Er worden meer herinneringen opgehaald over de Tweede dan over de Eerste Wereldoorlog. De landing op de Normandische kusten, de bevrijding van de kampen, de uitroeiing van de Joden (holocaust;shoah), de zelfmoord van Hitler enz. Rechtstreekse getuigen en documenten zijn er genoeg. In België zijn er geen rechtstreekse getuigen meer die kunnen vertellen over het IJzerfront 1914 1918. Wel zijn er veel senioren die herinneringen hebben horen vertellen en herinneringen hebben via films, documentaires, reportages, romans, tentoonstellingen (Ieper), manifestaties (Last Post in Menen), soldatenkerkhoven (Passendale) tot en met het IJzermonument (Diksmuide). Niets gaat boven het directe verhaal: je kunt rechtstreeks met elkaar communiceren. Mijn vader, oud-strijder van WO I, vertelde me over de loopgrachten (tranchées) en de Dodengang. Ik kon vragen stellen en kreeg onmiddellijk een aangepast antwoord. Het waren natuurlijk zijn herinneringen, zijn verhalen. Achteraf heb ik gezien dat ze in grote lijnen overeen kwamen met de ervaringen van anderen. Wat me nog bijblijft zijn de zintuiglijke indrukken zoals de stank, de obussen, het geritsel van de ratten, zompige stappen, gebukt lopen. En daarbij de gevoelens van verschrikking, van angst, verveling, kameraadschap, machteloosheid. Herinneringen zijn op hun best als ze veelomvattend zijn. Ik dacht dat de Belgische soldaten in de loopgraven aan de IJzer de Duitsers hebben tegengehouden en zo de Eerste Wereldoorlog hebben gewonnen. Ik wist wel dat mijn vader vocht met soldaten uit andere landen, maar een globale reconstructie kan niet door enkel herinneringen op te roepen. Slechts nadien kreeg ik een meer globale kijk. En dan nog.
Ik vertel zijn verhalen verder aan mijn kinderen en kleinkinderen. Deze verhalen versterken zo de identiteit en verbinden gisteren, met vandaag en morgen. Herinneringen moeten verstand, gevoel en zintuigen aanspreken, ze roepen eerder beelden op (evocatie) van vroeger dan ze historisch te reconstrueren. Ze bevatten een lach en een traan en voor jongeren liefst ook spanning en herkenbaarheid door ze te binden aan personen van vlees en bloed. Bij het ophalen van herinneringen komt als het engiszins kan - eerst de lach, een traan mag erbij komen, maar mag niet overheersen. En jong en oud houden liefst van een happy end, zonder zedenles wel met waarden. Die waarden zal men ervaren door de accenten die we in de verhalen leggen. Die waarden kunnen besproken en aangevoeld worden, zonder te gaan beleren.
|