Steeds meer tekening in de onderlinge verhouding tussen: - studies over 'God de Heilige Geest' - studies over 'de Geestesgaven'.
Ik doe al telkens twee studies over het eerste onderwerp. Van nu aan doe ik ook twee studies over het tweede onderwerp, wanneer dit althans uitgebreid is. Wanneer dat met twee studies niet voldoende is behandeld, ga ik later dóor. Want 'profetie' is een zaak, waarover veel is te zeggen.
We waren in 1 Corinthe 14. We gaan na vers 1 nu verder met vers 3: "Iemand, die profeteert , spreekt tot ménsen...." (dus niet zoals met klanktaal: tot God) "....en wat hij zegt, is opbouwend, troostend en bemoedigend".
....en vers 4 gedeeltelijk: "....iemand, die profeteert, doet dit ten bate van de gemeente"
Waarom is een goede profetie áltijd opbouwend? Er wordt gersproken namens God en dat is namens alles , wat goed is. Immers: God is rijk aan barmhartigheid en ontferming,(Jacobus 5 v 11) en van zulk een opdrachtgever kan alleen iets opbouwends komen.
Er zijn wel eens profetieën, die angst aanjagen, die de aanwezigen terneerdrukken, die de blijdschap, de vrede en de rust roven...mensen, die zulke profetieën uitspreken, zijn op dat ogenblik géen goede herders van de kudde...of zij behoren zelfs niet bíj de kudde: - ik hoorde eens een trouw lid van de gemeente een heel rare profetie uitspreken, waarmee niemand iets kón; op dat moment was hij toch echt fout bezig - ik hoorde eens iemand, die toevalliog 'zoeens aan kwam waaien', een heel enge profetie uitspreken, die ons allen schrik aanjoeg. Die persoon hoorde echt niet bij onze gemeente. - Ook hoorde ik eens iets opwindends, alsof de Heer spoedig zou komen. Er was wel enige deining, maar al snel dacht de gemeente aan dat woord uit 2 Thessalonicenzen 2 v 2: "Verlies niet meteen uw verstand en raak niet in paniek wanneer een profetie, een uitspraak of een brief, die door 'ons', (Paulus) ZOU zijn geschreven, het voorstelt of de dag van de Heer op het punt staat aan te breken".
Maar zelfs als de profetie vermanend zou zijn, dan nog....God is altijd vol liefde. Hij staat áltijd positief ten opzichte van zijn volk. Zijn vermaningen zijn altijd gericht op: - een rein hart, een goed geweten en een ongeveisd geloof, (1 Tim 1 v 5).
Een profetie van Godswege zal altijd bewerken, dat: - de gemeenschap met God wordt hersteld - dat vrede, gerechtigheid en blijdschap worden hervonden. Het 'lichaam van de Heer' wordt niet groot en sterk, niet ópgebouwd door striemende verwijten, neerkomend als zweepslagen. Het heeft behoefte aan: - opbeurende beloften - terechtwijzende vermaningen - heilrijke uiteenzettingen.
Wat is het heerlijk om een profeet te zijn, opbruisende van levend water, die in het algemeen niet éen persoon dient, maar het geheel van de samenzijnden. Geen nieuwe leringen in de profetie, geen grote lijnen; dat is voorbehouden aan degenen, die als herders en leraars de gemeente dienen.
Een enkele maal slechts zal de nieuwtestamentische profetie, die er vooral is ten dienste van de gemeente, een toekomstig wereldgebeuren aankondigen, maar ik heb dit nog niet meegemaakt. Wel hoorde ik woorden zoals: - Amsterdam zal in brand staan - Nederland zal verzakken, (toen het aardgas was ontdekt), maar nooit hoorde ik een echt groot 'zeggen' over de toekomst. Maar het kan altijd wel eens een keer gebeuren, wanneer de Heer dit nodig en zinvol oordeelt: "God, de HEER doet niets, zonder dat hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten". Het zal dan wel iets 'wezenlijks' zijn. Zo heb ik nooit gehoord, dat de tsunami van onlangs werd geprofeteerd. Daaruit zou men kunnen opmaken, dat deze gebeurtenis, hoe vreselijk ook, niet van cruciaal belang was voor het handelen van God in deze wereld.
Hoe dienen de profeten te zijn?: daarover 1 Timotheüs 3 v 2-7. Ik vind het wat lang om dat hier uit te schrijven. Doe zelf ook maar eens iets. En bestudeer dat gedeelte goed. Richt je ook daarnaar, voor zover op jou van toepassing of later van toepassing wordend.
Er komt een zekere regelmaat in BIJBELSTUDIE. Ik heb nu tweemaal over aspecten van 'God de Heilige Geest' gesproken en ga nu over tot de derde Geestesgave, (denk erom, dat deze rangschikking een menselijk bedenksel is).
Profeteren dus.
Ook hier weer is 1 Corinthe 14 ons uitgangspunt. We zitten al direct midden in de stof bij vers 1. "Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie".
Toen ik enige tijd geleden schreef over 'klanktaal' heb ik deze tekst niet genoemd, omdat de volle klemtoon moest vallen op 'klanktaal'. Maar nu wordt het plaatje meer compleet. De enthousiaste gemeente in Corinthe had zich vooral geworpen op de gave van klanktaal, maar was daarin een beetje doorgeschoten. Ze spraken volop klanktaal, niet alleen om zichzelf op te bouwen, maar ook in de gemeente, waar niemand er iets van begreep, ook zijzelf niet. Nu kon dat wel- ten dele- ondervangen worden door de 'gave van vertolking'. Die heb ik hiervoor al behandeld. Maar Paulus zegt dus eigenlijk:
"Ja ja....dat jullie graag in klanktaal spreken....dat weet ik nu wel: maar leg je nu toch eens toe op profetie!" Maar waarom legt de apostel nu toch zo de nadruk op :profetie ?
Let eerst even híerop. Er moet naar alle gaven gestreefd worden, met begerig verlangen dient men zich naar de gaven van de Geest uit te strekken. Géen lijdelijkheid, geen passief idee van: "Och...mocht het mij eens te deel vallen". Nee, activiteit ook hierin. De gaven van de Geest zijn latent in elke met Gods Geest gedoopte aanwezig. Ik gebruik het woord van Napoleon wel meer: "Elke soldaat heeft de maarschalksstaf in zijn ransel".(of was het een van zijn legeraanvoerders, die dit zei ?)
De charismata, de Geestelijke gaven, zijn onontbeerlijk in de strijd, die wij hebben tegen de overste van deze wereld, die met zíjn wet van zonde en dood nog steeds tracht 'de lakens uit te delen'. Met de Geestesgaven bekleed, kunnen wij de overwinning behalen op de onzichtbare vijanden.
Maar waarom wordt 'profetie' zo naar de voorgrond gehaald?
Tot in eeuwigheid zal de geredde mens blijven geloven en hopen, zo hoorden wij in 1 Corinthe 13. Het geloof hecht zich aan het gepredikte woord van God. Maar behalve in de bijbel kunnen wij dit woord ook aanvullend vinden in de profetie, door datgene, wat de Heilige Geest door de hedendaagse profeten openbaart. Het geloof is uit het horen door het woord van Christus, (Romeinen 10 v 17). Maar evenals in Gods woord vinden wij dit woord van God in het door de Heilige Geest ingegeven woord van de profeten. Naast het woord voedt ons ook de profetie, die natuurlijk in geen enkel opzicht met de geest van de bijbel in aanvaring mag komen en steeds stichtend en opbouwend dient te zijn. Dat een en ander een zware verantwoordelijkheid op de schouders van de profeten legt, behoeft geen betoog, Maar die verantwoordelijkheid mag ons toch niet doen terughuiveren bij ons streven náar. Ook de 'eeuwige hoop' zal zich blijven hechten aan de toezeggingen van God. Geloven en hopen zijn dus verbonden met het profetisch woord. Dat gaat alle eeuwigheden zo door. Steeds meer gedachten van God zullen aan de geredden geopenbaard worden, ook in de tijd, dat Hij 'alles en in allen' zal zijn.
Voor vandaag genoeg, Ger
O ja...nog dít: ewvenals zovele malen val ik terug op door J.E.v.d.Brink ontwikkelde gedachten. Ik zeg dit niet altijd, maar noem het nu maar weer eens even. G
'God de Heilige Geest', getekend onder het beeld van 'een duif'.
Lukas 3 v 22: "Toen Jezus was gedoopt en aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de Heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer en er klonk een stem uit de hemel: 'Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde".
God had tevoren Johannes de Doper al op dit gebeuren voorbereid en had bij die gelegenheid tegen hem gezegd: (Johannes 1 v 33) "Wanneer je ziet, dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene, die doopt met de Heilige Geest".
En dwars door alle twijfel heen, die er eigenlijk niet zou moeten zijn, maar die er toch wel eens is, is er altijd 'God de Heilige Geest', die , naar het woord van Romeinen 8 v 16, ons versterkt en motiveert. "Hijzelf verzekert onze geest, dat wij Gods kinderen zijn"
En later zegt de Heer Jezus tegen zijn discipelen, wanneer hij ze uitzendt voor een 'stage-opdracht', (Math 10 v 16): "Bedenk wel: ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif.
Welke gedachten kunnen wij aan deze verschijningsvorm van de Heilige Geest ontlenen: - Hij openbaart zich als een duif. Dan is het ook goed, dat wij het vreedzame van een duif in ons wezen hebben, niet als iets opgelegds, maar behorende bij ons wezen, zodat wij zelfs in irritatie-opwekkende situaties vriendelijk en zachtmoedig kunnen blijven. (Dat wil niet zeggen, dat een duif in de natuur, zoals wij die allemaal kennen, nu zulk een braaf dier is, maar ik bedoel met deze woorden 'de duif', zoals die overdrachtelijk een betekenis heeft gekregen).
En wat is het goed om vervuld te zijn met die Geest van God. Die begon direct aan Jezus te verzekeren, dat God vreugde in Hem vond.
En ook aan ons wil de Heilige Geest, wanneer wij met die Geest gedoopt zijn en wanneer Hij op ons gebleven is, doordat wij Hem niet bedroefd hebben, telkens maar weer influisteren: "Jij bent Gods kind, een jongere , geestelijke broer of zus van de Heer Jezus", een enorme versterking.
En dan wil die Heilige Geest ons door zijn gaven ook versterken en de gave van 'het onderscheiden van geesten' geven, zodat we zo scherpzinnig zijn als- naar het idee van mensen- een slang is.
Maar ook zo onschuldig en rein als in de volksvoorstelling een geïdealiseerde duif is. Wat zullen jullie dat nodig hebben. 'De wereld' kan zo kwetsend zijn, zoals jullie dat zelf wel eens ervaren in Forum, geloofsvragen, wanneer aanhangers van de evolutietheorie, ontkenners van de Drieëenheid en ander stokpaardberijders jullie soms fors onderuithalen en zoals ik weer andere voorbeelden tegenkom elders: - wie dat sprookje bedacht heeft van die wrede kruisiging, moet toch wel een I.Q. hebben van ver beneden de honderd. - en zovele woorden meer, waarmee ik in ander verband te maken krijg.
En om dan scherpzinnigheid te krijgen, zodat je beleefd de kern in de redenering kunt aanpakken, zonderdat je ook maar enigszins gekwetst bent, dat zijn allemaal van die heerlijke geschenken , die God de Heilige Geest met zich voert. O, wat zijn wij onze Heer Jezus dankbaar, dat Hij ons die Geest als geschenk aanbiedt.
Onder welke symbolen wordt 'God de Heilige Geest' getekend.
Even een opmerking vooraf; je zou kunnen zeggen: "Ik hoor nu zoveel over 'God de Heilige Geest' vertellen. Ik vergeet haast: 'God de Vader' en 'God de Zoon'.
In antwoord daarop het volgende: Er is tussen God de Vader , God de Zoon en God de Heilige Geest volkomen gelijkheid: allemaal de Drieënige God. Maar er is toch ook een rangorde te bespeuren. 'God de Zoon' opent in opdracht van 'God de Vader' de weg van Hém naar óns: "Ik heb lust om uw wil te doen, o God", (Psalm 40 v 9) 'God de Heilige Geest' werkt dan weer van de mens naar God toe; Hij geléidt ons tot de Vader. Maar 'God de Vader' is toch het stralende middelpunt. Dit is tevens een aanwijzing , hoe wij in het leven hier op aarde de verhouding man-vrouw hebben te zien: volkomen gelijkheid en toch ook weer een rangorde. In een ideaal huwelijk zal de vrouw toch in cruciale omstandigheden, waar belangrijke beslissingen moeten vallen of waar een vastigheid moet blijken, haar hoofd tegen de borst van haar man laten rusten en aan hem de uiteindelijke beslissing of kracht tot troosten toevertrouwen.
Maar goed: terzake: wanneer ik veel aandacht aan 'God' in zijn openbaringsvorm als 'God de Heilige Geest' schenk, dan kunnen jullie altijd bedenken : "Ger heeft het over God".
In dat ontzaglijk visioen van 'de dorre doodsbeenderen' hoort Ezechiël God zeggen;(Ezech. 37 v 9): "Kom uit de vier windstreken , wind en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven". En dan worden de 'lichamen met adem gevuld'(v 10) Dat zegt iets over gelovigen van nú.Wanneer de Heilige Geest je doopt en vult, dan pas kom je tot echt geestelijk leven. Geniet van de Geest als eerste gave van God. Hij....de gever van levenskracht, bekwaamheid en moed om te handelen. Hij....de onzichtbare, de onverwachte...als de wind, (Joh 3 v . Hij....de souverein heersende, de hemelse, de bovennatuurlijke, (Hand 2 v 1, dat geluid van een geweldige stormwind) Hij.....waarvan wij de gevolgen kunnen zien, zonder dat wij de oorsprong kunnen nagaan (Exodus 35 v 31): uitzonderlijke talenten, wijsheid, vakmanschap, inzicht op allerlei gebied (Lukas 1 v 67): profetie
Genoeg voor vandaag maar weer. En tegelijk dít inzicht: "Voortaan maar twee studies over de Heilige Geest 'an sich' en daarna weer een van de talloze gaven ván die Geest.
Tot dusver is steeds het gebruik om iets te vertellen over 'God de Heilige Geest' en om daarna weer een van de Geestesgaven te behandelen.
Ik heb nu als eerste behandeld de gave van 'het spreken in tongen', de gave van klanktaal en ben nu toe aan de volgende Geestesgave: de gave van vertolking.
Ter verduidelijking: de rangschikking, die ik volg, is een menselijk bedenksel. In de bijbel staan de Geestesgaven dan weer eens zus, dan weer eens zo gerangschikt.
Maar in ieder geval: ze komen allemaal aan de beurt, als ik tijd van leven heb.
De gave van vertolking van tongen, de gave van het vertalen van klanktaal in 2004 -termen, ( welke vertaling ik echt wel mooi vind).
Wat is dat: even de voorgeschiedenis.
De gemeente van Korinthe was een enthousiaste gemeente, waar al de gaven, die de Heilige Geest bracht, ijverig werden beoefend. Daarbij viel allereerst de aandacht op het spreken in tongen, (spreken in klanktaal). Een heerlijke Geestesgave, eigenlijk helemaal voor persoonlijk gebruik bestemd. Je kon jezelf er zo fijn mee stichten, mee opbouwen in geestelijke zin. Dat kon iedereen doen op zijn eigen 'meditatieheuvel' of in zijn eigen bidvertrek of wanneer hij een lange voettocht maakte of bij alle gelegenheden, waar hij of zij alleen was.
Maar wat deden nu die volijverige en overenthousiaste Korinthiërs???... nu ja ik zeg er geen kwaad van; de vlammen sloegen er daar uit van opwinding; waren alle gemeenten in alle landen in alle tijden maar zo 'betrokken'. Wat deden ze dus?....ze begonnen in de gemeentesamenkomsten in tongen te spreken en God te loven en te prijzen en te aanbidden, in een taal, waardoor zíj wel gesticht werden, maar die zij niet begrepen, want alleen God begrijpt die klanken. Maar de andere samenkomstbezoekers?....die hadden er niets aan, die werden er maar onrustig van, omdat het hún geen baat bracht.
Maar God in zijn grote goedheid heeft de vertolking, de vertaling van klanktaal als een Geestesgave gegeven.
En daarom zegt Paulus in 1 Korinthe 14: "In de gemeentesamenkomsten is het niet goed in 'klanktaal' te spreken, tenzij je het ook uitlegt, Want dan is het net zo goed als profetie,... de derde te behandelen gave ...dan kan je aan de gemeente verklaren in voor hen verstaanbare woorden, hoe je de Heer hebt aanbeden, toen je zoëven in klanktaal sprak. (5)
Het zal in Korinthe ook wel voorgekomen zijn, dat mensen in klanktaal spraken, maar dat ze wisten, dat er een ander gemeentelid was, die de durf had om de gave van vertolking te gebruiken. Dan konden ze in klanktaal spreken, wetende, dat hun 'vertaler' het wel zou uitleggen. Maar het kwam natuurlijk ook voor, dat er niemand die gave van vertolking durfde te gebruiken. En daarover zegt Paulus in vers 28: "Als zo iemand er niet is, dan moet je in de gemeente niet in tongen spreken, want dan is het wéer zo, dat niemand het kan begrijpen en is het zonder nut"
En wanneer de gemeenteleden dan beslist ín de gemeente van hun blijdschap over de klanktaal uiting wilden geven, dan was het maar beter om te bidden, dat je er ook zelf de uitleg bij mocht geven.( v 13).
Wat is voor ons voor nú het belang. - allereerst is het zo, dat je best op je meditatieheuvel, na je woorden in klanktaal aan de Heer kunt vragen: "Heer...mag ik nu ook voor mijzelf weten, wat ik heb gezegd door middel van de gave van ' vertaling van klanktaal', die U mij ook wilt geven". - maar veel meer komt het volgende voor, dat in de gemeente iemand een profetie durft uit te spreken, maar zich eerst wil vrijmaken van allerlei storende invloeden. Dan doet hij dat vaak door in klanktaal te spreken. Maar strikt genomen, behoort hij er dan direct daarna de vertolking , de vertaling ,bij te geven, die dan natuurlijk iets totaal anders is dan de daaropvolgende profetie. Immers de profetie is een woord voor mensen en klanktaal is een woord naar God toe.
Mensen, een belangrijke en zegenrijke gave, waarover echter niet zo veel meer te zeggen valt, in tegenstelling tot de later te behandelen profetie.
Laatste opsomming van 'kwaliteits'namen van 'God de Heilige Geest'.
De Heilige Geest is een Geest van wijsheid en openbaring, Ef 1 v 17: "Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen".
Zoveel dingen worden hier in éen tekst genoemd - er is een rangorde, die ook kan bestaan bij gelijkheid: God de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest....ze zijn alle drie God. Maar God de Zoon werkt van de Vader naar ons toe, God de Heilige Geest werkt van ons naar God de Vader toe. God de Vader is uiteindelijk 'de vader van alle luister'. En wanneer wij een geest van inzicht, (van wijsheid) hebben, doorgronden wij steeds meer van alles, wat geopenbaard is, om tenslotte hem, de 'vader van de luister' te kennen. Zien jullie, wat de grootse gevolgen zijn van vervuld worden met de Heilige Geest?!
Efeze 3 v 20: "Aan hem , die door de kracht (van God de Heilige Geest)die in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken....aan hem komt de eer toe in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen".
Dus: er werkt een kracht in je, die eens, bij de voleinding van de tijden in volheid zal doen, waar hij nu al mee is begonnen: het bewerken van dingen, die wij nu nog niet eens kunnen bedenken, zo heerlijk zijn ze.
Hebr 9 v 14: De Heilige Geest is de eeuwige Geest, die Jezus sterkte tot zijn alles te bovengaande taak om zich op te dragen als offer zonder smet om ons geweten: - te reingen van daden , die tot de dood leiden - te heiligen voor dienst aan de levende God.
Die Heilige Geest, wil ons ook sterken om aan andere mensen tot zegen te zijn.
Hebr 9 v 10 spreekt van de Geest van genade. Het is genade, dat God door zijn Heilige Geest dit alles in ons wil werken. Daarom past ons alleen maar lofprijzing, wanneer wij de steeds krachtiger werking van de Heilige Geest in ons waarnemen.
1 Petrus 4 v 14: "Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent, dat de Geest van God in al zijn luiser, (zijn heerlijkheid) op u rust.
Het zal voorkomen, dat je gehoond wordt als een fanaticus, als een mens, die- vroeger geleefd hebbende- anderen zou hebben vervolgd... dit overkwam mij laatst .....of duizend andere dingen om Christus' wil Maar dan mag je weten, dat de luisterijke, heerlijke Geest van God op je rust.
En....God de Heilige Geest is een Geest van: waarheid. Jezus zegt in de 'gesprekken bij het Avondmaal' op 'die laatste avond samen': "Als je Mij liefhebt, hou je dan aan mijn geboden. Dan zal ik de Vader vragen, jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid".
Letten jullie even op die voorwaarde: "Houd je dan aan mijn geboden. Daaruit blijkt jullie diep gewortelde liefde voor mij. En dán kan ik 'God de Heilge Geest' zenden, de Geest van de waarheid". In de Geest gedoopt zijnde, leer je dan de waarheid verstaan...ver en ver achter alle werkelijkheden, die ons worden aangepraat.
En in Johannes 14 v 26 wordt deze pleitbezorger dan nog weer aangeduid in een oudere vertaling als 'Trooster'. Een pleitbezorger, die troost; het zijn begrippen, die zo vlák bij elkaar liggen: een goede pleitbezorger troost je doordat hij zo warm en geïnterssseerd en op jou betrokken en zo liefdevol voor jou pleit.
En dan Romeinen 8 v 2: "De wet van 'de Geest, die in Jezus Christus leven brengt', heeft u bevrijd". Wie de vervulling met de Heilige Geest deelachtig is door genade, die heeft het beginsel van eeuwig leven in zich, reeds nú.
En dan Romeinen 5 v 15: "U heeft de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven. U hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn en om hem te kunnen aanroepen met Abba, Vader". Dus: - geen angst meer voor allerlei dingen van vroeger, eventueel in nieuwe vorm, maar bevrijde kinderen van God, die vrijuit tegen Hem mogen zeggen, al is het met de eerbied, die je -in zekere mate- ook jegens een edele,aardse vader zou hebben: "pappie".
Ook nog 2 Timotheüs 1 v 7: "God heeft ons niet een geest van lafdhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid". Wat een rijkdom om aan Gods Geest deel te krijgen. Je zult het toch maar door genade hebben: kracht. Zovelen van jullie voelen zich nog zwak; ze gaan van kLacht tot kLacht steeds voor. Maar er is dit vooruitzicht: "Zij gaan voort van kRacht tot kRacht en verschijnen voor God in Sion", ( Psalm 84 v . En wat heerlijk is het om in een geest van liefde zulke woorden te kunnen verdragen als: "Wat ben jíj een vuil, fanatiek mannetje. Ik weet wel, wat je wil...mij bekeren tot een of andere smerige sekte..", terwijl voor zulk een uitroep helemaal geen reden is. En om dan door genade de bezonnenheid te hebben om maar weer eens uit te leggen, dat je fel geïnterseerdd bent in de unieke persoonlijkheid, die daar voor je staat en in het geestelijk welzijn van die ander en alleen maar zijn welzijn- zo mogelijk- nog wilt bevorderen en bij elke nood met hulp gereed staat.
Vóor ik aan de 'gave van vertolking' begin, eerst nog een bijbelstudie over vele namen voor 'God de Heilige Geest'. Zacharia 12 v 10 noemt hem: "Geest der genade en der gebeden" '2004' heeft hier: 'Geest van mededogen en inkeer'. Het is soms wat lastig, al die telkens weer andere woorden. Maar laten we eens zien: vier begrippen: genade, gebeden, mededogen en inkeer. Wanneer de Heilige Geest ons steeds meer gaat vervullen, dan komen er ook gedachten van genade bij ons op: dan leren wij ook uit vrije gunst genadige gedachten omtrent anderen te hebben, zoals ook God genade jegens ons heeft. Gebeden: wij leren ons gebed steeds meer te toetsen aan de raad- en stuurgevende gedachten, die Gods Heilige Geest in ons hart legt. Mededogen: op het moment heb ik ook een rubriek in Vlaanderen. Ik ontmoet daat 50-plussers op een net, dat niet specifiek Christelijk is; het is volkomen neutraal, maar ik ondervind daar veel tegenstand. De Heilige Geest legt echter zoveel mededogen in mijn hart bij al die soms onbekookte reacties. Inkeer: God de Heilige Geest bepaalde mij laatst bij een niet helemaal goed gelopen gebeurtenis van tientallen jaren terug. Ik keerde tot mijzelf in en zette de zaak alsnog recht.
De Heilige Geest is ook een geest van aanbidding. Johannes 4 v 23 leert ons: (Jezus in gesprek met de Samaritaanse vrouw): "Er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen(!), dat wie de Vader écht aanbidt Hem aanbidt in Geest en in Waarheid. De Vader zóekt mensen, die Hem zó aanbidden".
Velen zijn wat ontevreden over hun aanbidding. Het is niet het ware; er is zelfs een lied in Opwekking over:"Ik wil terug naar het HART van aanbidding".
Maar vervuld zijn met Gods Geest opent die weg. Dan kun je Hem echt in waarheid aanbidden en is God de Vader blij, dat er weer iemand de weg naar zijn hart heeft gevonden.
Zullen wij het hierbij weer even later. De stof is zo overrompelend rijk, dat ik telkens weer verkeerd inschat. Ik wilde in de volgende BIJBELSTUDIE beginnen aan 'de gave van vertolking', maar moet het wéer even uitstellen. Maar: wat in het vat zit, verzuurt niet.
Wij gaan nu weer verder spreken over God de Heilige Geest.
Jullie weten, dat ik voortborduur op een uitstekende lezing, die ik in september 2004 beluisterde. Mijn visie van die lezing en alles, wat ik eromheen weef, zijn uiteraard helemaal voor mijn rekening.
Wat kan er gezegd worden over wezen, persoon en karakter van de Heilige Geest.
Waarom het zo belangrijk is, dat wij weten, wie de Heilige Geest is. Wel; hierom: het is haast ongebruikelijk om het zo te zeggen: de Persoon van onze Heer Jezus Christus is 'overbelicht', indien dat mogelijk ware. Ik heb eens iemand horen zeggen: "Het ging in de kerk altijd maar over Jezus Christus. We draaiden altijd maar in een kringetje rond . Altijd weer, wat Híj gedaan had op Golgotha. En eigenlijk nooit, wat óns nu eens direct activeerde. Het moest ook eens om óns gaan. En toen ben ik, die altijd een 'doener' ben geweest, afgehaakt".
Men had die man nooit over 'God de Heilige Geest' gesproken. Deze Geest activeert de Christen en daarnaar had hij onbewust gehunkerd.
Wel; wij spreken er hier uitvóerig over.
Nu over de vraag, waarom de Heilige Geest eigenlijk 'heilig' is. God de Heilige geest is heilig, maar ook God de Vader en God de Zoon zijn heilig.
Wat is in dit verband 'heilig'. God is eindeloos volmaakt. Gods heiligheid is de grootste diamant in zijn kroon. In elk onderwijs over God in de bijbel staat zijn volstrekte , eindeloze volmaaktheid volkomen in het middelpunt. Daarom is een wat familiaire wijze van spreken over God niet altijd zonder gevaren. Er moet afstand zijn tussen mensen en de Onuitsprekelijke.
Maar God de Heilige Geest maákt ook heilig. Hij maakt van gelovigen een heilig volk van God.
David roept het uit in diep berouw nadat hij overspel had gepleegd met Batseba: "Neem uw Heilige Geest niet van mij".(Psalm 51 v 13) Dat is de grote behoedzaamheid van elke gelovige: dat hij zo zou leven, dat hij de Heilige Geest zou bedroeven, zodat deze van hem zou wijken. Naarmate de gelovige door Gods genade vordert op de heilsweg, wijst God de Heilige Geest hem bij de voortduur op onvolkomenheid in zijn wapenrusting, waardoor de duivel een voet ergens tussen een deur heeft kunnen wrikken. En wanneer er dan weer zo'n aanwijzing is, wat is het dan heerlijk om ook dat verraderlijke poortje weer te kunnen sluiten...dichtsmijten, zodat satan met een geblesserde voet weghompelt. Dóen hoor!
(Even tussen haakjes: weten jullie, dat Constantinopel, die groote stad met die metersdikke muren, veroverd werd, doordat 'de moren' ergens een openstaand poortje ondekten). Kom...nu weer terzake:
Jesaja 11 v 2 omschrijft een ander aspect van Gods Geest: "De Geest van de HEER zal op (Jezus) rusten: - een geest van wijsheid en inzicht, - een geest van kracht en verstandig beleid - een geest van kennis en eerbied voor de Heer". En ook voor Jezus' beminden, die bedoeld zijn om helemaal, helemaal op hem te gaan gelijken geldt toch dat heerlijke.
Wie verlangt er niet naar: - wijsheid, om in elke situatie de juiste woorden te spreken - inzicht om in verwarrende complexen direct alles tot de bodem te doorzien - kracht om temidden van alle slappe pseudoleiders een liefdevolle, vreugdevolle échte leider te zijn - verstandig beleid om voor anderen een vaste koers uit te zetten - kennis om in allerlei tot hem komende berichten gelijk de lacunes te doozien en onder woorden te kunnen brengen - eerbied voor de Heer, om God te kunnen aanbidden in meer volheid. Dat alles heeft de Heilige Geest in zijn schatten.
Jullie weten allemaal, wat er is gebeurd. November tot half februari zijn bij 'de ramp' verloren gegaan.
Ik weet mij nog te herinneren, dat ik zo ongeveer bij bijbelstudie 55 was. En ik had het maar voortdurend over 'de gaven het spreken in klanktaal', Al tien bijbelstudies zeker lang. Geen print bewaard. Wat nu te doen.
En ik kreeg deze idee: géen vele bijbelstudies over 'klanktaal'...: veel te grondig. Probeer het in éen bijbelstudie te vatten.
En dat ga ik nu doen:
Het is een zeer goede zaak om de Goddelijke liefde 'na te jagen' en daarbij behoort het streven naar de Geestesgaven'.(1 Korintiërs 14 v 1). Wat de klanktaal betreft, die in Korinthe klaarblijkelijk wat meer in de aandacht stond dan de profetie, daarvan zegt Paulus: "Fijn hoor....die klanktaal...zo langs de rechtstreekse weg van je menselijke geest spreken met God, (2). Maar denk erom; niemand in de gemeente kan je verstaan, dus voor hen heb je geen nut. Voor hen is je taal onbegrijpelijk. Voor hén baat meer de weg van de profetie, (3) Het is geweldig, dat je zelf bij de klanktaal zo gebaat bent , dat het je zelf zo sticht en bouwt. (4). Het is mijn grote wens, dat jullie allemaal in klanktaal zou kunnen spreken (5). Nu ja....ook voor de anderen in de gemeente kan de klanktaal meer rendabel gemaakt worden; als je die uitlegt door middel van 'de gave van vertolking'. Dan staat het op éen lijn met profetie.(5).
Overschat de klanktaal nu toch niet in zijn nut voor de gemeente, maar geef de klanktaal zijn vaste plaats ....in het stichten van je zelf(6 -12)
Dus goed onthouden: wil je deze 'gave allereerst voor jezelf', (dus middellijk toch weer voor de gemeente), van rechtstreeks nut doen zijn voor de medegelovigen: de gave van vertolking erbij!( 13).
Wanneer je bidt in tongen, (klanktaal spreekt), staat je verstand even op non-actief, kan het lekker even uitrusten), (13).
Nu ook niet het klanktaal-bidden gaan onderwaarderen: nee...het is een eis om met je geest te kunnen communiceren én met je verstand...ik zeg het nog scherper : je moet met je geest kunnen zíngen én met je verstand, (15). Nog eens: zonder vertolking heeft de geemeente niets aan datgene, wat uzelf verrijkt, 16-17.
Ik zelf -Paulus- ben er God zó dankbaar voor, dat ik meer dan jullie allemaal in klanktaLEN spreek, maar ik geniet er zelf van en laat anderen in dit opzicht met rust, (1.
In 1 Korinthe 12 gaat Paulus dan nog nader in op het tot een bedíening worden van de gave om klanktaal te spreken. Je kunt een karaktertstructuur hebben, die het aan God mogelijk maakt om zijn genade aan jou zo uit te breiden, dat je véle klankltalen kunt spreken. Tot zover Paulus
Maar jullie, mijn hoorders, mag al blij zijn , als je heel ongedwongen deze vanzelfsprekende gave kunt beoefenen, wanneer je op je stille plekje, je gebedsheuvel bent, met alleen de wind als getuige enz...enz.
De Heilige Geest, volgens op zichzelf staande namen.
In Handelingen 13 v 2 lezen wij: "De Heilige Geest zei: 'Zondert Mij nu af Barnabas en Saulus voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb".
Wat is het toch opmerkelijk. God de Heilige Geest, als een volkomen zelfstandige Beslisser geeft een opdracht. De Heilige Geest heeft twee mannen gekozen, die werk moeten gaan uitvoeren, waartoe Hij hen geroepen heeft. Er is hier heel geen sprake van God de Vader en God de Zoon, die een stem in het kapittel hebben. Nee; het is alleen God de Heilige Geest, waarmede deze twee mannen te maken hebben. En dan beginnen de zendingsreizen van Paulus, die voor Gods gemeente en voor de hele wereld zo belangrijk zijn geworden.
In 1 Johannes 2 v 20 lezen wij: "Gij echter hebt een zalving van den Heilige en gij weet dat allen".
Weer: de derde Persoon van de Heilige Drieëenheid, waarvan gesproken wordt als Iemand, die geheel uit eigen bevoegdheid een zalving kan geven, die zo duidelijk is, dat het voor degene, die deze zalving ontvangen heeft, een volkomen zekerheid is.
(Even deze tussengedachte: velen onder jullie zijn onder handoplegging gedoopt in de Heilige Geest. Voor de twaalf mannen in Efeze was die doop in de Heilige Geest van stonde af aan een volstrekte zekerheid: ze spraken in tongen en profeteerden. Misschien was bij jullie dat effect er op dat ogenblik óok wel....maar: is het er nóg. Even een zaak om over door te denken , die ik jullie nu aanreik).
Nog een derde benaming: In Hebr 9 v 14 wordt gesproken over 'de eeuwige Geest', waarmede opnieuw wordt gewezen op een kenmerk van Godheid; eeuwig : zonder begin en zonder einde.
Bij dez drie teksten wil ik het voor het ogenblik laten.Ik noem nog: - De Geest des levens: Romeinen 8 v 2 - De Geest der waarheid: Johannes 14 v 17: - de Trooster: Johannes 14 v 16.
Samenvattend zou ik dit willen zegen: wie gedoopt is met de Heilige Geest is in de sfeer gekomen van heiligheid, eeuwigheid, leven, waarheid en troost. Een goede sfeer om in te verkeren.
Maar nu iets anders; ik hoor sommigen van jullie al vragen: "Al goed....al goed...maar wij wilden eigenlijk iets weten over de 'gaven en de vrucht van de Heilige Geest'. Dat de Heilige Geest een zelfstandige verschijningsvorm is van de voor ons toch volstrekt onpeilbare Drieënige God....dat nemen we nu aan. Maar kom nu eens op met al die gaven en al die vrucht".
De volgende maal spreek ik met jullie over alle gaven, die in de Schrift genoemd worden. Dat zijn niet alleen de negen gaven uit dat bekende rijtje, maar er zijn er veel meer.
In Romeinen 8 v 9 wordt de Heilige Geest genoemd 'de Geest van Christus': "Gij daarentegen zijt niet in het vlees, ,maar in de Geest, althans , indien de Geest Gods in u woont.Indien iemand echter de Geest van Christus níet heeft, die behoort Hem niet toe".
In vorige bijbelstudies zagen wij, dat gezegd kan worden: "De Heilige Geest, die God is, gaat uit van de Vader".
Nu zouden wij kunnen zeggen: "De Heilige Geest, die God is, gaat uit van de Zoon".
Immers: hier wordt in éen adem genoemd: - de Geest Gods - de Geest van Christus.
Het valt allereerst op, dat er staat: "Indien iemand de Geest van Christus níet heeft, die behoort Hem niet toe". De eerste indruk zou kunnen zijn: "O....als ik de Geest van Christus níet heb, dan behoor ik niet aan Christus toe". Maar dat zou geen juiste gevolgtrekking zijn. Niet Christus is degene, aan Wie wij hier moeten denken, maar 'de Heilige Geest', (de Geest van Christus).
Iemand kan heel goed de Heer Jezus liefhebben, maar toch 'in het vlees zijn' en niet toebehoren aan de Heilige Geest. Neem nu die twaalf mannen, die Paulus in Efeze aantrof. Op zijn verwonderde vraag: "Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt?", konden zij alleen maar verlegen ontkennen. En toch waren deze mannen ernstige en godvruchtige 'Godzoekers', want toen Paulus meer licht voor hen deed opgaan, gingen zij daar enthousiast op in. Een kenmerk van een gelovige is, dat hij altijd doór wil groeien.
Mensen, die de Heer Jezus liefhebben, mogen zeker weten, dat zij bij volharding ook ooit eeuwig leven met Hem zullen hebben. Maar hinderlijk zullen deze lieve mensen ervaren, dat zij zo aards blijven denken. Zij kunnen niet goed denken in de termen van de onzichtbare wereld, waar uiteindelijk de echte strijd moet worden uitgevochten, samen met God en de heilige engelen aan de goede kant en satan en zijn slechte engelen aan de andere kant.
Maar wanneer de Heilige Geest, die ook van de door jullie zo beminde Heer Jezus uitgaat, in jullie woont, komt er meer perspectief in jullie leven. Toebehoren aan Jezus is een zeer kwetsbaar geluk, dat gemakkelijk uit de handen kan worden gerukt door de duivel en zijn bent. Maar:....'toebehoren aan Jezus', met de Heilige Geest wonende in je hart is een veel steviger bezit. Zeker; ook dan kun je de Heer Jezus nog uit je hart verliezen, maar dan is wel voorwaarde, dat je eerst de Heilige Geest uit je hart verloren hebt. En wie de verrukkingen van het 'leven in de Geest' heeft ervaren, die zal Gods Geest, Jezus' Geest, niet kwijt willen.
Wanneer de Geest van God in je is, dan ben je 'in de Geest', dan leert die Geest je veel meer dingen over God en Jezus, dan je ooit voor mogelijk zou hebben gehouden.
Bij de doop in de Heilige Geest wordt de geest van de mens verbonden of gehuwd met de Geest van God. De geest van de mens behoort nu aan de Heilige Geest toe, zoals een vrouw aan de man. "Die zich aan de Heer hecht, is éen geest met Hem". (1 Corinthe 6 v 16-17) Wij kennen allen de tekst uit Genesis 2 v 24: "Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en zij zullen tot éen vlees zijn".
Maar....deze tekst aanhalende zegt Paulus in Efeze 5 v 31 en 32 afsluitend: Dit geheimenis is groot , doch ik spreek met het oog op Christus en de gemeente". Wij zouden mogelijk deze diepe gedachte zó kunnen overbrengen in Nieuw-Testamentische begrippen: "Daarom zal de Heilige Geest, uitgaande van de Vader en de Zoon, de gemeente aanhangen en die twee zullen tot éen geest zijn". Want niet alleen hoort de gemeente aan de Heilige Geest toe, zoals een vrouw aan een man toebehoort. Maar de Heilige Geest wil niets liever dan toebehoren aan de gemeente en aan elk van haar afzonderlijke leden, zoals een man aan een vrouw toebehoort.
En Jezus en zijn Vader en de Heilige Geest blijven zo dicht aan elkaar verbonden, dat wij de Heilige Geest ook kunnen aanduiden als 'de Levensgeest van het lichaam des Heren, de gemeente'.
En zo absoluut nodig is de Heilige Geest voor de eenheid van de gelovigen, dat in 1 Corinthe 12 v 13 staat: "Want door éen Geest zijn wij allen tot éen lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, (hetzij Nederlanders, hetzij Iraniërs), het zij slaven, hetzij vrijen, (hetzij gefortuneerden, hetzij onbemiddelden), en allen zijn wij met éen Geest gedrenkt".
De tegenstelling in deze tekst is dus niet: gelovig of ongelovig, serieus of minder ernstig, maar....vleselijk of geestelijk, zich alleen bewegende in de zichtbare wereld , of : maar ook steeds meer in de onzichtbare wereld.
Lieve vrienden en vriendinnen; het gevaar blijft voor diegenen onder jullie, die gedoopt zijn met de Geest, dat je terugvalt en dat tegen jullie gezegd zou moeten worden, zoals dat ook tegen de gemeente in Efeze gezegd moest worden: "Gedenkt dan van welke hoogte (in de onzienlijke wereld) gij gevallen zijt en bekeert u".(Openbaring 2 v 5).
Lieve vrienden; jullie, die zo dapper 'in de Geest zijn gaan leven':...niet eindigen met 'het vlees', (Galaten 3 v 3).
Ook geen nijd en twist onder jullie.... ik weet, dat er op H.Q. dikwijls verlokkingen zijn om tot nijd en twist te komen, doordat woorden van anderen als opruiend en 'strijig' worden ervarten. Niet doen hoor, want dan ga je weer vleselijk leven als onveranderde mensen, (1 Cor 3 v 3).
O, wat zou ik het jullie allemaal toewensen, dat je steeds meer zou gaan leven als 'zonen Gods', (Romeinen 8 v 14), die door de Heilige Geest geleid worden en naar wier openbaring de zuchtende schepping reikhalzend uitziet.
Andere teksten, die verwijzen naar de relatie tussen de Heilige Geest en de Heer Jezus, noem ik nu even: Handelingen 16 v 7:Geest van Jezus; Geest van Jezus Christus, (Filippenzen 1 v 19); de Geest zijns Zoons, (Galaten 4 v 6). Zij openen alle heerlijke perpectieven. Ontdek die zelf maar eens.
Ook dit maal zwaar aangeleund tegen J.E.v.d.Brink...och; ik zeg dat zo nu en dan maar eens
In Richteren 6 v 34 zien wij de Heilige Geest weer.
"Toen vervulde de Geest des HEREN Gideon, hij blies op de horen, en de Abiëzrieten werden opgeroepen om hem te volgen".
Belangrijk is hier, dat de Heilige Geest in het Oude Testament toch een meer beperkte werkkring had. Hij vervulde op bepaalde ogenblikken mensen om een bepaald doel voor God te bereiken. In het Nieuwe Testament zien we Hem met een veel wijdere opdracht: mensen vervullen tot steeds groter inzicht in de blijde geheimen van God.
Maar ook in het Oude Testamen is het al zo: waar de Heilige Geest komt , daat komt ACTIE.
Gideon verzamelt een leger.
In het Nieuwe Testament zegt Jezus in Lucas 4 v 18: "De Geest des Heren is op mij, daarom, dat Hij mij gezalfd heeft: - om aan armen het evangelie te brengen. En (die Geest des Heren) heeft Mij gezonden: - om aan gevangenen loslating te verkondigen - en aan blinden het gezicht - om verbrokeken heen te zenden in vrijheid - om te verkondigen het aangename jaar des Heren".
Hier is dus 'de Geest des Heren' onbelemmerd werkzaam in een heilig mens, dat de boodschap van de Heilige Geest uitdraagt: - evangelieverkondigen aan mensen, op een gelukkige manier 'arm geworden' aan andere , belemmerende inzichten - vrijmaking voor hen, die door de duivel gebonden zijn - geestelijk ziende worden voor geestelijk blinden - 'Het koninkrijk van God is in aantocht en het ís er in beginsel ook al'.
Die boodschap mocht Jezus uitdragen. En naar de mate van hun 'steeds meer op Hem gaan lijken' mogen de gelovigen dat ook.
Tot zover over De Heilige Geest in relatie tot God. Er zijn nog meerdere teksten:1 Kor 6 v 11;Jesaja 61 v 1; 2 Kor 3 v 3. Maar ik krijg geleidelijk aan inzicht in de manier, waarop ik deze rijke stof aan jullie ga voorleggen en ga volgende week met jullie spreken over: De Heilige Geest in relatie met de Zoon.
Eerst een aanhaling: "Of we dat nu willen of niet, als mensen van de bijbel, die geloven, dat de Schrift het goddelijk geïnspireerd woord van God is, zijn wij verplicht te weten wat de Schrift ons leert over de Heilige Geest... Ik ben het direct eens met diegenen die beweren, dat een laag peil van geestelijk leven in de kerk, nu en in iedere tijd , voornamelijk te wijten is aan het feit, dat zovelen zich niet bewust zijn van de waarheid omtrent de persoon en het werk van de Heilige Geest"
(Martyn Loyd Jones- God de Heilige Geest, uitgave Groen, 1999 , blz 14)
Ik vul dit nog als volgt aan: In 1936 zat ik als dertienjarige jongen in de Gereformeerde kerk onder het gehoor van dominee van Munster. En die morgen begon do zijn prediking als volgt: "Lieve mensen; wij spreken vaak over God en over Jezus. Maar....hebben jullie er wel eens bij stilgestaan, dat de Heilige Geest zo dicht bij ons is en er in de bijbel zoveel over de Heilige Geest wordt gesproken".
Ik weet nog, dat er een schok van interesse door de kerk voer: hé...iets nieuws!
Van zo ver zijn wij dus gekomen.
Maar dezer dagen word ik in een lezingenreeks over de Heilige Geest nog wel door iets anders verrast dan door de - verhoudingsgewijs- vrij weinige teksten, die do toen gaf. Ik word overrompeld door de veelheid van teksten, die over 'de Heilige Geest' spreken.
Ik werk de uitstekende 'hand out', die broerder Coos de Vink ons aanbood, nu uitvoerig uit.
Eerst valt op, dat De Heilige Geest genoemd wordt in relatie met God de Vader.
Hij wordt genoemd: "Geest van God' in Genesis 1 v 2;
"De aarde nu was woest en ledig en duisternis lag op de vloed. EN DE GEEST GODS ZWEEFDE OVER DE WATEREN".
Na dat heerlijke 'Genesis 1 v 1': "In den beginne schiep God de hemel en de aarde" wordt er zo dreigend gesproken over 'woestheid en ledigheid en duisternis'.
En dan opeens als een klaroenstoot: "En de Geest van God zweefde over de wateren".
Lieve luisterenden: mijn aandacht is allereerst bij jullie; er zijn er vast wel enkelen onder jullie, die nu zeggen: "Gunst; zo kan ik mijn leven omschrijven op dit ogenblik: een puinhoop vol woestheid en ledigheid en duisternis".
Maar dan weten jullie nu vast, dat God, die zich aan ons ook openbaart als een afzonderlijk Goddelijk persoon: de Heilige Geest, over dat gevaarlopende leven van jullie beschermend wil zweven tot volkomen herstel: - om elke woestijn te veranderen in een gaarde, (een tuin), Jesaja 32 v 15 - om elke puinhoop te veranderen in een bloeiende stad, Jesaja 44 v 26 - om elke duisternis te doen opklaren, Psalm 18 v 29.
Dat deed God de Heilige Geest tóen.....dat wil Hij nú doen.
Nu zou je tegen mij kunnen zeggen:
"Ger....Coos gaf tot nu toe driehonderd teksten. Als je zo doorgaat, duurt het zes jaar voor wij aan de uitleg over 'Geestesgaven' en 'Geestesvrucht' toe zijn".
Ik weet het...ik wéet het...ach, we zien wel: komt tijd komt raad.
Ik wilde juist aan de gang met 'de Heilige Geest', toen er opeens een gedachte bij mij opkwam: het is goed, dat je even aandacht schenkt aan 'de Engel des HEREN', die zovele malen in het Oude Testament voorkomt.
Onze Heer Jezus Christus in het Nieuwe Verbond wordt voortdurend door iedereen doorgelicht. Bestrijders van de Drieënheid zijn voortdurend op Jezus gefocust, want zij willen Hem tot 'louter mens' degraderen en daartoe is voor hen een aanval op de Drieëenheid een gewild middel. De 'ontgoddelijking' van Jezus is het uiteindelijke doel van al die aktiviteiten. Maar de raadselachtige figuur van 'de Engel des Heren' in het Oude verbond wordt met geen enkel woord genoemd in al die betogen.
We lezen eerst even Genesis 16 v 7: "De Engel des HEREN trof haar (Hagar) aan bij een waterbron in de woestijn, bij de bron aan de weg naar Sur".
Wij kennen allen de nare voorgeschiedenis. Ik ga die nu niet herhalen. Maar wanneer Hagar in grote nood is, dan is daar opeens 'DE ENGEL'. Niet zomaar een engel, want deze ENGEL spreekt met een volmacht, die geen engel zal aandurven. Want deze ENGEL zegt: "Ik zal uw nageslacht zeer talrijk maken....enz", v 10, op een manier, zoals alleen God kan spreken. En in v 13 zegt Hagar: "U...de ENGEL dus- bent een God des aanziens, want....ik heb niet naar U omgezien, maar U naar mij wel!!!".
De Korte Verklaring zegt hierover: "Wij kunnen 'de ENGEL' niet anders beschouwen dan als een bijzondere manifestastie van het Goddelijk Wezen zelf. De Christelijke exegese heeft deze manifestatie in verband gebracht met de tweede Persoon van de Heilige Drieëenheid".
Maar elders in de bijbel staat: "Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid", (Hebr 13 v .
Als dat zo is, dan zullen wij in 'de ENGEL' trekjes mogen ontwaren, die wij ook bij de Heer Jezus waarnenmen. En let nu eens op, wat Hagar zegt: "Ik keek niet naar U om, maar U naar mij wél"
En mogen wij ook niet hetzelfde van de Heer Jezus zeggen. Is ook Hij niet voor ons, zoals 'de ENGEL' voor Hagar.
En zoals 'de ENGEL' er was, toen zwangere Hagar, een kwetsbaar mensenkind, in de woestijn in grote nood verkeerde, zo is ook de Heer Jezus voor ons, kwetsbare en domme mensen, eveals Hagar door eigen schuld in grote moeilijkheden, er met troostrijke woorden.
Mensen, ik ga de vele, vele teksten over 'de ENGEL' nog eens na om nog meerdere gelijkenissen met de Heer Jezus te vinden.
- DE ENGEL redt uit grote zielennood, Genesis 22 v 11 - HIJ opent de ogen voor reddend water, Genesis 21 v 17 - HIJ verlost uit alle nood, Genesis 48 v 16 - HIJ beschermt tegen vijanden, Exodus 14 v 9 - HIJ redt, Jesaja 63 v 9 - HIJ geeft feestkleren in plaats van vuile kleren, Zacharia 3 v 4 - HIJ bemoedigt en krikt het moreel op, Richteren 6 v 12 - HIJ....ach, wat zal ik nog meer noemen.
Is het geen heerlijke gedachte, dat Onze Heer Jezus Christus als de 'tweede persoon van het Goddelijk wezen' al vanaf de dagen van Abvraham 'stage' op aarde liep, zich vertrouwd maakte met zijn toekomstig werkgebied, al vooronderzoek deed daar, waar eens zijn grote taak zou komen te liggen. En toen al was Hij dezelfde, die Hij eeuwig blijven zal.
Met deze overdenking heb ik aan de opwellende gedachte- naar ik meen- voldoende recht doen wedervaren. De volgende keer gaan wij dan verder met: De Heilige Geest in het Oude Testament.
Efeze 5 v 1 "Wees dan navolgers van God als geliefde kinderen en wandelt in de liefde, zoals ook Christus ú heeft liefgehad en zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk".
Kinderen van God, wedergeborenen, kinderen van het koninkrijk, kinderen van de wijsheid, worden hier weer als volgt gekenschetst; - Navolgers van God - mensen, die 'in de liefde wandelen' - mensen, die Onze Heer Jezus Christus tot voortdurend voorbeeld hebben - mensen, die Hem ook willen volgen in zijn offerbereidheid.
Wel; dat is heel wat; ik zei het al: wedergeboorte is een voortgaand gebeuren. Wie door God is omarmd in de wedergeboorte, kan steeds meer van zijn sfeer gaan inademen en uitademen. - Zo iemand leert God na te volgen. Gods liefde, zijn blijdschap, zijn vrede enz enz zijn oneindig, maar wedergeborenen gaan, als dit heerlijk proces steeds doorgaat, ook steeds meer van zijn liefde tonen in hun handel en wandel.
Die liefde kan zich bij jeugdigen daarin uiten, dat zij van binnen de wil krijgen om tegenstrevers op school, pesters soms, te gaan liefhebben. Het kan zijn, dat je op het schoolplein begroet wordt met kreten als: "Ha...daar is 'ons relitrutje' weer....of 'ons reliknuppeltje'". Maar ik kan mij voorstellen, dat de aldus aangesprokene plotseling ophoudt om met zijn vuisten gebald in zijn broekzak onder allerlei opmerkingen dóor te lopen en dat er plotseling dat denken is: "Ik wil van ze houden en voor ze bidden....niet later...maar nu. Ik ga niet halfzacht als een 'softy' doen, maar innerlijk wil ik net als Christus voor ze zijn. De Heer Jezus offerde zich voor de mensen en het was voor God een 'goede lucht'. Ik wil mijn gebeden voor hen offeren, want het grote offer heeft Jezus al gebracht. En mijn gebeden maken od weer blij".
En wanneer er dan een aankomt en zegt: "Je hebt mijn fiets omgegooid", zuiver om ruzie uit te lokken, dan zegt de nog o zo piepjonge wedergeborene, (in alle betekenissen van het woord) niet: "Nee; dat heb ik niet gedaan", maar hij weet, dat een zacht antwoord de grimmigheid afkeert(Spreuken 15 v 1) en vraagt de Heer om hem op dat ogenblik woorden te geven, die de sfeer wat lichter maken.
Dus , lieve vrienden en vriendinnen; naast alle goede begrippen, waar wedergeboorte voor staat, komt er nu iets bij: "Kinderen van de liefde", mensen, die deze liefde van Godswege ook uitdragen.
Nu zul je mogelijk zeggen: "Ger...ik ben zestien. Ik leef in zo'n heel andere wereld dan jij. Laatst drongen er een paar voor bij het boekenruilen. Ik zei er wat van en ze sloegen met vier man op me in. Daar heb je nu een practijkgeval. Wat had ik dan moeten doen dan terugvechten en hopeloos op de grond liggen wachten - want ik verloor het- tot er hulp kwam"
Joh....wat een moeilijke vraag. Maar ik ben er zeker van, dat de Heer ook voor die situatie in nieuwe dergelijke gevallen hulp kan bieden. Je bent toch een kind van Hem!
Maar wanneer je de wedergeboorte in je hart voelt juichen, dan kan het niet anders of je wilt aan alle eisen, die deze heerlijke situatie van binnen stelt, graag naar buiten toe voldoen. Ook in die huiveringwekkende toestand, die jij daar schetst, kan de Heer je helpen.
Efeze 5 v 1 "Wees dan navolgers van God als geliefde kinderen en wandelt in de liefde, zoals ook Christus ú heeft liefgehad en zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk".
Kinderen van God, wedergeborenen, kinderen van het koninkrijk, kinderen van de wijsheid, worden hier weer als volgt gekenschetst; - Navolgers van God - mensen, die 'in de liefde wandelen' - mensen, die Onze Heer Jezus Christus tot voortdurend voorbeeld hebben - mensen, die Hem ook willen volgen in zijn offerbereidheid.
Wel; dat is heel wat; ik zei het al: wedergeboorte is een voortgaand gebeuren. Wie door God is omarmd in de wedergeboorte, kan steeds meer van zijn sfeer gaan inademen en uitademen. - Zo iemand leert God na te volgen. Gods liefde, zijn blijdschap, zijn vrede enz enz zijn oneindig, maar wedergeborenen gaan, als dit heerlijk proces steeds doorgaat, ook steeds meer van zijn liefde tonen in hun handel en wandel.
Die liefde kan zich bij jeugdigen daarin uiten, dat zij van binnen de wil krijgen om tegenstrevers op school, pesters soms, te gaan liefhebben. Het kan zijn, dat je op het schoolplein begroet wordt met kreten als: "Ha...daar is 'ons relitrutje' weer....of 'ons reliknuppeltje'". Maar ik kan mij voorstellen, dat de aldus aangesprokene plotseling ophoudt om met zijn vuisten gebald in zijn broekzak onder allerlei opmerkingen dóor te lopen en dat er plotseling dat denken is: "Ik wil van ze houden en voor ze bidden....niet later...maar nu. Ik ga niet halfzacht als een 'softy' doen, maar innerlijk wil ik net als Christus voor ze zijn. De Heer Jezus offerde zich voor de mensen en het was voor God een 'goede lucht'. Ik wil mijn gebeden voor hen offeren, want het grote offer heeft Jezus al gebracht. En mijn gebeden maken od weer blij".
En wanneer er dan een aankomt en zegt: "Je hebt mijn fiets omgegooid", zuiver om ruzie uit te lokken, dan zegt de nog o zo piepjonge wedergeborene, (in alle betekenissen van het woord) niet: "Nee; dat heb ik niet gedaan", maar hij weet, dat een zacht antwoord de grimmigheid afkeert(Spreuken 15 v 1) en vraagt de Heer om hem op dat ogenblik woorden te geven, die de sfeer wat lichter maken.
Dus , lieve vrienden en vriendinnen; naast alle goede begrippen, waar wedergeboorte voor staat, komt er nu iets bij: "Kinderen van de liefde", mensen, die deze liefde van Godswege ook uitdragen.
Nu zul je mogelijk zeggen: "Ger...ik ben zestien. Ik leef in zo'n heel andere wereld dan jij. Laatst drongen er een paar voor bij het boekenruilen. Ik zei er wat van en ze sloegen met vier man op me in. Daar heb je nu een practijkgeval. Wat had ik dan moeten doen dan terugvechten en hopeloos op de grond liggen wachten - want ik verloor het- tot er hulp kwam"
Joh....wat een moeilijke vraag. Maar ik ben er zeker van, dat de Heer ook voor die situatie in nieuwe dergelijke gevallen hulp kan bieden. Je bent toch een kind van Hem!
Maar wanneer je de wedergeboorte in je hart voelt juichen, dan kan het niet anders of je wilt aan alle eisen, die deze heerlijke situatie van binnen stelt, graag naar buiten toe voldoen. Ook in die huiveringwekkende toestand, die jij daar schetst, kan de Heer je helpen.
"Gelooft in het licht, zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn".
Dit is eigenlijk de laatste raad, die Jezus in zijn openbaar onderwijs geeft. Daarna is het over en uit voor de grote massa van de Joden. Ze bleven maar bezig met debateren over en kritiseren van het licht. Hierna gaat Jezus van hen weg en begint het grote slotdeel: de onderwijzing tijdens het laatste avondmaal aan de discipelen.
Wij zien hier in het kader van ons onderwerp, dat een 'wedergeborene' op allerlei andere manieren wordt betiteld: - kind van God, kind van het koninkrijk - kind van de wijsheid - en nu: kind van het licht.
Jezus is het licht van de wereld, ( Johannes 8 v 12; 9 v 5). Ook nu zijn er tallozen, die altijd maar blijven redeneren, zonder ooit eens 'spijkers met koppen te slaan' in pósitief opzicht. Ook nu is Jezus het licht. Maar mensen, die allemaal maar vruchteloos blijven redekavelen over Hem en over zijn licht, merken op de duur, dat er 'spijkers met koppen geslagen worden' in négatief opzicht door 'anderen', nu zij zelf maar om de zaak heen blijven draaien: vers 35 zegt: "De duisternis gaat je overvallen en je weet niet, waar je dan heengaat'. Wel; dat weet 'die andere' de duivel dan wel voor je.
Ik zou wel willen, mijn vriendinnen en vrienden, dat jullie tegen al die vruchteloze redenaarstalenten rondom jullie eens zouden zeggen: "Geloof nu eens in het licht. Het is er nu nog. Straks komen de zeven bazuinen en dan wordt het licht zó verduisterd door de demonen, dat je er niet meer bij kunt. En wanneer je in Jezus' licht gaat geloven, dan gaat het steeds verder, naarmate je verder wilt. Je kunt van een gelovige, een bekeerde, een wedergeborene worden; in Gods gemeenschap en in zijn sfeer gaan leven. Echt; je moet je haasten . Het is een levenskwestie. Elke dag hoor je van mensen, ook jónge mensen, die om het leven komen door allerlei omstandigheden. Heus: haast is geboden".
Ik kauw jullie nu maar niet voor, wat je tegen je aarzelende vrienden en vriendinnen zou kunnen zeggen. Vorm die woorden van mij maar om naar de practijk van jullie jeugdige wereld.
Maar houd je gesprekpartners wel voor ogen, dat het een heerlijke zaak is om wedergeboren te zijn, te ademen in Gods sfeer, in zijn licht, Wat is het goed om te wandelen in het licht van zijn aanschijn; om met een oude psalmberijming te spreken;(psalm 89 v 7): "Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort! Zij wand'len Heer in 't licht van 't godd'lijk aanschijn voort; Zij zullen in uw naam zich al de dag verblijden. Uw goedheid straalt hun toe, uw macht schraagt hen in 't lijden; Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, Maar uw gerechtigheid hen naar uw woord verhogen".
En ik maak me toch sterk, dat je hoorders onder de indruk zullen zijn, wanneer je in die onbetaalbare en niet-na-te-bootsen 'eigen taal van jullie' tegen hen zegt: "Treuzel nu toch niet langer. Geloof de Heer Jezus als jouw lichtbrenger. Lees de bijbel, bid elke dag, zodat je eindelijk gaat groeien, geen grootgegroeide kleuter blijft. Heus; het is zo heerlijk om wedergeboren te zijn, een kind van God, een kind van het licht: - volkomen gelukkig en op weg naar veel volkomener geluk door het luisteren naar Gods lieflijke stem - wandelen bij de sterkste en beste lamp, die er maar is; gewaarschuwd tegen alle oneffenheden - overwinning over alle neuzelige depressies door een voortdurend innerlijk verblijden in de kracht van Gods naam - niet meer beklemd door de slechtheid van het leven-van-alle-dag, en je eigen onmacht, maar verkwikt door Gods goedheid en macht - niet meer bang voor die diepe put, op de rand, waarvan je staat, maar blij wetend, dat Gods trouw er is - niet meer'onvolgroeid blijven', maar verhoogd worden tot volwaardig menszijn, op een manier, zoals geen pen die kan beschrijven.
Nodig ze allen uit om 'kind van het licht, kind van het Licht' te worden.
"Wie het koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal dat koninkrijk voorzeker niet binnengaan".
Ik volg nu eerst de 'Korte Verklaring': ............ Het komt voor 'een deel in het koninkrijk Gods en zijn heilsgoederen' aan op: kinderzin. Een kind weet niet van pretenties of aanspraken. Het heeft geen weet van 'eisen krachtens verdienste'. Het gelooft, vertrouwt, neemt aan en geniet. Eerst met zulke kinderzin kunnen wij ingaan in het koninkrijk Gods, zonder met eigen waardigheid of aardse hoogheid aan te komen en door eenvoudig, oprecht, kinderlijk geloof. Dat stelde de Heer nu aanschouwelijk voor ogen door de toelating dezer kinderkens tot zich, en door hen tot zich te roepen en hun de handen op te leggen en hen te zegenen. Vergelijk ook Matth 18 v 2-4. ............... Eerder hebben jullie wellicht de indruk gekregen , dat bijbelbestudering met een toegewijd hart de sleutel was tot 'wedergeboorte', 'kind van God zijn' en welke heerlijke benamingen er ook verder mogen zijn.
Maar hier wordt gesproken over een 'kinderzin'.
Laten wij een voorbeeld nemen. Een kind heeft heerlijk geravot in een speeltuin. Moe daarvan gaat het nu naar zijn vader en kijkt smekend naar hem op. Vader is- om met Annie M.G. te spreken- voor dat kind immers 'een mengeling van God en Sinterklaas'.
Zo'n kind gelooft, dat pa hem ook zonder woorden begrijpt. Het kind- beneden de tien- vertrouwt, dat pa uit die altijd volle portemonnee van hem zeker wel de middelen tot aankoop van een waterijsje zal verstrekken. En wanneer pa dat veel meer dan dat geeft, (Ef 3 v 20), neemt zo'n kind dat aan, zonder te vragen: "Kán dat nu wel pa?" Vrolijk dansend gaat het heen om te genieten.
Zoals de beste vader, zo is ook God, zo is ook onze Heer Jezus. Jezus riep de kinderen zelf. En toen ze kwamen, legde Hij hun de handen op en zegende hen.
Het is goed om nu samen te bidden tot God:
"Heer ...wij willen zo graag probleemloos, als een kind, geloven, vertrouwen, aannemen en genieten. Maar uit onszelf kunnen wij dat niet. Wilt U ons daarbij helpen. Dank U Heer".
En laten wij dan de aaneming van dat gebed en het effectueren en uitwerken nu maar aan de Heer God overlaten in kinderlijk, eenvoudig, oprecht geloof.
"De wijsheid is gerechtvaardigd door haar kinderen". (Lucas 7 v 35)
Hier is dus sprake van 'kinderen van de wijsheid'. Gezegd kan ook worden : 'God in zijn wijze plannen en wegen'.
De aanduidingen voor een 'wedergeborene' zijn dus niet alleen: 'kinderen van God, kinderen van de Allerhoogste, kinderen van het koninkrijk', maar ook 'kinderen van de wijsheid'.
Mensen, die nooit werkelijk in Gods sfeer komen, blijven toch eigenlijk altijd een tikje onvolgroeid, een beetje onvolwassen. Dat ligt dus niet aan hun aardse wijsheid, die soms formidabel is. Maar de enige manier om werkelijke volwassenheid te bereiken, te groeien naar de volkomenheid, het wezenlijke menszijn, zoals door God bedoeld, ligt toch alleen maar in 'het ademen in de sfeer van God', die ook de 'voor de mensen bedoelde sfeer' is, de enige sfeer, waarin wij werkelijk in het klimaat van de groei komen, die God voor mensen bestemd heeft.
Onze Heer Jezus Christus haalt de 'onvolgroeide mensheid' enkele verzen hiervoor aan in hun wezenlijke zíjn. Zij zijn als kinderen, die op de markt een spel spelen. Maar het wil niet vlotten en nu zitten zij elkaar van weerszijden 'uit te lellen'. Zij hebben met lange gezichten van Johannes de Doper gezegd: "Och....die vent was gek". En nu zeggen ze weer van Jezus: "een drinkebroer en een vraatzuchtige". Het is ook nooit goed.
En nu zegt Jezus over de 'kinderen van de wijsheid', dat zij zich laten leiden en onderwijzen , verlossen, heiligen en zaligen door de wijsheid van God. Zij prijzen God naar zijn grootheid en goedheid en wijsheid. Bij hen geen spoor van kleinheid ; neen hun hele leven is éen volwassen loflied op de Heer.
En dat niet alleen: Gods heilswerk in hen blinkt zo uit, dat de niet in Gods sfeer levenden moeten erkennen, dat bij God alleen de werkelijke groeikracht is gelegen, dat zijn wijsheid levenselixer is, dat Hij gerechtvaardigd wordt door de schitterende resultaten in zijn beminden.
Wel; lieve vrienden en vriendinnen. Jullie zullen wel zeggen: "Gunst...ik dacht, dat ik wedergeboren was. Bush zegt het ook van zichzelf, en dan denk je: 'Nou ja....Bush'...maar wanneer ik dat zo hoor": (Philipp 2 v 14 en 15) "Doet alles zonder morren en bedenkingen" (kleinekinderengedoe) "opdat gij onberispelijk en onbesmet moge zijn, onbesproken kinderen Gods temidden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld...", dan breekt het zweet mij uit.
Lieverds, moed houden.... ikzelf ben ook nog steeds bezig , net als jullie. Ik weet het wel te zéggen, maar aan het dóen ontbreekt ook bij mij nog wel veel. Bekering is een voorgaand proces, wedergeboorte ook.
In ieder geval, er wordt nog wel het een en ander van jullie verwacht, 'lichtende sterren in aanbouw'. En lief zijn hoor voor het 'ontaard en verkeerd geslacht'. Tot voor kort hoorde je daar nog bij. Maar nu ben je in trainig voor iets heel goeds.