Als Nederlander in de Bourgogne mis je een aantal levensmiddelen, die in Frankrijk niet te koop zijn. Eén daarvan is het brood.
Toen wij in Nederland vertelden dat we definitief in ons vakantiehuis in Frankrijk gingen wonen om van onze retraite te gaan genieten, kwam dikwijls de opmerking "Oh, heerlijk, lekker iedere dag stokbrood".
Natuurlijk is zo'n overheerlijk knapperig stokbroodje erg lekker, maar niet altijd.
Eén keer per week (op donderdag) nemen we een uitsmijter. Daarbij is het stokbrood niet echt ideaal.
Maar...we hebben een oplossing gevonden. Het kant-en-klare brood "pain de mie" is niet te eten.
Onze bakker verkoopt een heerlijk wit brood, in een groot formaat. We laten het snijden (en tranches) en verpakken het per vier halve boterhammen voor tussen de middag. Zo hebben we in de diepvries een flinke voorraad voor een paar weken.
Handiger dan de meeste Fransen hier "dans la campagne", die tegen 12 uur nog snel even naar de bakker gaan om een stokbroodje te kopen.
Op de foto's (bijlagen) zijn de twee broden te zien, die nu in pakjes in de diepvries liggen. Eén brood in de diepvrieskist en één brood in de broodlade van de kleine diepvries voor dagelijks gebruik.
De tomatensoep met "verse" mozzarella, is heerlijk geworden. Zes bekers liggen alweer in de diepvries.
In de Bourgogne kopen we voornamelijk een baguette de campagne of een baguette tradition. De naam wisselt per dorpje, maar de vorm van de baguette is hetzelfde met zo'n heerlijk knapperig puntje, dat voordat we thuis zijn al is verdwenen.
Een volgende keer kom ik nog terug op het Franse brood. Een recept voor deze baguette geef ik niet, want niets is heerlijker dan voor tussen de middag zo'n baguette vers gebakken bij de boulangerie te halen.
Vanaf de 14e eeuw is de stad Dijon beroemd om haar kruidkoek en tijdens de Franse revolutie werd de kruidkoek dé specialiteit van de stad. De kruidkoek komt tegenwoordig voornamelijk uit de fabriek. Beroemd is de pain d'épices van "Toussaint" (zie de site) en de pain d'épices van Mulot & Petitjean. Ter gelegenheid van Pasen of van de feestdagen aan het eind van het jaar wordt de kruidkoek nog wel eens thuis gebakken.
Zeef het roggemeel, de bloem en het zout in een grote kom. Maak een kuiltje in het midden, roer hierin het lauwe water, de bruine suiker en de gist door elkaar. Meng vanuit het midden de bloem door het vocht, zodat een zachte, enigzins plakkerige massa ontstaat.
Kneed het deeg 5 à 10 minuten op een met bloem bestoven werkvlak tot het glad en elastisch is. (voeg, als dat nodig is, nog wat bloem toe.)
Leg het deeg in de kom en laat het, afgedekt met een vochtige doek, anderhalf uur rijzen op een warme plek, tot het in omvang is verdubbeld.
Kneed het gerezen deeg even door en werk er de honing, de gemalen steranijs, de kruidnagel, de kaneel en de koriander door. Het deeg wordt nu kleverig.
Bekleed het broodblik met een paar laagjes krantenpapier en leg daar huishoudfolie over. Schep het deeg in het broodblik, dek het af en laat het nog 1 uur op een warme plek rijzen.
Zet de koek 2 1/2 uur in het midden van een op 150ºC voorverwarmde oven. Dek de vorm, als de bovenkant van de koek te snel gaart, af met aluminiumfolie.
De koek is gaar als hij van de rand van de vorm loslaat. Laat hem enkele minuten in de vorm staan. Laat hem vervolgens op een rooster afkoelen.