Het doopsel als kristelijke inwijdingsritueel sloot aan en verving de bestaande inwijdingsrituelen van Romeinen, Germanen.
In de Merovingische tijd werden nog voornamelijk volwassenen gedoopt door hen onder te dompelen in een achthoekig bassin dat aan elke basiliek was aangebouwd. In het begin van de Karolingische periode werd de doop een sacrament dat voornamelijk voor pasgeboren kinderen bestemd was en werd het doopwater over het kind uitgesprenkeld.
Alleen in pas veroverde gebieden werden nog volwassenen gedoopt, omdat er daar ook nog volwassenen bekeerd werden.
Enkele fragmenten van de tekst van de Utrechtse doopbelofte uit het einde van de achtste eeuw, waaruit duidelijk de rol van de duivel en de Germaanse goden (als demonen) moeten worden verzaakt.
Verzaak je aan de duivel? (En hij geve ten antwoord:) ik verzaak aan de duivel.
en aan alle duivelsdienst? (hij geve ten antwoord:) en ik verzaak aan alle duivelsdienst.
en aan alle werken van de duivel? (hij geve ten antwoord:) en ik verzaak aan alle duivelswerken en -woorden, aan Donar en aan Wodan en Saksnoot [Germaanse goden] en aan alle demonen die hun gezellen zijn.). Dan volgde het doopsel; de huidige formule luidt: Ik doop je in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest.
Landschap van Kerken. 10 eeuwen bouwen in Vlaanderen.
Bekaert, Geert (1987) Landschap van Kerken. 10 eeuwen bouwen in Vlaanderen. Leuven, Davidsfonds is voor ons een onmisbare gids op onze zoektocht naar representatieve kerken in Vlaanderen.
Enkele van zijn stellingen:
Het kerkgebouw is een vreemde aanwezigheid: het trekt aan en wekt verwachtingen, maar een vereenzelviging ermee is niet meer mogelijk omdat het behoort tot een andere tijd. Gelovigen of ongelovigen weten niet wat ermee aan te vangen, maar ze willen ze ook niet kwijt. De hamvraag die we moeten stellen luidt: Is het mogelijk in de moderne tijd op creatieve wijze de traditie van de kerkenbouw voort te zetten.
Er zijn gedurende 19de en 20e eeuw meer kerken dan ooit gebouwd, vandaar later ook een leegstand als er een terugloop van gelovigen was. In de geschiedenis van het christendom was er eeuwenlang een verzet tegen het kerkgebouw: de rijkdom van deze gebouwen schonk men beter aan de behoeftigen. Na de overwinning op de heidenen hebben de christenen hun tempels omgevormd tot kerken. Het christendom kon zich met elke vorm vereenzelvigen.
Heilige (zalige) Sint-Idesbald Koksijde - Sint Idesbald
Idesbald is patroon van het plaatsje Sint-Idesbald (gem. Koksijde) en van de
Vlaamse adel; van polderboeren, zeelui, schippers en vissers en de
Vlaamse kustbewoners. Zijn voorspraak werd ingeroepen tegen koorts en
reumatiek.
Elke religieuze toerist is min of meer geïnteresseerd in de patroonheiligen van de kerkgebouwen die hij bezoekt. In veel gevallen zijn dit vrij bekende heiligen: Maria, de apostelen, kerkvaders, bekende martelaren en de moderne heiligen.
Idesbald is buiten de Vlaamse kuststreek en Brugge minder bekend. Idesbald was bemiddeld maar gaf zijn bezittingen weg aan de kerk. Hij trad het klooster van Ter Duinen binnen toen hij zestig was, zijn ouders, vrouw en zoon waren overleden. Na zes jaar monnik werd hij gekozen als (derde) abt van de Duinenabdij die toen een van de belangrijkste was van West - Europa met een enorm netwerk, ook op politiek vlak bijvoorbeeld in Engeland.
Hij wordt afgebeeld als cisterciënzerabt met staf en witte pij en met de kap over het hoofd getrokken. Sinds 1834 rust zijn kist in de Potterie-abdij aan de Potterielei te Brugge. Idesbald werd zalig verklaard in 1894.
Twee derde van de Moeren (B/F) ligt (nu) op Frans grondgebied. Als je er rondrijdt valt je de uitgestrektheid op en het desolate karakter.
Bezoek Hondschoote: vroeger een rijke en grote lakenstad; met 20 000 mensen. In de 16e eeuw was Hondscho(o)te zowat de gelijke van Brugge en Gent en behoorde tot de honderd grootste steden van West - Europa. Het stadhuis en de Kathedraal zijn er de getuigen van. Slag bij Hondschote: 1793 leger van de jonge Franse republiek tegen troepen gestuurd door de Engelse koning, Hannoveranen en Oostenrijkers. De geallieerden werden verslagen en het voortbestaan van de Franse Republiek was gered: zie monument op het marktplein.
Volg kanaal Nieuwpoort-Veurne-Bergues (Sint - Winoksbergen) en bezoek Bergues.
De polderwerken stonden onder leiding van Coeberger Andere gekende gebouwen van Wenceslas Coeberger zijn de Bergen van Barmhartigheid, ook wel de eerste banken genoemd: leningen zonder interest, maar met onderpand. Coeberger ontwierp niet enkel deze gebouwen maar bedacht ze tevens met als inspiratie de Monte di Pietà uit Italië. Ze werden gebouwd in Gent, Antwerpen, Brussel, Mechelen en Bergues/ Sint-Winoksbergen en tot in de 20e eeuw gebruikt.Hij had het concept van De Bergen van Barmhartigheid meegebracht uit Italië. Naast bouwheer van 15 Bergen van Barmhartigheid werd hij er ook hoofdintendant.
Noormannen
Bij onze verkenning van kerkelijk erfgoed viel het ons op hoe vaak kerkelijke gebouwen in West - Europa geplunderd werden door de Noormannen, bijv. de Sint - Pietersabdij van Gent. Geen wonder dat er gebeden werd: Van de Noormannen, verlos ons Heer.
We gingen wat zoeken over Noormannen en wat hier volgt is een synthese.
De Vikingen of Noormannen waren bewoners van (Zuid-)Noorwegen, Zweden en Denemarken. De term Vikingen wordt soms voorbehouden voor de zeevaarders. We wisten al van onze geschiedenislessen dat ze de kusten van West-Europa onveilig maakten en dat ze het binnenland doordrongen via de rivieren tot dorpen en steden vonden die ze konden plunderen. Ze konden makkelijk van de ene rivier naar de rivier opvaren. Er werd ook handel gevoerd. Ze gebruikten daarvoor snelle en lichte boten, de grote de drakkars en de kleine de snekken. Men kon er mee roeien en zeilen.