| 
					
					
 een kerstgedicht
 
  Opgeklopt
  
 Lichtjes branden tot het stopt, 
kerstverlichting opgeklopt, 
blijven werken voor wat geld, 
maar de liefde is wat telt; 
en maar staken tot het stopt, 
vakbondswoede opgeklopt. 
  
  Woorden zuchten vol ontzag; 
kussen, zoenen meer dan mag, 
slogans schreeuwen met gelach: 
weer een weekend plus één dag  
door betogen nog wat meer gefopt, 
malcontenten hevig opgeklopt.  
 
  Kindren vragen zich nog niets af, 
later krijgen zij de straf, 
ergens ligt de vrede in de as, 
sterft een eekhoorn in het gras, 
huilt de weerwolf tot hij stopt: 
tsunamidreiging opgeklopt. 
 Bliksem uit de ster van Betlehem  
dooft de echo van Zijn zachte stem. 
Zwaarden snijden kinderkelen  
eer ze onze hoogmoed stelen; 
Knielen, bidden dat het stopt, 
valse hoop wordt opgeklopt. 
    Cadeaus vergeten, niets gekocht  
van dingen die ik weer niet zocht,  
Dingen die ik toch niet missen zal  
bij de kieren in de oude stal  
Luxe en reclame die niet stopt, 
'n ware kermis opgeklopt. 
    Hef het glas en lieg maar mee: 
Gezondheid,cheers, zum Wohl, santé ! 
Vreten, feesten tot het stopt, 
louter schijn en opgeklopt.  
 
  Zing en loof de kerstman ook, 
roer in ’t nepvuur met de pook.  
Ruik de rook, kalkoen, de haard, 
nergens blijft nog iets bewaard,  
De slede glijdt maar tot die stopt  
in het duister witte opgeklopt. 
    Klokken luiden ver en ijl, 
vrij van cash en roes en geil, 
ze huilen, maar je hoort ze niet  
door 't feestgedruis zo hypocriet,  
ze wenken niet meer, want het stopt, 
pseudo-Kerstmis opgeklopt.
 
  14/12/2014 
					 14-12-2014 om 00:00 
geschreven door Frankie
 
					Categorie:winter 
					
					 |