Cahors
Cahors is de hoofdstad van het departement Lot en ligt in een meander van de rivier de Lot en is bijna volledig omgeven door water (Opm. de meeste departementen kregen de naam van de rivier). Toeristische trekpleister en bekend voor de AOC Cahors wijn. Cahors was een welvarende stad in de Middeleeuwen. In 1360 tijdens de Honderdjarige Oorlog, werd het aan de Engelsen overgedragen. Dan begon het verval, pas in de 19e eeuw kwam er een heropflakkering en in de laatste decennia. De bevolking vluchtte en de vrijwel verlaten stad heeft zich nooit helemaal hersteld. Cahorsin: betekent woekeraar; sommige handelaren van Cahorswerden rijk in de 13e en 14e eeuw door het verstrekken van leningen. Te merken aan de rijke huizen in Cahors (muren in baksteen, arcades en de gebeeldhouwde delen in natuursteen). De Romaanse Cathédrale St.-Etienne Is een van de meest oorspronkelijke koepelkerken van het ZW. Staatin het hart van de oude stad aan de place Aristide-Briand. Het Romaanse schip is uitgebreid met gotische kapellen. De twee grote koepels, die met 14de eeuwse fresco's zijn versierd, doen het interieur ruim lijken. De laatgotische kruisgang heeft mooi snijwerk. Het mooiste van de kathedraal is het 16de eeuwse timpaan boven de noordelijke deur, waarop de Hemelvaart van Christus, gedragen door engelen, wordt afgebeeld. Dit monumentaal bouwwerk is opgebouwd uit diverse onderdelen uit verschillende tijdperken van de 11e tot de 17e eeuw. Het schip is afkomstig van het oude deel in Romaanse stijl, dat in 1120 gebouwd is. De apsis waaraan in de 12e eeuw begonnen is maar die tussen 1285 en 1293 herbouwd is, is gebouwd in de gotische stijl. In het begin van de 14e eeuw is de oostelijk kant van de kerk vernieuwd na het slopen van de aanpalende huizen. In de 15e en 16e eeuw is aan de binnenkant van de kerk verbouwd, met name in de kapellen. In die tijd wordt ook het klooster gebouwd, dat een uitbundig voorbeeld is van de gotiek. La Chantrerie, een van de mooiste monumenten in de oude stad, nu een expositieruimte.
De beroemde 14de eeuwse Pont Valentré, met zeven gotische bogen en drie verstrekte torens is een voorbeeld van middeleeuwse militaire bouwkunst. De torens moesten de toegang tot de stad verdedigen. Het bouwen van de brug heeft 70 jaar geduurd, daar is ook de mythe van de duivel ontstaan. De bouwmeester van de brug zou zijn ziel aan de duivel verkocht hebben, maar met een list probeerde hij ervan af te komen. Als represaille brak de duivel elke nacht af wat er de dag ervoor aan de centrale toren toegevoegd was. Bij de restauratie in de 19e eeuw is daarom een duivel in de toren toegevoegd. Je gebruikt daarvoor best een verrekijker. Een van de belangrijkste toeristische trekpleisters. Er is een mooie wandeling gemaakt langs de stadstuintjes. Je komt zo op de Boulevard Gambetta, de hoofdstraat van Cahors die met platanen omzoomd en is genoemd naar de beroemde 19de eeuwse radicale politicus Léon Gambetta, uit de stad afkomstig. De winkels hier en de nabijgelegen overdekte markt bieden allerlei lokale lekkernijen, waaronder de rijke, volle wijn van Cahors, vin noir genoemd. Ten oosten van de Boulevard Gambetta ligt de oude wijk, met huizen die aan een glorieus verleden herinneren. Stegen Bruggen die de stegen kruisen werpen schaduwen op de straten. In het licht zijn de renaissanceramen, het stenen snijwerk en de fijn afgewerkte draagstenen van de indrukwekkende herenhuizen te zien. Eén van de fraaiste is Hótel Roaldès, quai Champollion, met een zuidgevel van hout en verweerde rode baksteen, en een loggia en toren in Italiaanse stijl. Grote bouwwerken: Hôtel de Ville (1837-1847), het theater, het paleis van justitie en de bibliotheek. Het deel van de stad tussen de Boulevard Gambetta (de winkelstraat midden door de stad) en de Lot is het bekijken waard.
|