In België werden elke tien jaar volkstellingen gehouden. Deze tellingen begonnen op 15 oktober 1846, waarna de daaropvolgende jaren geteld werd op 31 december. Vanaf dit jaar werden volkstellingen gehouden in 1856, 1866 en 1876 - alle op 31 december. Vanaf 1880 was er sprake van een telling aan het eind van elk decennium. De volkstelling van 1940 verviel door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, waardoor de volgende telling in 1947 plaatsvond. Vervolgens liep de volkstelling als volgt: 31 december 1960 en 31 december 1970, gevolgd door 1 maart 1981 etc.
Volkstelling onder Frans bewind.
In het jaar 1796 (Franse tijd) was er ook een volkstelling te Lanaken, dat was onder Frans bewind. In de dorpen Lanaken, smeermaas, Pietersheim, Caberg , Briegden en Besmer woonden toen 1173 mensen waarvan er 200 in de echt verbonden waren.
(Bij de telling van 2010 was het inwonertal 13.004 inwoners voor Lanaken waarvan 4049 niet Belgen, zonder de inwoners van Caberg dat in 1839 definitief naar Oud Vroenhoven over ging. Ddit is zonder de andere fusiegemeenten Neerharen, Rekem, Gellik en Veldwezelt geg. Gem. Website)
De oudste inwoner woonde in Smeermaas het betrof een vrouw die de ouderdom van 100 jaar had bereikt (Wed van Lambert Leenders). Caberg dat toen nog deel uitmaakte van Lanaken en na 1839 definitief overging naar Oud Vroenhoven (Maastricht in 1920) telde toen 49 inwoners. In Lanaken woonde de hoofdmoot aan inwoners 436 en in Briegden het minste met 18 inwoners. Van de mannen waren er toen 30 weduwnaar en van de vrouwen waren er 58 weduwe.
Heel wat van de beroepsbevolking vond zijn nering in de Landbouw. 93 Boeren waren verdeeld over het grondgebied van Lanaken , daarvan 41 in Lanaken. 63 Inwoners waren keuterboer(waarvan 21 in Lanaken en 21 in Smeermaas), 69 mensen stonden genoteerd als dagloner.
In Smeermaas woonde één brouwer (Reinier Willem Hustinx geboren 21 februari 1774, overleden Maastricht 18 juli 1852, brouwer, trouwde Maastricht 11 december 1796 met Maria Cornelia Rutten, geboren 1772, overleden Maastricht 15 december 1820, dochter van Nicolas Rutten en Catherine Klocker. Ze was eerder weduwe van Francois Coenegracht) Verder woonden er 2 branders en de chirurgijn (Heelmeester Fransus Weydman ) in Smeermaas.
De 3 kleermakers woonden: in Lanaken 1 en in Pietersheim 2. Van het totale aantal inwoners was er maar een genoteerd als metser, (Hubert Jongen), die in Pietersheim gehuisvest was. Voor het schoeisel van de bevolking zorgden 6 schoenmakers die dagelijks achter hun leest zaten. Hetzelfde aantal was timmerman 3 in Lanaken, 2 in Pietersheim en 1 in Smeermaas. De enige rademaker woonde in Briegden. Zowel in Lanaken als Pietersheim woonde een molenaar.
In Smeermaas woonden drie bakkers en in Lanaken een (heel wat mensen hadden toen een backus achter hun huis staan en bakten zelf hun brood). Er waren toentertijd 5 winkeliers en 1 koopman (Andreas Silverijser die woonde in een huis, langs de Maas, de Blauwe geit genaamd), allen in Smeermaas gevestigd.
3 Slagers die aan huis kwamen slachten 2 in Smeermaas ( de joden Hertz en Mozes die naast het slachten ook handelden in huiden en stoffen, Mozes woonde in een huis langs de Maas) en 1 in Pietersheim.
Eén vroedvrouw stond de vrouwen van Lanaken bij tijdens de bevallingen, Bron: gedeeltelijk Gossu Tijdingen.
Tags:stursullakerk lanaken,lanaken,volkstelling lanaken
|