"Wie het koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal dat koninkrijk voorzeker niet binnengaan".
Ik volg nu eerst de 'Korte Verklaring': ............ Het komt voor 'een deel in het koninkrijk Gods en zijn heilsgoederen' aan op: kinderzin. Een kind weet niet van pretenties of aanspraken. Het heeft geen weet van 'eisen krachtens verdienste'. Het gelooft, vertrouwt, neemt aan en geniet. Eerst met zulke kinderzin kunnen wij ingaan in het koninkrijk Gods, zonder met eigen waardigheid of aardse hoogheid aan te komen en door eenvoudig, oprecht, kinderlijk geloof. Dat stelde de Heer nu aanschouwelijk voor ogen door de toelating dezer kinderkens tot zich, en door hen tot zich te roepen en hun de handen op te leggen en hen te zegenen. Vergelijk ook Matth 18 v 2-4. ............... Eerder hebben jullie wellicht de indruk gekregen , dat bijbelbestudering met een toegewijd hart de sleutel was tot 'wedergeboorte', 'kind van God zijn' en welke heerlijke benamingen er ook verder mogen zijn.
Maar hier wordt gesproken over een 'kinderzin'.
Laten wij een voorbeeld nemen. Een kind heeft heerlijk geravot in een speeltuin. Moe daarvan gaat het nu naar zijn vader en kijkt smekend naar hem op. Vader is- om met Annie M.G. te spreken- voor dat kind immers 'een mengeling van God en Sinterklaas'.
Zo'n kind gelooft, dat pa hem ook zonder woorden begrijpt. Het kind- beneden de tien- vertrouwt, dat pa uit die altijd volle portemonnee van hem zeker wel de middelen tot aankoop van een waterijsje zal verstrekken. En wanneer pa dat veel meer dan dat geeft, (Ef 3 v 20), neemt zo'n kind dat aan, zonder te vragen: "Kán dat nu wel pa?" Vrolijk dansend gaat het heen om te genieten.
Zoals de beste vader, zo is ook God, zo is ook onze Heer Jezus. Jezus riep de kinderen zelf. En toen ze kwamen, legde Hij hun de handen op en zegende hen.
Het is goed om nu samen te bidden tot God:
"Heer ...wij willen zo graag probleemloos, als een kind, geloven, vertrouwen, aannemen en genieten. Maar uit onszelf kunnen wij dat niet. Wilt U ons daarbij helpen. Dank U Heer".
En laten wij dan de aaneming van dat gebed en het effectueren en uitwerken nu maar aan de Heer God overlaten in kinderlijk, eenvoudig, oprecht geloof.
"De wijsheid is gerechtvaardigd door haar kinderen". (Lucas 7 v 35)
Hier is dus sprake van 'kinderen van de wijsheid'. Gezegd kan ook worden : 'God in zijn wijze plannen en wegen'.
De aanduidingen voor een 'wedergeborene' zijn dus niet alleen: 'kinderen van God, kinderen van de Allerhoogste, kinderen van het koninkrijk', maar ook 'kinderen van de wijsheid'.
Mensen, die nooit werkelijk in Gods sfeer komen, blijven toch eigenlijk altijd een tikje onvolgroeid, een beetje onvolwassen. Dat ligt dus niet aan hun aardse wijsheid, die soms formidabel is. Maar de enige manier om werkelijke volwassenheid te bereiken, te groeien naar de volkomenheid, het wezenlijke menszijn, zoals door God bedoeld, ligt toch alleen maar in 'het ademen in de sfeer van God', die ook de 'voor de mensen bedoelde sfeer' is, de enige sfeer, waarin wij werkelijk in het klimaat van de groei komen, die God voor mensen bestemd heeft.
Onze Heer Jezus Christus haalt de 'onvolgroeide mensheid' enkele verzen hiervoor aan in hun wezenlijke zíjn. Zij zijn als kinderen, die op de markt een spel spelen. Maar het wil niet vlotten en nu zitten zij elkaar van weerszijden 'uit te lellen'. Zij hebben met lange gezichten van Johannes de Doper gezegd: "Och....die vent was gek". En nu zeggen ze weer van Jezus: "een drinkebroer en een vraatzuchtige". Het is ook nooit goed.
En nu zegt Jezus over de 'kinderen van de wijsheid', dat zij zich laten leiden en onderwijzen , verlossen, heiligen en zaligen door de wijsheid van God. Zij prijzen God naar zijn grootheid en goedheid en wijsheid. Bij hen geen spoor van kleinheid ; neen hun hele leven is éen volwassen loflied op de Heer.
En dat niet alleen: Gods heilswerk in hen blinkt zo uit, dat de niet in Gods sfeer levenden moeten erkennen, dat bij God alleen de werkelijke groeikracht is gelegen, dat zijn wijsheid levenselixer is, dat Hij gerechtvaardigd wordt door de schitterende resultaten in zijn beminden.
Wel; lieve vrienden en vriendinnen. Jullie zullen wel zeggen: "Gunst...ik dacht, dat ik wedergeboren was. Bush zegt het ook van zichzelf, en dan denk je: 'Nou ja....Bush'...maar wanneer ik dat zo hoor": (Philipp 2 v 14 en 15) "Doet alles zonder morren en bedenkingen" (kleinekinderengedoe) "opdat gij onberispelijk en onbesmet moge zijn, onbesproken kinderen Gods temidden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld...", dan breekt het zweet mij uit.
Lieverds, moed houden.... ikzelf ben ook nog steeds bezig , net als jullie. Ik weet het wel te zéggen, maar aan het dóen ontbreekt ook bij mij nog wel veel. Bekering is een voorgaand proces, wedergeboorte ook.
In ieder geval, er wordt nog wel het een en ander van jullie verwacht, 'lichtende sterren in aanbouw'. En lief zijn hoor voor het 'ontaard en verkeerd geslacht'. Tot voor kort hoorde je daar nog bij. Maar nu ben je in trainig voor iets heel goeds.
"...hebt uw vijanden lief en doet hun goed en leent zonder op vergelding te hopen en uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen van de Allerhoogste zijn, want....(ook ) Híj is goed jegens de ondankbaren en bozen..".
Ik volg eerst maar weer 'de korte verklaring'. Waarom zou ik zelf het wiel gaan uitvinden. ..... "Hebt uw vijanden lief en doet hun goed en leent zonder op vergelding te hopen": hier zegt de K.V. niets bijzonders, maar ik heb dadelijk nog wel een opmerking.
"En uw loon zal groot zijn": de genadebeloning, die God schenken wil aan wie van harte in zijn wegen gaan en doen wat Hem welbehaaglijk is.
"En gij zult kinderen des Allerhoogsten zijn", dat wil zeggen: blijk er van geven, dat gij zijn Geest hebt en en dat uw hart en zin en innerlijk met zijn innerlijk in overeenstemming is, door zijn Geest bepaald.
"Want Hij is mild jegens ondankbaren en bozen": Dan vertoont gij in uw doen Gods beeld, en openbaart u zich als iemand, wiens bestaan en doen door Gods liefde beheerst wordt.
Het woord , hier door 'mild' vertaald, betekent allereerst: bruikbaar. En het heeft ook als betekenis vriendelijk, zacht en goed. Een kind van God, van de Allerhoogste, behoort liefde te bewijzen, goed te doen, hulp te bieden en van het nodige te voorzien. Hij behoort op zijn hemelse Vader te gelijken. Al dat heerlijke handelen behoort voort te komen niet uit een soort plichtsbetrachting, zo van: "O...ik móet dat....", maar uit een innerlijk gelijken op God. Zijn dóen komt voort uit zijn innerlijk wezen. Zo behoort ons doen ook voort te komen uit een innerlijke goedheid.
God geeft maar en geeft maar en vraagt als het ware niet van te voren, wat ervan terechtkomt, of de ontvangers boos zijn en zich ondankbaar zullen betonen. Dikwijls geeft God aan de ondankbaren nog meer dan aan zijn gunstgenoten. De rijke man uit Lucas 16 had het op aarde beter dan Lazarus. maar in de eeuwigheid waren de rollen omgekeerd. Toen bleek, dat God in zijn genade Lazarus tot zijn gunstgenoot verkoren had. ...........
Vrienden en vriendinnen; ik populariseer deze toch nog wat deftige woorden nu nog enigszins, hoewel jullie zullen opmerken: "Ger is toch ook weer te deftig in zijn praat om helemaal in ons hart te kunnen binnendringen".
Nu ja; ook ik heb mijn onmacht.
Maar goed; proberen maar weer:
Vijanden; wie heeft nu échte vijanden. maar goed; er zijn altijd wel mensen, die ons gekrenkt hebben; mensen, die wel eens- niet uit plagerij, maar uit kwaadaardigheid- gezegd hebben, toen wij onze uiterste best deden om iets uit te leggen: "Ik heb wel eens dóm iets uit horen leggen....maar dít, wat jij nu ten beste geeft....dit slaat toch werkelijk álles!!!"
En toen dachten wij misschien al, dat wij een vijand hadden en gingen die persoon met een bochtje uit de weg en konden niet vriendelijk meer over hem denken. En.....een echte vijand...o.la la...dat is nog wat anders. Ik ga daar nu niet over uitweiden. maar een kenmerk van een wedergeborene, van een 'kind van God' is bijvoorbeeld, datr hij aan mensen, die hem voortdurend dwars zitten, zijn gebeden en zijn voorspraak bij God maar geeft en geeft, zonder zich af te vragen: "Ik doe maar goed aan die ander...ik investeer maar liefde en begrip en gebeden in hem....en zal ik er wel ooit iets voor terugkrijgen?" Maar dat doet God ook. De rijke man uit Lucas 16 werd tijdens zijn leven op aarde 'als het ware 'gebraden in de boter'....en daar kwam niets van terug. Maar wanneer God jou een dergelijke opdracht geeft als wedergeborene...maar 'voortdurend vurige kolen op het hoofd van die andere stapelen',(Romeinen 12 v 20) zodat hij misschien eens ooit beschaamd zijnde, tot inzicht komt...en misschien ook niet...dan is dat een opdracht . En uit jouw bereidwillig volgen, zonderdat je je innerlijk geweld moet aandoen....daaruit blijkt je 'wedergeboren zijn'. Daaruit blijkt, dat je in Gods wegen gaat en doet, wat aan God vreugde bereidt. Daaruit blijkt je werkelijk 'wedergeboren zijn'...dat je hart en zin en innerlijk echt vol zijn van Gods Geest, die de jouwe heeft gehuwd. En je houdt dan toch de realiteit in het oog: ook dat is enkel en alleen Gods genade.
Een wedergeborene , een kind van God, een kind van het koninkrijk, een kind van de Allerhoogste bewijst dat alles door zijn bruikaarheid, zijn vriendelijkheid, zijn zachtheid en zijn goedheid.
Dus vrienden en vriendinnen; wanneer je zegt: "O....ik weet mij wedergeboren, maar ik voldoe nog niet aan al die vereisten, die hier worden opgesomd: - ik blijf maar zo'n verschroeiende hekel houden jegens die snertgriet in de klas, die- zuiver om mij te pesten- altijd mijn kleding hoont, ook al is die volstrekt hip en eigentijds, kortom niks mis mee; ze zóekt me - en vriendelijk, zacht , goed, hulpbiedend, van het nodige voorziend....mijn ouders spreken wel eens over andere begrippen, wanneer zijn mijn gedragingen gispen. En ik kán mij als 'wedergeborene' ook niet beroepen op mijn puberteit en zeggen, dat dit toch mijn puber-tijd is."....wat ga je doen: aan de Heer vragen om de wedergeboorte, (die een voortgaand proces is ,evenals bekering), steeds meer te doen beklijven in je binnenste.
En nu zul je zeggen: " 'gispen'...'beklijven'....en dan zégt hij wat van de Korte Verklaring...". Nu ja; ik doe mijn best. En zulke mooie, ouderwetse woorden...toch wel goed om die nog eens te horen!
Markus 10 v 15: "Wie het koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan"
We hadden al gezien, dat 'wedergeboorte' ook wel omschreven wordt als 'kind van God' en 'kind van het koninkrijk'.
De korte verklaring zegt bij deze tekst: "Jezus stelt de kinderen aan de volwassenen, aan de eigewijze discipelen tot een voorbeeld: als een kind moet men het koninkrijk ontvangen, anders komt men er niet in. Geen inbeelding dus en zelfverheffing, maar onbevangenheid en eenvoud; geen gedachte aan eigen waarde of verdienste of betekenis, maar VERTROUWEN: kinderlijk en onbepaald".
Nou zeg; daar hebben wij allemaal onze portie wel te pakken; wij willen zo graag wedergeboren zijn, kind van God, kind van het koninkrijk. Daarvoor is echter wel nodig, dat je : - je niets inbeeldt. Niet van jezelf denken, dat je zo geweldig bent, dat je vast geroepen bent, om leraar te zijn,( Jacobus 3 v 1). Daar staat: "Laat niet zovelen uwer leraars zijn, mijn broeders; gij weet immers, dat wij er des te strenger om geoordeeld zullen worden". - je geen last hebt van zelfverheffing: nu ja; laten wij allen onze bijdragen aan HQ eens nagaan. Soms komt het wel voor, dat de opponent genadeloos neergesabeld wordt. Wanneer echt enig spoor van liefde ontbreekt, kan hier een element in zitten van: "O Heer...ik dank U, dat ik niet ben zoals deze tollenaar". (Lucas 18 v 11) Gaan we er allen naar streven om liefdevol met elkaar om te gaan?!
Nog kort over de andere begrippen: - onbevangenheid, eenvoud - geen gedachte aan eigen waarde of verdienste of betekenis - vertrouwen: kinderlijk en onbepaald.
Wel; de Heer zal ons horen , wanneer wij in geloof en vertrouwen bidden: "O Heer....ik wil zo graag bij uw koninkrijk horen; en ik zit zo gevangen in allerlei ideeën: die kan mij kwaad doen en die kan ik gebruiken...ik denk zo ingewikkeld: is die tongentaal van mij nu echt wel 'van de goede kant'...Heer; ik belijd, dat alle waarde in mijn leven, alle verdienste, alle betekenis van dat leven alleen maar zijn terug te leiden op uw genade, die kracht geeft tot alles. Heer; ik wil niet vragen: 'Als u dit doet en dat en een hele riedel....dan zal ik ...( Genesis 28 v 20 en 21)". Nee ....gewoon...ook als het tegenzit...blijven vertrouwen....dank U Heer, dat U een verhorend God bent".
"Ik (Jezus) zeg u: 'Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader,die in de hemelen is, want....Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen...".(Matth 5 v 45)
Het is goed om je te realiseren, wat een wedergeborene naar buiten behoort te tonen, opdat aan anderen daarmede wordt verduidelijkt, dat het hier gaat over 'een kind van God, een kind van de hemelse Vader, een uit God geborene'.
Daar is allereerst: 'heb uw vijanden lief': het gebod van de liefde , zoals God, die eist, is niet alleen gericht op het verwante of het eigene, maar op de naaste, op een ieder, met wie wij naar Gods bestel te maken hebben. Die liefde berust niet op waardering, op medegevoel of bewondering, maar op gehoorzaamheid aan de wil van God.
(Let er op, dat ik hier nu weer de 'Korte verklaring' tot richtsnoer neem. Sommigen van jullie zouden denken: "Waar haalt die Ger het toch allemaal vandáan!? Wat een wijze vent". Nee dus. Híervandaan dus. Ik ga niet elke keer 'zelf het wiel uitvinden'. Overigens speel ik niet de hele tijd 'leentjebuur' hoor. Ik doe er ook wel eens iets eigens bij).
Maar goed; 'bid voor hen, die u vervolgen': Men moet dus voor de vijanden 'hun heil van God afsmeken', (Lucas 23 v 34, Hand 7 v 59). Ga er maar aan staan, wanneer je in een Noord-Koreaans gevangenkamp zit en een bewaker roept: "Hé jij daar, Christen....nu heb je toch weer omhoog gekeken hè, inplaats van naar de grond...treed jij maar eens uit het gelid, dan zullen wij jou eens leren...". En toch acht ik het mogelijk, dat zo'n Christen onder de zweepslagen door voor de vijanden bidt, evenals Stefanus ooit , toen de stenen neersuisden. En Paulus zal er wel door aan het denken zijn gezet.
'opdat gij u kinderen moogt betonen van uw Vader in de hemelen'; wanneer een van jullie in moeilijkheden zou komen, die verband houden met vijandschap van anderen, dan is dit het waarmerk van jullie wedergeboren zijn: dat je voor die vervolgers bidt. Je wórdt dus door zulk handelen geen kind van God. nee; je toont naar buiten, dat je een kind van God bént.
'want Hij doet zijn zon opgaan over bozen en goeden en regent op rechtvaardigen en onrechtvaardigen'. Wat een stylist is de Heer Jezus; - niet de zon schijnt en de regen valt', maar: 'Hij doet zijn zon schijnen en Hij doet het regenen', direct tot de allereerste oorzaak doorstoten. - en dan dat 'bozen en goeden' en 'rechtvaardigen en onrechtvaardigen'. Die verfrissende afwisseling; eerst het negatieve en dan het positieve en daarna omgekeerd. Ook de achterliggende gedachte is zo meesterlijk: volkomen gelijke behandeling. (Even terzijde; dat blíjft natuurlijk niet zo; de uiteindelijke behandeling van bozen en goeden is geheel en al verschillend. Dit zeggen van Jezus heeft alleen betrekking op 'genadetijd', waarvan wij allen naarstig ten goede gebruik dienen te maken.
Maar jullie zien nu dus weer, hoe wedergeboorte naar buiten blijkt.
Matth 13 v 37 en 38: "Jezus antwoordde en zeide: 'Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; de akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het koninkrijk, het onkruid, dat zijn de kinderen van den boze' ".
Wij vinden hierbij nóg een omschrijving van 'wedergeborenen'. Wij kwamen al tegen, dat zij 'kinderen van God' werden genoemd. Nu heten zij ook 'kinderen van het koninkrijk'.
Wanneer Jezus hier spreekt van 'de Zoon des mensen', dan is dat een verborgen zelfaanduiding, die uitgaat van Daniël 7 v 13: "...en zie!...met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de 'Oude van dagen'en men leidde hem voor dezen; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is' ".
Wat moet onze Heer Jezus Christus al in zijn opgroeien een bijbelvorser zijn geweest, dat hij deze vrij onbekend tekst uit Daniël kende. Wat zal het een ontdekking zijn geweest voor Hem, toen God Hem openbaarde, dat Híj 'die zoon des mensen' was. En wat een schrander beleid om deze naam als schuilnaam te kiezen, zolang het nodig was, dat zijn majesteit enigszins verborgen bleef.
Maar dan die term: 'de akker is de wereld'. Wat een grootheid van denken, om op dat moment van zijn rondwandeling op aarde de hele wereld in alle menselijke generaties al te zien als zijn arbeidsveld.
En de nederige opstelling: Al is Jezus dan volgens Daniël de koning van de eeuwige heerschappij....toch geeft Hij hier al te kennen, dat hij ook maar- zélf en in zijn meezaaiende gelovigen - een nederig werktuig is, dat maar moet afwachten, wat er van zijn zaaien terechtkomt.
Maar het zaad, dat Jezus uitstrooit en dat- naast alle andere heerlijke dingen- ook verkondigt: "Niet uit eigen kracht; dan is níets blijvends mogelijk....maar uitgaande van God: dan is alles mogelijk"....dat zaad zijn de kinderen van God, de kinderen ook van het zich steeds meer ontplooiende rijk van God; het rijk mede van 'de blijvende en vaste normen en waarden', naar de formulering waarvan tegenwoordig zo naarstig wordt gezocht.
Het rijk, dat naast alle onnoemelijk vele heerlijke dingen ook deze grondnormen beleeft: - liefde, blijdschap , vrede - vriendelijkheid, lankmoedigheid, (geduld) - goedheid, trouw, - zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Het rijk, dat uitloop op 'de tempel van God, die onder de mensen is'; (Op 21 v 3).
Lieve vrienden en vriendinnen; voelen jullie deze normen en waarden al binnen in jullie groeien; wees blij en verheugd in den Here; het is opnieuw een aanwijzing, dat je kinderen van God bent, wedergeborenen.
Is het echter zo, dat je door de boosheid, die ook al in déze tijd ligt- en heus niet alleen in de volstrekte eindtijd- deze tijd met al die onderlinge bitsheid....dat je daardoor voelt, dat je liefde voor de medemensen aan het verkillen is, dat je blijdschap overwoekerd wordt door zuurheid en dat de onvrede over de 'dingen van alle dag', (nu weer Darfour), je uitzicht op de hemel verduistert, dat je vriendelijkheid verandert in een arrogante opstelling jegens anderen ...enz enz....wees dan waakzaam Ik weet het, ik weet het: overal vandaan komen van die nare impulsen, die je lankmoedigheid en zachtmoedigheid, je zelfbeheersing en je 'goed willen zijn voor iedereen'...ja zelfs je trouw aan de Heer zwaar op de proef stellen...maar blijf Jezus' hand vasthouden en houd vast aan eeuwige normen en waarden.
Matth 5 v 9 "Zalig zijn de vredestichters....want zij zullen kinderen Gods genoemd worden".
Hiervoor zagen wij, dat 'wedergeboren zijn' en 'uit God geboren zijn' twee omschrijvingen zijn van dezelfde zaak: kind van God .
Genoeg is verteld hiervoor, hoe een mens zo kan leven, dat God hem waardig keurt om wedergeboren te worden.
Maar hier wordt een wezenskenmerk van 'kinderen van God'...'uit God geborenenen'....'wedergeborenen' genoemd: Ze zijn vredestichters.
Ze zijn geen 'navelstaarders'...ze zijn niet onverschillig voor hetgeen er rondom hen geschiedt. Ze leven ook niet voor zichzelf: "Kijk mij eens wedergeboren zijn".....nee; zij zoeken overal, waar zij maar kunnen, de vrede en bevorderen die. Zij dragen daarin het beeld van hun hemelse Vader en zullen daarom ook als zodanig, (kinderen van God) erkend worden.
Wel; hier ligt voor ons een duidelijke vingerwijzing. Ben jij al een vredestichter? Nu dient dat begrip eerst een beetje toegelicht te worden.
Belangrijk is natuurlijk altijd, dat er vrede komt tussen God en mensen. Kijk eens in je omgeving of je ertoe kunt bijdragen, dat er vrede ontstaat tussen mensen binnen jouw gezichtskring en God.
En daarna is het toch ook heel belangrijk, dat je onder je medemensen niet rondgaat als een lasteraar, (Lev 19 v 16)...of met een bedrieglijke mond, (Spreuken 6 v 12)...of een van die kwalijke zaken meer. Dat past allemaal niet aan een wedergeborene. Eigenlijk spreekt dit van zelf, maar ga je innerlijk eens na.
Soms komt het voor, dat er in een hart ergens een diepe agressie schuilt, een zo diep ergeren aan medemensen, die dingen doen, die je niet aanstaan, dat het maar nauwelijks is weg te moffelen onder een gladgestreken uiterlijk en verhullende woorden.
Maak vrede met God, stel andere mensen in staat om vrede te krijgen met God; doe van je weg alle innerlijke agressie, maak dus eigenlijk vrede in jezelf.
Wie denkt daarbij niet aan de woorden van Paulus in Romeinen 7. Hij is op het spoor gekomen van 'pekelzonden', die zo dicht bij zijn persoonlijkheid, zijn volstrekte binnenkant liggen, dat ze daarvan bijna niet te scheiden zijn. Goed...het is hem dan gelukt,Gode zij dank, door Jezus Christus, onze Here!....maar wat een strijden ten bloede toe.(Hebr 12 v 4).
Datzelfde wordt van jullie verwacht. Het zal dikwijls vele jaren duren, voor je die 'pekelzonden' in de gaten hebt. Wedergeboorte is een voortgaand proces. Steeds meer zullen je ogen geopend worden voor dingen, die er nog aan haperen. Aarzel niet om elke verkeerde innerlijke situatie aan te pakken. Wees een vredestichter binnen in jezelf, zodat elke boze macht, die heel dicht verweven is met je innerlijkheid....elke macht, die denkt: "Hij vindt míj nooit", uiteindelijk openbaar wordt en moet vluchten en zijn oorlog stichtend geweld moet staken.
"Maar éen van hen, Kajafas, de hogepriester van dat jaar, zeide tot hen; 'Gij weet niets en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat éen mens sterft voor het volk...en niet het gehele volk verloren gaat. Doch dit zeide hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar, profeteerde hij, dat Jezus zou sterven, voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar om ook de verstrooide kinderen Gods bijeen te vergaderen" .
Door de hele geschiedenis heen zijn er mensen geweest, met een zó de Heer toegenegen hart, dat zij de wedergeboorte , het uit God geboren zijn, na ernstig(Hebr 11 v 6) zoeken, vonden of die hadden kunnen vinden, wanneer tijd of omstandigheden het hen niet onmogelijk hadden gemaakt om van God, laat staan van de Heer Jezus te weten, naar wie zij zo onbewust onstuimig hunkerden.
Al die kinderen Gods door alle tijden heen, worden door de Heer God gezien als verstrooide kinderen. Ze zijn op het moment van Kajafas' woorden nog niet geboren voor het merendeel, want de grote uitbreiding van het menselijk geslacht moet nog beginnen.
Maar voor God bestaan zij allen. Hun fouten, hun miskleunen, waardoor zij verstrooid raakten, zijn van eeuwigheid aan Hem bekend. Hij weet van hun uiteengejaagd worden door dieven, rovers en wolven, terwijl nog geen van deze dingen gebeurd zijn 'in de tijd'. Eigen zonde en list van de duivel heeft ze uiteengedreven. Maar God ziet zijn kinderen vanuit zijn tijdloosheid als reeds geboren en wedergeboren. Van eeuwigheid gelden zij als kinderen Gods. Toen zij zondigden en ongehoorzaam en ongelovig waren en van de goede herder niet wisten, werden zij door God reedsd aangemerkt als 'schapen van de kudde'.
En God had de wereld zo lief, dat Jezus voor die kinderen van God op aarde is gekomen om zijn overwinende, vreselijke strijd te strijden. En Kajafas, of alle people Kajafas!, getuigt, dat het nodig is, dat Jezus gedood wordt. Anders gaat een heel volk verloren.
(Nog even: Kajafas: "een heel volk gaat verloren voor ONS, Farizeeën. Ons melkkoetje gaat eraan". Maar hij heeft niet in de gaten, welk een indrukwekkende dubbele bodem in zijn platvloerse woorden verborgen ligt.)
Jullie, mijn vrienden en vriendinnen, bekeerd....diep bekeerd....door de lezing van Gods goede boek met een toegewijd hart, door de genade van God wedergeboren....jullie behoren tot een enorm wereldwijd net, tot een net, dat alle generaties omspant. Houd die schat vast. Eens zul je het zien, hoe jij met miljarden anderen als door een enorme magneet, toegetrokken wordt naar de kudde van God.
"Allen, die Jezus Christus aangenomen hebben, heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden; hun, die in zijn naam geloven....die uit God geboren zijn".
Toen jij de Here Jezus aannam als je Leidsman en Redder enz enz, toen had je nog niet in de gaten, wat een van zijn eerste gaven aan je dít zou zijn: Hij gaf je macht om een 'kind van God' te worden, iemand, die 'uit God geboren is'.
Op het moment, dat je snikkend naar voren kwam , heel erg in je gevoel en in je eenzaamheid en in je verwarring geraakt, met alleen déze idee in je hart: "O...bij de Heer Jezus moet ik zijn"....toen was je nog geen 'kind van God'.
Maar toen je 'de woorden zei', toen zei Jezus als het ware tegen je: "Hierbij mijn eerste geschenk: een cadeaubon, met daarop als tekst: 'Goed bij inwisseling voor 'het kindschap Gods' ".
Maar hoe wissel je de bon nu eens in. Hoe kan je, voor jouw deel bewerken, dat God , in zijn souvereine vrijmacht, bij jou een 'geestelijk' kind verwekt....dat er in jou een heel nieuw mens gaat groeien, dat je 'helemaal overnieuw mag beginnen met iets spiksplinternieuws in je'.
Zie nu eens na, hoe het in de natuurlijke wereld gaat; laten wij eens een heel ideaal geval nemen. Ergens is een jongeman, die wel een huwelijksrelatie wil aangaan. Hij ziet een jongedame, waarvan hij zegt: "Ja; deze zou het kunnen worden!".
Hij begint met haar aandacht op zich te vestigen. Het kan zijn, dat zij op zijn eerste schuchtere avances ingaat. Nemen wij nu aan, dat hij haar niet dagelijks ziet en e-mails gaat sturen. Dan is het toch wel zaak, dat de jongedame in kwestie iets met die e-mails dóet, contra e-mails gaat sturen, met hem in een wat hechtere relatie treedt van kennismaking door het uitwisselen van gedachten.
Maar als dat allemaal niets wordt, dan nokt onze ideale jongeman af, met een teleurgesteld: "Nee...dit wordt niets".
Op oneindig veel hoger vlak wil God ieder van ons als bruid. Hij kijkt niet naar de groep, Hij heeft ieder van ons op het oog.
Het kan zijn, dat een jong mens- en natuurlijk ook wel een oudere- na een aanvankelijke bekering, waardoor Gods aandacht op zo iemand werd gevestigd, verder niets doet. Aan Gods e-mails, zijn woord, zoals het in de bijbel tot mensen komt, wordt geen aandacht geschonken. Er wordt niet over zijn naam nagedacht. Goed; er wordt wel eens gezongen: "Jezus....wat een heerlijke naam, Mensenzoon, zoon van God, Lam op de troon. Blijdschap en vrede, genade en hoop, Al mijn schuld is weggedaan, Jezus , wat een heerlijke naam....", maar: wegschuilen bij die naam van Jezus, de heerlijkste manier, waarop God zijn naam aan ons heeft geopenbaard, is er niet bij. Het geloven áan de naam is niet wezenlijk veranderd in geloven ín de naam. Wel; dan is er geen vruchtbare bodem voor het zaad van God, dat tot wedergeboorte leidt.
Maar....wanneer daar een hartelijk begeren is om met een toegewijd hart Gods woord te lezen....wanneer er werkelijk een innerlijke jubel is in de naam...als zó de mens Gods zoekende liefde beantwoordt....dan is er dat heerlijke gebeuren, dat ook weer iets voortgaands is: het kind van God, dat in je verwekt wordt en dat je geleidelijk aan helemaal 'overneemt'.
Wij stappen nu af van Johannes 3 en gaan enkele keren termen bespreken zoals; "Uit God geboren zijn", een aequivalent voor 'wedergeboren zijn'.
We komen dan allereerst bij 1 Johannes 3 v 9, een tekst, die ik net in serie 10, pagina 23 behandeld heb.
Het is wel goed om deze tekst ook hier, waar hij óok thuishoort, te behandelen.
Ik geef hem nog even.
"Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad Gods blijft in Hem en hij kán niet zondigen, want hij is uit God geboren".
En, evenals in mijn zojuist aangehaald antwoord, geef ik er nog vers 6 bij:
"Een ieder, die in Jezus blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend".
En evenals in dit antwoord neem ik er 2 vers 1 bij:
"Als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige".
Nu zou gezegd kunnen worden: "Wat heeft het voor zin, om hier nogmaals te behandelen, wat elders al behandeld is".
Mijn antwoord: - niet te voorkomen is, dat er in de 'series' dingen ter sprake komen, die in deze afzonderlijke bijbelstudie niet gemist kunnen worden. - in deze beantwoording zal ik toch hier en daar afwijken van dat eerdere antwoord, want in het leven van een kind van God gebeurt zóveel, dat elke dag nieuwe inzichten kunnen ontstaan.
Natuurlijk is het zo, dat iemand, bij wie door de wedergeboorte een nieuwe, hemelse natuur groeit, nog wel eens in zonde kan vallen.
Van origine is het zo, dat in ons innerlijk 'een tijger' huist. De apostel Paulus zegt daarover behartenswaardige dingen in Romeinen 7. Maar wanneer het nieuwe leven in ons begint te groeien, kom er naast die verscheurende en vernietigende tijger.... een complex van verkeerde gedachten , zo dicht bij onze meest diepe 'innerlijke mens', dat het daarvan haast niet is te scheiden, hoewel dat wel moet en ook kán ....komt er naast die tijger ook een lam van vrede, blijdschap en liefde.
En nu is dit de meest gewenste gang van zaken: - dat lam voeden wij uitbundig met gedachten van vrede en heil, van vriendelijkheid, goedheid en trouw. - ....en die tijger geven we NIKS.
Al mijn vrienden en vriendinnen, die bespeuren bij zichzelf, dat God bezig is hen wedergeboren te doen worden : "tot een levende hoop, tot een onvergankelijke, onbevlekte erfenis ",(1 Petrus 1 v 3 en 4), roep ik op om aan 'de tijger' niets meer te geven en aan 'het lam' álles. En....wanneer u toch weer een sombere, gitzwarte, vreugderovende gedachte krijgt, doe dan zo: verjaag die ogenblikkelijk. Geef die gedachte geen gelegenheid , uw gedachtenleven te bevruchten. Immers ; Jacobus 1 v 14 en 15 zegt: "Zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. DAARNA....als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort".
Maar wanneer u zo'n kwade gedachte ruimte hebt gegeven, er even mee gespeeld, wat dán?!: dan vliegen de zwarte vogels van het kwaad niet meer boven uw hoofd....nee, dan hebben zij nesten gemaakt in uw haar.
Wend je dan tot Jezus, onze voorspraak bij de Vader, belijd dat duistere moment aan Hem, vraag vergeving en....je kunt weer verder op de weg van de wedergeboorte. Even heb je de tijger, die al helemaal slap neerlag, iets te eten gegeven. En gelijk begonnen die ogen weer te vonken en kwam hij overeind. Maar toen je zo vlug als je maar kon, dat alles aan Jezus beleed en Hem om kracht vroeg om nooit meer zo onberaden en onvoorzichtig te zijn. En toen je God dankte, dat Hij zwakke plekken in je karakter, waarop je 'wegzuigbaar' en 'verleidbaar' was, aan je had getoond, zodat je daaraan wat kon dóen ....wat gebeurde er toen...toen viel 'die tijger' weer om...en en nu kan je doorgaan met het voeden van 'het lam'.
En dan komt de tijd, dat je zo waakzaam bent, dat je eenvoudig niet meer kunt zondigen omdat het zaad van God voortdurend in je blijft.
Wanneer die tijd er is....nu....dat is niet zo heel gauw.Jullie kennen mij als een 81-jarige, die geacht zou moeten worden, de listen en lagen van de duivel nu toch onderhand wel overwonnen te hebben, daarop in ieder geval bedacht te zijn.
Nou....vanmorgen kwam er even een nare, vervelende gedachte bij mij op....'de zwarte vogels vlogen weer'. En....aan jullie mijn vrienden en vriendinnen, kan ik dat vrijuit vertellen: even gaf ik die gedachten plaats.....
Maar wees maar gerust; ik ben er gelijk mee naar Jezus gegaan, mijn voorspraak, mijn advocaat en heb gezegd: "O Heer...vergeving! ...wilt U doorgeven aan God, dat het mij berouwt. Geef mij kracht om nog waakzamer te zijn. Dank U Heer".
En ik kon weer door met het laten groeien van 'het lam'.
Jezus zegt hier: "Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: 'Gijlieden moet wederom geboren worden' " ..... En dan geeft een natuurgebeuren aan Jezus een nieuwe gedachte in:
....de nachtwind steekt op....zwelt aan....sterft weer weg...
En onze Heer vervolgt: "De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt en waar hij heengaat. .....Zó is een ieder, die uit de Geest geboren is...".
Nicodemus is opnieuw uiterst verwonderd. De wedergeboorte is voor hem een niet te vátten zaak. En de omstandigheid, dat deze ongrijpbare en voor het verstand volkomen irreële zaak als een volstrekte geestelijke noodzaak wordt voorgehouden, maakt hem heel verrast. Hoe kan iemand iets moeten doen, dat helemaal buiten zijn begrippenwereld valt.
En dan maakt de Heer Jezus hem dat duidelijk aan de hand van dat natuurgebeuren.
De wind, die er opeens is, die je hoort, maar niet ziet, alleen in zijn gevolgen, (bewegende bomen en zo) is oók voor het verstand een ongrijpbare zaak. Maar hoewel niet te bevatten, is de wind, waarvan je niet weet, vanwaar hij komt en waar hij heengaat, een realiteit.
Zo is ook de wedergeboorte een realiteit, een werkelijkheid en....werkelijkheden, waarvan gezegd wordt, dat het volstrekte en onontbeerlijke wenselijkheden zijn....zulke realiteiten moet je willen koesteren in je eigen wezen. En dan zal God wel voor de middelen zorgen om tot die wedergeboorte te geraken.
Zoals ik jullie al eerder uitlegde, is trouwe lezing van Gods woord de sleutel van de kant van de mens om zich waardig te maken, dat God , in volstrekte souvereiniteit die wedergeboorte aan hem schenkt.
Voor ons is er weer deze les uit te trekken; wedergeboorte is een zaak van de onzichtbare wereld. De Heer wijst ons de middelen en wegen om de harde scheidslijn tussen die wereld en de zichtbare wereld van elke dag over te stappen: de bestudering met een toegenegen en gelovig hart van zijn woord.
Voor de zichtbare wereld en de mensen, die niet verder kunnen kijken dan die wereld, is de wedergeboren mens in zijn gang door het leven en zijn uiteindelijke bestemming een raadsel. Maar de wedergeborene weet, dat Gods wereld en zijn gedachten goed zijn en onvolprezen en de mens optillend tot onverwachte hoogten.
Wij gaan verder met Johannes 3 vanaf vers 4: "Nicodemus zeide tot Jezus: 'Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij dan voor de tweede maal in de moederschoot ingaan en geboren worden?' Jezus antwoordde; 'Voorwaar....vooorwaar...Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest".
Nicodemus is ten zeerste verbaasd en helemaal in opschudding. De 'oppervlakkig liggende' geestelijke achtergronden van Jezus' uitspraak begrijpt hij heus wel. De Farizeeën spraken ook in die taal. Maar hoewel hij de 'figurentaal' wel begrijpt en er ook helemaal vertrouwd mee is, dat een woord in de natuurlijke sfeer heel wel de drager van een achterliggende geestelijke gedachte kan zijn... dat doen de Farizeeën ook in hun onderlinge diepzinnige gesprekken ...de door Jezus uitgesproken geestelijk gedachten, die nog weer dieper verscholen liggen...die begrijpt hij níet. Hoe kan een mens een géestelijk nieuwe levensaanvang krijgen . Dat kan toch evenmin als een natúurlijk nieuwe levensaanvang krijgen. De menselijke levensrivier stroomt nu eenmaal doór en doór. Zo'n geweldige rivier keert toch niet terug naar zijn bronnen.
De Farizeeën waren echt wel onder de indruk van de nieuwe gedachte, door Johannes de Doper geponeerd: bekering en geloof....die eis is desnoods nog wel te volgen. Maar dít: een absoluut nieuwe levenaanvang, die van God uit moet gaan en waarbij de mens geheel passief is en van voren af begint, zelfs wanneer hij een heel leven al áchter zich heeft, zoals ook Nicodemus zelf, dat zei ook Johánnes niet. Een begonnen en verkeerd gegaan leven een andere richting geven, dat is nog ín te denken. Maar aan een langlopend leven een nieuwe oorsprong geven.....dat is 'different cook'.
Toch zit er in de vraag iets van: "O....als dit toch eens waár mocht zijn....vertel!....vertel verder!!!"
En dat doet de Heer Jezus dan ook.
Hij legt uit, dat het 'nieuwe kennen van God en zijn hemels koninkrijk' maar niet een luxezaak is om er 'zo eens bij te doen'. maar dit kennen kan voor de zaligheid niet worden gemíst. Wedergeboorte: "je kúnt niet zonder en je hóeft niet zonder".
(Dit was de leidende zin van een nooit tot publicatie gekomen boek van mij....en kijk eens aan; via deze bijbelstudie herleven al die 'dromen van vroeger')
In een eerder antwoord doelde de Heer op de noódzaak van wedergeboorte. Nu handelt Jezus verder over de mógelijkheid.
In de wedergeboorte is sprake van een zelfwerkzaamheid van de mens: de mens doet er goed aan, de bijbel nauwkeurig , met een biddend en toegenegen hart te lezen...een hart, dat zich welwillend wil opstellen zelfs ten aanzien van de meest taaie gedeelten in Leviticus en Deuteronomium en ook die moeilijke stukken wil lezen, zonder 'uitgestoken stekels'. Maar het is ook dán de Geest van God, die levend maakt(6 v 63 en 2 Corinthe 3 v 6)
En dan is daar direct dat symbool van de doop in water. Het water met zijn reinigende kracht in de zichtbare wereld staat zinnebeeldig voor de reiniging van de zonden en de vernieuwing van het leven.
En dan komt de slotzin, die aan Nicodemus elk voorrecht ontneemt, waarop hij zou kunnen steunen: de vleselijke geboorte uit Abraham is van geen énkele betekenis voor het ingaan in het koninkrijk God, (zie ook 8 v 3.
Wat uit vlees, ook door afstamming uit het 'vlees van Abraham' geboren is, dat is vlees. Het kan de wedergeboorte nooit bereiken. Altijd zal er die 'glazen wand' zijn, waardoor je bent onderworpen aan de regel: "Je kunt er wel naar kijken...maar áankomen.... dat kan níet" Pas, wanneer je uit de Heilige Geest geboren bent....dán ben je een geestelijk mens, (1 Cor 2 v 15).
Wat heeft dat nu voor ons, híer en nú te zeggen?: - er is een mogelijkheid om een streep te zetten achter een leven vol misgrepen en miskleunen. Je kunt fonkelnieuw beginnen. - het is allemaal nog veel heerlijker dan een nieuwe levensrichting inslaan. Je kunt beginnen met een nieuw leven en wanneer mensen je wijzen op pekelzonden in het verleden, die hun sporen in je leven hebben nagelaten, dan nóg kun je uitroepen: "Alles is nieuw geworden!" - je kunt dit niet naast je neerleggen, met de opmerking: "leuk....weten we ook weer". Nee; dit roept op een gehoorzaam overgeven aan God: "Heer...ik probeer te doen, wat ik moet doen. En ik vertrouw U, dat U gaat doen, wat alleen U kúnt doen; mij doen wedergeboren worden"
Johannes 3 v 3: "Jezus antwoordde en zeide tot Nicodemus: 'Voorwaar, voorwaar....Ik zeg U:tenzij iemand wederom geboren wordt , kan hij het koninkrijk Gods niet zien".
Voor de nog relatief onbekende rabbi uit Galilea lijkt de kans gekomen om wat meer aanzien te verkrijgen. Een van de 'hoge heren' van de geestelijke elite van Israel, ene Nicodemus, zoekt contact. Niet zo helemaal overdag, maar om te beginnen 's nachts. Maar goed; er lijkt een begin. En Nicodemus begint het gesprek met een zelfverzekerd: "Rabbi....WIJ WETEN, dat gij van God gekomen bent als leraar, want niemand kan die tekenen doen, die gij doet, tenzij God met hem is". En dan is de tekst hierboven het antwoord, dat Jezus geeft. Niets geen gepluimstrijk...maar nu al met de ondertoon: "JULLIE WETEN!!!???....juliie weten niets!!!"
Eerst even die woorden: "Voorwaar....voorwaar...". Let op, wanneer je in de bijbel die woorden tegenkomt. Dan komt er altijd een 'grondwet van het koninkrijk' aan.
En de grondwet van nu luidt: Je wilt zo graag 'het koninktrijk van God 'zíen?!....je kunt er van alles van horen ...het kan je op allerlei manieren geschetst worden. Maar de werkelijkheid van de'geestelijke wereld', die inhaerent is met het veelomvattende begrip 'Koninkrijk van God'....die werkelijkheid kan je toch pas beginnen te zien, wanneer je nieuw bent, wanneer je zo dicht naar God toegegaan bent, dat Hij je heeft kunnen omhelzen en in jou het begin heeft kunnen leggen van een nieuw leven.
Pas, wanneer je een baby bent in de mensenwereld, dan kan je beginnen met het inleren in die wereld. Zo'n klein kindje in de wieg ziet op een gegeven ogenblik iets heel leuks boven zich heen en weer bewegen. Hij grijpt het, krijgt het te pakken en het blijkt op de een of andere manier aan hem vast te zitten. Hij heeft zijn voetjes ontdekt en een van zijn eerste ontdekkingen gedaan in de wereld, waar hij is ingeboren.
Na dit lieflijke voorbeeld nu een grimmiger parallel uit de geestelijke wereld.
Bekeerde mensen kunnen soms eindeloos met elkaar praten over 'boze geesten' en wat die nu allemaal kunnen doen, maar de echte strijd met die geesten ga je pas in zijn realiteit zien, wanneer je , door God ingeboren in die nieuwe wereld, de realiteiten van de onzichtbare sfeer echt gaat meemaken, reëel aan den lijve gaat ondervinden en leert strijden in die sfeer.
En dat is, waar ik jullie toe opwek. Velen van jullie hebben dikwijls zoveel last van allerlei instabiliteiten....er is sprake van terugvallen, twijfel, en meer van die dingen. Wanneer je door Gods genade wedergeboren bent, dan wordt alles veel rustiger en doelgerichter.
Je weet, wat de weg is; niet de Heilige Geest in dit geval. Nee, trouwe en liefdevolle en toegdewijde en door geloof doortintelde bestudering van Gods woord. Dan komt dit nieuwe in je hart. En wanneer je opeens weet: "O....ik krijg echt begrip voor die andere wereld. Ik heb een macht van verleiding bestreden op een andere manier dan tot dusver. Er zat een groter element van overwinning in. Ik sta er anders tegenover", geloof dan maar, dat de Heer het wonder van de wedergeboorte in je hart aan het doen is.
In Matth 4 v 1- 11 lezen wij van onze Heer Jezus Christus. Hij was juist gedoopt met de Heilige Geest. Wedergeboren was hij al, toen Hij verwonderd aan zijn ouders vroeg: "Wist gij niet, dat Ik moest zijn in de dingen mijns Vaders", ((Lucas 2 v 49)
Maar nu is Hij gedoopt in de Heilige Geest en heeft Hij het heel moeilijk in de woestijn. En juist dán wordt Hij fel aangevallen door de duivel. Deze tracht Hem in verwarrring te brengen met verdraaide uitspraken uit de Heilige Schrift. Jezus pareert elke aanval, uitgaande ondermeer van diepe schriftkennis. Tenslotte test de duivel Hem op de eventuele aanwezigheid van ook maar énige hoogmoed. Maar hij vindt niets. De duivel wijkt. Jezus blijft als Overwinnaar achter. Wél erg moe, maar engelen van God helpen Hem.
Lieverds...jullie zijn al bezig om wedergeboren te worden als werk van God, door zijn genade. Later worden jullie ook vervuld met Gods Geest.
Maar het is zo goed om ook als wedergeborene al te handelen zoals een 'met de Geest gedoopte handelt'.
Ook jullie zullen worden geleid in de woestijn. Velen van jullie, Christenen, die pas begonnen zijn of al langer bezig, klagen wel eens tegen elkaar: "Zo....dít is dan 'het overwinningsleven'. Ik had het me zo heel anders vóorgesteld".
En dan komt de duivel. Hij test jullie schriftkennis. Onlangs kwam er iemand bij mij, die van een Mohammedaanse vriend een boekje had gekregen, waarin verwonderde en spotachtige vragen werden gesteld over de moeilijheden , die Jezus maakte in de hof van Gethsemane, eer Hij dan tenslotte uiteindelijk en te langen leste 'die beker dan maar leeg dronk'.
Kijk; satan is gisteren en heden dezelfde; dezelfde trucs, die hij tegen Jezus gebruikte, zal hij ook tegen jullie gebruiken. In 'de woestijn' zal hij alles proberen om met verdraaide bijbelteksten jullie in de war te maken. Moet je zien, wat er alleen op 'Forum' allemaal langs komt. Ik heb voor het moment niet zoveel tijd om overal langs te surfen.... ach, dat komt wel weer...misschien ...maar wat ik daarvan heb méegemaakt in allerlei focussen: niet te min!
Maar jullie, wedergeborenen, in training voor de 'doop in de Heilige Geest', ( nu ja; daar zijn geen schema's van hoor; het een vloeit in het ander over): ken je bijbel en weet te zeggen: "Nee...want er staat ook geschreven...". Als de wil tot 'doorzetten' er is, dan zal God zeker zorgen, dat je geen beproeving krijgt, die zwaarder is dan je hebben kunt.
Ook jullie zullen aan het eind van zo'n strijd wel eens uitgeteld achterblijven. Maar ook dan zullen er voor jullie engelen zijn om je te vertroosten.
Ik herinner mij uit 1966 nog als de dag van gisteren zo'n strijd. De hele nacht viel de boze op mij aan. De volgende morgen was ik nog helemaal in de war. Hij was van mij geweken, maar als in de droom stapte ik in de bus om naar de aansluitende trein te gaan. En bij het nemen van een kaartje was ik nog helemaal van de kaart, zodat de lokettist mij moest helpen. Maar daarna was er mijn dagelijks werk. En ik kwam tot mijzelf. Op de een of andere manier hebben de engelen mij toen geholpen om de situatie meester te worden.
Kinderen!...ik heb jullie toch geen 'rozentuin voor direct' beloofd. Ik heb toch altijd gezegd, dat wij wel een behouden aankomst van de Heer hebben toegezegd gekregen, maar geen rustige vaart.
Aan de riemen, vrienden en vriendinnen. Hozen, als het water binnenzwalpt...de kop van de boot op de wind houden..zelfs een leven met strijd is een opwindend en vrede gevend leven.
"Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God verscheen, heeft Hij... niet om werken der gerechtigheid, die wíj ZOUDEN hebben gedaan ....doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest...."
In Christus' zending toonde de Heer God ons zijn ontferming, goedertierenheid en mensenliefde. Aangezien Jezus God is en daarnaast ook mens, kan eigenlijk ook gezegd worden, dat God zelf het offer bracht van zijn lijden en sterven. Hij werd onze Redder, voordat Hij eens onze Rechter zal zijn. In dat zichzelf opofferen van God- in Jezus- komt zijn ontferming, goedertierenheid en mensenliefde op het allerheerlijkst uit.
En...: 'werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben'. Naast deze heerlijke openbaring van God verbleekt alles. En ons eigen denken: "Nu zal ik dat weer eens voor God doen.,...en nu dat" is een vruchteloze vertoning. Wel goed bedoeld veelal en God, die royaler is dan de mensen, zal er vaak zegen aan verbinden, maar toch : geen intensief, maar een extensief ijveren.
Even een klein voorbeeld, zoals het zich in de wereld-van-alle-dag zou kunnen afspelen:
Een energiek jongmens is bij een grote schadeverzekeringsmaatschappij aan zijn loopbaan begonnen. Hij behandelt de ingediende schadeclaims zodanig, dat 'mijn baas zo weinig mogelijk schade moet lijden'. Hij beknibbelt op van alles, om die 'schade voor zijn baas' zo laag mogelijk te houden. Tot de dag komt, dat hij bij de directeur geroepen wordt. Die zegt: "Jongeman; je denkt wel erg voor onze belangen te strijden met allerlei haarkloverijen. Maar de geest van de firma moet je nog leren kennen. Die geest is er een van royaliteit en mensen gelukkig willen maken, zover het in ons vermogen ligt. Oprechte schadeclaims behandelen wij vanuit een warme sfeer. Het blij maken van een cliënt en hem zo aan ons binden en tot een reclamemaker voor ons nv maken, is ons meer waard dan een 'gewin van een ogenblik'. Maar ook bij ons is het zo, dat 'al te goed buurmans gek is'. En het maken van die fijne afweging....dat is de sfeer van onze zaak. Zeker ga je het 'Fingerspitzengefühl' krijgen, dat alle werkers bij ons al hébben. Je bent uit het goede hout gesneden, dat heb ik al wel gemerkt. Maar er moet nog wel het een en ander gebeuren".
Kijk; oneindig veel hoger is het gesteld met het doen van 'goede werken in Gods oog'. Zovele Christenen gedragen zich als onvolwaardige medewerkers van God. Ze kennen zijn sfeer niet. Zij kennen niet de sfeer van de doop in en de vervulling mét de Heilige Geest. En daardoor zijn zij uiteindelijk geen 'reclame voor de zaak'.
En net als die directeur deze nieuwe medewerker probeert binnen te loodsen in de warme, collegiale, mensvriendelijke bedrijfssfeer, zo zegt de Heer God tegen ons: "Word vervuld met de Heilige Geest. Houd nu eens op met al die goedbedoelde , maar meestal faliekant uitpakkende knutselarijtjes".
En het begin van 'binnenkomen in die sfeer' krijg je, wanneer je, zoals ik de vorige keer vertelde, 'wedergeboren wordt door het levende en blijvende woord van God'. De wedergeboorte is een van de vele geschenken van God aan ons. Maar wij kweken bij Hem wel de benodigde 'goodwill', wanneer wij de bijbel met een toegerwijd en oprecht en toegenegen hart lezen. Natuurlijk is dat 'goodwillkweken' weer terug te leiden op zijn genade. en zijn ontferming over ons, die ons de ogen opent voor alle vergeefs gepoog in eigen kracht.
Wanneer wij bij onszelf bespeuren, dat wij innerlijk nieuw aan het worden zijn, dat in ons een nieuwe mens aan het groeien is, wat doen wij dan. Dan dienen wij een verzoek in bij de gemeenteleiding en jubelen: "Ik wil naar buiten laten blijken, wat van binnen bij mij gebeurd is." En als de oudsten vragen: "Wat kan je getuigen", dan zou je kunnen zíngen: "Iets gebeurde met mij...iets gebeurde met mij.. 'kLag in keet'nen gebonden, maar nu ben ik vrij. .... 'k Wierp een blik op het kruis en mijn hart werd zo blij... O...GEPREZEN ZIJ GOD....IETS GEBEURDE MET MIJ...!!!"
En wanneer je daar dan, druipend van water, uit het bad opstaat, dan is dat een uiterlijk teken van dat wat van binnen met je gebeurd is. Met je bekering werd je 'gered', maar die redding heb je nu verder geconsolideerd. Je voortgaande bekering heeft je geleid tot dit heerlijk innerlijk gebeuren.
Eindelijk stap ik nu af van het onderwerp 'bekering' en begeef mij naar het volgende onderwerp: wedergeboorte.
1 Petrus 1 v 22 en 23
"Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveisde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief, als WEDERGEBOREN en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God".
Dat is me wat, wat hier alzo genoemd wordt: - broederliefde, niet alleen voor de medechristen, die ons goed ligt, maar ook jegens de medechristen, die - bijvoorbeeld- tot zondigen komt. Die 'wegglijder' in liefde blijven begeleiden, hem scheiden van de machten van de duisternis, die zijn denken vertroebelen, dat eist wel iets van je. - en dan: ongeveinsd; zonder allerlei bijgedachten; geen voorgewende liefde, maar een liefde, die een element van eerlijkheid en volhardendheid in zich heeft.. Opnieuw een grootse, maar niet eenvoudige opdracht. - daarop wijst ook 'van harte' en 'bestendig'. Wie is tot zulk een levenshouding bekwaam.
Het antwoord ligt óok in deze twee teksten begrepen: - gehoorzaamheid aan de waarheid: die kan alleen maar voortkomen uit liefde tot God. Die gehoorzaamheid geldt met name zijn eeuwig plan, dat door Jezus aan deze wereld is geopenbaard. In het oude testament werd er al in typen en 'schaduwen' naar verwezen, maar de werkelijkheid, zoals die in en door Jezus is gebleken bevat als elementen: - reinging van schuld - heiliging, apart gesteld worden van de boze en zijn rijk van het kwaad - heling, gezondmaking naar lichaam, ziel en geest.
En wat is nu het sleutelwoord: WEDERGEBOORTE. Dat is geen onduidelijke, geheimzinnige zaak, die buiten de mens zou omgaan. Nee; het is de uitwerking van een zaad, dat in de aarde valt. Hoe dat zaad zich ontwikkelt, hangt af van de gesteldheid en toegankelijkheid van de bodem, en van de al of niet aanwezigheid van onkruid. Een mensenhart vertoont goede kenmerken, als het hongert en dorst naar de gerechtigheid.
En dan is het God, die ons naar zijn raadsbesluit voortbrengt door het woord, (Jacobus 1 v 1. God is het, die de wasdom geeft aan het zaad. Maar de groeikracht ligt al in het zaad. En wat is dat zaad: het woord van God, zoals het in de bijbel vóor ons ligt. De bijbel brengt de gedachten van God over en verandert de mens. Het woord wekt geen vleselijke overwegingen, maar omdat het afkomstig is van God, die geest is, wordt de aandacht van de mens gericht op het koninkrijk van God en alle onzienlijke heerlijkheden, die daarmee verband houden. Een mens wordt niet door Gods Geest wedergeboren. De doop en de vervulling met Gods Geest ligt in het onmiddellijke perpectief van de wedergeborenen. De Heilige Geest is het water, dat het zaad begiet, dat Gods woord indachtig maakt, dat de mens verder toerust. Maar de wedergeboorte ontstaat als een heerlijk werk van God door zijn levende woord, de bijbel , die de gedachten bevat van God, de eeuwig Levende. Hij is het die door zijn woord, de bijbel, in ons nieuwe inzichten bewerkt, die ons daardoor nieuwe krachten geeft en nieuwe gedachten. Gods woord, de bijbel, is onvergankelijk. Het richt zich in het bijzonder op de innerlijke mens, die blijvend is. Het is blijvend, omdat Hij, die deze liefdesbrief aan de mensheid geschreven heeft, niet van gedachten verandert en tot in eeuwigheid dezelfde blijft.
Dus: "Lees de bijbel, bid elke dag... ALJE GROEIEN WILT NAAR DE WEDERGEBOORTE"
Antwoord op een vraag over 'godsdienstigfe wreedheden'
Hebt u er in uw bijbelse wijsheid een idee van hoeveel miljarden mensen er al vermooord zijn door christenen, islamieten, joden, ... omdat ze een niet passend geloof of ongelovig waren? En uw God kwam nooit tussen om te zeggen : STOP !!!
Dat is nu eens aardig! een vraag op 'Bijbelstudie'!!
Luister....de Heer Jezus heeft al deze dingen voorspeld. Hij zei in Matth 13: "Ik heb goed zaad, het zaad van het blijde evangelie gestrooid. Maar de vijand van God en van alle mensen, de duivel, komt achter mij aan om er slecht zaad tussen te strooien. Dat zaad kan niet verwijderd worden, want het groeit zo dicht tegen mijn goede graan aan en lijkt er zo veel op, (want het is 'nepgraan', 'dolik'), dat bij het verwijderen ervan ook het goede graan mee zou worden weggetrokken. Maar eens komt de grote oogst: dan wordt het 'nepgraan' in de oven gegooid en het echte graan gaat naar Gods schuur.
En dat is de oplossiong van het probleem: alle slechte dingen komen van de duivel....ook alle gemoord en zo. De goede dingen van God overwinnen. maar op het ogenblik grijpt God nog niet in.
En al die vermoorden dan? Wel....met de dood is het bestaan van de mens niet uit. Iedereen komt eens voor de rechterstoel van Jezus. En....wanneer het leven naar Gods normen goed was, wanneer er eigenlijk "Ja" tegen God en Jezus werd gezegd, dan is er een gelukkige uitkomst..
"Maar Ik heb tegen u, (gemeente van Efeze), dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe weder uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert".
Er wordt weleens gezegd, dat de eerste liefde de liefde en het enthousiasme zou zijn, die je voelde, toen je pas tot bekering was gekomen in die jeugdrally. Natuurlijk bedaart die opwinding geleidelijk aan en dan zijn er ook de eerste aanvangsbeproevingen. En dan heb je de neiging om te denken: "O...ik mis dat enthousiasme van die eerste avond bij het kampvuur op die mooie, warme, stille nazomeravond in die prachtige streek. Ik moet dat eerste enthousiasme weer op de een of andere manier opwekken".
Maar dan zit je even op een verkeerd spoor. Want dat over- euforische van die eerste tijd móet wel een beetje wegslijten. Die aanvangsopwinding hoef je niet meer terug proberen te vinden op een beetje 'kunstmatige' weg.
Nee; met die voortreffelijke gemeente in Efeze was iets anders aan de hand. Zij hadden al een inblik gehad in de hemelse gewes ten. Gaven en vrucht van de Heilige Geest fungeerden daar op machtige wijze. Wanneer je de brief van de apostel Paulus aan de gemeente te Efeze leest, dan valt je op, dat hier iemand, die zeer diep is ingeleid ,spreekt tegen mensen, aan wie hij álles kwijt kan, die aan een half woord genoeg hebben; die helemaal in zijn sfeer, de sfeer van God, van Gods Heilige Geest ademen.
Enkele decennia later is men daar, al strijdende en ijverende, iets kwijtgeraakt. Wat was dat 'iets'?: een 'liefdesgemeenschap in de hemelse gewesten'. Men was zo bezig met 'werken voor de Heer', dat men het contact met Hem aan het verliezen was. Men was zo druk met het bestrijden van dwalingen, met het steeds meer perfectioneren van de orde in de gemeente, dat men het zicht dreigde te verliezen op de nood van de aangevallen, gebonden of zieke broeder en zuster. Men had de methodiek mogelijk zo ver opgevoerd, dat het leven, gebaseerd op liefde en saamhorigheid er bij dreigde in te schieten. Kortom: de Efeziërs waren van een hoogte neergestort, namelijk van de onzienlijke wereld in de zichtbare. Ze waren bezig, vleselijke Christenen te worden. En zo dreigden ze hun bruikbaarheid voor de Heer, zijn 'kandelaar', kwijt te raken.
En dan wordt gezegd: "Bekeert u en doet wederom uw eerste werken".
Welke les zit daar nu voor jullie in, jonge -en misschien ook - oudere medegelovigen.
Deze: Het is goed en de Heer verwacht het van jullie, dat je geestelijke Christenen wordt, gevuld met Gods Heilige Geest, gesierd met de gaven en de vrucht van die Geest.
En wanneer je zo geestelijke Christenen bent geworden, dan blijft het zaak om waakzaam te blijven, dat je niet van die hoogte valt.
Maar velen van hen, die tot wie ik spreek, zijn nog vleselijke Christenen. Je denkt in termen van aardse overleggingen, lees er de vragen, die gesteld worden, maar eens op na in de vragencompilatie.
Tegen jullie zou ik willen zeggen. Je bent bekeerd om in de richting van God te kijken. Maar er is daarna nog een veel heerlijker weg. Bekeer je van alle aardse rondgekijk: - is Amerika eigenlijk een schurkenstaat - is er iets goeds bij de Jehovahs getuigen of helemaal niets. - zijn de vreugden van het geloof en de diepten van de bijbel te bewijzen - ...en al zulk soort zaken. Zoek naar de onzienlijke wereld van God; bid actief en onder bijassend handelen, of je de sfeer daarvan 'in de vingers krijgt'.
En wanneer die genade je ten deel valt, dan ben je net zo ver, als de gemeente te Efeze eens was en blijft het zaak om voortdurend in conditie te blijven, zodat je niet van geestelijke hoogten aftuimelt.
"Telkens, wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen".
In deze tekst gaat het over het volk Israel, dat al 1600 jaar leefde volgens de door Mozes gegeven wet. Het was zo moeilijk voor een Jood, die van zijn vroegste jeugd af die wet had doorgegeven gekregen, al 64 generaties lang, om daarvanaf te komen.
Maar telkens zag Paulus toch weer het wonder gebeuren.
Telkens waren er weer mensen, die stralend riepen: "O...nu zie ik het! Het oude verbond, door Mozes gegeven, waarop ik altijd zo trots was, waardoor ik mij altijd zo superieur voelde, heeft afgedaan. Wáar is geworden, wat Jeremia al schreef, ( 31 v 31): "Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik met het huis van Juda en het huis van Israel een nieuw verbond sluiten zal......Dít is het verbond , dat ik met het huis Israel sluiten zal na deze dagen....Ik zal mijn wet in hun bínnenste leggen en die in hun hárt schrijven...".
O...altijd heb ik het geweten; die wet was niet te houden, die trof mij dodelijk. Die wet ontleende zijn diepere zin er alleen aan, dat er een honger naar het ooit komende nieuwe door werd gewekt. Dit nieuwe, Paulus, wat jij verkondigt, dat is genade, waardoor de Heilige Geest een zondaar LEVEND maakt. En....die wet van Mozes, die - bij onbegrip- naar de dood leidde, had grote heerlijkheid. Hoeveel temeer dan de bediening van de Heilige Geest, die eeuwig leven geeft.
Wat een overvloed van heerlijkheid. Rechtvaardiging van de zondaar. Definitieve, blijvende vrijspraak!! 's Nachts heb ik wel eens naar de sterrenpracht gekeken. Maar wanneer de zon opkwam, verbleekte die heerlijkheid bij het licht van de zon. Zo is het ook nu.
Ik bekeer mij van mijn ongeloof. Mijn denken was versteend en verhard. Er zat een geestelijke diepte in die wet, maar ik heb mij nooit uitgestrekt om die diepte te kennen. Maar nu ik Christus aanvaard heb, is de bedekking WEG!!...o glorie...!!!"
Nu komt hier de goeie ouderwetse toepassing. Als in vroeger jaren de dominee aan de 'toepassing' begon, gaf mijn moeder mij altijd een pepermuntje en knikte haar kleine jongen bemoedigend toe, wanneer zijn blik leek te zeggen: "Is het nu bijna klaar".
Zo komt nu ook de toepassing voor jullie. Zie dat nu niet zo letterlijk, dat je op zoek gaat naar een snoepje. Kom lui; lenig denken.
Maar velen van jullie hebben een karrenvracht van oude ideeën. De werkelijke bekering houdt niet alleen een even emotioneel geraakt zijn in. De werkelijke bekering houdt in, dat je je van stonde af aan gaat uitstrekken naar de doop in de Heilige Geest. Wat gebeurt er, wanneer je niet werkelijk doorspit in de goede dingen van God. Dan kom je misschien in hetzelfde minsverstand terecht, waarin de Joden van vóor Christus kwamen, die dachten: "Wanneer wij de wet nu maar stipt naar de letter houden, dan komen wij er wel". Zij hadden niet in de gaten, dat ook de wet van Mozes al zei, dat alleen genade van God je kon helpen om verder naar Hem toe te komen. Zo kan er nu ook een idee zijn bij velen, dat zij God wel kunnen bereiken met aardse inspanning, terwijl de clou van het nieuwe nu juist is, alle goeds in aanbidding alleen van God te verwachten, door de inwerking van zijn Heilige Geest. En ook nu nog is het zo, dat je alleen het LEVEN ontmoet, wanneer je zo hecht je levensscheepje aan Gods oceaanstomer hebt vastgemaakt, dat God slangen uit kan gooien, waardoor de werkelijke goede daden van Godswege bij jou beginnen binnen te vloeien.
Streef naar de diepere bekering. Streef naar de kennismaking met Gods Heilige Geest. Ervaar, dat dan alleén de vruchteloosheid wijkt om plaats te maken voor vruchtdragend licht. Juich, zoals de bekeerde Joden uit Paulus' dagen juichten: "De bedekking is weg. De grauwsluiter, door de grote vergeler gelegd, is afgerukt. Ik kan ZIEN.
Handelingen 26 v 19 en 20: "Daarom , koning Agrippa, ben ik dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest, maar ik heb eerst hun, die te Damascus waren, en te Jeruzalem en in het gehele Joodse land en den heidenen verkondigd, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in overeenstemming".
Paulus staat hier weer eens voor rechters en krijgt de gelegenheid om op deze manier voor koningen te getuigen. Dat is allereerst even iets om terloops bij stil te staan. Een leven met de Heer wordt een leven grote stijl, een leven, waarin je wat meemaakt, een leven, waarin je ook voor koningen gesteld kunt worden, (Marcus 13 v 9).
Nu zou je kunnen zeggen: "Ja zeg...maar zo wil ik niet voor koningen gesteld worden". Maar- hoe dan ook- een leven met Christus wordt een leven met allure.
Maar dit terzijde; waar het om gaat, is dat woordje 'berouw' en dan daarnaast: 'werken, met dat berouw in overeenstemming'.
Heel vaak gebeurt het, dat bij de oproep na een samenkomst, die speciaal op evangelisatie is gericht, de mensen naar voren drommen om zich te bekeren.
Vaak is dat een helemaal gevoelsmatig gebeuren. Eens gebeurde het mij, dat ik in een ver land de namen eens doornam, die de mensen hadden neergeschreven in de nazorgregisters. Ik kwam éen bepaalde naam diverse keren bij allerlei 'Holy Ghost rallys 'tegen en vroeg aan de betreffende: "Maar zuster; waarom gaat u bij elke campagne van dan weer eens deze dan weer die Amerikaan naar voren" "O broeder....zo gezéllig!"
Nu ja; dat is wat extreem. maar jullie, die dit lezen; ga nog eens na, hoe de situatie was, toen jullie je omkeerden naar God. Het kan zijn na een erg op het gevoel werkende oproep. En toen ging je snikkend naar voren en het leek allemaal heel goed. Het wás ook goed, maar nu jullie al weer zo'n tijd bekeerd bent, is het dan niet goed, om in die voortgaande bekering ook een plaats te geven aan het berouw.
Denk eens aan de moordenaar aan het kruis. Met de Heer Jezus werden ook twee rovers gekruisigd. Eerst beschimpten zij de Heer Jezus allebei, Matth 27 v 44. Maar na verloop van tijd viel de een stil. En terwijl de andere nog voortging met schimpen: "Zijt gij niet de Christus....red uzelf en ons", (Lucas 23 v 39), kwam de andere tot berouw: "Vrees zelfs gij God niet, nu gij het zelfde vonnis ontvangen hebt? En wij terecht, want wij ontvangen vergelding, naar wat wij gedaan hebben" en dan , met doorbrekend inzicht, na zijn erkenning van eigen gruwelijk tekort: "....deze heeft niets onbehoorlijks gedaan". En dán de bekering: "Jezus, gedenk mijner, wanneer gij in uw koninkrijk komt".(42) Jezus' antwoord is overbekend, maar de bekering van deze misdadiger ging gepaard met berouw.
Nu zul je zeggen: "Ja zeg...ik ben een keurige jongeman!...je kunt mij toch niet vergelijken met 'het tuig van de richel', met dit falderabbes".
Maar ho eens even. Als liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, trouw, lankmoedigheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing de 'goddelijke maatlat' is, dan hebben wij allen zo schrikkelijk gefaald in onze gedachten. En....een enkele keer is het er ook onverbloemd uitgekomen.
Wat mijzelf betreft het volgende: als 17-jarige jongen moest ik mee met een grote stroom evacuerenden. Het was 14 mei 1940 en onze stad werd op stel en sprong ontruimd van burgers. Het was een chaos. En midden in die chaos liep ik met een fiets, vogeladen met dwaze, zomaar samengeraapte spullen. Vlak voor mijn fietswiel liep een oud vrouwtje. Ze hinderde mij. De algemene nervositeit was zo groot, dat ik mij volkomen vergat en haar toevoegde: "Maak, dat je weg komt, want anders rijd ik je (vloek) harstikke dood". (Ter geruststelling; de persoon in kwestie spróng opzij).
Later overdacht ik een en ander wel, en zag met schaamte, dat ik in mijn hart niet dat nette, wellevende jongetje was, zoals men mij veelal zag, maar dat ik tegen alle regels van liefde, vrede, lank- en zachtmoedigheid enz enz hevig had gezondigd.
Ook jullie hebben ...misschien hoor, misschien....wel eens een uiting gedaan, waarvan je zegt: "Ik wist niet, dat ik het ín mij had", in negatieve zin.
Maar dan is het zo, dat berouw zich bij de bekering hoort te voegen....dat kan heel best achteraf, bij jullie voortgaande bekering...dat kan : nú.
Mensen; ik ga jullie geen schuldcomplex aan zitten praten. Maar toch geldt voor ons allen: bekering hoort vroeg of laat met berouw over faliekant verkeerde gedachten gepaard te gaan.
De moordenaar aan het kruis kreeg na Jezus' woorden van belofte en vergeving geen gelegenheid meer om daden te verrichten, met zijn berouw in overeenstemming. Maar wij wel.
Bid de Heer, na belijdenis van al de dingen, die verkeerd zijn gegaan....(voor zover je dat nu of later te binnen schiet)...bid de Heer om kracht voor meer liefde en vreugde en al die andere goede dingen, die ik zoëven opsomde.