Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    07-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moeder

    Een gedicht van Jacqueline van der Waals 1868-1922

    Moeder

    Moeder naar wier liefde mijn verlangen
    Sinds mijn kinderjaren heeft geschreid,
    Ach, hoe zult gij mij zo straks ontvangen
    Na de lange scheidingstijd?

    Zult gij me aanstonds als uw kind begroeten,
    Als 'k ontwaken zal uit mijne dood?
    Zal ik nederknielen mogen voor uw voeten
    Met mijn hoofd in uwe schoot……

    Maar wat dan? Wat zult gij tot mij zeggen,
    Bij het ver gegons van de engelenschaar,
    Als ge uw jonge, blanke hand zult leggen
    Op dit oude grijze haar?

    schrijver

    07-02-2017 om 22:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winter

    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924

    Reeds is de winter ons voor goed gescheiden

    Reeds is de winter ons voor goed gescheiden,
    de lente ergens ver, aadmende, wacht,
    de rulle sneeuw wordt van wit zwart en zacht,
    en komt met ploffen van de daken glijden.

    In de prikklende lucht, nu zoel als zijde,
    die op de stad hangt als vochtige vacht,
    komt nu een storm, die langs de brede gracht
    zoet regenwater brengt, alsof hij schreide.

    Zoet is de tovering van die droefheid,
    waarin zo veel beloften slapend zijn,
    in deze storm, van onbewuste vreugde.

    De donkre wolk, welks regen de storm teugde,
    hangt zwaar, en gaat diep in gezwollen lijn,
    terwijl de doffe stad dromende leit.

    schrijver

    06-02-2017 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.belijders

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    De ruchtige belijders van een naam

    De ruchtige belijders van een naam
    Zijn grif ook tot verloochenen bekwaam.
    Die `t onuitspreeklijke niet leert verzwijgen,
    Verslingert tussen ijdel woordgekraam.

    Hollandsche kwatrijnen

    schrijver

    05-02-2017 om 21:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leer

    Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk 1869-1952

    Leer stil zijn en leer niets doen en leer wachten

    Leer stil zijn en leer niets doen en leer wachten:
    't geheim der sterken school altijd daarin,
    dat zij zich instelden op lange drachte' en
    intoomden d' ongestuime dadenzin.

    Niet 't wachten der praatgragen zij het onze,
    die, sprekend aldoor over wat zal zijn,
    intussen inslurpen als grage sponzen,
    met lijf en ziel de hete levenswijn,

    maar 't dadenrijke wachten van wie maken
    wachtend, zichzelve èn het levensveld
    anders, wie niet uitstellen het ontwaken
    tot een bazuinroep door de heuvlen zwelt.

    Zij voor wie alle dage' en alle uren
    de eeuwigheid breekt door de tijd
    en die houden aldóór bij de kampvuren
    zwijgende wacht, te gaan bereid.

    Illustratie: Haar portret - een litho van Aart vd Dobben

    schrijver

    04-02-2017 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruis

    Een gedicht van Rhijnvis Feith 1753-1824

    HET KRUIS VAN JEZUS CHRISTUS.

    Der eeuwen eeuwigheid zweve, eeuwig grensloon, voort;
    Door hare oneindigheid wordt, Kruis! uw lof gehoord,
    En worm en seraf juicht, en rijst door u in waarde,
    Waar immer leven werd verspreid,
    Verhoogt ge, o Kruis! de zaligheid,
    En zonnen tanen bij uw heerlijkheid, o Aarde!

    Wat zien wij, stof, van u op onze donkre baan? —
    Slechts wat het hart behoeft, om tot zijn God te gaan.
    Al 't vorig' blijft ons nacht, een heilig, godlijk duister.
    Maar Englen, Serafs knielen neer,
    Aanbidden starend eeuwig meer!
    En schittren schoner in den weerglans van uw luister.

    0, Kruis! gij marteltuig van God en mens vervloekt,
    Daar 't zinlijk oog de Slaaf of Booswicht slechts aan zoekt,
    Aan u zien wij Gods Zoon, den vlekkeloze, hangen!
    Hij, Hij is 't offer, gij 't Altaar -
    De wereld hoort verbaasd die maar,
    En eeuwig lofgezang heeft Dood en Hel vervangen.

    Mijn geest, o wonder Kruis! gevoelt uw majesteit;
    Maar beeft en siddert aan de grens der eindigheid,
    En zinkt in 't niet terug. — Wat Engel op u staarde,
    Geen Engel heeft 't geheim verklaard:
    „God, God in 't vlees geopenbaard,
    „En stervend voor het heil van een verloren aarde!"

    schrijver

    02-02-2017 om 21:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rust

    Een gedicht van Alfred Hegescheidt 1866-1964

    Rust.

    Heerlijke, donzige nacht 
    zinkt op mij neer; zoelig zacht 
    smelt in zijn adem 't laatst verlangen, 
    wegstervend in een laatste stille klacht.

    De suizlende avondwind speelt in de zilvren snaren 
    der kinderkalme ziel; en op zijn brede baren 
    voert hij, de wijde stilte door, onmeetbre zangen. 
    Uw spiegelende ziel, van weemoed plots omvangen, 
    ziet lange trillingen statig door d' ether varen.
    Gevoelens domen mat, uit tijden die eens waren.

    Vertoef nog, vreemde weelde van die kalme nacht; 
    naar dees vergetende uur heb ik reeds lang getracht; 
    laat om mijn moede ziel uw eeuwge schaduw hangen.



    Maart 1893

    Van Nu en Straks jrg 2 (1894)

    schrijver

    01-02-2017 om 22:12 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    31-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schade

    Een gedicht van J.W.F. Werumeus Buning 1891-1959

    Zo tedere schade als de bloemen vrezen

    Zo tedere schade als de bloemen vrezen
    Van zachte regen in de maand van mei,
    Zo koel en teder heeft uw sterven mij
    Schade gedaan, die nimmer zal genezen.

    Eens, toen wij na de nacht tesaam verrezen
    Lagen de rozen vochtig en gebroken, ik en gij
    Wisten die lange nacht de regen, ik noch gij
    Konden van teerheid immermeer genezen.

    Gij hebt de witte en de rode rozenbladen
    Gebeurd in uwe smalle hand, - zij vielen
    Vochtig en sidderend weer in ’t diepe gras.

    Hoe zal dan ’t hart van even tedere schade
    Genezen, nu om u de rozen vielen,
    Nu uwe handen stil zijn, diep in ’t gras.

    In memoriam (1921)

    schrijver

    31-01-2017 om 21:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dichterwijding

    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    DICHTERWIJDING

    In donzen dromen zonk de blonde knaap.

    D'arm boven 't hoofd, glimlachende in zijn slaap,
    Lag in zijn lokken 't blanke godenkind.
    Door 't open venster woei de lentewind,
    Vol zoele geur van bloemen en van gras.
    De lucht was licht, of ze àl van zilver was.

    Toen zweefde een engel door 't omloverd raam
    En vouwde op 't blanke bed de vleugels saam
    En raakte 't hoofd van wie daar lag zo kalm,
    Heel zacht, heel even met een gouden palm
    En liet een schat van rozen, wit en rood,
    De jonge dromer reegnen in de schoot,
    En kuste zacht zijn zijig lokkenblond,
    Zijn edel voorhoofd en zijn rode mond.
    En toen hij heenvloog in de Meienacht,
    Liet hij die bloemen en een vleugelschacht.

    En toen de knaap ontwaakte in 't morgenlicht,
    Schreef met die veder hij zijn eerst gedicht
    Dat klonk zo zoet, 't leek wel gemaakt te zijn
    Van rozendromen en van maneschijn.

    En rein als de engel, die de vleugelschacht
    Hem had gelaten, in die lentenacht,
    Bleef 't lied des dichters, heel zijn leven lang,
    Van 't eerste kwelen tot de zwanenzang.
    En wie daar luistrende aan zijn lippen hing,
    Was 't of de poort der heemlen openging,
    Vol goudlicht en muziek; maar geen verstond
    Het zoet geheim der heil'ge wijdingsstond.
    En hij zei nooit wie hem zijn gave gaf,
    Maar nam de engelveder mede in 't graf.

    schrijver

    30-01-2017 om 22:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vroomheid

    Een gedicht van E. Laurillard  1830-1908

    Dubbelzinnige vroomheid.

    Winkelier.

    Zeg, Kees! je lengt de brandewijn
    Nog met wat water aan.

    Knecht.

    Ik wist, dat u dit gaarne heeft;
    Dus, 'k heb het al gedaan.

    W.

    Heel goed. En heb je, naar mijn last,
    Al krijt gemengd in 't meel?

    K.

    Jawel, mijnheer.


    W.

    En steentjes ook
    In 't krentenvat?

    K.

    Ja, veel.

    W.

    Nu, àl te veel mag 't juist niet zijn.

    K.

    Daar heb ik voor gewaakt.

    W.

    't Is best zo. Maar, die krultabak
    Kan wel wat natgemaakt.
    Zie zo, pas goed nu op, hoor, Kees!
    En loop niet van je werk;
    Dat 'k alles straks in orde vind; -
    Want nu moet 'k naar de kerk.

    Uit 's levens ernst en kluchten (1904)

    schrijver

     

    29-01-2017 om 22:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leeuwerik

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    Leeuwerik

    Blijft gij nooit één blanke uchtend,
    Leeuwrik, zingen hier beneên, 
    Die uw nachtlijk nest ontvluchtend
    Door de zilvren neevlen heen 

    Vleuglings vindt de gouden wegen
    Waar uw aadmen juichen wordt, 
    Tot uw zang in vuren regen
    Naar de koele vore stort; 

    Zingt gij nooit de rode smarten
    Van de duistre aardenacht, 
    Wordt het bloeden onzer harten
    Wel gestelpt, maar nooit verklacht?...

    In het ijle blauw verloren
    Volgt mijn oog niet meer uw vlucht, 
    Maar uw antwoord dwaast mijn oren
    Met zijn zaligend gerucht: 

    Steeds, uit vreugd of smart gerezen,
    Heeft de ziel uw vreugd verstaan, 
    En tot uwe vreugd genezen,
    Ons gemeen geheim geraên: 

    Alle smart omhooggedragen
    Meerdert vreugdes gouden schat: 
    Slechts de vleuglen die ons schragen,
    Zijn van aardes tranen nat.

    Carmina (1912)

    schrijver

    28-01-2017 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van P.A. de Génestet 1829-1861

    Welgelegen

    ’k Noem mijn huis, vol huwlijkszegen,
      Kinderliefde en moedermin,
    Somtijds lachend: Welgelegen;
      Maar die scherts heeft droeve zin.

    „Welgelegen? woont gij buiten?
      Of is ’t uitzicht dan zo schoon
    Op uw stadje, door de ruiten?” –
    Neen: doch weet ge wáár ik woon?

    Vlak bij ’t kerkhof!  Al de doden
      Moeten steeds mijn huis voorbij
    En verkonden, stille boden:
    „Heden ik en morgen gij.”

    ’t Is wel vrolijk! zelfs bij tijden
      Al te vrolijk! veel te druk
    Kunnen de ekipages rijden
      Langs mijn woning vol geluk.

    ’k Zucht dan vaak ook: Stille vrinden,
      Neem, zo ’t kan, de boodschap mee,
    Dat ik graag bij mijn beminden
      Nog wat blijven wou in vreê! –

    Vlak bij ’t kerkhof, maar twee schreden
      En ge zijt er, gauw en goed,
    Waar ge lang om heen kunt treden,
      Maar toch eindlijk rusten moet.

    Vlak bij ’t kerkhof, maar één stapje
      En ik sta er aanstonds voor;
    Komt mijn tijd voor ’t laatste stapje –
      ’k Heb geen rijtuig nodig, hoor!

    Aaklig, hé, om zo te wonen
      Vlak bij ’t kerkhof, bij je graf?...
    Maar, mijn lieve, sterke, schonen!
      Woont ge er dan veel verder af?

    schrijver

    26-01-2017 om 21:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hart

    Een gedicht van Bernard van Meurs 1835-1915

    Een minsenhart duut soms zo raor!

    'k Heb iets ien mien wâ 'k nie verklaor:
    Ik wil 'en ding vandaog
    Dolgraog;
    En hê 'k 'et, dan zal binnen 't jaor
    Dâ ding zo zuutjes aon
    Mien hart gaon tegenstaon.
    Een minsenhart duut soms zo raor!

    Ens wou 'k dolgraog 'en vlukske haor -
    Te zeggen hoef ik nie
    Van wie -
    Zij gaf 'et mien; ik lei 't, zo waor,
    Op 't hart. Was dâ nie gek,
    Zo'n ding hier op die plek?...
    Een minsenhart duut soms zo raor!

    Maor kiek! 'en half jaor zin we 'en paor,
    En 't vlukske leit verbrand
    Op 't land.
    Ien de aovendpap viend ik van haor
    Één haor...ik brom: 'foei wief!'
    En 't hart dreit m'um ien 't lief.
    Een minsenhart duut soms zo raor!

    Kriekende kriekske (1879)

    schrijver

    25-01-2017 om 22:01 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avond

    Een gedicht van Jacobus van Looy 1855-1930

    Avond op het Forum Romanum

    De Nacht is komend met een heir van dromen;
    Zij volgen mee met wijd-geopende ogen;
    Ver van het Westen af kwam zij getogen,
    In 't vreemd blauw kleed met brede zwarte zomen.
    Daar de verzoenlijke Avond lag in vrome
    Gepeinzen neer, op hare arm gebogen,
    In licht opaal en klaar goud onvertogen,
    En zag nadenklijk naar 't verloren Rome...
    Laag hoolt het al in schemering van duister;
    Nu gruwt de steen der monumenten-luister,
    Nu rijst de ziel der oude steding bloot.
    't Gekeldert' leeft, 't verbrokkeld puin gaat grimmen;
    Miauwend gaan er om de wulpse schimmen,
    Rumoerend nachtlijk door het Rome dood.


    1885

    Gedichten (1932)

    schrijver

    24-01-2017 om 22:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boer

    Een gedicht van Betje Wolff-Bekker 1738-1804

    De hupse boer

    Mijn lief! mijn lief! staat u mijn wijs van leven,
    (Zijt gij zo veranderd?) nu in het geheel niet aan?
    Zeg mij, wat tekens zal ik u toch geven,
    Dat mijn geluk niet slechts bestaat in waan?

    Gij mij verlaten?
    Heb ik dat te vrezen?
    Omdat ik op het land
    Gestadiglijk moet wezen?
    Geef mij uw hand,

    Mijn lief, geef mij uw hand, geef mij uw hand!
    Gij sprak weleer, ik wil hier buiten wonen.
    Toen vond gij uw vermaak in dit lieve stille veld.
    Wat vriendschap wou gij mij toen al betonen!
    Wat hebt gij mij toen niet al moois verteld!

    Gij ging naar buiten
    Om de koeien te drijven,
    Ja, dat deed gij toen;
    En wilde toen lang blijven
    Bij mij in 't groen;
    Dan zei jij: o hoe aangenaam is 't groen!

    Wat, zoete meisje, deed u dus verandren?
    Wat geeft u toch de stad? 'k versta er niets van.
    Beminnen wij weer als voormaals elkandren,
    En neem jouw getrouwe ook tot uw man.
    Schei uit met dienen.
    Jij kunt niet verzinnen
    Hoe wel je zult doen
    Met mij te beminnen;
    Dan zit je in 't groen;
    Je bent vrouw en voogd en woont in het groen!

    Economische liedjes (1781) van Aagje Deken en Betje Wollff

    schrijver

    23-01-2017 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bedroefd

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Was 'k nu bedroefd

    Was 'k nu bedroefd, 'k zou met de droefsten schreien:
    Zó droef als ik kan toch geen droef mens klagen:
    Maar tóch zou 'k zeggen: klaag om 's Levens slagen
    Niet wild, niet zó of 't u niet mócht kastijen.

    Krom krimpe ik van verdriet; — 'k tere uit van lijen; —
    Mijn arm hoofd snapp' niet waarom zulke plagen; —
    Maar wee, weé mij! als ooit mijn tong dorst vragen
    Hoe 't Leven dát ten goede zou betij'en?

    't Leven is goed: wij kúnnen 't niet begrijpen:
    Zó kunt ge de aardkloot in uw vuist niet vatten;
    Of de' oceaan opscheppen in uw handen.

    Hoed u voor 't bot-zijn. 't Leven zal u slijpen
    Tot een goed werktuig en niet vragen wat een
    Bot mes daartegen zeit. Elk zegge' is schanden.

    Verzamelde gedichten (1889)

    schrijver

    22-01-2017 om 18:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spiegeling

    Een gedicht van Jacob Winkler Prins  1849-1907

    Spiegeling

    In ’t venster van mijn buurman is een tuin...
    In ’t bochtig glas zie ’k schelle groene vlekken,
    Die krimpen of langwerpig vierkant rekken,
    Al naar de wind suist door de dichte kruin

    Der wit-bethyrste blâre-boombazuin,
    Waaruit doorvonkte groene wuivers strekken,
    Die ’t pad met wieglend schaûw-gewoel bedekken,
    Nu ’t avondlicht al schuiner valt en schuin.

    Maar ’t licht verdwijnt en scheemring komt nu ras.
    Mijn buurman treedt aan ’t venster, trekt aan ’t koord
    Van ’t valgordijn... het valt met stroef gekras.

    Hij steekt de lamp op, kleedt zich ongestoord
    En in de spiegel zie ik hem zijn das
    Vaststrikken rond de hoogopstaande boord.

    schrijver

    21-01-2017 om 19:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.visioen

    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    VISIOEN.

    In starren nacht lag de woestijn van 't leven,
    En strekte ver zich in de somb're tijd,
    Daar was geween en wanhoop, moord en strijd,
    En boven kwam een zware bloedwolk zweven.

    Daar bloeiden bloemen, in gestadig beven
    Geschommeld door de wind van haat en nijd,
    De rode: bloeddorst, en de gele: spijt,
    En witte stonden grimmig-doods geheven.

    Een macht'ge slang, in gramme toorn gekruld,
    Lag om de wereld, stikkend in haar knoop,
    Een slijm'rige rivier, gestremd van loop.

    Van weemoeds zuchten was de lucht vervuld,
    En uit des diepe wereldlevens nacht
    Steeg onverhoord omhoog de jammerklacht.

    Tonen en tinten (1900)

    schrijver

    19-01-2017 om 22:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maanbeschouwingen

    Een gedicht van E. Laurillard 1830-1903

    MAANBESCHOUWINGEN.

    Wat het nijdig lot ons afnam,
    Toch de maan gelukkig niet.
    Ach! wanneer we die niet hadden,
    Dieper nog ging ons verdriet.

    'k Heb met Laura afgesproken:
    Morgenavond, klokke tien,
    Moet ge uw blik naar 't maantje richten;
    Ik zal ook naar 't maantje zien.

    Mocht 'k een wonderdoener wezen!
    'k Maakte een spiegel van die maan:
    'k Zou dan, naar de hemel kijkend,
    Laura aan de Zaan zien staan.

    Doch dat kan niet. Nu, het zij zo,
    Als maar eens, na droef gemis,
    Van een weerzien, zoet en zalig ,
    Ons 't genot beschoren is.

    O! dan ijl ik met mijn engel
    Naar de dichte lindenlaan,
    Waar geen blik ons kan begluren,
    Dan de trouwe blik der maan.

    En die maakt twee silhouetten,
    Een van mij en een van haar, -
    Zachte en lieve schaduwschetsen,
    Van een in-gelukkig paar.

    Schotsche ruiten (1887)

    schrijver

    18-01-2017 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de vuurtoren

    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924

    De vuurtoren

    schets van ontwaken


    Ik ben wakker aan 't worden als een toren aan zee -
    De lieflijke lamp van mijn dromen
      Verbleekt in de weifelende dag.

    Vannacht hebben beelden van licht
    Gedraaid door een duistere wereld
      Over de grillige zee;

    Nu sta ik pal in de lucht
    Met rode en witte strepen
      Als een vissersjong in een trui.

    En de wind waait door mijn hoofd
    En door mijn doorzichtige ogen
      Als door een glazen lantaren;

    Dichtbij klotsen de golven
    Van het frisse schuimige leven -
      - - - - - - - - - - - - - - -
      Zie het is dag!

    Uit stilte en strijd (1928)

    schrijver

    17-01-2017 om 21:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ogen

    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914

    Over stille ogen."

    Over stille ogen en lippen stil
    Eeuwig nu geloken
    Sprei uwe bloemen ter liefde der bloem
    Droeviglijk gebroken.

    O, laat vallen, zuchtenszacht,
    Treurewoorden, woorden van klacht,
    Dat zij niet storen de rustenacht,
    Waarin zij ligt gedoken.

    Neig uw hoofd en neig uw wil...
    En zeg: ‘àl mijne liefde had
    Niet kunnen veilgen tegen leed;
    Geen koestrende armen weren 't wreed
    Waaien van wind; geen balseming
    Geneest in 't hart ontgoocheling....

    Zij was nog blij die henenging....’

    Voor haar zachte ogen is Dood gekomen
    En heeft gesproken wat niemand weet,
    Maar over haar smarte-ogen gleed
    Glimlach van vreê.... Ver weg van leed
    Lei Hij haar voort langs vredestromen.

    Serena (!898)

    schrijver

    16-01-2017 om 16:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!