Voor welk lezerspubliek?
Deze vraag krijg ik altijd voorgeschoteld als ik een manuscript voorleg. Dit gesprek is nooit gemakkelijk. De ene keer is het doelpubliek te ruim, te onduidelijk. Een andere keer is de beoogde lezersgroep te beperkt, zegt de uitgever.
Ook deze keer heb ik de uitgever ervan kunnen overtuigen dat er voldoende lezerspotentieel is. Ik durf niet (meer) suggereren dat er een bestseller in steekt. Daarvoor moet je keigoed zijn of een bekende figuur in populaire televisieprogrammas. En spreken over een longrunner is onbegonnen werk. Na ongeveer zes maanden velt men een oordeel of het boek nog verder wordt aangeboden in de boekhandel. Zoniet verdwijnen op het einde van het jaar de niet verkochte exemplaren in de papiersnippermachine, raken ze in tweedehandse verkoopspunten en krijgt de auteur de vraag of hij een aantal exemplaren wil kopen aan een sterk verlaagde prijs. Geen mooie vooruitzichten, hoewel dit de realiteit is voor heel wat boeken.
In de eerste plaats schrijf ik een boek omdat ik het zelf boeiend vind. Ik heb natuurlijk wel graag dat het boek in de etalage staat, besproken wordt en in de uitleenbibliotheken te vinden is. Het werk en de stress, de onzekerheid en de onmacht moet je erbij nemen.
Na al die pros en contras werk ik vandaag en morgen verder aan het manuscript. Ik zweer bij mezelf: Dit is nu mijn laatste boek dat ik zal laten uitgeven. We zullen zien, zegt mijn vrouw.
Van Filip De Pillecyn (1891 - 1962) naar Hugo Claus (1929 - 2008)
Een van mijn geliefkoosde boeken is 'Mensen achter de dijk' (1949) van Filip De Pillecyn. Toen ik dit boek voor de eerste keer las, wist ik niet dat hij na de oorlog had vastgezeten. Dit zou mijn leesplezier wel niet bedorven hebben, maar het zou toch een aparte kleur en geur hebben gegeven aan mijn leeservaringen. Hij had dit boek immers geschreven in gevangenschap. Voor een deel zijn het herinneringen aan zijn geboorteplek Hamme, waarvan hij het dagelijkse leven op een fijnzinnige manier schildert. Onlangs heb ik het een en het ander opgezocht over hem opgezocht, omdat ik wat wilde opzoeken over wit en zwart, over collaboratie en verzet in België.
In 1940 werd hij lid van het VNV (Vlaams Nationaal Verbond) en DeVlag. In oktober werd hij lid van de Vlaamse Cultuurraad. Hij was een Vlaamse intellectueel: Germaanse filologie (Leuven), redactiesecretaris voor De Standaard en leraar in Malmedy en in Mechelen. Begin tweede wereldoorlog werd Filip De Pillecyn directeur-generaal van het Middelbaar Onderwijs. Zaken die hem na de oorlog werden aangewreven als culturele collaborateur. Van 1944 tot 1949 bleef hij in de cel. Van 1957 tot 1960 was hij lid van het IJzerbedevaartcomité. In 1962 overleed hij en werd begraven te Campo Santo in Sint-Amandsberg. In Hamme is er een gedenkteken en een genootschap.
In een volgende bijdrage zullen we het hebben over andere Vlaamse schrijvers die moeilijkheden hadden na de oorlog zoals Timmermans, Claes en van de invloed van de collaboratie en het verzet op de Nederlandstalige literatuur. De Aanslag van Harry Mulisch kennen de meeste scholieren (canon). Het verdriet van België is een zeer complex boek met een sterke internationale uitstraling. Dit boek kende een enorme hype na het overlijden van Claus.
Ik wil eindigen met een bedenking van de hoofdredacteur van Knack (26.03.2008)
Doch de kans is groot dat latere biografen tot de vaststelling komen dat de diepste krassen op zijn ziel, zoals bij zoveel van zijn generatiegenoten, veroorzaakt werden door de repressieperiode. Het moeten geen vrolijke dagen zijn geweest voor de zoon van 'een zwartzak' en voor een gewezen lid van de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen (N.S.J.V.) die in Deinze op college werd geplaatst.
'k Hoore tuitend' hoornen... Gezelle of Tmmermans?
Op een etentje van vijftigplussers was er een discussie over wat men recent had gelezen. Dan ging het vrij vlug naar de verplichte schoollectuur (canon) en welke Nederlandstalige boeken bleven hangen. De voorkeuren aan onze tafel waren gemengd: van Streuvels over Timmermans, naar Ruyslinck, Claus, Boon, Mulisch enz.
Iemand opperde dat Gezelle samen met Van Ostaijen onze beste dichter was. En hij verwees naar Hugo Claus die Gezelle ook in zijn bovenste lade had gelegd. Toen sprak iemand van tuitend hoornen. Ik dacht dat dit versregels van Timmermans waren. Toen iemand het gedicht 'k Hoore tuitend' hoornen declameerde was het onmiskenbaar Guido Gezelle. En nochtans was ik ervan overtuigd dat ik die regel ook had gelezen bij Timmermans. Misschien in zijn dichtbundel Adagio? De volgende morgen naar Google met als gecombineerde zoekwoorden "tuitend hoornen". In de eerste plaats Guido Gezelle
http://www.kerknet.be/microsite/guidogezelle/content.php?ID=1377 met daarin het gedicht 'k Hoore tuitend' hoornen
'k Hoore tuitend' hoornen en
de navond is nabij
voor mij:
kinderen, blij en blonde, komt,
de navond is nabij,
komt bij:
zegene u de Alderhoogste, want
de navond is nabij,
komt bij:
'k hoore tuitend' hoornen en
de navond is nabij,
voor mij!
Verder op Google gezocht, en van dat 'tuitend hoornen' was er (gelukkig voor mijn ijdelheid) een verwijzing naar Felix Timmermans: zie de elektronische uitgave van Pallieter http://www.ebooksread.com/authors-eng/felix-timmermans/pallieter-553/pag
e-6-pallieter-553.shtml
"'k Hoore tuitend' hoornen en de navond is nabij voor mij; kinderen, blij en blonde, komt, de navond is nabij komt bij: zegene U de Allerhoogste, want de navond is nabij; komt bij; 'k hoore tuitend'"
Ik vraag me af of dit geen verwijzing was naar Guido Gezelle.
Vallen en struikelen
Op de televisie zag ik een eenvoudig voorbeeld van probleemoplossend gedrag bij thuiswonende ouderen in verband met vallen en struikelen. De reporter vroeg aan een vijftal ouderen hoe zij te werk gingen om veilig de trap op en af te gaan. Zij demonstreerden dit en gaven uitleg. Eenvoudig van opbouw en een interessant voorbeeld van good pratices met kennisoverdracht. Alle situaties waren zo herkenbaar en bruikbaar. De tips die ze gaven waren de eenvoud zelve. Ik som de belangrijkste op:
Algemeen: zich niet haasten; een steun gebruiken zoals een trapleuning, de zijdelingse muur of de traptreden; zorgen dat er voldoende verlichting is en niets in de handen houden. Een zeldzame keer slechts iets in een hand houden als dit niet te zwaar is. Altijd zorgen dat er minstens een hand dient om zich vast te grijpen.
Stijgen: eerst pantoffels uitdoen omdat dit te glibberig is; zorgen dat het traptapijt vast ligt of liefst geen trap tapijt. In het algemeen zijn losse tapijten niet goed. Een persoon zei dat hij zich vast hield bij het stijgen aan de trappen voor hem. Dit gaf hem een gevoel van veiligheid.
Dalen: sommigen gingen achterwaarts naar beneden zoals men vaak doet bij het beklimmen van trappen in kerken en belforten of van ladders bij gebouwen. Een andere persoon zei: ik ga op mijn poep zitten en zo ga ik langzaam naar beneden.
Ik kreeg heel wat associaties toen ik die beelden zag en de commentaren hoorde. De paar keren dat ik zelf gevallen was, gelukkig telkens zonder ernst. Ook aan wat we als ouders deden bij kleine kinderen: hekken voor de trap en ze laten dalen op de poep. Ik dacht aan het verhaal van mijn oudste dochter die in een Amerikaanse firma werkte. Men was zeer streng op de veiligheid op de werkvloer. Als men een werknemer of een kaderlid de trap zag afgaan zonder zich vast te houden, werd dit gesignaleerd aan de betrokkene en er volgde een sanctie bij een volgende keer. Of het volgende verhaal van een familielid. Er waren twee deuren in de gang naast elkaar. De ene deur was voor het toilet, de andere voor de kelder. De deuren waren identiek van uitzicht en er stond geen opschrift van toilet en kelder. Je kunt al raden wat er eens gebeurde met een bezoeker. Hij nam de verkeerde deur en donderde van de stenen trap naar de kelder. Gedaan met het familiefeestje en met de ziekenwagen naar de spoed.
Het vallen en struikelen van trappen kan ook plezante vormen aannemen. In mijn herinneringen zie ik vedettes en presentatoren struikelen bij het dalen van de showtrap. Meestal met de schrik voor zij die vallen en God betert het met wat leedvermaak voor de toeschouwers.
Senior - vriendelijke ziekenhuizen.
Je kunt er niet naast kijken: senior-vriendelijk duikt meer en meer op. We denken aan reizen, openbaar vervoer enz. In de beleidsplannen van de seniorenwerking van de gemeenten schenken gaat heel wat aandacht aan het senior vriendelijker maken van de toegang tot openbare gebouwen, culturele manifestaties tot en met trottoirs en oversteekplaatsen. Laten we ons hier beperken tot senior-vriendelijke ziekenhuizen. Op Er is een groeiend aantal patiënten van die leeftijdsgroep; ze hebben hun eigen behoeften. Ze zijn soms minder assertief dan jongere patiënten en zullen minder vlug zeggen aan het zorgpersoneel wat er hapert.
Speciale behoeften: sommigen voelen zich eenzaam en vragen daarom meer aandacht en warmte. Het gewone zorgpersoneel geeft zoveel mogelijk die aandacht en die warmte, maar de werklast drukt. Sommige voorzieningen schakelen daarom vrijwilligers in om daaraan wat te verhelpen. Dat ligt in de lijn wat bijvoorbeeld Ziekenzorg al jarenlang doet: aan huis komen van langdurige zieken. Vrijwilligers in een ziekenhuis worden meestal niet daarvoor ingezet. In de eerste plaats spelen ze een rol in het transport en in de hulp bij het voeden. Het vraagt aanvankelijk bijkomende begeleiding en vorming op de werkplek.
De Vereniging van Technische Diensthoofden der verzorgingsinstellingen VDTV, organiseerde op 15 juni 2007 Leuven een congres en een vakbeurs rond het thema: Seniorenvriendelijke verzorgingsinstellingen van uit technisch oogpunt www.vtdv.be. Daaruit putten we enkele ideeën in combinatie met wat we eerder schreven over taai ongerief.
Hulpverlichting: bijvoorbeeld LED wegwijzers toilet. Toilet: plaats van toiletrol;; kijken naar individuele verpakking.
Maaltijden: Keuzekaartjes aanpassen; welke lepels, vorken, messen, zijn makkelijk en minder makkelijk; idem voor drinkgerei; melkkannetjes; melkcups; flessen met draaistoppen, kroonkurken; servetten.
Dagkastje (nachtkastje), toilet (waar hangt het toiletpapier?); gemeenschappelijke ruimte; gebruik televisie (niet storend) en computer.
Een functionele en aangename aankleding en decoratie van muren en zoldering in de kamers en de gangen.
Verantwoord gebruik van kleuren (geen te felle kleuren).
Als vrijwilligers samen met de patiënten en met het zorgpersoneel daarover kunnen van gedachten wisselen, komen er zeker een aantal voorstellen uit de bus, die het ziekenhuis senior-vriendelijker maken.
Tussendoortje: lijger - teeuw - tigon
Pa, hoe heet de combinatie van een mannetjesleeuw en een vrouwtjestijger?
Eerst dacht ik dat het een mopje was, in de aard van: het is groen en het glijdt van een berg (een skiwi). Het antwoord was: lijger. Ik bleef erbij dat dit verzonnen was. Samen gaan kijken naar Wikipedia. Tot mijn verbazing vonden wij er een artikel, een afbeelding en links bij lijger. Daaruit de volgende informatie over deze hybride kruising.
Een kruising tussen een mannetjestijger en een vrouwtjesleeuw wordt meestal een tigon genoemd (samenstelling van de Engelse woorden tiger en lion); ook wel een teeuw (samenstelling van de Nederlandse woorden tijger en leeuw).
Lijgers zijn geboren door invloed van de mens. Een lijger ziet er uit als een grote leeuw met diffuse tijgerstrepen. Zoals tijgers (en in tegenstelling tot leeuwen) houden lijgers van zwemmen. Lijgers kunnen een kop groter worden dan hun ouders.
Alle tot nu toe bekende mannetjeslijgers zijn onvruchtbaar gebleken. De meeste mannetjeslijgers bereiken de volwassen leeftijd en doen pogingen tot voortplanting met leeuwinnen, tijgervrouwtjes of met vrouwelijke hybriden. Vrouwtjeslijgers zijn meestal wel vruchtbaar en kunnen zich voortplanten met een tijger of een leeuw.
Zo, nu kan je dit ook verder vertellen. Controleer eerst op Wikipedia en Google om jezelf te overtuigen.