De vele beelden in de kerken in Peru zijn meestal met veel overdaad versierd: van lovertjes tot kroontjes.
Wat ons wat vreemd overkwam was dat de Christus vaak een (kanten) rokje aanhad in plaats van de lendendoek.
Waarom een rokje? We kregen als uitleg dat men in Peru geen 'ondergoed' kende en ook geen lendendoek. Volgens enkele bronnen die wij raadpleegden, was het zelfs best mogelijk dat Christus op het kruis geen lendendoek droeg (en ook geen rok), waarschijnlijk hing hij naakt aan het kruis. Volgens de bijbel droeg Christus een onderkleed zonder naad, die niet werd verdeeld maar de soldaten hebben erom geloot.
Dit onderkleed noemt men rok of tunica Christi. De Heilige Rok is een tweedegraads relikwie van Christus en wordt o.a. in Trier vereerd.
Mooi, groot land met zeer verscheiden landschappen, een boeiende cultuur zowel in volksdevotie als in plaatselijke producten. Peru omschrijft zichzelf als het land van de Inca's: dat is hun toeristisch naamkaartje dat het zeer goed doet en na de mijnbouw de tweede bron van inkomsten is.
Het Incarijk duurde betrekkelijk kort met omstreeks 1200 de opkomst in het hoogland (Andes) en tussen 1438 1532 de bloei van het Incarijk.
In onze gewesten hadden we toen het leenstelsel, de opkomst van de steden, de bouw van kerken en kloosters, waaronder de gotische kathedralen en als data die ons werden ingehamerd: 1492 ontdekking van Amerika door Columbus en 1500 geboorte van Keizer Karel V (koning van Spanje en Duitse keizer) te Gent, met een rijk waar de zon nooit onderging met als kern Spanje.
Dit autoritaire rijk blonk uit in controle op de landbouw (terrascultuur), de bevolking (de drie standen), de handel en dat was mogelijk door het enorme netwerk aan (kleine) wegen. Men ging er te voet of men liep want er waren geen paarden en geen karren (geen wielen).
Ze hadden een merkwaardige architectuur vooral in de tempelbouw zonder bogen en zonder cement maar goed schockbestendig en een grote productie van gouden en zilveren ornamenten, prachtig textiel, aardewerk en keramiek, ook in functie van hun religie. Vanaf 1532 roofden de Spanjaarden alles wat waardevol was, ze plunderden en onderwierpen de plaatselijke bevolking en verplichten ze tot bekering. Zo gingen ze samen de 'koloniale periode' in tot de onafhankelijkheid in 1824.
In Peru moet je grote afstanden overbruggen en de aanpassing aan de grote hoogtes is niet altijd gemakkelijk.
Natuurgebieden aan de kust
Aan de kust zijn er heel wat natuurgebieden, een interessant gebied is 'De Fonteintjes'
Info uit de website http://www.natuurpunt.be/natuurgebied-fonteintjes_318.aspx
"Tussen Blankenberge en Zeebrugge strekt zich, geprangd tussen strand en kustweg het bijzondere natuurgebied De Fonteintjes (20 hectare) uit, een smalle duinengordel die duinplassen, duinstruweel en vochtige duinpannen aan elkaar rijgt. De drie centrale laagtes de Rietfontein, het Bosfonteintje en het Orchisfonteintje zijn stuk voor stuk natuurlijke laagtes gevuld met grondwater dat opborrelt uit een zoetwaterbel onder de duinen. De 5de eeuwse Graaf Jansdijk, opgetrokken uit klei, scheidt De Fonteintjes over hun hele lengte van de drukke Koninklijke Baan tussen Blankenberge en Zeebrugge. Deze dijk belet het opwellend grondwater om weg te stromen richting polder, waardoor de laagtes in het natuurgebied het jaar rond nat blijven. Een uitzonderlijk verschijnsel dat kansen geeft aan een uitermate rijke fauna en flora. Blikvangers zijn ongetwijfeld de orchideeën die van mei tot juni de duinpannen paars kleuren. Soms stelen wel duizenden rietorchissen en honderden vleeskleurige orchissen en bijenorchissen de show.
Ook soorten als addertong, koekoeksbloem en weegbree - fonteinkruid gedijen er prima. Al 30 jaar staan vrijwilligers van Natuurpunt in voor het beheer van zoveel natuurschoon. De dwarsdijkjes in De Fonteintjes doen dienst als toegangsweg tot de zeereepduinen waar zeewinde en blauwe zeedistel strijd leveren tegen stuivend zand, zout en droogte. Bovenop de duinenrij kan je bij helder weer de talrijke torens van Brugge bespeuren."
In een bus op weg naar Machu Picchu haalden we herinneringen op aan streekgerechten uit Vlaanderen: van stoverij friet tot smoel en rijstpudding. De volgende anekdote die men mij vertelde over het nagaren van rijstpudding onder de dekens had ik nog nooit gehoord. Ik wist wel dat de rijstpudding altijd wat moest nagaren vooraleer in de kommetjes te gieten. Bij het bereiden van de rijstpudding moet men goed opletten dat alles niet te vlug gebeurt, want de pudding mag niet aankoken. Dus langzaam te werk gaan, roeren en geen te hevig vuur; ik moest denken aan de slow cooking die in de mode is. Om rijstpudding te bereiden gebruikt men (volle) melk, dessertrijst, wat saffraan, een eierdooier; drie eetlepels suiker. De medereizigers uit de Antwerpse Kempen (Turnhout, Geel, Mol enz.) vertelden me dat vroeger - en nu soms nog - men voor het nagaren de pot met rijstpudding in doeken wikkelde en onder de dekens schoof. Een dubbel voordeel: bedverwarming zoals met een warmwaterkruik en gegarandeerd langzame nagaring. Iemand van de groep beweerde dat dit nog vijftien jaar geleden op de lagere school als standaard methode werd voorgesteld en opgetekend werd in een schriftje in het vak Werkelijkheidsonderricht.
Zijn er lezers die dergelijke ervaringen hebben met dit soort nagaren onder de dekens?
Ik kreeg al heel wat reacties. Een eerste selectie:
"Een kennis uit de Kempen vertelde me al enkele jaren dat ze op deze manier haar rijstepap nog steeds bereidt : niet alleen nagaren, maar na een half uur "zachte kook" de doeken er om en het bed in , goed ingestopt, om nog minstens een uur daar te staan..."
Reactie van Griet, reisleidster, "...uit de 'metropool' Mol, de navel van de Kempen."
"Deze tekst is volgens mijn bronnen volledig correct. De pot in het bed diende om langzaam te garen (ja, ja, de Kempenaars waren de voorlopers van slow cooking) en om te vermijden dat de rijstpap zou aanbranden. Natuurlijk kon de pot op een 'Leuvense stoof' ook achteraan gezet worden. Zelfde principe.Er moet geen verdere 'filosofische' achtergrond gezocht worden; langzaam garen was het hoofddoel."
Het doopsel als kristelijke inwijdingsritueel sloot aan en verving de bestaande inwijdingsrituelen van Romeinen, Germanen.
In de Merovingische tijd werden nog voornamelijk volwassenen gedoopt door hen onder te dompelen in een achthoekig bassin dat aan elke basiliek was aangebouwd. In het begin van de Karolingische periode werd de doop een sacrament dat voornamelijk voor pasgeboren kinderen bestemd was en werd het doopwater over het kind uitgesprenkeld.
Alleen in pas veroverde gebieden werden nog volwassenen gedoopt, omdat er daar ook nog volwassenen bekeerd werden.
Enkele fragmenten van de tekst van de Utrechtse doopbelofte uit het einde van de achtste eeuw, waaruit duidelijk de rol van de duivel en de Germaanse goden (als demonen) moeten worden verzaakt.
Verzaak je aan de duivel? (En hij geve ten antwoord:) ik verzaak aan de duivel.
en aan alle duivelsdienst? (hij geve ten antwoord:) en ik verzaak aan alle duivelsdienst.
en aan alle werken van de duivel? (hij geve ten antwoord:) en ik verzaak aan alle duivelswerken en -woorden, aan Donar en aan Wodan en Saksnoot [Germaanse goden] en aan alle demonen die hun gezellen zijn.). Dan volgde het doopsel; de huidige formule luidt: Ik doop je in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest.
Landschap van Kerken. 10 eeuwen bouwen in Vlaanderen.
Bekaert, Geert (1987) Landschap van Kerken. 10 eeuwen bouwen in Vlaanderen. Leuven, Davidsfonds is voor ons een onmisbare gids op onze zoektocht naar representatieve kerken in Vlaanderen.
Enkele van zijn stellingen:
Het kerkgebouw is een vreemde aanwezigheid: het trekt aan en wekt verwachtingen, maar een vereenzelviging ermee is niet meer mogelijk omdat het behoort tot een andere tijd. Gelovigen of ongelovigen weten niet wat ermee aan te vangen, maar ze willen ze ook niet kwijt. De hamvraag die we moeten stellen luidt: Is het mogelijk in de moderne tijd op creatieve wijze de traditie van de kerkenbouw voort te zetten.
Er zijn gedurende 19de en 20e eeuw meer kerken dan ooit gebouwd, vandaar later ook een leegstand als er een terugloop van gelovigen was. In de geschiedenis van het christendom was er eeuwenlang een verzet tegen het kerkgebouw: de rijkdom van deze gebouwen schonk men beter aan de behoeftigen. Na de overwinning op de heidenen hebben de christenen hun tempels omgevormd tot kerken. Het christendom kon zich met elke vorm vereenzelvigen.
Heilige (zalige) Sint-Idesbald Koksijde - Sint Idesbald
Idesbald is patroon van het plaatsje Sint-Idesbald (gem. Koksijde) en van de
Vlaamse adel; van polderboeren, zeelui, schippers en vissers en de
Vlaamse kustbewoners. Zijn voorspraak werd ingeroepen tegen koorts en
reumatiek.
Elke religieuze toerist is min of meer geïnteresseerd in de patroonheiligen van de kerkgebouwen die hij bezoekt. In veel gevallen zijn dit vrij bekende heiligen: Maria, de apostelen, kerkvaders, bekende martelaren en de moderne heiligen.
Idesbald is buiten de Vlaamse kuststreek en Brugge minder bekend. Idesbald was bemiddeld maar gaf zijn bezittingen weg aan de kerk. Hij trad het klooster van Ter Duinen binnen toen hij zestig was, zijn ouders, vrouw en zoon waren overleden. Na zes jaar monnik werd hij gekozen als (derde) abt van de Duinenabdij die toen een van de belangrijkste was van West - Europa met een enorm netwerk, ook op politiek vlak bijvoorbeeld in Engeland.
Hij wordt afgebeeld als cisterciënzerabt met staf en witte pij en met de kap over het hoofd getrokken. Sinds 1834 rust zijn kist in de Potterie-abdij aan de Potterielei te Brugge. Idesbald werd zalig verklaard in 1894.
Twee derde van de Moeren (B/F) ligt (nu) op Frans grondgebied. Als je er rondrijdt valt je de uitgestrektheid op en het desolate karakter.
Bezoek Hondschoote: vroeger een rijke en grote lakenstad; met 20 000 mensen. In de 16e eeuw was Hondscho(o)te zowat de gelijke van Brugge en Gent en behoorde tot de honderd grootste steden van West - Europa. Het stadhuis en de Kathedraal zijn er de getuigen van. Slag bij Hondschote: 1793 leger van de jonge Franse republiek tegen troepen gestuurd door de Engelse koning, Hannoveranen en Oostenrijkers. De geallieerden werden verslagen en het voortbestaan van de Franse Republiek was gered: zie monument op het marktplein.
Volg kanaal Nieuwpoort-Veurne-Bergues (Sint - Winoksbergen) en bezoek Bergues.
De polderwerken stonden onder leiding van Coeberger Andere gekende gebouwen van Wenceslas Coeberger zijn de Bergen van Barmhartigheid, ook wel de eerste banken genoemd: leningen zonder interest, maar met onderpand. Coeberger ontwierp niet enkel deze gebouwen maar bedacht ze tevens met als inspiratie de Monte di Pietà uit Italië. Ze werden gebouwd in Gent, Antwerpen, Brussel, Mechelen en Bergues/ Sint-Winoksbergen en tot in de 20e eeuw gebruikt.Hij had het concept van De Bergen van Barmhartigheid meegebracht uit Italië. Naast bouwheer van 15 Bergen van Barmhartigheid werd hij er ook hoofdintendant.
Noormannen
Bij onze verkenning van kerkelijk erfgoed viel het ons op hoe vaak kerkelijke gebouwen in West - Europa geplunderd werden door de Noormannen, bijv. de Sint - Pietersabdij van Gent. Geen wonder dat er gebeden werd: Van de Noormannen, verlos ons Heer.
We gingen wat zoeken over Noormannen en wat hier volgt is een synthese.
De Vikingen of Noormannen waren bewoners van (Zuid-)Noorwegen, Zweden en Denemarken. De term Vikingen wordt soms voorbehouden voor de zeevaarders. We wisten al van onze geschiedenislessen dat ze de kusten van West-Europa onveilig maakten en dat ze het binnenland doordrongen via de rivieren tot dorpen en steden vonden die ze konden plunderen. Ze konden makkelijk van de ene rivier naar de rivier opvaren. Er werd ook handel gevoerd. Ze gebruikten daarvoor snelle en lichte boten, de grote de drakkars en de kleine de snekken. Men kon er mee roeien en zeilen.
Brugge bezoeken betekent op de eerste plaats de sfeer inademen en proeven van
erfgoed en in het het bijzonder van het religieus materieel en immaterieel erfgoed.
Veel kerkelijk erfgoed verwijst naar het Heilig Land.
Guido Gezelle schreef er een pittig gedicht over:
BRUGGE
't Is wonder hoe de Brugse stad
bijna heel t Heilig Land bevat:
hier heet een kerk Jeruzalem
of Nazareth of Bethlehem,
Bethaniën ligt niet ver van daar,
Sarepta ziet men nog voorwaar,
en Sion met zijn oud convent
was eertijds heel de stad bekend.
Van aan Carmelus hoog bekroond
alwaar de Carmelieter woont
tot op de Burg waar t Heilig Bloed
Calvarieberg herdenken doet,
brengt Brugge, t zij van welke kant
gedachten bij van t Heilig Land.
Verkiezingen vroeger en nu - Fonteynelied, een Westvlaams verkiezingslied 19de eeuw
Verkiezingen vroeger en nu - Fonteynelied, een Westvlaams verkiezingslied 19de eeuw
In de 19e eeuw verliepen de verkiezingen bitsiger en ruwer dan nu, als men afgaat op de kiespropaganda en de scheldpartijen van toen. De vrijzinnige liberalen werden steevast de papenvreters (papenfretters), framassons (franc maçons) of geuzen genoemd. De katholieke tegenstanders kregen de naam van tsjeven, kaloten.
Een speciaal hoofdstuk vormt het optreden van priesters uit de 19de eeuw die opkwamen voor de kleine man zoals priester Daens (Gent Daensisme) en priester Fonteyne (Brugge - Fonteynisme) die verbod kregen van hun bisschop om in het parlement te zetelen maar het toch deden met een verwijdering uit de Kerk als gevolg.
De figuur van Priester Daens zit nog steeds in het collectief geheugen van de doorsnee Vlaming, o.a. door het boek van Louis Paul Boon, de verfilming en de musical en zijn zesde plaats bij de Grootste Belg Nederlandstaligen bij de VRT (2005).
Bij de huidige verkiezingen denk ik echter op de eerste plaats aan de figuur van priester Fonteyne met zijn programma voor sociale rechtvaardigheid. Hij was een strijdgenoot van Daens, en werd gesteund door Bernard Minnebo (letterzetter; Sint Annaparochie) die bevriend was met Daens.
Mijn moeder (Adrienne Pintelon - rasechte Bruggelinge) zong er een liedje over, waarvan ik nog altijd enkele regels kan zingen. Dank zij mijn college vriend Koen Rotsaert die daarover publiceerde kreeg ik het Fonteynelied, een verkiezingslied.
Het is vooral de eerste regel van het refrein dat in mijn hoofd is blijven hangen:
Refrein:
Pastoor Fonteyne, dat is een man,
Heelt smart en pijnen zoveel hij kan
Hij wil ons redden uit de slavernij.
Hem moeten we hebben:
Hij maakt Vlaanderen vrij.
Strofe:
Hier in ons donkr Vlaanderen
Kwam een man met moed.
Trots haat en nijd van danderen
Werkte hij steeds voor t goed.
Hij kwam het volk opbeuren
Dat in de slavernij
Vol droefheid zat te treuren.
Hij kwam en maakte het vrij.
Wereldgodsdiensten, identiteit en samenleven
De kerken als instituten tellen hun leden, ze kijken naar de stijgers en dalers en gaan na hoe de verspreiding is. Belangrijker is te weten wat dit betekent voor de identiteitsvorming in geseculariseerde samenlevingen, wat met het pluralisme en de laatste jaren veel feller: wat met de islam, denk aan het debat over hoofddoeken, oprichten van moskeeën, extremisme, politieke islam en de invloed van de moslims in een ruimtere EU-context. Dit alles in het kader van vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, scheiden kerk en staat.
Enkele demografische cijfers (info Luc Delanghe okt. 2009 De Gids, 61 e.v.) : zowat drie vierde van de wereldbevolking kiezen vor een van de vijf grote religies:
christendom: 2.06 miljard met daarin zowat 53 % of 1.1 miljard rooms-katholiek; islam: 1.5 miljard; hindoeïsme 990 miljoen, boeddhisme 433 miljoen, judaïsme 15.2 miljoen. De spreiding is betekenisvol:
Christendom: meest homogene verspreiding over alle continenten en de islam concentreert zich voor 97 % in Azië (68.6 %) en Afrika (28.2 %)
hindoeïsme voor 98 % in Zuid-Centraal-Azië
boeddhisme voor 98 % Aziatisch
judaïsme voor 45 % in Noord-Amerika, voor 37.8 % in Israël, 12 % in Europa.
De bevolkingsdeskundigen berekenen op basis van vruchtbaarheidsgegevens hoe die religies zullen evolueren in aantallen en verspreiding. Het numerieke gewicht van het christendom verschuift tussen 2008 en 2050 van Europa naar Afrika. Bij de moslims is er een interne verschuiving.
Enkele populaire vragen en antwoorden in enkele regels omtrent de krachtsverhoudingen tussen christendom en moslimwereld. Er zijn nog nooit zoveel christenen geweest: hun aantallen en invloed is sterk gedaald in West-Europa, daar is de secularisering het duidelijkst te merken. De grote krimp die sommigen voorspellen na 2050 al waarschijnlijk niet gebeuren. Islam: de moslim bevolking zal toenemen door het groter aantal geboorten, dat zou het geval zijn na 2050.
Dit alles speelt een rol in de discussies per land en per regio. De (grote) godsdiensten moeten geen missioneringdrift aanwakkeren, ze moeten elk godsdienstig fanatisme veroordelen dat uitmondt in politiek extremisme. Respect moet wederzijds zijn, rekening houdend met de democratische verworvenheden en mensenrechten.
Dalai Lama (Tibetaans boeddhisme) raadt het wisselen van godsdienst af, 31 juli 2009 - Frankfurt am Main, Duitsland. Het is beter in de eigen spirituele traditie te blijven. Uiteindelijk hebben alle grote wereldgodsdiensten hetzelfde doel en willen de mensen helpen vreedzamer en harmonischer te worden. Volgens hem zijn er altijd mensen die zich in een andere godsdienst beter kunnen ontwikkelen. Maar mensen uit het westen zoeken bij vreemde godsdiensten vooral de uiterlijkheden. Wie zen-meditatie beoefent, heeft daarbij niet ook nog een Japanse woninginrichting nodig, zei de dalai lama.
2010 Ruhrgebied: Culturele hoofdstad van Europa
In 2010 is het Ruhrgebied Culturele hoofdstad van Europa. Voor ons was het Ruhrgebied niet direct gelinkt met cultuur, wel met steenkoolmijnen, machinebouw en elektronica. Sommige ervan zijn niet meer in gebruik en werden open gesteld voor kunst en recreatie. Op internet kan je enkele voorbeelden zien: http://www.ruhr2010.nl/
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het vaak en zwaar gebombardeerd. Na de oorlog lag de industrie er volkomen in puin. Tijdens het Wirtschaftswunder werden de industrieën opnieuw opgebouwd en werd er hypermodern geproduceerd. Sinds de jaren 1960 nam de vraag naar steenkool af en zo kwam er meer ruimte voor recreatie en natuur. Het Ruhrgebied is veranderd van een industriegebied tot een moderne en hippe cultuurmetropool.
In 2010 is Essen en de hele Ruhrmetropool is uitgeroepen tot culturele hoofdstad van Europa, met. In het veel cultuur, natuurschoon en veel recreatiemogelijkheden. Er zijn ruim 200 musea, diverse winkelcentra, leuke pretparken en een groot netwerk aan fietspaden. Wij zijn enthousiast terug gekeerd...
Het Ruhrgebied is in 2010 opgedeeld in vijf bezoekersportalen met een centrale stad met eigen thema. Bochum: de festival- en theaterstad, Dortmund: de creatieve stad, de havenstad Duisburg is 'Kulturhafen', Essen kunstzinnig en Oberhausen vooral populair en spectaculair. We hebben enkele centra bezocht en we kwamen onder de indruk. We zullen Duitsland meer op ons programma nemen.
Hildegard van Bingen - Eibingen - Rüdesheim am Rhein
Hildegard van Bingen - Eibingen - Rüdesheim am Rhein
Hildegard van Bingen (Eibingen) was een Duitse benedictijnse abdis en is vooral bekend als mysticus. Ze was enorm veelzijdig: muziek, poëzie, plantkunde, linguïstiek en in zowat alle (middeleeuwse) wetenschappen. De laatste jaren is er een stijgende aandacht voor haar veelzijdige en creatieve persoonlijkheid. Er is veel van Hildegards werk bewaard gebleven; ze was een buitengewoon machtige vrouw voor haar tijd.
Eibingen is een stadsdeel van Rüdesheim am Rhein. Hier richtte Hildegard in 1148 een klooster op en bevindt zich de Hillegardisbron. Merkwaardig - maar voor die tijd normaal voor belangrijke bedevaartsplaatsen - zijn het aantal relieken. De beenderen van de Heilige Hildegard zijn in de parochiekerk "St. Hildegard und St. Johannes der Täufer" in een gouden schrijn in het hoofdschip van de voormalige abdijkerk en tegenwoordig parochiekerk. Ook andere relieken die herinneren aan Hildegard: zoals het hoofd van de heilige Goedele van Brussel, het hoofd van de heilige Bertha, het hoofd van de heilige Valiriaan, een arm van de heilige Rupert van Bingen en het hoofd van de heilige Wipert.
Eibingen had zwaar te lijden onder de Nazi-dictatuur in de jaren 1930 en 1940, omdat bij de verkiezingen weinig mensen op de NSDAP hadden gestemd. Muziek: Van Hildegards liederen is een handschrift bewaard in de Sint Pieters & Paulus abdij te Dendermonde. In 2007 kreeg dit uniek handschrift het statuut van Vlaams topstuk. De muziek van Hildegard van Bingen is vandaag zelfs vrij populair geworden in de stroming van de New Age.
Het feest van Hildegardis wordt in 2010 op 17 september gevierd met o.a. om 15 u. een reliekenprocessie.
De kathedralen kan ik niet uit elkaar houden
Voor een gemiddelde (religieuze) toerist is het niet eenvoudig te beschrijven hoe een kathedraal of een ander merkwaardig kerkgebouw die hij bezocht er precies uit zag.
Enkele methodes die daarbij kunnen helpen:
Verbind elk kerkgebouw met enkele anekdotes of kenmerkende eigenschappen. De anekdotes zijn persoonlijk: de kathedraal van waar we eerst voor een gesloten deur stonden; kenmerkende eigenschappen: verwijzen naar de lijstjes die we in ons hoofd hebben zoals Chartres met de mooiste glasramen; Amiens met het beste audio- visueel spektakel. We kunnen nadien kijken naar de fotos print of digitaal, naar websites, of naar Google, Google afbeeldingen of Wikipedia.
Kathedralen en basilieken uit eigen land kunnen we makkelijker uit elkaar houden, zeker wat de buitenkant betreft, denk aan St. Goedele, Koekelberg, Scherpenheuvel, kathedraal van Antwerpen.
Voor de binnenkant zijn voorbije tentoonstellingen een goede geheugenmiddel: voor Antwerpen bijvoorbeeld de retabels (Antwerpen 93) en Reünie (2009 2010), concerten of speciale gebeurtenissen.
Iets bezoeken en waarderen doe je drie keer: bij de voorbereiding (steunen op voorkennis), bij het bezoek zelf en nadien bij het ophalen van herinneringen. Dat geldt grosso modo ook voor andere activiteiten: boeken, films, natuurlandschappen, tentoonstellingen. We moeten geen specialist zijn of een quizwonder te zijn om te blijven genieten van interessante ervaringen die we opdeden.
De warmwaterkruik wordt opnieuw gebruikt en concurreert met de pittenkussentjes (kersenpitten bijv.); dit schreef ik in mijn blog van 26.01.2010
De warmwaterkruik is aan een opmars bezig en wordt verkocht in allerlei kleuren en vormen, tot hartjes toe en de apotheken hebben er altijd enkele in voorraad; in de grote warenhuizen is dat minder permanent.
We hadden links en rechts al gehoord dat de pittenkussentjes makkelijker zijn in gebruik (geen kokend water opgieten) maar wel vlugger afkoelen en dat we vooral dienden op te passen voor oververhitting door ze te lang in de microgolfoven (magnetron) te laten opwarmen. Men gaf als raad mee: niet verwarmen op hoge temperatuur, (minder dan 250 C) en lichtjes bevochtigen. In de DS wetenschapswinkel 3.06.2010 kwam er een prima uitleg hoe zelfontbranding en rookontwikkeling zou kunnen ontstaan.
Ik was vooral geïnteresseerd in de drie tips op het einde:
Vooral het kussen niet te lang verwarmen en af en toe bevochtigen. En schud het kussen even goed nadat u het uit de magnetron hebt gehaald. Dat verspreidt de hitte in het kussentje.
Met de huidige warme temperatuur (zalig) zijn die tips niet onmiddellijk van belang, maar nu heb ik een grote zekerheid dat de huis- en keukenraadgevingen die ik kreeg niet zo gek waren; nu werden ze aangevuld en wetenschappelijk onderbouwd. Ik zal eraan denken als het koud in bed is.
Sharm el-Sheikh 1 - Egypte - Rode Zee - koralen
In 2010 kwam Egypte op de eerste plaats als toeristische bestemming. De vier grote trekpleisters zijn de cruises op de Nijl, de grote steden Cairo (museum; piramides) en Alexandrië; de woestijn met o.a. bezoeken aan de oude Koptische kloosters en de laatste jaren in stijgende lijn de zon- en zeevakanties aan de Rode Zee.
Enkele badplaatsen en duikgebieden aan de Rode Zee zijn Hurghada, Marsa Alam, Dahab en Sharm el-Sheikh.
De Rode Zee is beroemd vanwege zijn prachtige en uitgestrekte koraalriffen, o.a. langs de kusten van Egypte en Soedan. Deze kustriffen behoren tot rijkste koraalriffen van de wereld. Omdat het water van de Rode Zee aan twee zijden door uitgestrekte woestijnen waarin weinig regen valt wordt begrensd, is het water er relatief warm en helder. De koraalriffen van het Noordelijk deel van de Rode Zee behoren tot de meeste noordelijk gelegen koraalriffen van de wereld.
Sharm el-Sheikh is een bad- en een duikplaats op het Egyptische schiereiland Sinaï, aan de monding van de Golf van Akaba. De stad is gelegen tussen de Sinaïberg en de Rode Zee. Via een staketsel kan men een eind in de zee en met een trap afdalen tot een plek waar er een grote, verticale koraalwand is. Je hoeft dus niet een boot te huren die je voert naar verder afgelegen koralen, men verzekerde mij dat voor een eerste kennismaking dit zeker volstaat. Je moet wel een minimale uitrusting hebben: gummi schoentjes voor de treden die glibberig zijn en een snorkel. Toen we terug kwamen hoorden we dat een Chinees kolenschip aan de kust van Australië in een verboden gebied voor grote schepen een deel van het grootste koraalrif ter wereld: het Groot Barrièrerif (Great Barrier Reef) parallel aan de noordoostkust van Australië en sinds 1981 op de werelderfgoedlijst.
Taai ongerief (vervolg): vergrootglas op handvat van de winkelkar
Taai ongerief (vervolg): vergrootglas op handvat van de winkelkar
Lezers van www.blog.seniorennet.be/actievesenioren en van www.blog.seniorennet.be/siti4 weten dat ik een boontje heb voor taai ongerief (kleine ongemakken), in de eerste plaats voor senioren; zie ook. (Georges De Corte, Senior en Vrijwilliger, Halewijn 2008. Klachten medicamenten: men krijgt de tabletten er moeilijk uit de stripverpakking, waardoor tabletten breken of op de grond vallen. Doordrukstrips uit aluminium veroorzaken problemen: te stug of het lipje waaraan getrokken moet worden is te klein; tablettencontainers: te smalle halsje; druppelflacons enz.Andere klachten: Batterijtjes voor een hoorapparaat.
Taai ongerief in warenhuizen: gesneden brood in broodzakken en promoties vinden Hotels: Liften bedienen Parkeren in grote parkings: waar staat mijn wagen; betalen; uitgangen Verpakkingen koekjes kaasjes:lipje scheurt af. Ontkurken Deksels op bokalen Sterke plastic verpakking bij nieuw, klein computermateriaal. Bijsluiters handleidingen productinformatie: taal Pancartes bij natuurwandelingen: moeilijke plaats; teksten te klein en onduidelijk Openen van een melkschuitje (cup) Waspoederdozen met koordje Nieuwe hemden met kopspeldjes Straatnaamborden: te klein, verdwenen. Routeaanduidingen in ziekenhuizen openbare gebouwen, grote parkings. Kleefetiketten op fruit.
Nieuwtjes die ik lees in dit verband sla ik op mijn harde schijf op, zo bijvoorbeeld dat in de Zwitserse warenhuisgroep Coop er een vergrootglas aan het handvat van de winkelkar, om zo beter de kleine lettertjes te lezen op de verpakkingen en de prijsaanduidingen. Een goed idee maar dat voorlopig geen opvolging vindt bij ons. Er zijn nog andere gadgets mogelijk: daarover een volgende keer meer.
We leven in een knabbelmaatschappij. Vandaar het succes van individuele verpakkingen. Dit geeft aanleiding tot taai ongerief bij kleine verpakkingen. Wat ik ook hinderlijk vind zijn de kleefetiketten op fruit. Als ik tussendoor een appel wil eten uit het vuistje eerst spoelen dan zie ik geregeld etiketjes op de schil. Ze zijn moeilijk er af te krijgen en eenmaal er af plakken ze aan je vinger. Deze etiketten zijn taai ongerief en niet milieuvriendelijk. Waarom doen de fabrikanten dit? Want dit is toch vrij arbeidsintensief. Ik denk dat dit een zekere standing geeft aan het fruit en vooral om de merknaam te beklemtonen. De verpakkingsindustrie en de fabrikanten veroorzaken heel wat taai ongerief bij de consument. Vrijwilligers kunnen de resultaten van hun groepsgesprekken overmaken aan de organisatie (bijvoorbeeld WZC) of aan de consumentenverenigingen.
Ander taai ongerief
Warenhuizen: plastic zakken openen; Weegschaal voor prijsetiket: waar is de toets voor perziken? Waar staan de promoties? Waar staat de vervaldatum van producten?
Hotels: Automaat warme dranken: waar plaats ik mijn kopje? In de regel is slechts één plaats de beste. Lift vragen: pijltje naar omhoog om omlaag. Het is het pijltje van de gewenste richting.
Parkeren: in welke rij sta ik geparkeerd? (rij en gang noteren; visuele herkenningspunten).
Sterke plastic verpakking: Bij nieuw, klein computermateriaal is er vaak een sterke plastic verpakking. Deze is niet open te maken door een of ander lipje of inkeping. Je hebt een flinke schaar nodig. Pittig detail: bij de aankoop van scharen zitten die meestal in een gelijkaardige verpakking.
Juist vouwen van wegenkaarten en wandelkaarten en GPS: Ik kan de oorspronkelijke vouwen van wegenkaarten moeilijk terugvinden. Met GPS-systemen is het makkelijker: je hoeft niet te vouwen. Wel de bestemmingen te typen. Ook al 'ongerief' gehad als je zoekt op deelgemeenten? Soms kan je ze ingeven, soms gaat dit niet. Naar mijn ervaring is het altijd raadzaam een goede wegenkaart mee te hebben voor alternatieve routes of voor een algemene oriëntering. Tenzij je GPS-systeem dat ook ter beschikking stelt.
Pancartes bij natuurwandelingen: Nogal eens staan die pancartes een eindje van het wandelpad. Je moet door struiken of aanplantingen lopen. Als je er dan voor staat, merk je dat de teksten soms te klein, te specialistisch of weinig zeggend zijn.
Aanpak: Waarom de pancartes niet vooraf uittesten bij de gemiddelde, geïnteresseerde wandelaar om zo informatie te verwerven over formaat, plaatsing, nuttigheidswaarde? Die gegevens kunnen dan opgevraagd worden door alle instanties die ze plaatsen. Dit zou een verplichting moeten zijn voor van 'gesubsidieerde' routes.
Tot voor enkele jaren was er terughoudendheid om het te hebben over intimiteit, liefde en seksualiteit bij ouderen. Zorgverleners en familieleden stonden er huiverig over. Voor de volwassen kinderen was het ondenkbaar dat hun moeder (weduwe) of vader (weduwnaar) een vriend of vriendin zou hebben, niet thuis maar zeker ook niet in een
WZC.
Als we het hier hebben seksualiteit is dit niet op de eerste over genitale of lichamelijke seksualiteit. Ook dat kan zijn plaats hebben. Belangrijker is de nood aan warmte, tederheid en intimiteit bij ouderen en de accommodatie en de instelling die daarmee samenhangt.
Accommodatie: een gezellige tweepersoonszetel, (love chair; loveseat) mooi en breed, decoratief en een tikkeltje romantisch. Als die zetel staat in een knusse kamer, waar er af en toe geknuffeld kan worden en de zorgverleners en de bezoekers op hun manier kunnen warmte geven aan de ouderen.
Instelling bij de zorgverleners en bezoekers: bespreekbaar stellen hoe tederheid en intimiteit best kan. Welke afspraken, wat zijn de mogelijkheden, hoe evalueren?
Alleszins rekening houden met ongewenst gedrag. Grensoverschrijdend , ongewenst of ontremd gedrag op het vlak van seksualiteit uit zich in voorstellen om te mogen kussen, strelen, vrijen en in expliciet seksueel gekleurde opmerkingen en vooral in betasten van billen, borsten. Dit gebeurt meer naar vrouwelijke dan naar mannelijke vrijwilligers.
Bij het beoordelen of een gedrag ongewenst is, speelt de perceptie van de zorgverleners en vrijwilligers een belangrijke rol. Negeren kan al afdoend zijn en kordaat afwijzen. Men kan niet alles zomaar accepteren. Het is goed dat een collega of de dienstverantwoordelijke op de hoogte wordt gebracht van het ongewenst gedrag.
Personen met een dementie kunnen ontremd gedrag vertonen. Corrigeren van seksueel getint gedrag veronderstelt dat de persoon met dementie op een bewuste wijze kan bijsturen. Jammer genoeg kan dit niet omdat men controle verliest over zijn eigen handelen. Een vriendelijke maar kordate houding is hier het meest aangewezen: René, ik heb het niet graag dat je dit doet."
Wat ook een rol speelt zijn je eigen gevoelens. Hoe kijk jij naar seksualiteit en intimiteit? Praat over je gevoelens. Kijk bij jezelf welke gevoelens dit gedrag bij je teweegbrengt. Omschrijf goed je specifieke gevoel of probeer dat bij dit specifieke gedrag. Probeer je ook in te leven hoe de persoon met dementie zich zou voelen. Heeft hij misschien behoefte aan warmte, tederheid, houvast, ?
Wanneer seksuele impulsen te onpas worden geuit, kan medicatie een oplossing bieden. Soms is medicatie ook gunstig voor de persoon met dementie, ter bescherming van zichzelf. (info: Jurn Verschraegen, E-dementie, 2004)