Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    26-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van P.A. de Génestet 1829-1861

    Welgelegen

    ’k Noem mijn huis, vol huwlijkszegen,
      Kinderliefde en moedermin,
    Somtijds lachend: Welgelegen;
      Maar die scherts heeft droeve zin.

    „Welgelegen? woont gij buiten?
      Of is ’t uitzicht dan zo schoon
    Op uw stadje, door de ruiten?” –
    Neen: doch weet ge wáár ik woon?

    Vlak bij ’t kerkhof!  Al de doden
      Moeten steeds mijn huis voorbij
    En verkonden, stille boden:
    „Heden ik en morgen gij.”

    ’t Is wel vrolijk! zelfs bij tijden
      Al te vrolijk! veel te druk
    Kunnen de ekipages rijden
      Langs mijn woning vol geluk.

    ’k Zucht dan vaak ook: Stille vrinden,
      Neem, zo ’t kan, de boodschap mee,
    Dat ik graag bij mijn beminden
      Nog wat blijven wou in vreê! –

    Vlak bij ’t kerkhof, maar twee schreden
      En ge zijt er, gauw en goed,
    Waar ge lang om heen kunt treden,
      Maar toch eindlijk rusten moet.

    Vlak bij ’t kerkhof, maar één stapje
      En ik sta er aanstonds voor;
    Komt mijn tijd voor ’t laatste stapje –
      ’k Heb geen rijtuig nodig, hoor!

    Aaklig, hé, om zo te wonen
      Vlak bij ’t kerkhof, bij je graf?...
    Maar, mijn lieve, sterke, schonen!
      Woont ge er dan veel verder af?

    schrijver

    26-01-2017 om 21:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hart

    Een gedicht van Bernard van Meurs 1835-1915

    Een minsenhart duut soms zo raor!

    'k Heb iets ien mien wâ 'k nie verklaor:
    Ik wil 'en ding vandaog
    Dolgraog;
    En hê 'k 'et, dan zal binnen 't jaor
    Dâ ding zo zuutjes aon
    Mien hart gaon tegenstaon.
    Een minsenhart duut soms zo raor!

    Ens wou 'k dolgraog 'en vlukske haor -
    Te zeggen hoef ik nie
    Van wie -
    Zij gaf 'et mien; ik lei 't, zo waor,
    Op 't hart. Was dâ nie gek,
    Zo'n ding hier op die plek?...
    Een minsenhart duut soms zo raor!

    Maor kiek! 'en half jaor zin we 'en paor,
    En 't vlukske leit verbrand
    Op 't land.
    Ien de aovendpap viend ik van haor
    Één haor...ik brom: 'foei wief!'
    En 't hart dreit m'um ien 't lief.
    Een minsenhart duut soms zo raor!

    Kriekende kriekske (1879)

    schrijver

    25-01-2017 om 22:01 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avond

    Een gedicht van Jacobus van Looy 1855-1930

    Avond op het Forum Romanum

    De Nacht is komend met een heir van dromen;
    Zij volgen mee met wijd-geopende ogen;
    Ver van het Westen af kwam zij getogen,
    In 't vreemd blauw kleed met brede zwarte zomen.
    Daar de verzoenlijke Avond lag in vrome
    Gepeinzen neer, op hare arm gebogen,
    In licht opaal en klaar goud onvertogen,
    En zag nadenklijk naar 't verloren Rome...
    Laag hoolt het al in schemering van duister;
    Nu gruwt de steen der monumenten-luister,
    Nu rijst de ziel der oude steding bloot.
    't Gekeldert' leeft, 't verbrokkeld puin gaat grimmen;
    Miauwend gaan er om de wulpse schimmen,
    Rumoerend nachtlijk door het Rome dood.


    1885

    Gedichten (1932)

    schrijver

    24-01-2017 om 22:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boer

    Een gedicht van Betje Wolff-Bekker 1738-1804

    De hupse boer

    Mijn lief! mijn lief! staat u mijn wijs van leven,
    (Zijt gij zo veranderd?) nu in het geheel niet aan?
    Zeg mij, wat tekens zal ik u toch geven,
    Dat mijn geluk niet slechts bestaat in waan?

    Gij mij verlaten?
    Heb ik dat te vrezen?
    Omdat ik op het land
    Gestadiglijk moet wezen?
    Geef mij uw hand,

    Mijn lief, geef mij uw hand, geef mij uw hand!
    Gij sprak weleer, ik wil hier buiten wonen.
    Toen vond gij uw vermaak in dit lieve stille veld.
    Wat vriendschap wou gij mij toen al betonen!
    Wat hebt gij mij toen niet al moois verteld!

    Gij ging naar buiten
    Om de koeien te drijven,
    Ja, dat deed gij toen;
    En wilde toen lang blijven
    Bij mij in 't groen;
    Dan zei jij: o hoe aangenaam is 't groen!

    Wat, zoete meisje, deed u dus verandren?
    Wat geeft u toch de stad? 'k versta er niets van.
    Beminnen wij weer als voormaals elkandren,
    En neem jouw getrouwe ook tot uw man.
    Schei uit met dienen.
    Jij kunt niet verzinnen
    Hoe wel je zult doen
    Met mij te beminnen;
    Dan zit je in 't groen;
    Je bent vrouw en voogd en woont in het groen!

    Economische liedjes (1781) van Aagje Deken en Betje Wollff

    schrijver

    23-01-2017 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bedroefd

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Was 'k nu bedroefd

    Was 'k nu bedroefd, 'k zou met de droefsten schreien:
    Zó droef als ik kan toch geen droef mens klagen:
    Maar tóch zou 'k zeggen: klaag om 's Levens slagen
    Niet wild, niet zó of 't u niet mócht kastijen.

    Krom krimpe ik van verdriet; — 'k tere uit van lijen; —
    Mijn arm hoofd snapp' niet waarom zulke plagen; —
    Maar wee, weé mij! als ooit mijn tong dorst vragen
    Hoe 't Leven dát ten goede zou betij'en?

    't Leven is goed: wij kúnnen 't niet begrijpen:
    Zó kunt ge de aardkloot in uw vuist niet vatten;
    Of de' oceaan opscheppen in uw handen.

    Hoed u voor 't bot-zijn. 't Leven zal u slijpen
    Tot een goed werktuig en niet vragen wat een
    Bot mes daartegen zeit. Elk zegge' is schanden.

    Verzamelde gedichten (1889)

    schrijver

    22-01-2017 om 18:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spiegeling

    Een gedicht van Jacob Winkler Prins  1849-1907

    Spiegeling

    In ’t venster van mijn buurman is een tuin...
    In ’t bochtig glas zie ’k schelle groene vlekken,
    Die krimpen of langwerpig vierkant rekken,
    Al naar de wind suist door de dichte kruin

    Der wit-bethyrste blâre-boombazuin,
    Waaruit doorvonkte groene wuivers strekken,
    Die ’t pad met wieglend schaûw-gewoel bedekken,
    Nu ’t avondlicht al schuiner valt en schuin.

    Maar ’t licht verdwijnt en scheemring komt nu ras.
    Mijn buurman treedt aan ’t venster, trekt aan ’t koord
    Van ’t valgordijn... het valt met stroef gekras.

    Hij steekt de lamp op, kleedt zich ongestoord
    En in de spiegel zie ik hem zijn das
    Vaststrikken rond de hoogopstaande boord.

    schrijver

    21-01-2017 om 19:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.visioen

    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    VISIOEN.

    In starren nacht lag de woestijn van 't leven,
    En strekte ver zich in de somb're tijd,
    Daar was geween en wanhoop, moord en strijd,
    En boven kwam een zware bloedwolk zweven.

    Daar bloeiden bloemen, in gestadig beven
    Geschommeld door de wind van haat en nijd,
    De rode: bloeddorst, en de gele: spijt,
    En witte stonden grimmig-doods geheven.

    Een macht'ge slang, in gramme toorn gekruld,
    Lag om de wereld, stikkend in haar knoop,
    Een slijm'rige rivier, gestremd van loop.

    Van weemoeds zuchten was de lucht vervuld,
    En uit des diepe wereldlevens nacht
    Steeg onverhoord omhoog de jammerklacht.

    Tonen en tinten (1900)

    schrijver

    19-01-2017 om 22:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maanbeschouwingen

    Een gedicht van E. Laurillard 1830-1903

    MAANBESCHOUWINGEN.

    Wat het nijdig lot ons afnam,
    Toch de maan gelukkig niet.
    Ach! wanneer we die niet hadden,
    Dieper nog ging ons verdriet.

    'k Heb met Laura afgesproken:
    Morgenavond, klokke tien,
    Moet ge uw blik naar 't maantje richten;
    Ik zal ook naar 't maantje zien.

    Mocht 'k een wonderdoener wezen!
    'k Maakte een spiegel van die maan:
    'k Zou dan, naar de hemel kijkend,
    Laura aan de Zaan zien staan.

    Doch dat kan niet. Nu, het zij zo,
    Als maar eens, na droef gemis,
    Van een weerzien, zoet en zalig ,
    Ons 't genot beschoren is.

    O! dan ijl ik met mijn engel
    Naar de dichte lindenlaan,
    Waar geen blik ons kan begluren,
    Dan de trouwe blik der maan.

    En die maakt twee silhouetten,
    Een van mij en een van haar, -
    Zachte en lieve schaduwschetsen,
    Van een in-gelukkig paar.

    Schotsche ruiten (1887)

    schrijver

    18-01-2017 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de vuurtoren

    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924

    De vuurtoren

    schets van ontwaken


    Ik ben wakker aan 't worden als een toren aan zee -
    De lieflijke lamp van mijn dromen
      Verbleekt in de weifelende dag.

    Vannacht hebben beelden van licht
    Gedraaid door een duistere wereld
      Over de grillige zee;

    Nu sta ik pal in de lucht
    Met rode en witte strepen
      Als een vissersjong in een trui.

    En de wind waait door mijn hoofd
    En door mijn doorzichtige ogen
      Als door een glazen lantaren;

    Dichtbij klotsen de golven
    Van het frisse schuimige leven -
      - - - - - - - - - - - - - - -
      Zie het is dag!

    Uit stilte en strijd (1928)

    schrijver

    17-01-2017 om 21:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ogen

    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914

    Over stille ogen."

    Over stille ogen en lippen stil
    Eeuwig nu geloken
    Sprei uwe bloemen ter liefde der bloem
    Droeviglijk gebroken.

    O, laat vallen, zuchtenszacht,
    Treurewoorden, woorden van klacht,
    Dat zij niet storen de rustenacht,
    Waarin zij ligt gedoken.

    Neig uw hoofd en neig uw wil...
    En zeg: ‘àl mijne liefde had
    Niet kunnen veilgen tegen leed;
    Geen koestrende armen weren 't wreed
    Waaien van wind; geen balseming
    Geneest in 't hart ontgoocheling....

    Zij was nog blij die henenging....’

    Voor haar zachte ogen is Dood gekomen
    En heeft gesproken wat niemand weet,
    Maar over haar smarte-ogen gleed
    Glimlach van vreê.... Ver weg van leed
    Lei Hij haar voort langs vredestromen.

    Serena (!898)

    schrijver

    16-01-2017 om 16:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geluk

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    GELUK?

    In gouden avond enden
    niet alle gouden dagen.
    't Valt zwaar, om zonder schenden
    Geluk te dragen.

    Geluk!.... Wie daarop roemen,
    het allerbrooste en teerste!....
    Ach, volle bloesembloemen
    vallen het eerste.

    De Noodhoorn (1940)

    15-01-2017 om 22:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boom

    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687

    BOOM

    Van stomme schepselen en weet ik geen als bomen,
    Die onze biddende gedaante nader komen:
    Wij strekken evenzo onz’ handen hemelwaart;
    Maar onze wortelen zijn machtig vast in d’ aard.

    Puntdichten (1687)

    schrijver

    14-01-2017 om 22:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrucht

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    EEN VRUCHT DIE VALT...

    Een vrucht die valt...
    - Waar ‘k wijle in ‘t onontwijde zwijgen,
    buigt statiglijk de nacht  zijn boog om mijn gestalt.
    De tijd is dood, omhoog, omlaag. Geen sterren rijgen
    haar paarlen aan ‘t stramien der roereloze twijgen.
    En geen gerucht, dan deze vrucht, die valt.

    Een vrucht.
    - En waar ik sta, ten zatte levens-zome,
    vol als de nacht, maar even stil; blind als de lucht
    hoe rijk ook aan ‘t verholen licht van mijne dromen,
    voel ‘k - lomer dan in ‘t loof der luideloze bomen
    een vrucht die valt, - mijn hart, gelijk een vrucht
    die valt...

    God aan zee (1926)

    schrijver

    13-01-2017 om 22:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verganklijkheid

    Een gedicht van Jan Luyken 1649-1712

    De verganklijkheid

    Het boompje laat zijn blaadjes vallen,
    Aan 't Einde van de zoete tijd,
    Gedurig enige van allen,
    Zo raakt hij ook het laatste kwijt.
    Dat doet verhevene gedachten,
    (Terwijl haar naaste daalt in 't graf)
    Ook deze zelve gang verwachten,
    Want Adams blaad'ren vallen af.

    De Wereld kan haar lievelingen,
    Die met haar herts genegenheid,
    Wel gaarn altijd aan haar hingen,
    Niet langer houden als haar tijd.
    Hij laat ze zinken naar beneden,
    Wanneer der maar een windje speelt,
    Het groene tijdje is verleden,
    Dat sap en kracht had mee gedeeld.

    ô Wereld-boom! gij boom van allen,
    Wat hebt gij van 't beginsel af,
    Veel duizend blaad'ren laten vallen,
    Die al verrot zijn in het graf!
    Zo dat zich niemand kan verleiden,
    Door ingebeelde ijd'le hoop,
    Dat d' afval hem alleen zal mijden,
    Daar 't al, en alles neder droop.

    Dit ziet de wijze klaar voor ogen,
    En schept een nieuw geboren wil,
    Om zijn wasdom te verhogen
                                                                                                                                                      Daar 't groene blad nooit af en vil,
    Van 't Eeuwig bloeiend hout des Heere,
    In 't altijd groeiend Paradijs,
    Dat ieders hert zich daar toe kere,
    Die gaarn won de hoogste prijs.

    'Duytse lier' (1671)

    schrijver

    12-01-2017 om 21:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtegaaltje

    Een gedicht van Cornelis Loots 1765-1834

    HET NACHTEGAALTJE.

    Zeg mij, zwevend orgelkeeltje,
    Zanger, zo eenvoudig schoon,
    Zeg mij, minziek filomeeltje!
    Wie leerde u die liefdetoon?

    Als gij, met uw snebje fluitend,
    Slepend, zacht uw’ galm verlengt,
    Of, de gorgel vol ontsluitend,                      
    Alle tonen samen mengt,

    Als gij ’t zet op hoge wijzen,
    En, met schel en scheller slag,                    
    Alle zangen dooft in ’t rijzen, 
    Zanger van de nacht en dag;

    Als ge een stilte weet te scheppen,
    Door geen lispeling gestoord;                      
    Als geen blaadje zich durft reppen,
    d’Aâmtocht zwijgt en alles hoort;

    Zeg ’t mij, gij, sinds zo veel jaren,
    Dichter van het lied der Lent’,                       
    Of er ook nog eeuwen waren,
    Met uw zangen onbekend?

    Of ge in ’t woud in oude boeken,
    Bij der vogelen Homeer,
    Eerst de maat en gang moest zoeken,      
    Zingen naar zijn wijze leer?

    Naamt gij lessen tot uw voordeel,
    Tot hoe hoog uw stem mocht gaan?         
    Velde een papegaai het oordeel                 
    Over vals en zuiver slaan?

    Maar gij lacht met zulke vragen;
    De ongekunstelde natuur,
    Needrig vogeltje, elks behagen!
    Schonk u ‘t heilig dichtrenvuur.

    Rijk van vederpracht omgeven,
    Staat de Paauw in glans en gloor;
    Maar zijn toon wordt aangeheven‚
    En hij snijdt en vlijmt in 't oor.

    ’t Fluitje leidt de maat der vinken,
    Kunstig zingen zij een lied;
    Maar gij doet er duizend klinken,
    En gij hoorde pijp noch riet.

    ‘k Geef de roem op oude talen,
    Oude smaak ook vrolijk weg,
    Mits men, bij de nachtegalen,
    Mij mijn wildzang niet ontzeg.


    Mei, 1820.

    Nieuwe Gedichten (1821)

    schrijver

    11-01-2017 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    10-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dag en nacht

    Een gedicht van Roemer Visscher 1547-1620

    Dag en nacht

    Meisje, als ik u mag wezen omtrent,
    Al stonden de sterren aan het firmament,
    Zo is, als dag, de  Hemel klaar:                                                              
    Maar als ik van u moet zijn absent,
    Al scheen die Zon nog zo excellent,
    Zo is het nacht voor mij eenpaar.
    Wat baat mij dan der Zonnen kracht,
    Als gij mij maakt dag ende nacht?

    Brabbelingh (1614)

    schrijver

    10-01-2017 om 23:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.heimwee

    Een gedicht van Johan Michiel Dautzenberg 1808-1869

    Heimwee.

    Wanneer de winter ons verlaat,
    En naar het noorden vlucht;
    Wanneer 't viooltje, in blauw gewaad,
    Naar 't lenteluchtje zucht;
    Wanneer de mei naar 't liedje hoort,
    Dat hem de kever bromt,
    De zwaluw weer uit warmer oord
    Naar 't wiegenestje komt;

    Dan roept een stem in mijn gemoed:
    ‘Wat suft gij in uw kluis?’
    Dan trekt het mij zo sterk en zoet
    Naar 't vroeg verlaten huis;
    Dan zie ik, achter berg en bos,
    Een dal voor storm beschut;
    Daar tooit de lente in schoner dos
    De vaderlijke hut.

    In Limburg ligt de stille plaats,
    Die zo mijn hart bekoort;
    In Limburg stroomt de brede Maas,
    Niet ver van ’t dierbaar oord;
    En vogellied en lentepracht,
    En wat de ziel verheugt,
    Verlokken mij met wondre macht
    Naar ’t erfdeel mijner jeugd.

    Ik speelde vrolijk daar als kind,
    Langs beek en bloemenwei,
    En met mij speelde menig vrind
    Door 's levens bonte mei,
    O, mocht mijn oog nog eens u zien,
    Die mij zo dierbaar zijt,
    En u de trouwen handslag biên,
    Gelijk in vroeger tijd!

    Thans dwalen velen, ach! als ik
    Door streken minder schoon,
    En werpen vaak een droeve blik
    Naar hunner oudren woon;
    Die ginder bleven, spelens moe,
    Verlieten kolf en schijf,
    En snelden reeds de grave toe,
    Tot rust voor ziel en lijf.

    Eén vriend liet mij des hemels wil
    Van al dat vriendental,
    En die alleen herdenkt nog stil
    Ons spel met kaats en bal;
    Die leidt mij dan van huis tot huis,
    Kom ik ten dorpe weer,
    Verklaart op ’t kerkhof ieder kruis:
    ‘Zij slapen in de Heer!’

    Dan schenken wij een weemoedstraan
    Aan elke zaalge vrind,
    En denken als wij henen gaan:
    ‘Wat hebben we u bemind!’
    Wij scheiden traagzaam van elkaar,
    En teeknen eerst een plek
    Op 't kerkhof, achter 't hoofdaltaar:
    ‘Dat die ons beid' eens dekk'!

    schrijver

    08-01-2017 om 19:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrede
    Een gedicht van Dirk Camphuysen 1587-1627

    Vrede.

    Daar moet veel strijds gestreden zijn,
    veel kruis en leeds geleden zijn,
    daar moeten heil’ge zeden zijn,
    een nauwe weg betreden zijn,
    en veel gebeds gebeden zijn,
    zolang wij hier beneden zijn:
    zo zal ’t hierna in vrede zijn.

    schrijver

    07-01-2017 om 19:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.door

    Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk 1869-1952

    Door onze zachte, licht-ontroerde lijven

    Door onze zachte, licht-ontroerde lijven
    o Zusters, woedt die grote strijd nu fel:
    wij hunk'ren naar de toekomst, 't heerlijk spel
    aller krachten, die nu in ons verstijven.

    Wij horen Vrijheids zoete lokken wel,
    en reppen ons... Niemand wil achterblijven:
    wij werpen van ons het lange en stijve
    vrouwen-gewaad, om licht te gaan en snel.

    Dan breekt jets in ons, en wij wenen, lang...
    het is zoo zacht op een ander te leunen,
    het was zoo veilig in de warme kluis.

    Leugen lijkt die ons voorwaarts joeg, die drang:
    wij zijn niet thuis waar scherpe wapens dreunen,
    in 't stil-omslotene, daar zijn wij thuis.

    schrijver

    06-01-2017 om 22:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de ruyter

    Een gedicht van Jopie Breemer 1875-1957

    De Ruyter

    De Ruyter was een man
    Die op de grote zee
    En op de Oceaan
    Aan zeegevechten dee.

    Hij sloeg haast altijd raak
    En kwam ook immer rijk
    Uit elk gevecht terug,
    Een miljonair gelijk.

    Maar eens op ene dag
    Kreeg hij op zijne boot
    Een kogel in zijn maag
    En was toen eensklaps dood.

    Hij won maar altijd door
    En hij verloor ook nooit.

    De ontboezemingsbundel (1913)

    schrijver

    05-01-2017 om 22:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!