9h: Ik maak koffie en kook eieren. Dan komen ze beneden. De nevel blijft klam in de lucht hangen. We gaan naar de luizemarkt aan de Marollen. Wil iemand mijn haar knippen? Fantastische zondagmorgen. Iedereen is blij. In het huis hangt een geur van gekookt ei en koffie. Bert zal rijden. Voormiddagdrukte op de stoep. De beau monde op middelbare leeftijd. Mannen in lange, nonchalant duur verkreukelde winterjassen, vergezeld van hun geëmancipeerde dames. François, vient voir! Geen enkele plaats in deze stad bezit zoveel contradicties als de rue Blaes met zijn winkels waar onbetaalbaar schoon geëtaleerd wordt, met zijn façades waarachter de marginaliteit onheilspellend roept. De kleine goedkope cafés blijven nog verzoenend bestaan tussen de chiquere bistros zoals de schieve architect of Le Royale. In de zijstraten kom je in de gettos terecht. Het zijn naburige achterbuurten op de hoek van de straat. We eten, we praten over de toekomst. We gaan buiten. We gaan binnen. Binnengeur van wierook en boenwas. Buitengeur van koude uitlaatgassen en odeurtjes van chéries zoals die van François.
ik koop een muts voor haar op het goed vallend uit als ze niet past, of ze vind ze niet mooi doe ik ze wel aan
De dag is vroeg ten einde. Mijn adem vernevelt in het straatlicht. Er is geen kat op straat. Zelfs geen blaffende hond. Moest het lot ten einde komen zouden er geen getuigen zijn. De televisie gaat aan. Niemand kijkt. Niemand is er voor de aangedane televisie.
|