Kleine stress
Je fiets stallen.
Ik las dat je gemiddeld een kans of vijf hebt dat het ringslot van je achterwiel op een naaf zit. (Ik bespaar mezelf en de lezer de wiskundige berekening). Even vervelend is het tekort aan ruimte. De trappergroep is gemiddeld 37 cm. breed en de rekken dikwijls maar 30 cm. Wringen dus. Er is een zeker soelaas met de hoog - laag parkeergleuven. Vervelender is dat de sturen, gemiddeld 54 cm (tussen 47 en 62 cm.) in elkaar haken. Met de brede sturen is dit zeker het geval. Een oplossing: bredere parkeergleuven, maar dan heb je meer ruimte nodig. In de nabijheid van stations is er het probleem van de langparkeerders: fietsen die geen eigenaar/gebruiker hebben en meestal al voor een deel kapot zijn. Meer controle en opsporen en dat laatste niet enkel met graveren; opnieuw fietsplaatjes?
Andere kleine stress:
Ik moet mijn fiets oppompen en ik vind de juiste pomp niet.
Inbussleutels Ik merk dat mijn fietslicht niet werkt (de boetes zijn niet mals); iemand heeft het de zadel hoger gezet en ik weet niet hoe dit te veranderen; ik vind de gepaste inbussleutel niet.
Allemaal kleine ongemakken die echter niet opwegen tegen de luxe om te kunnen fietsen. Je hebt minder parkeerproblemen, het is gezonder en al die stressverlagers (ontspannend, gezond) geven compensatie voor de stressverhogers (regen, stallen, fietslicht). Maar niet op het ogenblik dat je een platte band hebt.
Toemaatje voor nieuwsgierigen en quizfanaten:
Inbussleutels zijn meestal zeshoekige staafjes in L vorm van 1 tot 10 mm. Quiz: in 1916 gepatenteerd met de beginletters van Innensechskantschraube Bauer und Schaurte. (dus niet 'imbus' ).
Bij IKEA wordt soms een inbussleutel geleverd. De zelfbouwer die zijn eerste stappen zet, heeft wel hamer en schroevendraaiers, maar geen inbussleutels.
Of ze zijn zoek
Heerlijk: fietsen op een aparte route liefst in een fietsennetwerk met een kaart bij de hand en voldoende infoborden langs de weg.
Het is minder leuk als het weer niet mee zit. In het beste geval heb je een paraplu bij of een regenjasje. Je kunt ook schuilen: maar hoe lang is dan de vraag.
Als je een platte band krijgt, heb je (heb ik...) een probleem. Sommige fietstoeristen zijn handig en kunnen dat herstellen. Ze zeggen dat het vaak ook voor hen moeilijk is, zeker met elektrische fietsen of als je het gaatje niet direct vindt. Vooraf thuis oefenen is de boodschap.
Wat doe je als je met een huurfiets een lekke band hebt in een zalige, maar o zo eenzame omgeving? Je hebt geen EHBPB: eerste hulp bij platte band. Je kunt ook niet bellen naar een pechverhelping / depannage, al zou dit wel handig zijn, bijvoorbeeld met een netwerk van jobstudenten. Lekke band: eerst controleer je of pompen soelaas brengt. Meestal niet. Dan vraag je je af hoever je nog bent van de vertrekplaats. Dat kan aardig ver zijn, zeker met een fiets in de hand. Op rustige fietsroutes kom je meestal geen wagens tegen die je en je fiets willen meenemen. Je moet wat geluk hebben en lef door bijvoorbeeld beroep te doen op andere fietsers die je ziet aankomen.
Witte fietsen en huurfietsen
Nederland was de voorloper van de witte fietsen: gratis te gebruiken en te stallen op bepaalde platsen. De witte fietsen zijn zeer eenvoudig, wat het onderhoud makkelijker maakt.
De witte fietsen werden voor het eerst in Amsterdam bedacht na de jaren 1968. De echte doorbraak gebeurde in het Veluwe Natuurpark, waar je witte fietsen kunt gebruiken, als je toegangsgeld betaald voor het park en het Kroller - Muller museum (Moderne Kunst). Geen bel, je kunt geen fiets reserveren, je ontleent een fiets op de verzamelplaatsen Wat je vooraf te reserveren zijn de speciale fietsen zoals de bakfiets, tandem en de fietskar voor de kinderen.
In België kan men in steden als Kortrijk, Oostende en Brussel ook openbare fietsen vinden. In Brussel werkt het systeem met een abonnement, in Kortrijk kan men vier uur gratis rijden na het betalen van borgsom. In Oostende parkeren gebruikers hun auto aan de rand van de stad en kunnen ze een gratis fiets gebruiken op vertoon van hun identiteitskaart. In Antwerpen zijn de gele fietsen te huren, per tien maanden is de prijs 50 euro.
Huurfietsen: als je een fietsenhouder boven of achter de wagen te omslachtig vindt, kan je nu op vele plaatsen een fiets huren. In vele stations bijvoorbeeld.
Onlangs gingen we naar het recreatiedomein Provinciaal domein Puyenbroek (Wachtebeke Oost-Vlaanderen). We wisten niet dat je er kon fietsen huren (onze fout...) Het weer was behoorlijk en we hadden tijd. We zagen dat je een fiets kon huren voor twee of voor vier uur. Dat deden we dan.
Voor mannen en vrouwen zijn het standaardfietsen met lage opstap, een voorrem en een torpedorem (achterwaarts) trappen. De fietsen zijn licht bordeaux en zeer basic. Ze hebben wel een bel omdat je op de openbare weg kunt rijden. Er is geen versnelling, geen fietspomp. Ook geen bagagehouder: zorg dat je een dagrugzakje hebt of dat je in de koffer van de wagen snelbinders hebt of een fietsmandje.
Je moet je eigen fietsroute uitstippelen. Op het domein (route 96) wordt vooral gefietst door gezinnen en oudere personen: veilig en gemakkelijk. Wil je de omgeving verkennen, dan gebruik je best een fietsennetwerkkaart, of je noteert de knooppunten met de verschillende nummers die je verder moet nemen (kaarten in het informatielokaal bij de toegang). We maakten de volgende route: uit het domein via 96 naar 97, dan 89, vervolgens 69 - ,82 - 66 - 68 - 67 - 78 - 79 - 82 einde op 84. Ongeveer 35 km. Richting Nederlandse grens: eerst St-Elooispolder dan Overslag (versschillende grensstenen)en via Heidebos Heidebos is een van de grootste natuurgebieden van Oost - Vlaanderen; beheer bij Natuurpunt; wandelingen via website www.heidebos.be) dan naar Moerbeke. In Moerbeke - Waas (suikerdorp) en omgeving moet je zeker wat wandelen en denken aan de bloeiende suikerindustrie die zijn laatste adem uitblaast. Dit domein heeft veel troeven. Ze verwachten ook veel bezoekers, vandaar die grote parkings. Deze grote asfaltpleinen ogen niet mooi, dit geldt ook voor vele wegen op het domein. Asfalt in overdaad schaadt.