarom gericht worden naar de pastorale en sociale aanwezigheid van de Kerk in onze maatschappij. Het komt er op aan vitale geloofsgemeenschappen te ontwikkelen, daarvoor hebben we gebouwen nodig, het komt er op aan te onderzoeken welke gebouwen dat zullen moeten zijn.
We leven in een tijd van gedeelde verantwoordelijkheid. Parochies, kloosters en gemeentes staan samen in voor het juiste gebruik van gebouwen in de toekomst. We mogen ons niet uitsluitend toespitsen op kerkgebouwen. Scholen, ziekenhuizen, woon en zorgcentra, parochiezalen, clubhuizen voor jongerenverenigingen, centra voor sociale diensten en zovele anderen zijn allemaal uitdrukking van de zorg vanwege de Kerk voor de bevolking. De gemeentes ontplooien in deze laatste jaren meer interesse en zeggingskracht over kerkelijke gebouwen terwijl ze misschien juist nu minder dan vroeger een religieuze interesse aan de dag leggen hierover. De politiek en niet in het minst de politieke partijen zijn in deze een belangrijke rol gaan spelen in de gemeentebesturen. Dit maakt de taak van onze kerkfabrieken en van CRKC al de meer belangrijk.
We leven in een tijd van herbestemmingen en nevenbestemmingen. Het is hierbij nodig te herinneren dat onze gebouwen ‘kerkelijk goed’ zijn. Eigenaarsrecht en kerkelijke doelstelling gaan niet altijd hand in hand. Daar waar gebouwen eigendom zijn van kerkfabrieken, of van religieuze congregaties, is het van uiterst belang dat de toekomstige bestemming rekening houdt met de oorspronkelijke bedoeling van de gebouwen. Wij huldigen in Vlaanderen een principe dat een kerkelijk goed tenminste dezelfde waarde heeft als een burgerlijke eigendom. Schenking van gebouwen of eigendommen is daarom niet aan de orde. Wanneer een gebouw niet meer beantwoordt aan de pastorale noden van een congregatie of een parochie – en het is onze eigendom – dan zullen we moeten uitkijken of de toekomstige bestemming toch ergens overeenkomt met oorspronkelijke bedoeling. Dan kan het verkocht worden of in erfpacht gegeven, telkens met de zorg dat ook weer de opbrengst ervan ten goede komt van pastorale of sociale doeleinden.
Goede vrienden, Ik wens nog mijn waardering uit te spreken voor het werk dat jullie ter plekke doen, en voor de leiding van CRKC om de sensibilisering, de inventarisering en de leiding bij de belangrijke beslissingen die vandaag genomen dienen te worden.
29-04-2016 om 20:51
geschreven door Gust A.
|