Dit jaar volgde ik de kruisweg in een kapel van een congregatie. Alle zusters waren niet meer beroepsactief, ze waren op rust zoals men zegt. Ik concentreerde me eerst op de kruisweg zelf. Het viel me op dat daarin heilige vrouwen een belangrijke rol kregen : Maria, Maria Magdalena, Veronica... Vroeger volgden zij Jezus bij de predikingen. Nu waren zij er ook bij zijn laatste uren.Een vijftigtal zusters woonden de kruisweg bij. Ruim een derde kwam binnen aan de arm van een medezuster of gingen met een stok, rollator of rolstoel. De meeste zusters waren boven de vijfenzestig. Ze hadden een rijk gevuld werkzaam en een religieus leven achter de rug. Sinds enkele decennia waren en er geen nieuwe profesten.
Ik was benieuwd hoe zij die kruisweg beleefden. Zij vonden dit een zeer zinvolle devotie. Het vroeg wel wat inspanning (rechtstaan voor velen). Ze kregen heel wat herinneringen van vroegere kruiswegen als ze nog thuis waren of als ze als zuster werkzaam waren in klinieken. Toen ik hen vroeg wat ze dachten van de rol van de heilige vrouwen in de kruisweg, vonden ze dat de normaalste zaak van de wereld. Waar er gezorgd en getreurd wordt, staan vrouwen op de eerste plaats. Ze verwezen naar de bezinningteksten die werden voorgebeden en gewezen werd op de actualiteit van rampen, oorlogsgeweld, extreme armoede, hongersnood, ziekte, kindersterfte. Daar ook speelden de vrouwen een rol in de zorg en als slachtoffer. Ze knikten betekenisvol en gingen traag alleen of met anderen naar de gemeenschappelijke zaal of naar hun kamer. Ze waren op rust en kregen zorgen en bijstand van andere vrouwen en medezusters. Zijn die vroeger zelf zorg gaven, kregen nu zorg. Niet gemakkelijk, ook dit dienden ze te leren.
Ik dacht aan de uitspraak: Men is nooit oud genoeg om te leren
In een chambre dhôte is het de gewoonte dat in de prijs een ontbijt inbegrepen is. Meestal is er een typisch streekgerecht bij : speciaal brood, koek, jam, toespijs... In onze chambre dhôte Château de Millery (St. Fougeot Autun) was het typische niet in de table d'hôte, in de soep. Die was gebonden en bij navraag kwam dit door het toevoegen van 'topinambour' of aardpeer, wat in die streek van Frankrijk vrij gebruikelijk is, maar in België en Nederland minder. Terug thuis zouden we ook experimenteren met aardpeer. Deze zijn wel vrij makkelijk te koop in grote warenhuizen, vooral in de afdeling bio.Links en rechts navragen en opzoeken leverde ons de volgende informatie. Van de aardpeer, topinamboer worden de ondergrondse delen (wortelknollen) gebruikt. Deze wortels bevatten fructanen, biotine, calcium, ijzer, natrium en inuline, die niet alleen mensen met diabetes mellitus ten goede komt. Deze wortels slaan geen nitraten op. Een hoekje van 2 m² kan een jaaropbrengst aan eetbare knollen geven van 10 kg. Oogsten kan gebeuren na de eerste nachtvorst en gedurende de gehele winter. Het schillen vraagt wat behendigheid omdat de knollen geen regelmatige vorm hebben. In de keuken komt hij vooral in de soep terecht. Je kunt de aardpeer ook gekookt opdienen. Sommigen vinden dit minder lekker. Een pas geoogste aardpeer is crèmekleurig tot rozerood (afhankelijk van het ras). De smaak van de knol is lichtelijk zoet, notig en heeft iets van een artisjok.