Inhoud blog
  • Wegomlegging
  • Een beeld, een woord...
  • Keuken
  • Twijfelen
  • Strontvlieg
    Laatste commentaren
  • Ruststraat (Joke)
        op Vlindertjes
  • ZOMER VAN MAXIM GORKI (JOKE)
        op Zomercursus Nederlands
  • ONZE NIEUWJAARSWENS...dan maar via hier... (huismusje)
        op Wegomlegging
  • @ Camille (Zabrila)
        op Wegomlegging
  • ? (camillefox)
        op Wegomlegging
  • Raar maar waar (camille)
        op Wegomlegging
  • Dit blog... (Lieve)
        op Wegomlegging
  • .. (bojako)
        op Wegomlegging
  • Nu wil ik geen spelbreker zijn maar... (Ernst)
        op Een beeld, een woord...
  • 'België' (Griet)
        op Angst
  • Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Zabrila en Konstantijn
    en hoe het hun nakomelingen verging...
    20-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nachtrust
    Ik had het rolluik nog maar net opgetrokken of er werd aan de deur gebeld. Daar stond ik dan in mijn nachtplunje. Ik kon niet meer terug, aangezien ik de buitenwereld net een teken van leven had gegeven. Ik schoot dus vliegensvlug mijn lange zwarte mantel aan.
    Mijn bejaarde buurvrouw stond in kamerjas aan mijn voordeur. Ze had die nacht niet kunnen slapen. En dat kwam door ons.

    Onze trap maakt immens veel lawaai. Uiteraard bedoel ik niet de trap op zich. Maar zodra we deze betreden zinderen de geluidsgolven door de dunne muren, recht hun kamers binnen.
    Soms weet zelfs ik niet of er rondgewandeld wordt in mijn huis, of hiernaast, en dat zal vice versa ook wel zijn. Dat zijn nu eenmaal de geneugten van het leven in een aaneengesloten rij.

    Toen ik hier pas kwam wonen, zo’n vijfentwintig jaar geleden ondertussen, bolderde ik levenslustig en mij van geen kwaad bewust op houten klompen de trappen op en af. Overal lag er dempend rijsttapijt, behalve dààr, uiteraard. Dus klonken mijn vertikale verplaatsingen hen als slagwerk in de oren en kreeg ik een fikse preek.

    Tegenwoordig hou ik met deze extreme gehorigheid terdege rekening en sluip ik na tienen op kousenvoeten door het huis. Mijn kinderen poog ik met eindeloze sssjjt’s tot stilte te manen, een energievretende taak. Mijn zoon kan namelijk niet fluisteren...

    Maar deze nacht was er dus een druk heen- en weergeloop. Het af- en aandragen van emmertjes, dweilen, handdoeken en vers beddegoed heeft ons aller slaap verstoord. Ik vrees dat een buikvirusje onze vesting is binnengedrongen en een aanval op mijn jongste heeft ingezet…

    20-02-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (5)
    18-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tienertijd
    De klokken bimbambeieren luid. De puberteit is hiermee ook bij haar een feit. Wat hormonen al niet teweeg brengen!

    Ik had al gemerkt dat ze de laatste tijd een metamorfose had ondergaan. Slank als een den. Sierlijk. Een gazelle. Haar kijkers heel expressief. Met een oogpotlood onderlijnt ze dit.
    De kleerkast wordt onder de loupe genomen en de inhoud op zijn bruikbaarheid getaxeerd. Voordien verguisde stukken worden in ere hersteld en oh wonder het past! Wat vorig jaar strak zat, voelt nu ruim aan. Wat een heerlijk gevoel!
    En die sportieve outfit die ze zo ophemelde omwille van zijn draagcomfort bestempelt ze nu als te mannelijk. Waarom heeft niemand haar weerhouden dit te dragen, vraagt ze zich af? Tja, dat deden we, maar er was geen kruid tegen gewassen.

    Vandaag krijg ik een snak en een beet voor de meest onschuldige zaken. Ach, die hormonen, al zijn die van mij ook behoorlijk van slag. Puberteit en menopauze, hand in hand, zal dat gensters geven!

    Vorig jaar vertrok ze nog gezwind naar school met fluovest en helm, onderwijl haar mening niet onder stoelen en banken verstoppend. Want dat verstond ze toch niet goed, dat anderen haar daarin niet volgden, het hoorde zo en het was veilig, toch? Broerlief wenste niet met haar geassocieerd te worden!
    Dit jaar stierf deze goede gewoonte een roemruchte dood, ze wou zich niet belachelijk maken. Nu hoop ik maar dat een aantal van haar ideeën wèl stand houden, met name alcohol en tabak, want daar is ze momenteel nog steeds geweldig tegen. Een beetje té zelfs, want haar walging voor het minste zuchtje sigaret jaagt zelfs mij, antirook en -nicotine, in de gordijnen. Nuanceren is een moeizaam leerproces…

    18-02-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (3)
    10-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schooltoneel

    Die morgen was ze bijna in tranen.
    Om te beginnen had ik haar ietwat aan de late kant aan school afgezet. Dit was reeds de derde dag op rij dat ze er om 7 uur, jawel, in de òchtend, verwacht werd. In de mate van het mogelijke, stond er op het briefje. Want natuurlijk konden ze niet allemaal tegelijk geschminkt worden.
    Vervolgens diende ze de tickets voor haar papa nog maar eens te wisselen. En tenslotte, hoorde ik alles nú te betalen, vond ze, ook al stond het ànders vermeld. Om de lieve vrede, doe ik dat natuurlijk, want ik mag er niet aan denken dat haar acteerprestatie hieronder zou lijden!

    En acteren kan ze, althans, daarvan is haar broer rotsvast overtuigd. Hij doelt dan voornamelijk op haar rol als slachtoffer, in een voorstelling waarin hij als schuldige fungeert…

    Maanden heeft ze gerepeteerd, ten koste van viool, atletiek, middagpauzes, vrije avonden, ja zelfs gewone lessen. Ze vindt het verschrikkelijk leuk.
    Ach, dertien jaar: je talenten ontwikkelen en braakliggende terreinen ontginnen, wat een spannende ontdekkingsreis!

    Die avond krijgt de turnzaal het uitzicht van een theater. Even oponthoud aan de kassa: onze kaarten blijken niet betaald, noch geruild. En tot zijn ontsteltenis zijn we er véél te vroeg. Enkele leerkrachten heten hem luidruchtig en jolig welkom.

    Speciaal voor deze school schreef Frans Busschots een westernverhaal: “De Powwow van Redhill”.
    Het speelt zich af in en nabij de saloon in een cowboydorp. Dichtbij ligt een indianenreservaat. Beide gemeenschappen leven in een zeker evenwicht samen. De cowboys palmen echter steeds meer grond van de Indianen in. De samenwerking is bevredigend, tot de burgemeester besluit een stuwdam te bouwen op indiaans gebied en de rivier af te leiden naar zijn eigen droge grond. In het teken van de vooruitgang zou de regering dit wel subsidiëren… Het opperhoofd, Grijze Uil, wil dit conflict in der minne regelen en vraagt aan Schorpioen, zijn kleindochter die in de stad als ingenieur afstudeerde, terug te keren naar de stam en zijn opvolger te worden…

    Haar aardrijkskundeleraar, nam de regie op zich en verwerkte dit tot een musical. En met ondersteuning van heel wat andere vrijwilligers werd het een mooie voorstelling.
    Ik heb de pech achter een boom van een man te zitten, die bovendien van links naar rechts wiebelt, waardoor de helft van het podium geregeld uit mijn blikveld verdwijnt. Zijn echtgenote gedraagt zich heel wat statischer, maar deze vruchten worden door mijn buurvrouw geplukt…
    Bovendien voel ik me als een dwerg en heb ik de indruk dat mijn stoelzitting zich beduidend lager bevindt dan deze van de mij omringende toeschouwers!

    In elk geval vind ik haar in haar bandietenrol wel goed, en haar vriendin blinkt absoluut uit als burgemeester. En ook al knipogen haar oorhangers me meisjesachtig van onder haar hoed toe, in haar geruit hemd en cowboylaarzen, ziet ze er toch stoer uit… Op ’t eind wordt ze ondanks haar gebroken pols neergekogeld... Pfffft, mis… rechtkrabbelen en ontsnappen is de boodschap…

    10-02-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (5)
    07-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In onmin

    Mijn zilverpapier is uitgewerkt en sedertdien leef ik in onmin met mijn kat.
    Hij heeft een royale bak met de allerfijnste kleikorreltjes, overdekt en met een eigen voordeur. In alle intimiteit kan hij zonder pottenkijkers zijn gevoeg doen. Bij de eerste miauw krijgt hij vrije toegang tot de tuin waar hij naar hartelust in mijn winterse bloemperken kan struinen. En als het hem zint kan hij de wijde wereld in, een ladder op, om zo het paradijs der daken te betreden. Wie weet hoever zijn horizont reikt.

    Laatst voelde ik me zelfs wat gegeneerd. Er was ruzie op het dak en onze Noewi zat er voor iets tussen. De kemphanen, bij wijze van spreken dan, maakten zo veel misbaar, dat de buurman ook van zijn oren maakte, niet tegen mij, gelukkig. Ik overdrijf, hij suste de gemoederen, het is een vriendelijke man. Wie er met de vijandelijkheden begonnen was wist ik uiteraard niet, maar mijn jongste had al eens opgemerkt dat die van ons, de buurtkatten uitdaagde. Met zijn pootje gaf hij speelse duwtjes aan toevallige passanten…

    Hij heeft helemaal geen reden om in mijn pot met bonsai te gaan graven, vind ik. En met de uitvlucht dat dit zo plezant is, neem ik geen genoegen.

    Ik geef het toe, een tijd geleden heb ik hem valselijk beschuldigd, al was het maar in gedachten. Maar we hadden het goed gemaakt en ik had me heilig voorgenomen in het vervolg tot zeven maal zeventig maal mijn kritiek in te slikken alvorens hem te verdenken. Maar het is sterker dan mezelf, zodra ik die aarde rond de sierpot zie, ontplof ik bijna.

    De eerste keer heb ik hem enkel streng toegesproken en stak de hand in eigen boezem. Misschien bliefde meneer een grotere hoeveelheid kattenbakstrooisel. Ik was er misschien wat zuinigjes mee omgesprongen. Ik gaf zijn kleinste kamertje een grote beurt met Dettol en kieperde er de hele doos Vitakraft in. Het ultracompacte spul. Volgens de handleiding kan ik dat tot in de eeuwigheid gebruiken. Klompjes verwijderen en aanvullen met vers strooisel is het devies, maar dat strookt niet met mijn hygiënische verwachtingen. In realiteit ontstaan er na amper enkele dagen reeds minuscule kleiklompjes die tussen de spaakjes van mijn schepje terug in de bak vallen. Niet bepaald mijn gedacht van properheid! Met dat vissen en scheppen ben ik dagelijks toch ook wel een tijd zoet…

    De volgende dag echter ligt tot in de verste hoeken van mijn living aarde en is voor mij de maat vol. Nog voor ik een blik op hem heb geworpen, weet hij hoe laat het is en maakt hij zich onzichtbaar achter de zetel. De schelm!
    Het hem zelf laten opkuisen, tja, dat is geen optie. Dus haal ik met veel gekletter de stofzuiger uit. En reken maar dat dit een gepaste straf is want hij haat dat geluid en kiest het hazenpad…

    Ik spreek zijn taal niet dus is het moeilijk om te achterhalen waarom mijn plant voor hem zo attractief is. En hij van zijn kant lijkt niet te begrijpen dat die manshoge bonsai, die er zo stoer uitziet, mijn benadeelde troetelkindje is, de takken zorgzaam gespalkt na de zoveelste aanranding door een of ander sportattribuut van mijn zoon, de wortels liefdevol toegedekt na Noewi's interventie…
    En stiekem ben ik ook een beetje boos op mijn geliefde mini-boom, want een grote draagkracht heeft die ook niet! Hij laat machteloos zijn twijgjes knappen en zijn blaadjes vallen, ik wou dat hij wat flinker werd en een voorbeeld nam aan zijn buur, de ficus, die veerkrachtig weerstand biedt aan wie hem belaagt. Maar ja, die moet het dan wel met heel wat minder aandacht stellen…

    07-02-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (7)
    06-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roots

    Ik pluk een brief met een zwart randje uit de bus. Het handschrift herken ik niet.
    Tante Yvonne, overleden in het ziekenhuis, amper vijfenzeventig jaar oud. Ze is de vrouw van de peter van ons Bietje, een jongere broer van papa.
    Is, zeg ik, maar de brief meldt me woordeloos dat dit verleden tijd is.
    Jong, vind ik, waar is de tijd dat ik de leeftijd van 75 als stokoud bestempelde?

    Mijn broer pikt me thuis op en samen rijden we naar de Kempen. Vierennegentig kilometer gezellig keuvelen. Heerlijk!
    Bietje heeft samen met haar man tien minuten voorsprong op ons, wat we, gezien ons gezapig tempo niet inhalen… Eens ter plekke, blijkt dat de rouwbrief voor Seske niet besteld werd wegens een voorhistorisch adres, dus bellen we haar alsnog in extremis. Ik hoop dat ze kan komen… Jaaa dus, met een versgewassen hoofd zelfs, want zonder kon ze zich niet tussen de mensen begeven…

    In de kerk laat ik mijn gedachten de vrije loop. Hier heeft mijn vader nog vertoefd toen hij een jongen was, weliswaar zonder dit alles visueel in zich op te kunnen nemen. Op zevenjarige leeftijd was hij immers reeds blind. We zitten net onder de preekstoel vanwaar vroeger meneer pastoor de gemeenschap toesprak. Waarom eigenlijk, vraag ik me af, het altaar staat toch ook op een soort podium, van daar zien en horen we hem toch ook goed…

    Onze tante werd behandeld voor haar spataders en de operatie was geslaagd. Ze mocht naar huis en terwijl ze met nonkel Jos naar de uitgang liep, stuikte ze in elkaar. Een longembolie. Intensieve zorgen mochten niet baten. Onvoorzien en onverwacht werd de levenslijn afgesneden, zonder dat iemand afscheid had kunnen nemen.

    Het is een mooie begrafenismis en de zon door de glas-in-lood-ramen brengt onverhoopt troost. Gezamenlijk wandelen we naar de begraafplaats.
    Vroeger werden we tot aan de pas gedolven kuil geleid. Na de laatste gebeden liet men de kist met behulp van touwen in de put zakken. Met een symbolische schep aarde en een bloem werd het definitieve afscheid van de overledene ingezet. Nu houden we halt aan een standbeeld in het centrum van het kerkhof en wordt ons de teraardebestelling bespaard.

    Tweehonderdvijftig genodigden zijn er voor de koffietafel. We zijn een grote familie. Het is fijn de nonkels en tantes, de nichten en kozijns weer te zien. Veel contact hebben we immers niet met elkaar. Wij leven immers in de Vlaanders, zij in de Kempen…
    De oudste broer van onze papa is reeds vierennegentig jaar en nog heel kras. Zijn benen laten het wat afweten de laatste tijd, maar hij kookt nog dagelijks zijn eigen potje. Zijn jongste dochter zorgt voor de was en de plas. Hij verwoordt zijn angst om dement te worden, hij maakte immers het verlies van decorum en realiteitszin reeds mee met zijn vrouw.
    Ook tante Lie kan erover meespreken, zeven jaar verzorgde ze haar demente man, en ze is ondertussen zelf reeds achtentachtig. Nog geen haar veranderd, vinden we… Nog helemaal zoals we haar altijd gekend hebben.
    Mijn ogen strelen de gerimpelde gezichten, wat heb ik hen lief!

    Ach wat doet het deugd om eens back to the roots te gaan, naar de plaats waar het ouderlijk huis van onze vader staat… En natuurlijk maken we als vanouds plannen om deze zomer, de familiebanden wat nauwer aan te halen. Om, in betere omstandigheden, gulzig en onverzadigbaar, uit de mond van de nonkels, de wilde wedervaardigheden te aanhoren van onze papa…

    06-02-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (3)
    31-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spoed!

    Ik denk eerst dat ze aan het zeveren is: “Mam, kom je me ophalen, ik zit bij het Rode Kruis, er is iets met mijn pols…” Een goed uur geleden heb ik haar aan de Topsporthal gedropt voor een extra training en nu vlam ik in vliegende vaart terug.
    Het is razend druk want er is een scholenmeeting atletiek aan de gang dus parkeer ik me maar aan een blauw bord met rolwagen. Het is een heel traject via allerlei gangen en deuren, langs de oefenpiste naar de EHBO-post en eens ter plaatse is de vogel gevlogen. Een jonge verpleger meldt me dat ze me tegemoet is gegaan want “mijn moeder gaat dat hier tòch niet vinden…” Da’s proper, mij zo onderschatten, pruttel ik in mezelf.

    Terwijl ik, op weg naar de uitgang, bijna overhoop gelopen word door horden jonge sporters, gaat mijn GSM af. “Mijn dochter”, zie ik nog net, voor de batterij het begeeft. En dan zie ik haar staan, helemaal in het wit: de Adidas kuitbroek, shirt, loopschoenen, haar verbonden arm, de mitella. Bij een oefening tuimelde ze achterover van een bank, een Zweedse dan nog wel, dus echt niet hoog. Op haar elleboog, op haar hoofd, ze weet niet precies hoe, maar haar pols doet pijn…

    Met een tussenstop thuis om SIS- en identiteitskaart op te vissen, een telefoontje naar de huisarts te plegen, rijden we door naar het UZ.
    Parkeerkaartje halen, de slagboom gaat omhoog en de pijlen leiden ons naar de spoedafdeling. Nu nog de wagen kwijtraken, het staat hier vol voertuigen met een witte klever: “U staat hier niet reglementair…” We vinden gelukkig vlug een legale plaats.

    Een steile helling leidt naar het gebouw en ik bepeins dat ik blij mag zijn dat ze geen mankementen aan haar voeten heeft. Voor de glazen deuren kijk ik nog eens omhoog. Ik sta verdorie voor de tandheelkundige afdeling! Spoed is om de hoek.
    Een poort voor ziekenwagens, maar ook personenwagens zijn toegelaten. Had ik dat geweten… maar met een zere pols zou het toch een beetje belachelijk geweest zijn, grinnik ik in mezelf.

    De voetgangersdeur geeft uit op de inschrijfbalie. Er staan nog twee wachtenden voor mij in de rij. Ik mag er niet aan denken dat ik hier met een halflevende potentiële patiënt zou staan aanschuiven!
    Na de administratieve plichtplegingen kiezen we een zeteltje in het wachtlokaal. Pffft, precies de woestijn hier, droog en warm. En ik heb zelfs geen boekske mee! Ik verga van de dorst en Jolien heeft honger. Gekwetsten hebben voorrang dus halen we een reep chocola uit de automaat en net wanneer ik het wisselgeld recupereer worden we gehaald. Weg van de blikjes, flesjes, sapjes, verfrissingen…

    Een supervriendelijke verpleegster betast de zere arm en pols en weerom mogen we in een kamertje wachten. Foto’s nemen. Wachten.

    Een jonge stagiair meldt ons dat het geen breuk is. Oef. Hij manipuleert haar pols om de pijnlijke plek te lokaliseren, stelt heel wat vragen en noteert de antwoorden.

    Opeens komt een groengeschorte arts mijn dochter halen. Moet hij niet wisselen van voorschoot? Ik zie bloedvlekken! Ik volg hen naar de gipskamer. Er is tòch een breuk, dat had deze dokter meteen gezien: een groenhout fraktuur distale radius, aanvaardbare stand. Ze is nog jong, dus zullen vier weken immobilisatie wel volstaan. En ja, ze mag nog trainen, en lopen uiteraard, maar natuurlijk moet ze geen hangoefeningen en dergelijke doen met haar pols. Ze is erg opgelucht, want stilzitten, dat is niet haar ding!


    zie het groots
    Ik zal me dus maar inleven in mijn rol als chauffeur, de komende dagen. Ze piekert ondertussen over het toneelstuk waarmee ze over twee weken het podium opgaat. Eureka! In plaats van “ik heb er een gebroken neus aan overgehouden” kan ze verwijzen naar haar arm. En voor de theatrale valpartij moet ze ook nog wat verzinnen, maar dat zal wel lukken, zeker!


    Ik vind het heel lief, ’s avonds krijgen we een telefoontje van een bezorgde coach uit de Topsportschool. Ook haar negenjarige broer wil er het fijne van weten en benijdt haar: hij wil ook een plaaster, dat lijkt hem supercool! Bij een klasvriendinnetje kan ze een steunverband lenen. En papa belt ten overvloede: “Est-ce-que l’os est cassé…?”
    Van al die aandacht kan je niet anders dan voorspoedig genezen…

    31-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (8)
    29-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Benefiet

    Laatsleden kreeg ik een vreemde vraag voorgeschoteld: “Was ik bereid mijn huis en mijn piano beschikbaar te stellen?”
    Euhm ja, indien dit vóór 22u kon, had ik alvast met het instrument geen probleem. Maar mijn huis? Welk deel van mijn huis?
    Mijn slaapkamer is voor het ogenblik verboden terrein. Allereerst vertoont deze momenteel alle tekenen van een opslagruimte waar Sien en Maria beslist een kluif zouden aan hebben. Alles wat een tijdelijk onderkomen vraagt, vindt hier een plaats. Het betreft uiteraard materiale zaken, hé!
    De platendraaier die zijn vaste stek op zolder had, door mijn zoon ontdekt en door mij van een gewisse ondergang gered, bijvoorbeeld. Mijn troonopvolger wou hiermee scratchen en dat klinkt niet gezond, niet voor het toestel en evenmin voor mijn langspeelplaten. Van de nood een deugd maken, dacht ik nog. Misschien kon ik mijn LP’s digitaliseren. ’t Was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want ik had nog ’t een en ’t ander nodig om de ruis te onderdrukken, om maar iets te noemen. Plan, doch niet de pick-up, afgevoerd dus, althans voorlopig.

    Mijn slaapplek is ook een voorraadkamer voor snoep en koeken, dit om mijn telgen – en dan vooral de mannelijke – slechts met mondjesmaat van die zoeternijen te voorzien. Want als ik het maar zijn gang laat gaan is alle lekkers binnen de kortste keren verorberd.

    Bovendien bevindt zich op deze plek ook al mijn leesvoer. Mijn nieuwe boeken dan, want de oude staan nog op de zolder van mijn zus, sedert de verbouwingen… Ik droom van een bibliotheek met een gaanderij, zoals bij Higgins uit “My fair Lady”, maar daarvoor is mijn klein rijhuis totaal ongeschikt…

    Mijn zus, die met de zolder, stelt me gerust, ze heeft alleen de piano nodig en aangezien die in mijn huis staat…
    Kirill zit zonder toetsenbord en ze zouden toch eens samen willen oefenen, voor alle zekerheid, vandaar…

    Een groots spektakel staat in de steigers, een dansfeest met een concert en een kunstveiling. Mijn zus moet een nieuwe heup krijgen en dat kost handenvol geld, dus wordt er een benefiet georganiseerd. Het is hartverwarmend hoeveel mensen deze kar willen duwen en trekken!
    Koekske heeft een mooie stem en vertolkte aan de zijde van  Kirill, een Russische pianovirtuoos, reeds heel wat romantische, goed in het gehoor liggende, hedendaagse songs. Zij staan op 17 februari alvast op het programma.
    Ook de papa van mijn kinderen, heeft zijn medewerking beloofd. Hij zorgt voor de tropische ambiance, een echte sfeermaker.
    Koekske’s dichtbundel zou van de pers moeten rollen tegen dan.
    Een Latijns-amerikaans gitaar-duo, daar mogen we ons ook aan verwachten plus een jonge groep die momenteel in België op tournée is…

    Ik heb er in elk geval zin in, en ik ben er zeker van dat heel wat mensen hiervoor warm te krijgen zijn. De “Speakers Corner” aan de Heuvelpoort sluit die avond alvast zijn, met een verwijsbriefje naar “Koekskes ‘Hip’ Benefiet & Concert Party” , getooide deuren…

    29-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (3)
    28-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gala

    We hebben weer een mijlpaal bereikt. Jarenlang werkten we er naar toe, maar vandaag is het een feit: zoonlief heeft de kostuumdragende mannenwereld vervoegd.
    Nog voor hij goed en wel ter wereld kwam had de fiere aanstaande vader een geklede vest voor onze zoon gekocht. Een lilliputteruitvoering waarbij hij uiteraard geen enkele stem in het kapittel had.
    Op zijn tweede grote feest, namelijk zijn Eerste Communie, stond mijn oudste telg erop dergelijke deftige kledij met bijhorende vlinderdas te dragen, terwijl ik een kniebroek met bretellen zoals de Witte van Zichem prefereerde.

    Enkele keren waren we bijna overgegaan tot de aanschaf van een tweedelig pak, maar bijtijds viel het me gelukkig in: “Wanneer gaat ge dat aandoen?”

    En plots is de dag daar dat we in allerijl moeten voorzien in galakledij. Niet dat we een smoking of pitteleir voor ogen hebben, een doodgewoon confectiepak zal wel volstaan.

    De papa wil wat graag een te krap geworden exemplaar aan hem uitlenen. Als hij wil mag hij het zelfs houden.
    Hij ziet er flamboyant uit in zijn witlinnen pak, klaar voor het Sint-Bavo Retoricabal 2007.
    Hij telt zelfs twintig euro neer, in plaats van de gevraagde veertien, zo blij is hij dat hij nog een kaart op de kop kan tikken.

    Wanneer ik hem die avond in de buurt van het Casino afzet, vallen de jongelui in avondkledij wel op. Ze zien er feestelijk uit en ik zou vanavond best dertig jaar jonger willen zijn! En weer dat gevoel krijgen dat de wereld voor me open ligt en dat alles nog moet beginnen…

    28-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (3)
    26-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Agnus Dei

    “Enkel voor klanten van ‘t Zoutvat, Den Inktpot … enzovoort… Takelen voor eigen rekening”, ontcijfer ik.
    “Riskeert gij u dat?” vraag ik Guido. “Maar bij ja, als ’t dat maar is…”
    “En als het nodig is, koop ik wel een gazet,” repliceert Kobe.
    Pfft, ik ben een veel te volgzame brave burger zo blijkt maar weer. Ik parkeer nooit in de verkeerde richting, stop voor het rode verkeerslicht, rijd aan 30 km per uur voorbij scholen, tenminste als ik mijn aandacht erbij heb, stop trouw munten in de geldautomaat indien gevraagd.
    Ik ben verlekkerd op eucalyptussnoepjes, dus ruik ik bij een wegcontrole zeer verdacht, moet ik blazen en adem ik verbazend negatief.

    We zijn gelukkig goed op tijd en vinden genoeg stoelen om met ons twaalven samen te zitten.
    Om mij heen: geschiedenis. De ruimte kreunt eronder. De glas-in-lood-ramen. Het beschilderd plafond. De zuilen. De beelden, met onderschrift Regina…, lees ik van verre. De taferelen op de muur.
    Wat heeft de mens toch bezield om zulke gebouwen op te trekken, ter ere van… Ons culturele erfgoed. Het moet handenvol geld kosten om dit te bewaren voor het nageslacht.
    Waarom zijn kerken zo hoog?
    Ik bedenk dat het plaatsen van die spot een heikel karwei was. Vroeger straalden kààrsen licht en warmte uit.

    De viering kent wat latijnse accenten.

    “Agnus Dei,
    qui tollis peccata mundi,
    miserere nobis.
    …
    Agnus Dei,
    qui tollis peccata mundi,
    dona nobis pacem.”

    Het roept herinneringen op. De woorden zijn nog steeds vertrouwd en appelleren aan de tijd dat meneer pastoor nog met zijn rug naar ons stond. Dat we ons’ Heer nog nuchter ontvingen geknield op de communiebank, met beide duimen en wijsvingers een tafeltje vormend onder het kanten kleedje.
    Maar wat ik tegenwoordig niet meer over mijn lippen krijg: “Heer, ik ben niet waard dat Gij tot mij komt…” ‘t Gevoel van eigenwaarde dat op die manier de das wordt omgedaan…ach… Ik verander tegenwoordig steevast “niet” door “het”…

    De pastoor, hij is niet jong meer. Vroeger dacht ik niet na over de leeftijd van de parochieherder. Ik heb zo het idee dat hij bleef tot aan zijn dood. Er was geen sprake van pensioen.
    Deze voorganger zingt graag, dat voel je, dat zie je. De muzikale gave hoort toch bij de roeping. Maar stel dat hij geen toon kan houden, dat moet toch een verschrikking zijn. Zowel voor hem als voor zijn toehoorders.

    Het Fûr Elise klinkt heel aandoenlijk op het orgel. Door de haperingen wordt het een heel menselijke, emotionele ode aan de geliefde opa.
    Mijn oog valt op de hoofden voor mij. Ze zijn er in allerlei tinten: blond, bruin, zwart, grijs. Waarom zetten oudere vrouwen een permanent en houden mannen het naturel? Ik zie kakelverse, kunstige krullen. Platgewalste. Gecrepeerde, luchtig. Hier en daar modern en opgesneden. Ik vrees dat mijn eigen kapsel geen hoge punten scoort.
    En dan, de hoofddeksels. Een bontmuts. Of een hoed. Gemakkelijk eigenlijk, dan hoef je je haar niet grondig te kammen…

    De kerk is afgeladen vol, ze staan tot buiten. Na de offerande loopt het leeg als een ballon en is er plaats zat…
    Ach Woutertje, Woutertje, piepklein kaboutertje, je gaat nog een moeilijke tijd tegemoet. Maar wij, je begeleiders en ook je familie, staan klaar voor jou… 

    26-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (2)
    24-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tanken

    Ik heb vanavond mijn tank volgegoten. Vol met bio-energie. Het had wat voeten in de aarde eer het zover was. De bestelde mankracht liet het op het laatste moment afweten dus moest ik iets anders verzinnen. Even nog dacht ik, flut, ik doe geen moeite, mijn rug deed zeer. Mijn voet van de gaspedaal naar de rem verplaatsen was om te beginnen een pijnlijk en moeizaam karwei.

    Ik besef het, ik spreek in raadsels, of beter gezegd, in metaforen. Echter vandaag zou er een gevolg gebreid worden aan de swingavond van twee weken geleden. Mijn dochter had me toen over de streep gekregen. En na afloop had ik volmondig en enthousiast verkondigd dat ik weer van de partij zou zijn, ditmaal voor een rondje free style, dus solo, dansen.

    Mijn kinderen hadden hun eigen avondactiviteiten, het avondmaal was aan hun goesting en mogelijkheden aangepast, namelijk pizza en het vervoer van de Topsporthal naar huis was ook in kannen en kruiken, dus stond niets mijn avondje vrij in de weg.
    Een telefoontje even voor zessen strooide roet in het eten. Geen vervoer.

    Ofwel ging ik niet dansen, mijn rug, ge weet wel.
    Ofwel ging mijn dochter niet naar de training. Ze had een hele namiddag ge-SVS’t, dat wil zeggen dat ze met haar school deelnam aan een interscolaire atletiekmeeting. Ze was nog niet thuis, dus misschien had ze geen zin in nog meer sport.
    Ofwel onderbrak ik mijn dansles om haar te halen.
    Ofwel moest ze wachten tot na mijn dansles.
    Ofwel ging ik op zoek naar alternatief vervoer.

    “Kom mij maar halen”, verklaarde mijn dochter, die zich in het verleden tot een fervent voorstander van uitbreiding mijner sociale contacten had opgeworpen. In concreto betekende dit dus dat ik een kruis kon maken over mijn uitstap. Een half uur niksen en wachten op een lift, doorkruiste hààr plannen en leek haar maar niks. Een ingewikkeld intern chemisch proces werd hiermee in gang gezet en activeerde mijn assertiviteit. Ik zou een andere mama-chauffeur bellen en als compensatie “Thuis” op de PC opnemen…

    Zo stond ik na achten in een veelvoud van acht tellen de Momba te dansen. Echt ernstig ging het er niet aan toe maar dat was niet de bedoeling.
    Voor we het beseften werd een pauze ingelast, een wijntje geconsumeerd – daar waren we misschien beter mee begonnen – en bereikten de klanken van een welbekende nocturne mijn oor. Mijn GSM, begot.
    Mijn oudste was rats vergeten dat ik op verplaatsing aan mijn fysieke conditie aan het werken was. Hij kwam thuis in een donker, leeg huis, zusje nergens te bekennen, mijn auto voor de deur, en na een kwartier ontdekte hij dat de telefoonhoorn reeds vier minuten open lag… Spooky. Zijn verbeelding sloeg op hol…
    Zoonlief gerust gesteld…

    We leerden nog twee dansen en na afloop bleven we nog wat keuvelen en dat was een bonus op mijn welbevinden. Want wat is er plezanter dan ideeën uitwisselen met gelijkgestemden?
    Zo is mijn energietank weer vol, zijn mijn batterijen weer opgeladen en met het vooruitzicht op andere activiteiten in de nabije toekomst kan mijn avond alvast niet meer stuk. En wat het bovendien nog extra plezant maakt: ik moet het niet eens zo ver gaan zoeken, z
    e wonen allemaal in mijn buurt!

    24-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (5)
    22-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Springtouw

    De living ligt bezaaid met blaadjes. Groene blaadjes. Bruusk afgesneden van hun levenssappen, mijn kamerplanten.

    Verdachte numero één is mijn kat. Die heeft namelijk geen onbeschreven strafblad. In een vrij recent verleden had hij het namelijk op mijn manshoge bonsai gemunt. Niet alleen bestormde hij de kaarsrechte stam en klauwde naar de top, hij ontblootte ook de wortels en de potaarde vloog in ’t rond. Zo stel ik het mij voor, want ik heb hem nooit in volle actie op heterdaad kunnen betrappen. De cocktailprikkers, satéstokjes, de plantenspuit, de stofzuiger, enzovoort, niets hield hem tegen. Zelfs de “kat-weg”-spuitbus kon hem niet deren, alleen wij hadden last van de stank.
    Het werd alleen maar erger want hij breidde zijn actieterrein uit. De ficus benjamino deelde ook in zijn gunsten (of zijn kunsten?) en binnen de kortste keren gaf ook mijn fuchsia de geest. Ach, ach, het moederdagcadeau van mijn zoon! Ik zie hem nog thuiskomen met een wuivende bloemenpracht in zijn ransel.

    Op zekere dag adviseerde iemand me zilverpapier. Katten zouden schrik hebben van dat metalig geritsel. Dus tooide ik de basis van de planten met aluminiumfolie. Fraai was anders, maar het leek me het proberen waard.
    En tot mijn grote verbazing bleek deze remedie te werken, nu toch reeds zo’n anderhalve maand.

    Tot vandaag dus, vrees ik.
    Minutieus onderzoek ik mijn binnenhuisflora. Dit lijkt toch geen poezenwerk, de blaadjes zijn precies afgesneden. Basketbalgeweld? Dan zou ik sporen moeten vinden van een omgevallen plant. Die bal heeft ook al heel wat op zijn kerfstok.

    ’t Lijkt eerder een bladeramputatie met een zweep, vind ik. En dan gaat me een licht op. Het springtouw!

    Elke trainingsvrije dag werkt hij aan zijn conditie en springvaardigheid. Zijn basketcoach had hem oefeningen opgelegd: 3 reeksen van zeven minuten springtouwen, afgewisseld met zoveel keer pompen en stretchen.
    Daartoe worden zetels en tafel aan de kant geschoven om hem de nodige sportruimte te geven. Ja, mijn living is een polyvalente ruimte!
    Mijn keukenwekker doet dienst als chronometer en is wat kaduuk uit een noeste trainingssessie gekomen. Een steeds terugkerend strijdpunt in onze communicatie: zijn oeverloze nonchalance…

    Maar diep in mijn hart vind ik het vertederend: zijn trouwe inzet en zijn ambitieuze streven om vooruit te komen in zijn geliefde sport…

    22-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (4)
    21-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nachtdienst

    Ik kon vannacht de slaap niet vatten. Ik sliep namelijk op verplaatsing. Gewend aan honderdtwintig centimeter helemaal alleen voor mezelf waarbij ik grenzeloos van links naar rechts kan draaien, moest ik het vannacht stellen met een luttele tachtig centimeter. Voor er collegiaal protest komt, het kunnen er misschien ook negentig geweest zijn, maar beslist niet méér! Dit betekent dat een positieverandering steeds gepaard gaat met gymnastiekoefeningen wil ik mijn bed niet uitrollen. Ik wil me ook nog wat distantiëren van de muur, mijn onwrikbare bedpartner die me kouwe rillingen bezorgt.

    Mijn slaapstee is nochtans gesofistikeerd. Een druk op de knop en het hoofdeinde verheft zich tot een positie waarbij het aangenaam lezen is. Daar maak ik dus gretig gebruik van. Blindelings duw ik en bzzzzt daar ga ik de verkeerde richting uit. Honderd procent horizontaal. Vervaarlijk neig ik over de bedrand om de prentjes te bestuderen, euhm is het deze? Iiiieet, geen beweging, ik blijf in dezelfde positie. De andere, dzjjjt stop, nee nog niet comfortabel, dzjjjt stop, perfect!
    Even later blijkt dat ik de foute lectuurkeuze maakte. Nauwelijks slaapverwekkend! Het leest in sneltreinvaart. Ik verplicht mezelf tot een noodstop om kwart over twaalf, knip het licht uit.

    Een kwartier later spring ik recht, heb ik de wekker wel aangezet? Nee dus. Vijf minuten later. Heb ik het geluidsvolume wel gecontroleerd? ’t Is me reeds overkomen dat ik me een half infarct schrok bij een loeiharde ochtendbeat.

    In gedachten ga ik na wie er allemaal in huis is. Eén, twee,… zoveel beneden, twee in die vleugel, … zoveel in die gang, … zoveel in het huis hiernaast. Het klopt met het aantal biefsteakjes dat morgen op het menu staat.
    In vogelvlucht overdenk ik “the things to do” voor morgen.

    Ik graaf mezelf in mijn versgewassen en –gestreken laken en overtrek in. Mmmm heerlijk. Zoek de goede houding. Denk aan al mijn goede voornemens voor dit jaar. Fout! Dat is helemaal niet rustgevend!

    Links, rechts. Centraal. Pfffft, ik ben klaar wakker.
    Zal ik nog wat lezen? Neen! Ik ben streng voor mezelf. Ik houd mezelf voor dat alleen al in bed liggen betekent dat ik uitrust. Geen paniek. Ik haal mijn scha straks wel in. Dat is het voordeel van halftijds werken.

    De wind huilt en kreunt in en om het huis. Deuren klepperen. Takken zwiepen heen en weer en geselen het dak. Die eik hier vlakbij staat er al zó lang, die houdt wel stand. Een verdieping lager hoor ik af en toe water lopen. Urine – dat veronderstel ik toch – klatert in de toiletpot. Er wordt doorgespoeld.
    Gedaan met doezelen.
    Mijn jongste neemt morgen deel aan het Vlaams Kampioenschap Atletiek voor Cadetten en Scholieren. Ze zal er toch op tijd zijn hé. Ik hoop dat ze het goed doet. Mijn oudste heeft zich vandaag echt ingezet voor zijn basketwedstrijd. Hij maakte zeventien punten. Aan mijn geestesoog glijdt onze avondmaaltijd met ons gekeuvel voorbij. Wat heb ik daarvan genoten!

    Slapen, Lieve! Hé, hoor ik daar geen deur? En nog een? Ik glijd mijn bed uit, doe mijn deur van slot, hang over de trapleuning. Spits mijn oren. Niks. Geen beweging. Muisstil. Loos alarm of…?
    Ik nestel me terug onder mijn dons, klaar wakker verdorie.
    Draai en keer. Drie uur. Half vier. Vijf over vier.

    Wanneer de wekker gaat, blijkt dat ik toch geslapen heb. Maar ik ben precies méér moe dan vannacht!

    21-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (3)
    10-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dansles

    Gisteren had ik mijn dochter aan de lijn. Ze promootte een uitje voor mij. Mieke had namelijk gebeld: of ik niet mee ging dansen? Spontane reactie mijnentwege: ikke? Neeje! Te stram, geen goesting, te lastig… Allé mama, je zegt altijd dat je wat meer aan je sociaal leven moet doen, hier is het telefoonnummer en maak een afspraak!

    Enfin, ik dacht, eens informeren dat is vrijblijvend, dat verplicht me tot niks. Het ging om free style dance, zonder partner, en nog een paar kennissen zouden meedoen. ’t Was toch niet met springen, hé? Want dat zag ik niet meer zitten. En zeggen dat ik me jaren lang in de Afrikaanse dans had uitgeleefd! Neen, geen atletische sprongen, werd me beloofd. En op ne man min of meer ging het niet aankomen, als ik er zin in had, kwam ik maar af…

    Mijn woensdag is goed gevuld dus kan ik mijn uitje probleemloos uit mijn gedachten bannen. Maar zij is op haar qui vive en attendeert me op het feit dat ik het vervoer nog moet regelen, want haar training is in de Topsporthal en niet op de piste. Daar gaat mijn excuus!
    Eens dat geregeld is er geen ontkomen aan…
    Ik erken, soms heb ik een zetje nodig…
    ….
    Onze jonge dansleraar kondigt een sessie swingen aan. Euhm… volgens mij dans je dat met twee. Dan klinkt het resoluut uit Mieke’s mond “No way, ik dans niet met vrouwen… Ik ga naar huis…” Euhm… ik normaal gezien ook niet, maar hier ben ik nu… Ginnegappend worden er koppeltjes gevormd, het publiek bestaat uitsluitend uit mensen van vrouwelijke kunne. Mijn buurvrouw Vera heeft zich reeds verbonden met mijn buurvrouw-van-twee-straten-verder Anita en ikke, gniffel ik in mezelf, ben afgewezen door iemand die niet met vrouwen dansen wil. Dus transformeer ik mezelf tot man.

    Tot ik me realiseer dat ik later beslist verkeerd ga swingen. Dus bekeer ik me weer tot vrouw. Dan hoor ik dat ik het meest zal moeten draaien, dus onderga ik weer een sekseverandering, tot grote hilariteit van het duo Vera-Anita.
    De basispas wordt aangeleerd, poepsimpel. Een halve draai, een hele. Een acht enzovoort…
    We oefenen en krijgen de slappe lach. Op elk trouwfeest kan ons Koekske mij verleiden met zo’n swing, daar vallen we niet uit den toon. En intuïtief deden we zoals het hoort, op het gevoel, zonder rekening te houden met links of rechts… Rock around the clock, da’s wel een ander tempo…

    10-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (7)
    07-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaarswensen

    Met wat vertraging, aan elke toevallige passant, maar vooral aan mijn trouwe bezoekers:

    07-01-2007 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (1)
    27-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ode aan tante Odile

    Al heb ik het nog niet met eigen ogen aanschouwd, er is daar veel veranderd sedert ik de Kameroense familie ontmoette. Ergens loopt een klein Lieveke rond, twaalf jaar oud. Tante Hermine, tante Odile, Zorro – de jeugdvriend – en zijn vrouw, zijn er niet meer. De kozijn, familie van vaderskant, met zijn bijzonder sympathieke vrouw en hun schattige kindjes, die recht over ons woonden, verhuisden lang geleden. Ernaast, op de hoek kwam een gezondheidscentrum. Centre de Santé staat er boven een rood kruis op de cementen muur, en het steegje werd nóg smaller…


    Nu ik de foto’s herbekijk treft de armoede mij nog meer. Indertijd werd ik zo opgenomen in die familiale ambiance dat het mij niet echt opviel. Ik had ook geen maagdelijke kijk meer op het leven aldaar, aangezien ik voordien reeds in Burkina Faso (toentertijd nog Opper-Volta) en in Senegal verbleef.
    Ik herinner mij die eerste cultuurschok bij het aanschouwen van de markt in Ouagadougou: de hompen vlees waaraan ontelbare vliegen zich ongegeneerd tegoed deden, de aasgieren op het dak, de modderige straten met ontelbare putten in het roodaarde wegdek, de scooters, de reclame voor coca cola… Toen we weken later terug in de hoofdstad waren, leek alles pure luxe! Het leven op het platteland in hutten met een strooien dak, wat overigens veel koeler is dan een van zink, stond daarbij in schril contrast.


    Mbombo’s huis was gemaakt van planken maar voelde ruim aan. In de huiskamer stond een ronde tafel met stoelen, een buffetkast en aan de andere zijde zelfs een heus salon. Plastieken emmertjes vingen in de hoeken het hemels water op dat bij een tropische bui door het dak sijpelde, zeg maar: stroomde. In het keukentje prijkte op enkele schappen het weinige huisgerei: een vijzel, wat kommen, twee potten, borden en lepels. Er waren ook nog twee slaapkamers maar ik heb nooit een duidelijk beeld gehad wie waar sliep. Thérèse, de dochter van Pols zus, en Makon, een zoon van nonkel Jacques, werden door mbombo als haar eigen kinderen grootgebracht.

    Thérèse kregen we zelfs kado. “Prends-la, elle est à vous…” Ik vond dat geen evidentie, maar zij hoopte op die manier een betere toekomst voor haar te bewerkstelligen. Ook Marthe, de zus, en een nicht met een kindje vonden daar een onderkomen. En tante Odile uiteraard, al was haar verblijf van tijdelijke aard.


    Speciaal voor ons was ze vanuit Yaounde afgereisd om voor ons te koken. Haar man nam het haar niet echt in dank af. Ze was zijn tweede vrouw en favoriet. Polygamie bestaat daar nog steeds en al hebben velen het reeds afgezworen, wettelijk is het toegestaan. Vroeger had dit ook een sociale functie: het werk op het veld, in de compound, de aandacht en het koken voor de man en de opvoeding van de kinderen werd over allen verdeeld. In theorie lijken daar wat voordelen aan verbonden, maar in de praktijk zou ik nogal steigeren moest mijn echtgenoot op zekere dag met een nieuwe vrouw komen aanzetten! Zo despotisch! Gruwel! Maar dit laatste is natuurlijk utopie want in België is dit een strafbaar feit, bigamie genaamd, en bovendien ben ik manloos, dus valt er ook niets te delen…

    Nergens heb ik lekkerder vis gegeten dan diegene die tante Odile op de barbecue klaarmaakte, met veel ajuintjes. Het water loopt me weer in de mond, bij het idee alleen al. Het ongemak van de graten nam ik er met plezier bij. Ze was zo blijmoedig! Ze leerde ons kruiden fijnmalen met een steen. En mijn reisgezellin Ariadne zal nu vast beweren dat ze een betere kok was dan ik!
    Behalve koken maakte ze ook graag plezier. Ze was er altijd voor te vinden om ons in het plaatselijke café te vergezellen. En de biertjes gingen er vlot in, en waren meer dan een halve liter groot. Trouwens, Guiness smaakt ginder héél anders!


    Haar ziekte en dood hebben me diep geraakt. Haar manier van zijn heeft zo’n indruk op me gemaakt, dat ik haar beeld voor altijd in mijn hart meedraag. Ik zal haar nooit vergeten…

    27-12-2006 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (11)
    21-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haarperikelen

    Meer dan een jaar was ik ontslaan van het haarvlechten. Voor haar twaalfde verjaardag mocht ze heur haar laten “relaxen”, dat wil zeggen, de kroes er uithalen. Ze zeurde daar reeds làng om, maar ik was er geen voorstander van, ook al bestond er een kinderversie, het bleef chemische troep.
    In de zevende hemel bevond ze zich toen ze haar gladde coupe in de spiegel bekeek. Geen krulletje te bespeuren en volgens mijn kapster Paula zou dit kunstwerk zes maanden houden. Maar de uitgroei dan? Neen, ik zou dat wel zien, door het gewicht van het haar zou daar niets van te merken zijn.

    Ze bleef gelukkig, ze had nauwelijks werk met d’er haar en ik was ook content, want het moeizame gepriegel om elke ochtend een toonbare coiffure te creëren was ook van de baan. Zalig!

    Een tweede portie chemicaliën, vier maanden later, bleek haar lokken na een poos slecht te bekomen. Ze werden zienderogen korter.
    Het sneed haar door het hart toen een andere kapper korte metten maakte met haar dos en de slechte plukken eruit knipte. Ik was verrukt, ze zag er pittig uit, met piekjes op haar hoofd.

    Ook al gaat het zeer langzaam, haar groeit, dus op zekere dag moet ik mijn vlechtwerkzaamheden hervatten. Maar rust roest, en mijn vingers willen niet mee…
    Gezucht, gezweet, binnensmonds gevloekt, moeizaam vlecht ik op de Franse manier. Platte vlechtjes, tegen het hoofd, maar dan in een Afrikaans veelvoud. Gaandeweg krijg ik de smaak te pakken en kan ik mijn fantasie botvieren. Op den duur ben ik best tevreden met mijn creatie.

    De volgende stap is: tientallen losse vlechtjes van twee à drie centimeter, opgevrolijkt met kleurrijke pareltjes. Dus begeven we ons spoorslags naar de Afrikaanse winkel. Deze vervult verschillende functies, het is een ontmoetingsplaats, vooral voor mannen dan, die daar hun drankje ter plaatse consumeren. Het is ook kapsalon, internetcafé en gewone winkel.
    Die pareltjes zijn plastieken kralen die je kan openen en sluiten. Super handig!

    Maar nu met de feestdagen in het verschiet wil mijn dochter verlengingen. Van de ene op de andere dag kan je zo een kort kapsel in een lang omtoveren. Bij Onana kopen we twee zakjes kunsthaar. Ook speciale shampoo en haarcrème.

    Afro-haar ziet er vrij van onderhoud uit, maar geeft wel degelijk veel werk. Voor je begint te kammen, wordt het best ingewreven met een oliehoudende crème. Eens uitgekamd, klop je het haar in model, zodat het egaal je hoofd omkranst. Wil je een perfect kapsel dan moet je het meermaals per dag in model brengen…

    … Vlechtjes losmaken is een tijdrovend karwei.
    Shampoo op basis van olijfolie. Dito crème. Kammen. Haardos in partjes verdelen. Streng vals haar in tweeën knippen. Een streng afhalen. Bevestigen.
    En daar beginnen de problemen. Hoe ging dit weer in zijn werk? Ik probeer met een knoop. Daarna met een twist. Twintig vlechten later herinner ik me dat ik een streng in twee moet verdelen, dwars op elkaar leggen en in elkaar moet draaien.
    Wat daarna volgt: black out! Ik modder maar aan, maar weet dat het niet de geijkte methode is.

    Dat is zeer ontmoedigend, want ik weet dat het niet lang zal houden. Hoe kan ik die werkwijze nu vergeten?
    De tijd tikt, en ik moet haar naar de atletiektraining voeren. Het vraagt wat inspiratie om het onafgewerkte kapsel tot iets leuks te transformeren. Geen kat zal zien dat het nog niet af is…

    De volgende dag werk ik verder, maar eer ik de vaardigheid terug in de vingers heb! Puffen en blazen! Nu moet ik mijn werk onderbreken omdat ze met haar klas, zoals afgesproken, naar de film wil. Het lijkt goochelen, maar ook dit keer ziet het eruit als een afgewerkt geheel, met wat speldjes hier en daar… Weer een dag respijt…

    21-12-2006 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (9)
    15-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aankomst

    De papa van mijn Jojootjes, heeft het thuisfront niet verwittigd dat hij komt. Alleen Mbombo, zijn moeder, weet ervan, zonder precieze aankomstdag weliswaar. Een strategie die hij de laatste tijd wel meer toepast en zijn wortels vindt in mijn eigen bezoek aan de schoonfamilie.

    Ondertussen is het ruim veertien jaar geleden dat ik voet zette op Kameroense bodem. We hadden ons goed voorbereid, vaccinaties voor tyfus, paratyfus en gele koorts, voorzorgen tegen malaria, bagage vooruitgestuurd, onze kroonprins op het paspoort van de papa gezet, visum aangevraagd… Als echtgenote van een onderdaan uit Kameroen bleek ik dit helemaal niet nodig te hebben , wist men op de ambassade, de wetgeving was recentelijk gewijzigd, dus kréég ik er ook geen. Mijn vriendin Ariadne, die ons zou vergezellen, diende deze formaliteit wel te vervullen.

    In Douala geraakten vader, zoon en Ariadne probleemloos door identiteitscontrole en douane. Bij mij integendeel vielen ze over mijn visum. Eigenlijk over de ontsténtenis aan een visum. Ik had een invoervergunning voor mijzelf nodig dus. Ik mocht soebatten wat ik wou, ze lieten me er niet in, van die gewijzigde wetgeving hadden ze nooit gehoord. Mits het betalen van een veelvoud van de kostprijs van het Belgisch visum kon ik mijn reisgenoten vervoegen. Ik steigerde, was woest, maar uiteindelijk moest ik bakzeil halen en ruim smeergeld betalen.

    De vertraging van onze vlucht met het gebakkelei aan de douane hadden heel wat tijd gekost en het was ondertussen aardedonker. De schemering valt daar plots en vroeg in de avond. We ronselden een taxi en het kostte ook veel gepalaver voor er een prijs overeen gekomen werd. Doch het bleef maar duren. Er kwam geen beweging in het voertuig. Er werd mankracht geronseld om ons in gang te duwen, zonder resultaat helaas. Of gelukkig, dacht ik bij mezelf. We moesten dus overstappen naar een collegiale concurrent.

    Toen we in het steegje, zelfs in de duisternis gaf het ’t gevoel van iets achteraf, bij de familie arriveerden, was iedereen verrast. Ze hadden ons niet meer verwacht. Met tientallen waren ze uren tevoren naar de luchthaven afgezakt, met een minibusje en een luidspreker om ons te verwelkomen, en onverrichter zake waren ze terug naar huis gekeerd. Tante Hermine had haar zus met veel leedvermaak uitgelachen, de langverwachte zoon kwam toch niet! Ze had het wel gedacht! Veel geblaat en weinig wol!

    Tante Hermine in het steegje

    Op voorhand had ik al heel wat verhalen over de familie moeten aanhoren, het ene al fantastischer dan het andere.
    Magie is in Afrika alomtegenwoordig, had ik uit verscheidene bronnen vernomen, en dit bleek eens te meer waar.

    Mbombo was dolgelukkig, we werden meegetroond van het ene huis naar het andere en moesten eten, eten, eten… Het stond zo feestelijk uitgestald! Tot laat in de nacht was er gekwebbel en gehakketak, lang nadat wij ons ter ruste hadden begeven.
    Ons onderkomen was een langwerpige studio, twee kamers achter elkaar met op het einde de badkamer, alles heel rudimentair. Het gebouw was opgetrokken uit steen, in tegenstelling met het onderkomen van zijn moeder, dat in hout was. Voor de constructie van dit huis had hij maanden aan een stuk geld opgestuurd. Mbombo kon niet steeds aan de druk van de familie weerstaan, dan had die dit nodig, dan die dat… met het gevolg dat de bouw niet echt opschoot. Voor ons hadden ze twee bedden – twijfelaars - bij elkaar gekregen en zelfs een kinderbedje en een kleerkast! De matrassen waren niet al te proper, maar daar sloten we de ogen voor, een laken erover, en hopelijk hield dit het vuil wat tegen. De intentie telde!


    Mbombo voor haar huis

    De douche was niet meer dan een gat in de grond, maar een ware luxe vergeleken met onze buren, die zich achter de woning moesten wassen…

    15-12-2006 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (4)
    10-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstmis in Kameroen

    In allerijl zetten we ons aan ’t schrijven. Ik heb mijn huiswerk gisterenmiddag reeds gemaakt, mijn Jojootjes schieten pas na het avondeten in gang. Met de franse woordenboek bij de hand pennen ze hun wedervaardigheden van het voorbije jaar neer. Applaus voor de digitale fotografie, een up to date portret is zó geschoten en afgeprint.
    Weken op voorhand echter hadden ze reeds gespaard en beslist: zoveel euro’s voor Mbombo, hun grootmoeder, en zoveel voor grand-mère, hun overgrootmoeder, Thérése, het nichtje en ook voor Alain, zijn kameraad.
    Zij stift zelfs haar lippen en haar zoenafdrukken verfraaien haar epistel. Ook Noewi moet er aan geloven om zijn eigenste poottekening te zetten…

    Morgenvroeg vertrekt hun papa voor enkele weken naar Kameroen. Kerstmis in Afrika.

    Bij 33°C lijkt dit een vreemde combinatie. Ja, ik heb het speciaal opgezocht, momenteel noteren we deze temperatuur. ’s Nachts daalt deze tot 25°C.
    Van mijn eigen verblijf herinner ik me enkel de klamme vochtigheid, in juli hebben ze daar namelijk hun GROOT regenseizoen.

    Wasmachines en droogkasten bezaten onze familie niet, dus was ik indertijd aangewezen op mijn eigen handvaardigheid, schrobben en de was te drogen hangen. In die vochtigheid wilde echter niets drogen! Een jeans doet er op die manier erg lang over…


    Ook het sanitair was rudimentair. In Douala konden we beschikken over een eigen douche en toilet. Maar voor de douche moest toch water gehaald worden aan de publieke kraan. Elektriciteit werd van de buurvrouw afgetapt.


    Joram tussen de pindanootjes

    In het dorp was er nog minder comfort. Het meest miste ik het brood. We maakten wel zelf onze koeken, maar die vielen me nogal zwaar. Geen water, geen energie. In de duisternis zag ik gelukkig niet welke insecten me belaagden.
    De vreemdste dingen hebben we daar gegeten van stekelvarken tot rat.
    Het was een weekje aanpassen maar nonkel Jacques heeft het enorm geapprecieerd dat ik mijn neus er niet voor ophaalde.


    Baden in de rivier

    Al heb ik wel mijn angstmomenten gekend. Op een bepaald ogenblik hoorde ik kinderen krijsen. Toen ik poolshoogte ging nemen zag ik mijn zoon in het midden van een colonne termieten zitten.

    Razendsnel heb ik hem opgepakt en ontdaan van mieren. Twintig maanden oud en zich van geen kwaad bewust, had hij er geen hinder van ondervonden. Geen enkele beet!



    Thuis, in Douala, was hij plots vermist. Voor het tot me doordrong hadden ze hem reeds terug gebracht, le petit Blanc. Want daar in Kameroen is hij even goed een buitenbeentje, sommigen voor, sommigen tegen, maar geen volbloed Afrikaan.

    En daar heeft hij momenteel hier in België wel last van. Het begon eigenlijk met de gemeenteraadsverkiezingen en de opmars van het Vlaams Blok. Voor het eerst realiseerde hij zich ten volle dat “zijn soort” niet bij iedereen gewenst is. “Ga terug naar uw land”, kreeg hij te horen, alhoewel hij hier is geboren. Wat hem betreft ben ik kleurenblind, voor mij is hij mijn zoon, weliswaar met een bruin vel, maar hier opgegroeid, met onze Westerse Waarden, maar mijn vlees en bloed en met een mooie Afrikaanse erfenis...

    Wordt vervolgd…

    10-12-2006 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (5)
    05-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diepvries

    Ik weet niet wat het is, maar tegenwoordig heb ik aan het einde van mijn geld nog een stukske maand over.
    Mijn spaarsok aanspreken doe ik niet graag, dat is goed voor ene keer, ik pijnig mijn hersens dus op zoek naar een creatieve oplossing. Hiermee suggereer ik geenszins dat ik een armoezaaier zou zijn, ik moet gewoon de tering naar de nering zetten.
    Sedert ik een aantal maanden geleden halftijds ging werken heb ik wat moeten inleveren op mijn inkomen. Daar tegenover staat dat ik, vergeleken met vorig jaar, een zee van tijd thuis kan doorbrengen. Dat is héérlijk. Jolien was dolgelukkig, vooral omdat mijn nachtdienst midden in de week wegviel. Joram had wat reserve, vreesde meer controle. Maar hij geeft nu toch toe dat het wel meevalt.

    Het is zalig om samen te kunnen ontbijten en er te zijn als ze van school komen. En Joram houdt zijn ene vrije ouderloze avond als ik de late heb.
    Mijn tieners worden zelfstandiger en toch heb ik het gevoel dat ik meer aanwezig moet zijn. Niet continu, maar beschikbaar.

    Toen ze jonger waren nam de kinderoppas of de schoolopvang het dikwijls van me over wanneer ik moest werken. Leuk vond ik het niet, maar ik heb toch het idee dat ik toen meer vervangbaar was.
    Nu ik erop terugkijk zie ik hoe stresserend die periode was. Ik kon niet altijd rekenen op een vaste babysitter, tijdens de examens was deze alvast niet beschikbaar. Gelukkig was er mijn nichtje Sofie, altijd bereid om in te springen, indien mogelijk.
    Hoesten en snottebellen, ik was niet alleen bezorgd om hun gezondheid, maar ik kampte met de onzekerheid, zijn ze nu ziek of niet, zoek ik opvang of ga ik werken. Op mijn job rekenden ze ook op mij, dus gemakkelijk was het niet.
    Qua ziekten en klachten ben ik uiterst streng voor mezelf, ik zal niet vlug plooien. En mijn kroost heeft gelukkig ook een ijzersterke gezondheid en manipuleert mij niet met psychosomatische klachten…

    Sedert zes jaar werk ik op een andere werkplek en nooit eerder werd ik zo in de watten gelegd. Voor we verhuisden sloeg de paniek bij me toe: nachtdiensten, meerdere laatavonddiensten, hoe zou ik dit kunnen verenigen met mijn thuissituatie? Met een immense dankbaarheid besef ik dat er op mijn werk “zorg” voor me wordt gedragen en dat doet zo’n deugd…
    Ik heb schitterende collega’s, stuk voor stuk…
    Nu ik parttime werk, zie ik hen soms enkel op de teamvergadering.

    En dat brengt me weer bij het begin van mijn verhaal. De lucratieve oplossingen die ik moet zoeken om de maand rond te maken.
    De ingrediënten uit de diepvries verwerken tot een heerlijke maaltijd bijvoorbeeld.
    Of tien procent korting krijgen bij de aankoop van een multi-verpakking vlees.
    Ik mag dan niet vergeten de rest van die grote hoeveelheid in te vriezen….

    Vanavond vond ik tien worsten, netjes in drie porties, boven óp de diepvries….

    05-12-2006 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (4)
    03-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Basket
    Om half twaalf is er aan de carpool afgesproken. Half twaalf, dat slaat een gat in de dag, dat veegt bovendien het middagmaal van de kaart. We zijn paraat voor de laatste basketbalwedstrijd. De laatste van de heenronde wel te verstaan. De laatste van dit kalenderjaar en tevens de laatste vóór de Grote Geestelijke inspanning van de examens.
    Twintig minuten keuvelen, dan pas valt onze frank dat we best zouden aanzetten willen we tijdig in het Kluisbos arriveren. Mijn elektronische navigator heeft het ondertussen reeds berekend: ruim zesenveertig kilometer verder ligt ons reisdoel.
    In een bescheiden colonne van drie wagens rijden we de parking af. Nauwelijks een straat verder verlies ik ze al uit het oog. Rechtdoor of rechtsaf? Gelukkig maak ik de juiste keuze en nu verlaat ik het kielzog niet meer! Het is wel een beetje lachwekkend als de eerste verkeerd rijdt en de rest argeloos volgt en we unaniem moeten omkeren…

    In de sportzaal moeten ze alles nog klaarzetten, twintig minuten voor de wedstrijd. Het voelt niet direct aan als een welkom. Ik ben de enige supporter en onwennig hang ik in het deurgat. De cafetaria bevindt zich ergens apart. Een trap leidt naar een turnzaal met vensters die uitgeven op het basketterrein, maar is duidelijk niet bedoeld als publiekelijke uitkijkpost.
    Ik lonk naar de verplaatsbare tribunes die nog op hun kop staan. Zou ik zelf…? Resoluut verwerp ik deze gedachte, er zijn genoeg mannen beschikbaar… maar geen ene is precies van plan mij als toeschouwer in de watten te leggen!
    Ik heb me net tijdelijk op de trap geïnstalleerd als Joram me teken doet op de spelersbank plaats te nemen. Het mag van Reinhold, de coach.

    Ik bombardeer mezelf dan maar tot mascotte die met haar geheime krachten de spelers zal aanzetten tot nooit geziene prestaties.
    Van heel nabij hoor ik de te volgen strategie uit de doeken doen. De handen klinken tezamen en de strijdkreet “One team!” weergalmt.
    Na luttele seconden zijn de eerste punten binnen. Een uitstekend begin. De tegenspelers volgen op de hielen, het wordt een spannende match. Van op mijn bevoorrechte plaats geniet ik met volle teugen en leef ik voor de volle honderd procent mee.

    Tijdens de pauze glijden mijn gedachten af naar de eerste keer dat ik ging supporteren, toen ik me tussen de tegenpartij had gezet. Zonder het te weten natuurlijk, ik koos gewoon de meest bevolkte kant. Aan de andere zijde zat toen eerlijk gezegd nog geen kat. Ik was daar duidelijk niet op mijn plaats, er werd op ongepaste tijden geapplaudisseerd. Ik voelde me als in het hol van de leeuw met mijn eenzaam applausje op het juiste moment…

    Het derde kwart is ingezet en de score blijft gelijk op gaan. Ik vind het eigenlijk heel plezierig, daar op die bank… De teamgenoten moedigen elkaar aan. Een heel gala aan emoties passeert de revue.
    In de laatste tien seconden staan onze Black Bears vijf punten vóór. Door de zenuwen krijgen ze nog twee lay-ups te incasseren. Twee seconden voor het einde nemen ze een rebound en dribbelen naar het doel en dan klinkt het verlossende sein: we winnen met één punt verschil!

    E i n d e l i j k !
    Voor de eerste keer dit seizoen. Het is hen zó gegund, want telkens weer gingen ze ervoor…

    03-12-2006 om 00:00 geschreven door Lieve  


    >> Reageer (2)


    Over mijzelf
    Ik ben Lieve
    Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
    Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....

    Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven hé!
    Archief per maand
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Als je niet weet
    waar naar toe te surfen:

























    Foto

    Mijn broer "Boontje"

    Foto

    Mijn schone zus Leen

    Foto

    Lisa (20)

    Foto

    zus "Sesje"

    Foto

    Ellen en Jimmy

    Foto

    Nick en vriendin

    Foto

    zus "Koekske"

    Foto

    David en Gwendolyn

    Foto

    Sofie

    Foto

    Annelien (18)

    Foto

    zus "Steentje"

    Foto

    schone broer Benny

    Foto

    Kim (20)

    Foto

    Kaat (18)

    Foto

    Bart (17)

    Foto

    Nele (12)

    Foto

    zus "Bietje"

    Foto

    schone broer Armand

    Foto

    Boris

    Foto

    Ruben en Vanessa


    zoek naar goede websites in vlaanderen of belgie





    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    fabian1959
    blog.seniorennet.be/fabian1




    Click for Douala R.S., Cameroon Forecast
    Literaire gastronomische hoogstandjes

    Stadeus
    Hugoo

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!