Toen ik een deel van Mallorca (westkust met o.a; Puerto Soller) verkende in het kader van wandelvakanties, kwam ik onder de indruk van de eeuwenoude olijfbomen. Ze behoorden ongetwijfeld tot het erfgoed van deze natuurlandschappen. Ik vroeg me af of ze nog veel vruchten droegen. De ene olijfboom al meer dan de andere. Een olijfboom kan zeer oud worden en lang vruchten dragen. Ze zijn zeer fotogeniek en ze lijken op spoken gehuld in brede mantels. Voor wandelaars zijn ze aangename verpozingen. Je kunt erover fantaseren en vragen stellen. Zoals de klassieke W-vragen: wie heeft ze geplant, wanneer, waarom enz. Op heel wat vragen kan je niet onmiddellijk een pasklaar antwoord vinden. Je kunt de eigenaars bevragen. Niet makkelijk want je ziet ze meestal niet. De plaatselijke bevolking weet er eigenlijk ook niet veel over. Dan maar zoeken op internet. Daar leerde ik dat sommige olijfbomen duizenden jaren oud kunnen worden. Dat de olijfboom al in de oudheid een aparte status had. Op het Forum Romanum staat ze naast de vijgenboom en de wijnrank op de enige plaats die met zand is aangemaakt.
Tot mijn verbazing las ik dat er een hele commercie (men spreekt van een lucratieve zwarte markt) aan de gang is in bepaalde delen van Italië (en ik vermoed ook in Mallorca). De zeer oude olijfbomen worden meer en meer uitgegraven en voor veel geld verkocht als sierboom.
Info op internet: Puglia is de belangrijkste olijfregio van Italië en telt naar schatting 50 miljoen olijfbomen. Het is de eerste regio die een wet uitvaardigt om die natuurlijke rijkdom te beschermen. Wie meer dan vijf bomen verwijderd uit zijn olijfgaard, mag zich aan forse boetes verwachten. Puglia lanceerde een promotie-campagne om het verbruik van olijfolie van oude bomen te stimuleren. Deze bomen zijn een onderdeel van onze geschiedenis, cultuur en identiteit," (Michele Losappio, milieuminister van Puglia).
Voor mij een mooi voorbeeld dat oud kostelijk is, in de verschillende betekenissen van het woord...
Spreek je van diabeten - dementerenden en gehandicapten?
Zorgverleners uit de zorgsector zijn gevoelig voor het taalgebruik voor de mensen waarmee zij werken. Spreek met hen liefst niet over dementerenden maar over personen met een dementie, niet over diabeten maar over personen met diabetes. Soms vind ik dat ze wat overdrijven omdat ze de indruk geven dat we door een bepaald taalgebruik een stempel zetten op deze mensen met een ziekte of een handicap. In de meeste gevallen is dit niet zo.
Maar het kan toch soms hard aankomen voor de betrokkenen, zoals uit het volgende voorval dat ik zelf meemaakte.
Context: de jaarlijkse feestelijke maaltijd voor de leden van een raad van bestuur (met partner) van een zorginstelling. De secretaris van de raad had de feestaannemer er vooraf attent op gemaakt dat een persoon diabetes heeft en dat hij daarom een aangepaste maaltijd moet krijgen. Iedereen zit aan tafel. De gastvrouw verwelkomt iedereen en stelt het menu voor. Als slot vraagt ze: Ik heb vernomen dat er hier een diabeet is die een aangepast menu moet krijgen. Waar zit de diabeet?
Ik had plaatsvervangende schaamte. Zulke vraag publiek stellen getuigt niet van goede smaak. Iedereen van de groep vond dit niet gepast. Ik denk niet dat er iemand van het gezelschap zal terug komen naar dit restaurant.
Ik was aan het surfen op Internet over diabetes. Ik kwam op een blog van een groep http://blog.diabetes-vdv.be/ en die hadden het onder elkaar over diabeten. Om maar te zeggen dat het in de ene situatie kan en in een andere situatie minder gepast is. Dat geldt ook voor termen als dementerenden en gehandicapten. Spreek het liever voluit: personen met een dementie, personen met een handicap, mensen of personen met diabetes.