een eigenwijze kijk op het leven en gezondheid korte teksten die informatie, ervaringen en/of meningen weergeven.Ik heb geenszins de bedoeling om volledig of uitgebreid te zijn.Voor meer informatie wordt er regelmatig een link gelegd naar een andere website. Reacties en vragen zijn altijd welkom.
24-11-2008
De (goede) kantjes van suikers, deel 2
Koolhydraten in drie gedaantes : vezels, suikers en
zetmeel
De bouwsteen van alle
koolhydraten is een suikermolecule
Enkelvoudige koolhydraten zijn meestal
samengesteld uit één enkele suikermolecule : zoals fruitsuiker (fructose), maïssuiker(glucose),
druivensuiker(dextrose) en gewone tafelsuiker(sucrose).Complexe
koolhydraten zijn opgebouwd als een
keten van suikermoleculen.
Het spijsverteringsstelsel
tracht alle koolhydraten af te breken tot enkele
suikermoleculen. Dit is de enige manier om in het bloed te worden opgenomen
onder de vorm van bloedsuiker. Zo
leveren zij de nodige energie aan je lichaamscellen en je organisme.
Vezels zijn
eigenzinnige koolhydraten. Zij worden niet in je spijsverteringsstelsel
afgebroken tot suikermoleculen. Zij passeren je darmen onverteerd. Nochtans
leveren zij een belangrijke bijdrage aan je gezondheid. De onoplosbare vezels zorgen voor een goede en regelmatige darmtransit
en de oplosbare (in water) hechten zich
aan bepaalde vetsubstanties en dragen bij tot eenverlaging van je LDL-cholesterolspiegel(de slechte). Oplosbare
vezels houden samen met je organisme het hongergevoel
en je bloedsuikerspiegel in evenwicht. Kijk
ook eens naar mijn blogpagina:Vezels
in je voeding.
Koolhydraten en de glycemische index
Vroeger ging men er van uit
dat complexe koolhydraten minder snel in het bloed werden opgenomen en omgezet tot
bloedsuiker. Recente onderzoeken wijzen uit dat dit niet altijd juist is. Zo
worden frietjes (complexe koolhydraten) bijna even snel omgezet tot
bloedsuiker dan zuivere glucose, terwijl fructose of fruitsuiker - een enkelvoudig
koolhydraat weinig effect heeft op je bloedsuiker.
Om de opnamesnelheid van
koolhydraten in het bloed te bepalen heeft men nu een glycemische index opgesteld. Bij dit nieuwe systeem bepaalt men hoe snel een bepaald koolhydraat de
bloedsuikerspiegel doet stijgen in vergelijking metpure, zuivere glucose.
Voedsel met een hoge
glycemische index, bvb. wit brood, veroorzaakt een snelle en hoge piek in je
bloedsuikerspiegel, terwijl bvb. volle granen een langzame en voorzichtige toename
van deze bloedsuiker teweeg brengen.
Voedsel met een index van 70 en hoger heeft een hoge glycemische index, andere met
een index van 55 en minder hebben een lage glycemische index.
Factoren die de glycemische index
van voedsel mee bepalen
Raffinagegraad: hoe meer verfijnd en geraffineerd hoe hoger de
glycemische index
Soort zetmeel: sommige zetmeel wordt moeilijker verteerd dan ander.
Bvb. het type zetmeel bij aardappelen zorgt ervoor dat het snel wordt omgezet
tot bloedsuiker.
Rijpheid: hoe rijper het fruit of de groente hoe hoger meestal
de glycemische index
Hoeveelheid vezels: meer vezels zorgen voor een kleinere hoeveelheid
verteerbare koolhydraten en dus een lagere index
Vethoeveelheid en zuurtegraad: hoe meer vet en/of zuur een bepaald voedsel of
maaltijd bevat hoe trager de koolhydraten worden omgezet in bloedsuiker.
Verschijningsvorm: fijngemalen graan bvb wordt sneller omgezet en geeft
een hogere glycemische index dan grover gemalen.
En voor de echte volhouders, om
volledig te zijn : het glycemisch gewicht
De glycemische index vertelt je niets over de hoeveelheid koolhydraten een bepaald voedsel aanlevert. Bvb. een
watermeloen heeft een zeer hoge glycemische index , toch zal een portie
watermeloen je bloedsuiker maar beperkt doen stijgen , want het bevat slechts
een kleine hoeveelheid koolhydraten en heel veel water. Een aantal
wetenschappers heeft daarom een classificatie van voedingsstoffen opgesteld
waarbij men rekening houdt met zowel de hoeveelheid koolhydraten dat het
aanlevert als met het impact dat dit voedsel heeft op je bloedsuikerspiegel. Deze classificatie noemt met het glycemisch
gewicht (glycemic load). Hetwordt
bepaald door de glycemische index te vermenigvuldigen met de hoeveelheidkoolhydraten een bepaald voedsel aanlevert.
Men beschouwt een glycemisch
gewicht van 20 en meer als hoog,
tussen 11 en 19 als middelmatig, vanaf
10 en minder als laag.
De
praktische conclusies en bruikbaarheid in het dagelijkse leven :
De glycemische index niet
gebruiken om je dieetkeuzes te maken. bvb een snicker heeft een lage
glycemische index (41). Toch kan je deze snoep niet beschouwen als gezond
voedsel.
Je kunt de glycemische index wel zien als een algemene gids: zoveel mogelijk
geraffineerde granen en bewerkt voedsel, witte suiker en wit brood vervangen door volle granen, volgranenbroden, bonen,
fruit en groenten, meestal voedsel
met een lage glycemische index en zonder twijfel gezond.
Aardappelen ( met een hoge glycemische index en een
hoog glycemisch gewicht) regelmatig vervangen door volrijst,volgranencouscous,
amarant, quinoa, gierst is eveneens een verstandige keuze.
Voor de geïnteresseerden :
De Universiteit van Sydney
heeft een recente en uitgebreide lijst samengesteld van 1600 meest voorkomende levensmiddelen met bepaling van zowel de
glycemische index (GI) als het glycemisch gewicht .
Voor deze website:klik op de foto en ga door naar GIdata