Ook vannacht
ben ik aan mijn broodnodige rust geraakt. Heerlijk geslapen. Het belooft weer
een stralende dag te worden. Heldere blauwe lucht en windstil, om halfacht weet
Guz me te zeggen dat het 18 graden is. Guz heeft de dag van gisteren ook goed verteerd,
er is gen spatje olie te vinden. Mijn trouwe maat zou wel dringend een douche
kunnen gebruiken maar dat zit er voorlopig niet in. Ik rij hier liever niet met
en blinkende motor rond. Laat Guz er maar wat ouder uit zien dan hij is. Wel
vraagt hij met een schijnheilige grens om het vandaag een beetje normaal te
houden. Ik kan hem enkel beloven dat ik zeker geen onverhard pad in zal rijden.
De toestand van de normale wegen zullen we af moeten wachten.
Vandaag een
Bulgaars ontbijt voorgeschoteld gekregen. Een kom pik zwarte koffie(voor mij
niet te drinken) Aangezien ze hier blijkbaar de koffie zonder melk drinken was
er geen druppel melk te bespeuren. Het ontbijt bestond uit vier grote
boterhammen met een soort gehakt er op en een laag kaas. Men zit dit in een
oven tot de kaas is gesmolten en je hebt een Bulgaars ontbijt. Redelijk zwaar
voor onze Kees zijn nuchtere maag. Naast de boterhammen een rij gesneden
komkommer, dan een rij gesneden tomaten en weer een rij gesneden komkommer. Zo
bekom je een Bulgaars ontbijt. Ik heb toch meer dan de helft naar binnen
gewerkt gekregen. De koffie kreeg ik met geen geweld doorgeslikt.
De eerste
dertig kilometer rijden we door een prachtig landschap. Het is druk op de baan.
Zeker een tiental ezel en paardenspannen rijden af en aan met vol geladen
karretjes gras. We rijden, onder en strakke blauwe hemel, ideaal motorweer.
Hoog in de blauwe lucht zweven een paar roofvogels, de omgeving is prachtig.
Een vos die vershrikt een meter of dertig voor Guz oversteekt maakt het plaatje
compleet. Ik sokkel dan ook aan een kilometer of zestig per uur verder. De
streek is hier aangenamer, groener, veel fruitbomen en druiven. De dorpjes
komen bij mij ook aangenamer over, er verschijnen meer terrasjes in het
straatbeeld aar je wel de neiging hebt om te stoppen. De wegen zijn tot nu toe
matig tot goed, maar een weelde tegenover gisteren. Na die dertig kilometer
veranderd alles ik kom op de E85 (bij ons zouden ze dit een provincieweg
noemen) het stikt hier van de vrachtwagens en weinig parkeergelegenheid. Fotos
nemen is hier niet te doen. Hemcamera ingeschakeld. Aan de dood gereden dieren
op de weg is te zien dat er hier intens verkeer is. Vooral de slangen zijn hier
het slachtoffer van. Ik heb er toch wel een stuk of tien geteld. Er waren exemplaren
bij van minsten 40 cm. Het merk is mij helaas onbekend, evenzo van de vele
vogels die ik hier te zien krijg. Ik kan moeilijk aannemen dat het allemaal
vinken zijn. Volgens mijn kennis zijn het allemaal nog al gemakkelijk vinken.
Aan beide kanten van de baan liggen de onmetelijke landerijen. Kilometers aan
een stuk zo ver het oog reikt. Voor mij heeft dit ook wel zijn charme. Het is
vrij heuvelachtig en de kleuren van de gewassen zijn ontelbaar. Een dubbeldek
vliegtuigje is bezig met het besproeien van de landerijen. Ook hier zal het
zonder vergif niet gaan zeker. Op een groot veld zijn tientallen mannen en
vrouwen aardbeien aan het plukken. De kisten worden onmiddellijk in een klaar
staande vrachtwagen geladen. Tussen de landerijen liggen er grote vlakten die
onbewerkt blijven. Deze plekken worden in beslag genomen door koewachters,
schaapherders en geitenhoeders die hier hun kuddes laten grazen. Ik heb hier,
evenals in Roemenië nog geen meter prikkeldraad gezien. Geen afgezette stukken
grond waar een wei van gemaakt is. De natuur kan hier nog op groet
onoverzichtelijk vlakten zijn gang gaan. Het moet gezegd de E85 is aangenaam
rijden, eindelijk een perfect wegdek. Guz snort er met plezier over. Het geluid
van mijn Guz blijf ik heerlijk vinden, hij doet zijn werk deze reis op een
voortreffelijke manier. Er is dan ook geen enkele twijfel meer om nog maar over
een ander merk te denken. Ikke en Guz, we zijn onafscheidelijk. Zo is het al
een jaar of zestien en zo zal het blijven. Op één van de weinige kleine
parkings loopt er een prachtig onverhard weggetje. Richting? Waarschijnlijk
iets heel moois. Het klimt redelijk sterk en de drang is er weer. Het gaat
echter niet door, krijg Guz met geen stokken van het heerlijke perfecte asfalt.
Waarschijnlijk is dit nog het beste ook.
Bij een
groot benzinestation (Shell) stop ik voor Guz zijn drinken. Ik kan warempel 98
tanken de eerste keer in Bulgarije. Er is en tamelijk grote winkel aan het
station. Jammer genoeg met en ongelooflijke chagrijnige vrouw. Ik koop wat
flessen water en doe mij, voor mijn achtendertigste huwelijksverjaardag een
doosje schijtersdure sigaren cadeau. Hallo Theo, heerlijke sigaren met een
houten mondstuk.100% Tobacco, jammer dat er maar vijf in een doosje zitten Na
de stop ga ik van de geplande route. Nee nee, niet onverhard. Op een bord heb
ik een tekening gezien dat er in het stadje een mooie boulevard langs de Donau
gelegd is (Europese pot). Door het goede wegdek vliegen de kilometers onder de
wielen door. Het is ook niet de bedoeling dat ik om twaalf uur al aan het hotel
ben. Ik parkeer Guz in de schaduw voor een leegstaand pand. Hier moet je echt
wel een hoen zijn om geen zwaluw op zijn nest te kunnen fotograferen.
Tientallen nesten hangen onder de oversteek van het gebouw. Het is er zo druk
dat de nesten als een soort appartementen gebouwd zijn elk met een eigen
ingang. Prachtig om deze atleten bezig te zien. De boulevard is netjes, er
is ook een soort parkje aangelegd. Een prachtig zicht op de Donau waar de
vissers in kleine bootjes de netten op aan het halen zijn. Na dit intermezzo
hebben we het ver gehad voor vandaag. Om klokslag één uur sta ik aan de receptie
van het Silistra hotel, gelegen in Silistra. De stad is de vierde grootste stad
van Bulgarije. Door de nodige problemen met mijn Master Card is het over half
twee voordat ik op mijn kamer ben. Guz staat geparkeerd in de afgesloten
ondergrondse garage van het hotel. Wat een weelde, ik kan met mijn bagage in de
garage de lift in om op de vijfde verdieping aan te komen. Aan de receptie kom
ik aan de klap met een man uit Oostenrijk. Hij reist de Donau af met een fiets.
Het is het tweede deel waar hij nu mee bezig is. Enkele jaren geleden heeft hij
het eerste deel gedaan. Een half jaar doet hij er over, moederziel alleen. Het
blijkt een Oostenrijker te zijn.
Ondertussen
is het hier bloedheet geworden. Ik heb dan ook niet veel zin om in deze hitte
de stad in te gaan, het is heerlijk fris op de kamer en er staat een grote
asbak. En, ik heb en doosje lekkere sigaren. Ik haal mijn waterkokertje uit de
rugzak zet een kom thee en steek een heerlijke sigaar op. Wie doet me wat? Ik
neem de tijd om de reacties op de blog te beantwoorden, ik denk dat ik niemand
heb overgeslagen. Gewoon even scrollen in de rechtse kolom van de blog om de
antwoorden te vinden. De gps, en scherm van de helm woorden onderhanden genomen
want het ziet er allemaal nog al stoffig uit. Er moet ook nog een probleem met
de tank tas opgelost worden. De rits komt namelijk los. Als ik er niets aan doe
komt de rits stukje voor stukje helemaal los. Eindelijk komt de naald en draad
dat ik al jaren meesleur van pas. Met veel geklooi krijg is de ritsluiting over
het kapotte stuk. Ik naai de rits in het kapot gedeelte terug vast en klaar is
Kees. Het moeilijkste van heel de zaak was om die verdomde draad in dat piep
klein gaatje van die naald te krijgen. Naald is maar en keer gebruikt en zal
ook de laatste keer zijn. Bij het opruimen laat ik die klote naald vallen, ik
heb hem niet meer terug gezien. Waarschijnlijk zal ik er morgen met mijn blote
voeten in trappen zeker.
Speciaal
voor Lucien zet ik een foto van een Bulgaarse vrouw op de blog. Kom nu a.u.b.
niet met allerlei vragen in de aard van een foto van; een Bulgaar, visser,
slang enz. Voor Theo zet ik natuurlijk een foto van die heerlijke sigaren op de
blog. De laatste foto is genomen vanaf het balkon van de kamer.
Morgen
bereik ik het doel van deze reis. Tulcea, aan de monding van de Donau. Volgens
de vriendelijke dame aan de receptie wordt er voor morgen regen voorspeld.
Hopelijk zit ik geen drie dagen in de regen.
Afwachten maar, het is te volgen op de blog.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Vinden jullie de blog leuk, eigenzinnig of juist niet. Laat het aan je vrienden weten misschien vinden die het ook wel leuk, eigenzinnig of juist niet. http://blog.seniorennet.be/guzzi
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Prins
heerlijk geslapen vannacht. Het hotel is fantastisch. Het avondeten is dit
hotel echter onwaardig. Als ze deze kok niet dringend vervangen zullen er nog
weinig gasten hier komen eten. Het ligt zeker niet aan de producten die
gebruikt worden. Maar als je en sausje maakt is het volgens mij een kleine
moeite omdat warm te serveren, niet met stukjes groenten die ijskoud zijn. Dus
het Skalite hotel is zeker en aanrader maar toch maar best één van de vele
restaurantjes in de buurt bezoeken voor het diner. Het ontbijt was goed met
voldoende keus. De gezondheid is onder controle er wordt dan ook rond een uur
of halfnegen welgezind gestart. Het weer is uitstekend, strakke blauwe lucht
dus vol op zon en de wind is veel minder dan gisteren. De motorkledij is nog
maar eens omgewisseld, we vertrekken met een graad of achttien voor een rit van
298 km. Nog vergeten te vermelden de munteenheid hier is de Lev. 1 euro is 1,95
Lev. Dus ik deel de Bulgaarse prijzen door twee om het in euro te weten.
Er staat
eerst een afdaling te doen van een twintigtal kilometers. Aangezien we midden
in de bergen zitten betekent dit de ene haarspeldbocht na de andere. Normaal
geen probleem ik neem ze zelfs graag. Maar hier is het allemaal net iets
anders. Los zand, grint en afgewaaide takken liggen op de weg. Niet bepaald de
ideale mix voor een motorrijder. Het tempo ligt dan ook bijzonder laag. Na de
zoveelste haarspeldbocht neem ik de eerste foto van en mooi vergezicht. Na deze
foto een foto van het wegdek dat ik tijdens de afdaling regelmatig over moest manoeuvreren,
rijden kun je dit niet meer noemen. Eenmaal als de afdaling achter de rug is
komt er een redelijk saai stuk, ik bedoel saai tegenover gisteren er is hier
altijd wel iets te zien meer de gewenning begint blijkbaar al op te treden. Het
is tijd voor mijn sigaartje, ik stop dan ook bij een redelijk groot
benzinestation, de kleine pompjes vertrouw ik voor geen haar. Het zal voor Guz
weer de 95 zijn die getankt wordt, waarschijnlijk zal hij weer brommen maar ik
heb hier nog geen 98 kunnen ontdekken. Ik neem ook een paar flesjes water want
het beloofd een dorstige dag te worden. Op het aangenaam terras lekker in het
zonnetje blijf ik iets te lang zitten. Ik kijk naar de zwaluwen die met hun
nesten bezig zijn (jammer genoeg zijn ze me telkens te vlug af voor de foto.
Hoog in de lucht zweeft er een koppel ooievaars en tientallen gele vogeltjes
vermaken zich in de berm. Het zijn volgens mij een soort vinken, goudvinken
misschien? Ik weet het niet jammer genoeg is mijn kennis over vogels nog
slechter dan mijn brabbel Engels. Ik zou aan beiden eens deftig moeten werken. Na
deze pauze kom ik bij een mooi vergezicht uit, jammer genoeg te ver van de baan
om een fatsoenlijk foto van te maken. Ik zie echter een onverhard weggetje naar
een plaats lopen waar ik perfect die foto zou kunnen nemen. Dom, dom, dom.
Waarom heb ik altijd van die ogenblikken dat ik absoluut mijn verstand weiger
te gebruiken. Waarom zo focussen op een foto en denken; er is nog nooit niemand
zijn leven lang met een motor op een onverhard weggetje blijven staan.
Mensenlief dat he ik geweten. Na een driehonderd meter kom ik in sporen waar
een vier een vier maal vier nog last zou hebben. Ik durf geen meter verder
rijden. Beteuterd sta ik wat in het rond te kijken, behalve wat mussen is er
niets te zien. Absolute stilte. Aangezien ik geen tent bij heb kan ook niet
blijven slapen. Zelfs als ik wel een tent zou hebben was het probleem nog niet
opgelost. Het probleem is namelijk, hoe moet ik in Godsnaam Guz uit dat spoor
krijgen om terug te keren. Twintig minuten ben ik daar mee bezig geweest.
Schijters bang dat ik omver zou gaan met Guz. Ik krijg die in dat spoor van zijn
leven niet alleen terug recht. Met een constant slippen en schuivend achterwiel
kom ik toch zo ver dat ik al dwars op het pad sta. Door het constant slippen
van het achter wiel stinkt het naar verbrand rubber. Eindelijk kom ik
centimeter voor centimeter zou ver dat Guz dwars over het pad staat. Het
achterwiel nog in het spoor, het voorwiel in het andere spoor. Gelukkig was de
onderkant van Guz nog vrij. Nu moest ik een berekend risico nemen, Gas geven,
het voorwiel in het spoor houden en het achterwiel al slippend schuin uit het
spoor zien te. Het gas zeker niet lossen anders is de kans te groot dat ik op
mijn bek terecht kom. Mijn koppeling laten slippen en maar voorzichtig gas
blijven geven. Op het kritieke moment dat het achter wiel uit het spoor kom
geef ik wat gas bij om mijn evenwicht te kunnen behouden. Guz springt netjes
met het achterwiel in het goede spoor. Een beetje verder op een fatsoenlijk
plekje Guz weggezet. Afstapt en me een paar harde klappen tegen mijn kop
gegeven. Als ge dat nog een keer lapt wordt Guz op pensioen gezet en gaat de
Kees naar een rusthuis. Einde discussie. Toch nog maar snel een foto genomen,
hij trekt op niets omdat ik niet ver genoeg ben gereden. Ik zet Guz op de foto
en zeg dat hij zijn geknor moet houden, hij/zij ziet er precies tien jaar ouder
uit.
Na dit
avontuurtje komen we via een paar mooie vergezichten in het stadje Lom aan.
Buiten dat er veel ooievaars hun nesten hier hebben is er weinig te zien. Na
Lom komen we op een prachtige route met magnifieke vergezichten, de tijd begint
echter te dringen, het is over twaalf uur we hebben amper 140 kilometer afgelegd.
Hier kom ik ook voor de eerste keer in Bulgarije aan de oever van de Donau. Het
is ondertussen een rivier geworden om u tegen te zeggen. Van de vergezichten
heb ik niet veel fotos, het asfalt is zo slecht dat de gemiddelde snelheid van
dien aard is dat ik geen tijd meer heb om veel te stoppen. Een foto nemen is
stoppen, helm afzetten, handschoenen uit doen en een eindje stappen om een goed
zicht te hebben, dit alles twee keer natuurlijk. Vanaf hier heb ik wel de
helmcamera veel gebruikt, hoef ik maar op een knopje te drukken. Jammer genoeg
kunnen er op deze blog geen filmpjes gezet worden er zitten echt spectaculaire
beelden bij ook van het wegdek. Na een twintigtal kilometer is het gedaan met
de vergezichten. Ik kom een kerkhof tegen en kan het niet laten om er een foto van te nemen. Ook in Roemenië liggen de kerkhoven er zo bij , daar had ik echter geen kans om er een foto van te maken. Er staan nog 140 moeilijke kilometers te wachten. Een helse
rit wordt het, op de zeldzame stukken goede asfalt lap ik voor deze keer de
maximum snelheid van 90 km per uur aan mijn laars. Ik kom danig in tijd gebrek
door de slechte staat van het wegdek. Het is een schande en eigenlijk pesterij
van de bevolking hier dat die wegen er zo bij liggen. Een schoolbus kruipt
werkelijk tussen de gaten door, over snelheid kun je zelfs niet spreken. Kilometers
aan een stuk rijdt hij stapvoets, grote stofwolken achter zich latent. Op een
fatsoenlijk wegdek zouden de schoolkinderen minsten een uur per besparen. De
maximum snelheid van 90 km per uur niet aanhouden kost me bijna mijn kop. Het
is mijn dag niet vandaag. Door de schaduw van de bomen zijn de gaten in
het wegdek niet zo goed te zien. Ik rij met een snelheid van ongeveer 110 km
per uur wanneer ik in een tamelijk goed wegdek te laat een redelijk diep gat
zie. Ook deze keer ben ik weer wat blij dat ik de broodnodige motorervaring heb
opgedaan tijdens mijn talrijke reizen. Waarschijnlijk zal er ook wel wat geluk
bij te pas gekomen zijn maar ik kan het gat ontwijken. Toch blijf ik onder
tijdsdruk risicos nemen, weliswaar zo berekent mogelijk. Non stop heb ik
gereden van 13 uur tot 17 uur over kilometers bar slecht wegdek afwisselend met
redelijk wegdek. Ik moet eerlijk zeggen toen ik na veel gezoek, ook dat nog in
het hotel aankwam ik steendood zat. Als er morgen onder Guz geen halve liter
olie ligt is het verdomme een sterk beest.
Eenmaal in
het hotel geïnstalleerd, ook niet zonder moeite wegens geen woord Engels aan de
receptie kan ik genieten van een fijne douche. Een douche van het type drie in
één. Je moet wel goed nadenken wat je eerst wil gaan doen. Ik zou denken een
kakje. Na de douche geniet ik van het
prachtige decor van op het balkon van mijn kamer. Het is niet altijd even leuk
op reis.
Het is echt
mijn dag niet vandaag. In het restaurant wordt ook geen woord Engels gesproken.
De menukaart is enkel in het Hongaars Maar allee ik heb gegeten. Ik dacht kip,
het was kotelet, ik dacht rijs maar het waren gelukkig frieten. De koffie en
het nagerecht heb ik maar gelaten voor wat het was. De halve liter Tuborg kon
ik aanwijzen.
We blijven
in Bulgarije, morgen 16/05 naar Silistra. Een ritje van 207 kilometer, hopelijk
over een fatsoenlijk wegdek.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Verdomt
slecht geslapen vannacht. Het ligt zeker niet aan het bed, maar ik heb danig
last gehad van buikpijn. De oplettende blogvolger zal ondertussen wel begrepen
hebben dat mijn gezondheid hier en daar wat te wensen onverlaat. Om alles onder
controle te houden spuit ik drie keer per dag insuline en neem zn zeventig pillen
per week in. Verder ga ik hier niet over uitweiden.
Ik neem een
licht ontbijt, voor ik vertrek neem ik een paar pijnstillers en een Buscopan
in. Hopelijk is dit voldoende, als de buikpijn doorzet zou dit het einde van
mijn reis kunnen worden. Het is acht uur wanneer de poort opengegooid wordt en
we kunnen vertrekken voor wat later zal blijken weer een prachtige rit. Guz is
nog altijd in topvorm, buiten wat gerammel van het hitteschild rond de uitlaat
is er geen vuiltje aan de lucht. Ik krijg langs de oever van de Donau een stevige
zijwind, om niet te zeggen een zeer harde zijwind. Regelmatig krijgt Guz dan
ook flinke opdonders en moet ik zijdelings tegen de wind gaan hangen om het
spoor een beetje te kunnen houden. Ben weer blij dat ik toch al redelijk wat
motorervaring heb. Harder dan 70 km per uur zit er met deze wind niet in. Ik
laat het scherm van mijn helm naar beneden omdat er hier en daar wat afgewaaide
takken op de baan liggen. Ik zou bij toeval niet graag zon tak in mijn gezicht
krijgen zonder bescherming. (veiligheid op de eerste plaats he Mieke) Ik ontdek
weer een raar fenomeen. Door de harde wind die recht op de oever blaast drijven
er grote takken en wrakhout naar de oever. Tientallen mannen en vrouwen staan
dit hout uit de rivier te vissen. ZE leggen het in stapeltjes op een muurtje
dat naast de baan loopt om het te drogen. Geen kans gehad voor een foto wegens
niet kunnen parkeren. Het is een grote baan met weliswaar weinig verkeer mar ik
probeer in vreemde langden het contact met de arm der wet zo miniem mogelijk te
houden. Ook weeral geleerd door ervaringen die minder prettig waren. Na een twintigtal kilometers verlaat ik de
Donau, niet omdat ik deze rivier beu ben, gewoonweg omdat de weg zo loopt.
Reizen kan ook simpel zijn, gewoon de weg volgen. We rijden de hoogvlakte van Roemenië
in. En wat voor een hoogvlakte, prachtige vergezichten, en mooie kleurige
bermen. Bij ons is dit onkruid en wordt het weggespoten of gemaaid. Hier laten
ze het staan en het is prachtige. Regelmatig zie ik in de verte herders met
kudden schapen en/of geiten. Het ziet er allemaal zeer vredig uit en er is een
zalige stilte. Het vervoermiddel is hier overduidelijk paard en wagen. Hier ook
gen lijken van dieren op de weg. Je moet al een verschrikkelijk dom beest zijn
om je dood te laten rijden door een paard met wagen zou ik denken. Op het land
wordt nog echt de paarde kracht gebruikt, grote stukken grond worden geploegd
met het paard als trekmiddel. Het wieden van de eindeloze akkers gebeurd hier
met de hand. Zowel mannen als vrouwen zijn (meestal ouderen) in groepjes op de
schrale droge akkers bezig en dit onder een hete zon. Natuurlijk is er ook een
keerzijde aan deze charmante bezigheid (om als toerist er naar te kijken). De
tegenstelling is de bittere armoede die er is in de afgelegen dorpjes. Door
hard labeur op de akkers proberen deze mensen zich min of de kop boven water te
houden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er amper jonge mensen te zien
zijn. Volgens mij zijn het veel Romas die in de afgelegen dorpjes wonen. Ze leven
echt aan de onderkant van de maatschappij. Je hebt er drie soorten; een soort
met een kruiwagen, de betere met een ezel en kar en de beste met paard en
wagen. Ik wordt in deze afgelegen dorpjes argwanend na gekeken. Niet te
verwonderen natuurlijk als er één of andere Pipo op een zware motor met op zijn
helm een camera en microfoon voorbij komt. In één van de dorpjes roept er
iemand wat scheldwoorden naar mij. Ik reageer niet, kan hem zelfs begrijpen.
Alleen, ik kan er ook niets aan doen dat hij hier geboren is. Naar België komen
is volgens mij ook geen oplossing. Hij zal het er zeker niet beter hebben als
hier. DE Vlamingen en de Walen lusten elkaar rauw. Althans volgens de politiek
en ook wel een beetje door de stembus uitslag. Is mijn persoonlijke mening en
ik wens echt niet de politieke toer op te gaan. Ben er toch wel zeker van dat
die Roma bij ons niet welkom is. De Donau is vanaf de hoogvlakte nog regelmatig
in al zijn schoonheid te zien.
Terwijl ik
langs een kudde geiten rij zwaait de herder spontaan naar mij. Dit laat ik niet
liggen. Ik keer direct om en rij tot bij de herder. Een trotse herder mag ik
wel zeggen. Het enige wat ik van hem versta is dat hij een Roemeen is.
Natuurlijk wil ik een foto nemen, ik krijg het hem niet uitgelegd dus laat ik
hem mijn fototoestel zien. Hij keek er naar zoals vroeger volgens mij een
Indiaan naar Columbus heeft gekeken toen hij een spiegeltje kreeg. Nu begrijpt
hij dat ik een foto wil nemen, ik probeer hem bij zijn kudde te krijgen maar
dat wil hij niet. Zijn stok wil hij ook niet vasthouden. Het is dan ook wat het
is. Een fiere herder met opgeheven hoofd op de foto. Hij maakt van mij ook een
foto en vind het prachtig dat de fotos op het schermpje van het toestel komen.
Tussendoor stuurt hij regelmatig zijn hond naar de kudde om deze bij te sturen.
Na eindeloos handen geschud en schouderklopjes kan ik vertrekken. Toch nog maar
en foto genomen wanneer hij naar de kudde wandelde. Hij bleef me nazwaaien tot
ik in de bocht verdwenen was. Heb ik misschien een verkeerd beeld van armoede?
Deze mens kwam niet ongelukkig over, hij heeft volgens mij ook geen nood aan
allerlei technische rommel. Tevreden met zijn kudde en zijn hond het moet
kunnen.
De hoofdweg
waar we over rijden is matig tot goed van kwaliteit. De zijwegen zijn allemaal onverhard.
Ze liggen er echter zo uitnodigend bij dat ik het niet kan laten om een
onverhard weggetje mee te pikken. Na amper een kilometer begint Guz te zeuren.
Als je graag wilt gaan crossen, koop dan een motor om mee te crossen en laat
mij aan de kant staan. Is het nog niet genoeg dat mijn hitteschild helemaal
naar de bliksem is? Eigenlijk geen domme opmerking en ik besluit dan toch maar
om het asfalt terug op te zoeken. Na een paar kampen te zijn voorbij gereden
komen we aan bij een prachtige brug over de Donau. Ik een kotje zit een soort
bewaker die er op tie kijkt dat er geen fotos van de brug genomen worde.
Aangezien mijn helmcamera nog opstond heb ik wel beelden van de brug. Hij deed
echter teken om de camera onmiddellijk af te zetten, waar ik ook direct op in
ging. Met en kwade blik gaf hij me toegang tot de brug. Ik rij over de brug en
kom op en prachtig geasfalteerde weg die, je gelooft het nooit na tweehonderd
meter overging in onverharde weg. Volgens Garmien een kilometer of vier. Guz
begon waar te brommen maar deze keer gingen we niet terug. Eerst een stuk met
niet anders dan ribbels de vering kraakte en piepte van jewelste. Heel de dag
amper een auto tegengekomen, hier twee die in grote stofwolken op ons af
kwamen. Na de ribbels los zand en grind. Ik kan jullie vertellen dat door los
zand en grint rijden met een baanmotor geen sinecure is. De zijdelingse
rukwinden maakten het er zeker niet gemakkelijker op. Toch een voordeel, door
de uiterste concentratie had ik geen last meer van buikpijn. O f zouden het toch
de pillen geweest zijn? Nadat deze hindernis genomen is rijden we weer over
heerlijk asfalt. We komen prachtige tafereeltjes tegen, zoals de familie gans
dat op pad is. Ook de Donau laat zich hier weer op zijn mooiste zien. Als of
het nog niet genoeg is krijg ik ook nog een groepje ooievaars in het vizier.
Het was even een geklik van jewelste.
Ondertussen
was het twaalf uur geworden en zou de grens met Bulgarije in zicht moeten
komen. Ik viel dan ook bijna van Guz nadat Garmien mij wist te vertellen dat ik
binnen vijftienhonderd meter op de ferry moet rijden. Ferry, wat ferry, ik weet
van geen ferry. Volgens mij ligt er een prachtige brug over de Donau (Europese
pot weet je wel). Ik had onderweg al gezien dat de route op het scherm van
Garmien een stuk door het water ging. Geen paniek, dat gebeurt meer in dit
soort landen. De kaarten zijn namelijk niet zo nauwkeurig hier. Even her berekenen
als het zo ver is en klaar is Kees. Niet dus, opeens sta ik voor een bord Ferry
en een kantoor waar de tickets gekocht moeten worden. Ik heb geen enkele
Roemeense cent meer in mijn zak. Hopelijk brengt de creditcard een oplossing of
misschien eventueel euros. Met een klein hartje (ik heb nog eens aan een grens
gestaan zonder lokalen munt, Theo, mijn toenmalige reisgezel weet er alles van
het was namelijk in Syrië) stap ik naar het loket. Geen visa, geen Master Card
maar God zij geprezen wel euros. Dar gaan mijn laatste euros dacht ik. Met
zes euro was ik er van af. Een honderd meter verder staat een douanier mij op
te wachten, vriendelijk vraag hij om mijn paspoort en het doel van de reis. Ik
geef hem de nodige uitleg en kan zonder problemen verder rijden. Ik rij het
haventje op en zie twee rijen vrachtwagen staan en een lange rij personenwagens.
Niet met mij denk ik. Even spookrijder gespeeld om de rijen te passeren om me
als eerste in de rij te zetten. Ik heb Guz nog niet stil gezet of ik werd door
één of andere klakmans aan de kant gezet. Voor de eerste keer geen enkele moeite
om hier iemand te verstaan. Hij zegde namelijk niets. En woord, geen letter een
duister blik en een armzwaai. Daar staan ze dan, ondertussen komt er een
prutsbootje af met wat voetgangers, zes vrachtwagen en een stuk of tien
personenwagen. Met deze vracht was heet bootje barsten vol. Aan mijn kant
stonden er zeker een twintig vrachtwagens en zoveel personenwagens. Oei, denk
ik, als die klakmans me hier laat staan tot ik echt aan de beurd ben kan ik
maar best ergen een tentje gaan kopen. Het bootje is aangemeerd en de paar
wagens die er op staan rijden er af. Nu er af rijden is veel gezegd. Blijkbaar
is het waterpeil van de Donau met de tijd zover gezakt de helling te stijl is
geworden. Met balkjes en stukken hout wordt dit opgelost. Je moet he gezien
hebben om het te geloven. Een andere klakmans begint er werk van te maken om de
ferry te laden. Eerst helemaal rechts van de ferry tien personenwagens. Dan
moeten de vrachtwagens met hun lange trailers de ferry op. De bestuurders laten
de achterkant van de trailer omhoog gaan doormiddel van luchtdruk. Dit om te
vermijden dat ze met de achterkant van de trailer op het weg dek komen. Nu
blijkt dit bij een trailer niet te gaan. De trailers voor autotransporten
hebben een dergelijk systeem niet. De arme bestuurder rijdt heel het spel dan
ook hopeloos vast. Echt waar, een kwartier zijn ze met planken en balken bezig
geweest om die vrachtwagen op de ferry te krijgen. Er was nog plaats voor twee
vrachtwagens op de ferry. Na de eerste van de twee start ik Guz en maak ik aanstalten
om de ferry op te rijden na. Niet dus, eerst die tweede vrachtwagen nog, is er
dan nog een plaatsje zijn dan mag ik mee. Natuurlijk was er nog een plaatsje,
Guz staat weliswaar Bina met het achterwiel in het water maar we zijn mee. Er
worden de nodige fotos getrokken. Een vriendelijk bemanningslid vraagt of hij
en foto van mij moet maken. Natuurlijk wat had je gedacht. Op één van de fotos
is in de achtergrond een prachtige brug over de Donau te zien. (Europa weet je
nog) Er is echter en klein probleempje. ER LOOPT GEEN WEG NAAR TOE. Hoe kunnen
ze het verzinnen. Het bemanningslid vindt het prachtig, zolang er geen weg ligt
blijft hij zijn baan houden. Er waait een felle wind over de Donau, maar het
bootje vaart met een fikse snelheid van elf kilometer per uur naar de overkant.
Na een twintigtal minuten zijn we aan de overkant. Ook daar staan rijen autos
te wachten.
Aan de
grensovergang staat een mooi bord over de breedte van de weg met welkom in
Bulgarije en het wapenschild van Bulgarije. Een mooie foto dacht ik zo. De
douanier dacht er anders over, fototoestel terug in de tanktas. Dit was het enige
probleempje. Snel vertrekken we dan ook. Bij het volgende loket moet ik echter
een noodstop maken. Toeristische dienst mijnheer, of u even zes euro toeristenbelasting
wilt betalen. Omdat u met de motor bent hoeft u geen wegenvignet te kopen. Ik
krijg na betaling een bewijs met allerlei officieel uitziende stempels. Zolang
ik in Bulgarije aan he verkeer deelneem moet ik dit bewijs bijhebben om bij een
eventuele controle dit te laten zien.
De eerste
indruk van Bulgarije is weeral de alomwezige armoede. Het wegdek doet aan Syrië
denken. Geen enkele witte streep en ook als het droog os weinig grip. Als snel
ben ik het stadje uit en rij de bergen in. Mooi asfalt en heerlijke bochten die
enthousiast in duik. Iets te enthousiast volgens Guz. Hij laat het achterwiel
even schuiven zodat ik er aan herinnerd wordt dat de wegen hier weinig grip
hebben. Aangezien ik naar Guz een stuk beter luister als naar mijn echtgenote
neem ik direct gas terug om in een gezapig tempo de laatste dertig kilometer af
te haspelen.
Rond half
drie kom ik in het hotel Skalite aan gelegen in het stadje Belogradchik.
Prachtig is het hier. Ik zit midden in de bergen. Op de hoogste toppen is nog
sneeuw te zien. Het hotel is formidabel. Een portie brengt me tot aan de
receptie? Ik schaam me dood hoe ik hier sta. Vuil, bezweet en in motorkleren.
Ik excuseer me dan ook voor mijn kleding bij de vriendelijke jonge dame aan de
receptie die trouwen perfect Engels spreekt. Weer begin ik me te schamen, nu
over mijn brabbel Engels. Voor de jonge dame echter geen enkel probleem. Blij
dat u voor ons hotel heeft gekozen mijnheer. Ik wens u een aangenaam verblijf. Guz
staat geparkeerd op een afgesloten parking met bewaking. Ik zit in een kamer
met zicht op de bergen, een heerlijke regendouche, airco en tv natuurlijk.
Voordat iedereen gaat denken wat een rijke stinkerd is dat, de prijs voor een
overnachting in halfpension bedraagt 45.
Snel onder
de regendouche, de wandelschoenen aan en de bergen in voor de nodige fotos.
Als ik op het pleintje voor het hotel kom zie ik dat het hotel een dakterras
heeft. Beslissing is snel genomen. Het worden fotos genomen van het dakterras.
Zit hier heerlijk met het zonnetje op mijn bolletje en een lekker half litertje.
Zeg nu zelf, tocht beter dan thuis onkruid wieden.
Morgen 15/05
een zware rit van 298 kilometer binnenwegen naar Svihtov. We verblijven dan in
hotel Pri Popa
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Uitstekend geslapen.
Het is droog maar zwaar bewolkt en zeer fris. Elf graden. De zomerkledij blijft
in de koffers en de verwarming van de jas wordt aangestoken. Om negen uur
starten we met de wijnroute, althans volgens de borden. Als ik aan wijnroute denk,
denk ik ook aan: druiven, bergen, wijnboeren en eventueel een paar kastelen.
Niet in Servië, niets van dit alles. Wel een verschrikkelijk slecht wegdek,
maar het moet gezegd, met mooie vergezichten. Na een kilometer of tien is het
echter gedaan met de pret. Ik rij een onooglijk dorpje uit met krotten van
woningen en een mooi kerkje, plots sta ik voor een slagboom. Einde weg. Awel,
Garmien hoe zit dat? Volgens Garmien loopt de weg gewoon verder zelfs door een
natuurgebied. Kaart van Servië er bijgenomen, ook daar staat de weg op vermeld.
Dan maar op onderzoek. Het blijkt dat er hier al jaren grote wegenwerken bezig
zijn (steun uit de pot van Europa) Dorpsbewoners zijn razend, moeten kilometers
om rijden door dit project dat waarschijnlijk nooit beëindigd zal worden. Ik
zet een via punt in Garmien en we zijn terug vertrokken. Na enkele kilometers
kom ik op een godsverlaten weg die langs enorme afgravingen loopt. Kilometers
lopende band door het landschap. Een landschap dat echt surrealistisch is
geworden. Ik parkeer Guzen ga wat
fotos nemen. Eerlijk gezegd ben ik er niet gerust in. Mag hier gefotografeerd
worden vraag ik me af. Mijn fantasie slaat op hol en ik zie me al opgepakt
worden als spion. Belachelijk natuurlijk, maar als je daar zo in een soort niemandsland
staat kun je het je gemakkelijk voorstellen. Ben al in meer landen geweest waar
ze niet konden lachen met een fototoestel. Zelfs in Griekenland, waar ik met
Armin ben geweest was het op een bepaalde plaats verboden om te fotograferen.
Een militair kwam ons dit uitdrukkelijk zeggen. Als ik aan de rand van die
ongelooflijk grote put sta voel ik me toch wel klein en eenzaam. Moet aan mijn
reis naar Finland denken, stond daar ook moederziel alleen in een zeer verlaten
streek. Toch maar een paar fotos genomen de rare gedachten uit mijn hoofd
gezet en snorren maar. Guz kreunt en steunt terwijl we putten van zon twintig
centimeter diep proberen te ontwijken. Ondanks dat het wegdek overal bar slecht
is ligt er hier en daar nog een gemene drempel. Een snelheidsovertreding is
hier niet te halen. Voordat ik een natuurpark in rij ga ik eerst tanken. Ja, ja
ik leer bij. Omdat ik deze morgen weer aan het sukkelen ben geweest met en te
lage suikerwaarde vliegen de pakjes druivensuiker nog harder de deur uit dan
mijn sigaartjes. Ik koop in het tankstation voor alle zekerheid vier marsen en
twee dubbele twix plus een halve liter water voor de prijs van 2,75.Na een
tiental kilometer kom ik terug langs de oevers van de Donau. Prachtig is het
hier om te rijden. In de overstromingsgebieden zitten talrijke vogels. De
zwaluwen scheren langs mn helm. Er zitten talrijke aalscholvers, witte
reigers, meerkoeten en ik heb zelfs twee visarenden gezien. Zolang je blijft
rijden blijven de reigers zitten, zodra je stopt om een foto te nemen zijn de
vogels gevlogen. Gelijk hebben ze. Ik moet me verplichten om door te rijden het
is twaalf uur en er staan nog maar vijftig kilometer op de teller. Er staat nog
honderdtachtig kilometer weg te wachten die constant langs de Donau blijft
kronkelen. Het asfalt is bijna perfect en de bochten heerlijk. De Donau perst
zich hier letterlijk door de bergen. Op het smalste punt, bekend in de
scheepvaart als zeer gevaarlijk wegens de ongelooflijk sterke stroming stop ik
voor de zoveelste keer om het te aanschouwen. Ik kan niet anders zeggen dan dat
het van ongelooflijk schoonheid is. Hier doe ik het dus voor, vergeten de
regen, vergeten de saaie stukken, vergeten het slechte eten, vergeten de
eenzaamheid. Dit wil ik zolang mogelijk blijven doen. Op reis gaan en van de
ene verbazing in de andere vallen. Dit is prachtig. De dorpjes aan de Donau
zijn een stuk aangenamer dan waar ik voordien ben doorgereden. Het valt hier op
hoe groot het verschil is tussen arm en rijk zelfs van dorp tot dorp. Ik ben
voorbij bewoonde huisjes gereden die wij nog niet als schuur zouden gebruiken.
Ik durfde er uit pure schaamte geen fotos van te nemen. Grote miserie is het
hier voor die mensen. In andere dorpen staan dan weer kasten van villas. Heel
raar allemaal.
Bij de
zoveelste stop komt er een wagen op de parking gereden met, jawel, een
Nederlandse nummerplaat. Ik kan eindelijk nog eens een fatsoenlijk gesprek
voeren. De bestuurder zit alleen in wagen, hij komt van Roemenië en is op weg
naar huis. Zijn twee maten volgen op de fiets, hij zorgt voor de bagage. Gelijk
heeft hij, want fietsen is hier volgens mij geen pretje. Er waait een strakke
wind door het dal en het is constant stijgen en dalen. Regelmatig zit je meer
dan driehonderd meter oven de Donau. Ik laat de Nederlander niet vertrekken
alvorens hij een foto van mij heeft getrokken. Zoals jullie zullen zien heeft
hij niet veel fantasie gebruikt voor de achtergrond van de foto. Nadat ik door
diverse onverlichte bochtige tunnels ben gereden komt de grens van Roemenië in
zicht. Om aan de grens te komen moet ik over een spectaculaire stuwdam. Er
staat een flinke rij vrachtwagen te wachten en een stuk of dertig
personenwagens. Het is ondertussen 14 uur geworden. Voorzichtig passeer ik de
vracht en personenwagens tot ik aan de grens ben. Wat en verschil met de
grensovergang naar Servië. Beligica, Belgica wordt er langs verschillende
kanten geroepen. Ze verwijzen me naar een leeg baanvak. Bij de douanier
aangekomen vraagt deze vriendelijk mijn paspoort, geen commentaar op de
stempels die er al in staan en na een korte blijk krijg ik het terug. Ik durf
zelfs te vragen of ik hier geen stempel krijg. Naar zijn zeggen is het al zon
dertig jaar geleden dat ze nog stempels hebben gebruikt. Bij de volgende douanier
moet ik nog een paar vragen beantwoorden; of ik alcohol bij heb en meer dan
duizend Euro. Ik bekijk hem en laat een fles water zien. Als ik hem vertel dat
ik nog nooit duizend euro heb gezien en moest ik die wel hebben dat ik dan
zeker hier niet met een motor zou staan maar met een BMW. Hij kon er om lachen,
en ik reed zonder probleem Roemenië binnen. Naast mij was een Nederlander onder
toezicht zijn caravan uit aan het laden.
Roemenië,
wat een verschil. Heerlijke wegen vriendelijke mensen en de zon is terug van de
partij. Ik moet nu met Lei betalen. De prijzen delen door vier om het in euros
te berekenen. Rond 15 uur ben ik op mijn overnachtingsbestemming in Dobreta.
Aan de receptie van het hotel zit een mooie vriendelijke jonge dame met
prachtige borsten. Ze schrijft me in en opent een poort zodat ik Guz achter een
gesloten poort kan parkeren. Aangezien het mooi weer is met een redelijk windje
besluit ik eerst een wasje te doen voor ik onder een welverdiende douche neem.
Ondanks dat het stadje best de moeite is beslis ik op mijn kamer te blijven. Ik
begin een zekere vermoeidheid waar te nemen. Uit ervaring weet ik dat daar niet
tegen gevochten moet worden. Op tijd rusten is het enige medicijn. Toch zeker
omdat er deze week nog een rit op het programma staat van 298 kilometer.
Het avond
eten is goed, anders dan in Servië. Zoete aardappelen (best lekker) en twee
stukken heerlijk gegrild lamsvlees. De ober wilde een Heineken inschenken, is
niet aan mij besteed geef mij maar in elk land het plaatselijk bier. Hier is
het Silva, het half litertje liep er gesmeerd in.
De
weersberichten voor morgen zijn uitstekend, waarschijnlijk in zomerkledij naar
Bulgarije. Ik overnacht in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Morgen naar
Bulgarije om te overnachten in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Beste blogvrienden, ik wordt overstelpt met mails waarvoor mijn dank natuurlijk. Mag ik jullie vragen om te reageren via de blog. Onder elk artikel staat rechtsonder reageer, als u daar op klikt komt uw commentaar rechtstreeks op de blog. Voor mij minder administratie en voor de blog in het algemeen leuker. Ik kijk uit naar uw reacties.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Bij de eerste blik door het raam weten we al hoe
laat het is. De regen klettert op de daken. Blijf nog een beetje in bed liggen,
dit is geen weer om door te rijden. Alles op het gemakje er is tijd genoeg. Een
ritje van 137 kilometer kan zelfs zonder probleem na de middag gestart worden.
Na het ontbijt, het is nu half tien valt de regen nog met bakken uit de hemel.
Dan maar wat kruiswoordpuzzels invullen. Het wachten is niet bevorderlijk voor
mijn voorraad sigaartjes. Ik zal dringend minder moeten gaan roken wil ik toe
komen tot op het einde van de maand. De manager van het hotel ruikt geld. Blijf
nog een nacht stelt hij voor, ik bel de gereserveerde hotels wel om ze een dag
te verzetten. Geen haar op mijn hoofd dat hier aan denkt. Onder het motto; slecht
weer bestaat niet, enkel slechte kledij vertrek ik rond elf uur in de gietende
regen. Ik verrek het om over de autosnelweg te rijden. Ben nu hier en ik zal de
toer rijden zoals gepland. Zomerkleding terug opgeborgen en de warmste kleren
aangedaan die ik bij heb. Het is een schrale 12 graden. Waarom, vraag ik mezelf
voor de zoveelste keer af terwijl ik door de gietende regen rij, waarom doe ik
dit zo graag? Waarom niet gelijk elke oude man een beetje in de hof klooien,
koers kijken op tv, en slaapje in de zetel enz. Neen, ik moet met alle geweld
in de gietende regen rijden, over spekgladde wegen met putten en kuilen om u
tegen te zeggen. Ik moet de hele rit aan de reis naar het Midden-Oosten denken
het begint er aardig op te lijken. Voordat we Belgrado bereiken rijden we ook
hier door eindeloos landbouwgebied over bar slechte wegen.
In Belgrado begint de miserie pas echt.
Ongelooflijk slecht wegdek, spekgladde zebrapaden, grote geschilderde pijlen en
gladde tramrails die op diverse manieren moeten gekruist worden. Regelmatig heb
ik moeite om Guz recht te houden. Voornamelijk op de geschilderde toestanden voel
ik Guz af en toe goed tegenpruttelen. Grote oude stinkende bussen rijden kris
kras door het verkeer. Het is een nachtmerrie om op deze wijze door Boekarest
te geraken. Van de stad heb ik weinig gezien, aangedampt scherm van Guz,
aangedampte bril van Kees. Door de lage snelheid worden de druppels ook niet
van het scherm van mijn helm weggeblazen. Geen fotos genomen onderweg, mijn
zogezegde waterdichte handschoenen zijn drijfnat, niet bepaald bevorderlijk om
ze uit te doen om een foto te nemen. Het heeft trouwens geen zin om fotos te
nemen. De mist en regen maken het onmogelijk om een fatsoenlijke foto te maken.
Eindelijk geraak ik zonder kleerscheuren Boekarest uit. We hebben dan twee uur
gereden voor een afstand van amper honderd kilometer. Het weer wordt beter
zodra we Boekarest achter ons gelaten hebben.
Het is nu eigenlijk nog een lange afdaling van
ongeveer 37 kilometer naar Smederevo. Hoe lager we in het dal komen hoe
aangenamer de temperatuur wordt. De omgeving wordt mooier de regen minder. Af
en toe is de Donau te zien.
Om klokslag 14 uur zijn we op onze bestemming.
Stasea Appartement in Smederevo.
Drie volle uren en drie snelheidscontroles op een stukje van
honderdzevenendertig kilometer. Ik meld me aan bij de receptie. Een zeer
vriendelijke meneer geeft me al direct de raad om Guz op de koer te zetten
achter een gesloten hek. Na het inschrijven van mn paspoort wordt ik naar de
kamer gebracht. Opeens is alle miserie vergeten. Ik heb een volledig ingericht
appartement tot mijn beschikking. Als ik het raam open zet kan ik de schepen op
de Donau horen varen. Twintig meter verder ligt er een behoorlijk restaurant
waar ik mijn avondmaaltijd kan eten.
Ik kleed me als de weerlicht om en ga een ferme
wandeling langs de Donau maken. De Donau is intussen uitgegroeid tot een
stevige rivier. De rivier is zo breed geworden dat ik met moeite de zwaar
geladen schepen die stapvoets tegen de sterke stroom varen op de foto te
krijgen. Het is hier prachtig wandelen. Daar doe ik het dus voor. Toch maar
liever hier zitten en van alles beleven dan thuis in den hof grassprietjes
uittrekken.
Na de wandeling ga ik op verkenning in de
douchecabine. Het is zon ding met allerlei kranen, het water spuit langs alle
kanten op je body.
Vergeet alles wat ik hier boven geschreven heb. Kom
juist terug uit het restaurant. Heerlijk, vriendelijk personeel en een prachtig
zicht op de Donau. De maaltijd inclusief koffie en soep kost me 12,75. Laat
de grassprieten thuis nog maar een beetje groeien.
O ja, de uitlaatpijp. Het was niet met en bout. De
klusjesman had het gelast. Trots wist hij me te vertellen dat het nu nooit meer
los kwam. De foto staat op de blog.
Ik krijg diverse reacties via mail. Daarvoor dank
natuurlijk. Ik vraag me af, of een mail sturen gemakkelijker gaat dan rechtstreeks
op de blog te reageren. Laat iets weten a.u.b.
Morgen
13/05 naar Roemenië. Ik overnacht in Dobreta in het Pensiona Turistica. We starten
aan een wijnroute. Ben benieuwd wat het gaat worden. Het weer is een stuk
verbeterd dus dat ziet er goed uit voor morgen.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding