Twintig originele benaderingen van spaghetti bolognese.
Van bovenstaande drie boeken ben ik medeauteur !
Tips en hulp voor de keuken !
Ter Leringhe ende Vermaeck
27-11-2013
Soep van gerookte makreel
Ook nog wat over côte à l'os, maar dan wordt de titel te lang!
Ik heb gelukkig geen voedselvergiftiging opgelopen vorige week… Ik voel mij trouwens kiplekker, om het de keukentaal uit te drukken. Zoals vorige week reeds geschreven heb ik van Evelyn, de Ghaneese strijkster, een sterk gerookte en gedroogde, mij onbekende vis gekregen. Goed om soep van te koken voegde ze er aan toe. Verder begreep ik dat dergelijke vis alleen door het welstellend volk gegeten wordt. 't Was lekker, maar geef mij toch maar een tongetje of een stukje tarbot, maar ieder zijn meug.. Tijdens het eten van de vis voelde ik mij toch welgesteld..!
Ze zouden in Ghana de vis koken met tomaten, uien, look en hete pepertjes.
Dus heb ik het geprobeerd… Gewoon één tomaat, een dikke ui en een grote tomaat. Een teentje of drie look en een hele Spaanse peper. Wel met de zaden verwijderd want die zaadjes zijn het pikantste. De tomaat heb ik niet gepeld, zo maar uit luiaardij. Zonder pel zou toch wel beter geweest zijn.
De vis in een pot met water gelegd, een liter water ongeveer. Ik heb er wel een visbouillonblokje aan toegevoegd. Zo maar om wat meer smaak te krijgen. Zout is verder niet nodig.
Al de groenten in grove onregelmatige stukken gesneden en mee gekookt met de vis. De groenten niet eerst aangestoofd, niets! Na een vijftiental minuten was de vis reeds voldoende gaar. De vis dan van de meeste graten ontdaan en in stukken gebroken. De stukjes vis gingen terug in de soep mochten nog enkele minuten verder koken. En de smaak… vragen jullie zich nu misschien af?
Gewoon goed, zeer goed en voor herhaling vatbaar. Maar waar haal je zo een vis. Daar heb ik later een oplossing voor gevonden…
Vanmorgen wist Evelyn ook nog te vertellen dat het vel van de vis het beste deel is. Het velletje van de zalm als het ware… Ik kreeg er nog gratis kaviaar bij, de vis zat vol met kuit, visseneitjes…
Hoe primitief ook,de soep was zeer lekker!
Maar nu de vraag. Waar haal je zo een vis? Ik weet het niet. In een duister Afrikaans winkeltje ergens in de Antwerpse Chinese wijk vermoed ik. Daar mocht ik het dan mee doen want Evelyn kende alleen de tramhalte (Antwerpse metro, aub…) waar ze moest uitstappen om naar de "African shop" te gaan… Halte Astrid.
Maar geen nood. Volgende keer brengt ze weer een andere vis mee… zegt ze…
Ooit had ik al gehoord van soepen die afgewerkt werden met gerookte forel maar dat zijn doorgaans groenten- of roomsoepen met daarin stukjes gerookte forel.
Om de Afrikaanse vissoep te imiteren had ik een hard gerookte vis nodig met de kop, graten, vinnen, oren en poten… Welke vis voldoet een die eis..?
Een gerookte makreel lijkt mij de beste oplossing!
Als het niet te vreten is, ja dan heb ik pech gehad dacht ik zo en ik zou het proberen. Niet geschoten is altijd mis….
Gerookte makreel is zeer "in" tegenwoordig en dergelijke hele gerookte, eigenlijk gestoomde makrelen zijn gemakkelijk verkrijgbaar in elke supermarkt of vishandel…
Dus, aan de slag!
De makreel van kop (in de lengte in twee gesplitst), graten, vinnen en alle andere niet smakelijke stukken ontdaan. Deze afval opgezet met water, een goede halve liter denk ik. Daar ook weer een half blokje visbouillon bijgedaan en alles een kwartiertje zachtjes laten koken. Eerlijk gezegd, erg smakelijk ziet dat afkooksel er niet uit. Het ruikt wel zeer goed! Daarna de bouillon zeven.
Dan zoals bij de Afrikaanse vis, tomaten, uien, look en een Spaanse peper in deze bouillon laten verder gaarkoken, een kwartiertje, of voldoende lang tot de groenten gaar zijn. Hier had ik de groenten wel in regelmatige stukjes gesneden maar zeker niet in "julienne" of "brunoise"… Ook had ik een halve rode paprika meegekookt. Die lag toch maar te verpieteren in de groentenlade van de koelkast. Dat was zeker geen slecht idee bleek achteraf.
Tijdens het koken begon de soep reeds dezelfde geur te verspreiden als de Afrikaanse tegenhanger. Als laatste bij het opdienen heb ik er grove stukken visvlees van de gerookte makreel in gedaan. Daarvoor gebruik je zoveel vis als je maar wil. De visgarnituur moet wel opwarmen door de hitte van de soep ofwel de soep daarna even in de microgolf stoppen..
De smaak van de soep was bijna identiek aan de vorige, dus de opdracht is geslaagd.
Raak geschoten!
Op de foto zie je de twee soepen naast mekaar, de eerste is de Afrikaanse versie. Veel verschil zie je niet. De stukken vis in soep nummer twee zien er wel een beetje smakelijker uit. Het loont echt de moeite om dit eens te proberen. De rest van de ontvelde makreel eet je later op, geplet met een fijngesnipperd sjalotje, peterselie, citroensap, kappertjes en eventueel meer en/of andere groene kruiden. Je kan er ook een geprakt hard gekookt ei aan toevoegen en als het vet je niet afschrikt, en lepeltje mayonaise… ( Die Belgen eten ook bij alles mayonaise!)
Let er wel voor op dat dergelijke gerookte makrelen, eens uit de verpakking, slechts enkele dagen goed blijven…
Dan zijn er personen die nu al beginnen denken aan een menu voor het eindejaar of Kerstmis.
Zo één van mijn trouwe lezers (vermoed ik toch) die in Frankrijk woont.
Zijn dochter komt tijdens de feestdagen naar Frankrijk en vader wil een côte à l'os voor zijn dochter, en de rest van de entourage, klaar maken.
De dochter verkiest om vlees te eten want vis vindt ze maar niets. Alles wat maar naar water ruikt moet ze niet…!
Wel, voor een côte à l'os zijn er twee zeer belangrijke factoren:
Welke stuk vlees gebruik je?
Hoe maak je het klaar?
Twee stukken uit de rug van een rund worden beschouwd als côte à'os. De echte côte à l'os die gesneden wordt uit de rug, vrij ver naar de kop toe van het rund … In het Nederlands "zesrib" genoemd. In het Frans : l' entrecôte!
Dit stuk vlees is het gemakkelijkst verkrijgbaar. Bestel het wel op voorhand en reken zeker op vijfhonderd gram vlees per persoon want er zit een redelijk zwaar been aan de côte à l'os, en er ligt ook een reep vlees over dat redelijk taai is. (Dat kan later gebruikt worden om stoofvlees van te maken.)
In Frankrijk vindt je de "limousin" runderen die goed vlees opleveren, ook de Charollais, als je dat kan vinden of eveneens de "blonde d'aquitaine"…
Een normale côte à l'os weegt tussen de 1,2 en de 1,5 kilogram. Dus een serieuze brok.
Belangrijk is dat dergelijk vlees ook goed "gerijpt" moet zijn, maar dit hangt allemaal volledig af van de kwaliteit van het rund…en van de slager!
Dan is er een tweede stuk vlees dat aanzien wordt als côte à l'os en vooral bekend is onder de Engelse naam T-bone steak. Dit is een stuk vlees gesneden uit de dunne lende, met een T-vormig been waar een stuk uit de filet van het rund aan vast hangt.
Hetzelfde stuk maar waar maar weinig filet aan vast zit noemt men in het Engels een "porterhouse" steak…Een biefstuk voor de dokwerker…
Dergelijke stukken vlees worden meestal alleen maar geleverd door gespecialiseerde slagers die bijvoorbeeld de restaurants bevoorraden.
Zie de foto: links de côte à l'os, rechts de T-bone steak.
Hoe bereid je het vlees?
Er zijn twee mogelijkheden: op de grill, de barbecue zeg maar, of gewoon gebakken in de pan. Je moet al een reusachtige pan hebben om bijvoorbeeld drie stuks côte à l'os te bakken.
Je kunt er evenwel twee bakken en de derde als "supplement" houden.
De bakwijze, de cuisson volgens chef Goossens, zijn gekend dacht ik zo: bleu, saignant, à point en bien cuit, schoenzool zeg maar.
Hoe weet je nu hoever je vlees gebakken of gegrild is? Dat is echt onmogelijk om uit te leggen in deze schriftelijke cursus. Het vlees "bleu" serveren is nu in de mode, zeker voor de echte carnivoor! Saignant kan ook nog.
Haal in ieder geval een uurtje voor de bereiding het vlees uit de koelkast zodat het op keukentemperatuur komt. Peper het en leg het desgewenst in een marinade van olijfolie, geplette koriander, verkruimelde laurierbladeren, tijmblaadjes en wat citroensap.
Als je het vlees wil grillen, veeg dan eerst de marinade goed weg, anders vliegt je mooie côte à l'os misschien in de fik… Bij het bakken is er geen probleem.
Laat na de baktijd het vlees een tiental minuutjes rusten in een oven die amper warm is en leg een velletje aluminium over het vlees.
Als goede Belg, zelfs in Frankrijk eet je daar frietjes bij… die je regelmatig aanvult met warme exemplaren. Een gevulde aardappel kan ook of "pommes château". Dat zijn de tonvormige gebraden aardappeltjes die gebruikt werden voor de frieten uitgevonden waren!
Als saus is de bearnaise natuurlijk nummer één maar die zelf maken is niet zo eenvoudig als je kookkunsten niet van het hoogste niveau zijn. Gebruik in ieder geval geen sauzenrommel uit bokaaltjes of pakjes! Viezigheid…
Zeer simpel en best lekker is een hofmeesterboter, een beetje uit de oude tijd maar 't is de smaak die telt.
Meng een pakje zachte boter (250 gram of wat minder, de rest blijft goed in de diepvriezer) met enkele eetlepels fijn gehakte peterselie en het sap van een halve citroen. Kruiden met vers gemalen peper en wat zeezout, Fleur de sel de Guerande is ideaal. Proef er van en rol de boter dan op tot een rolletje in de gebruikte boterverpakking. Stop de boter in de koelkast.
Hiervan snij je schijfjes, die je op het warme vlees legt. De boter weer mals laten worden en op de serveerschotel leggen, het vlees neervlijen in die boter… dat is de oude maar zeer lekkere methode. Aan cholesterol dank je pas de week nadien.
Wil je nog meer weten, stuur dan een mailtje of bel me. (Dit laatste geldt alleen voor de vraagsteller die mijn nummer wel kent!)
Ik
ben gaan shoppen zoals de rijke madammen, met dit verschil dat ik mijn eigen Visa
kaart gebruikt heb!
Ik
had van Nick
Trachet in 'Brussel Deze Week' iets gelezen over kwal. Nick
Trachet is een geniaal culinair schrijver. Wekelijks schrijft hij een stukje
over één bepaald onderwerp. Over een groente, een vis, of een exotisch iets
zoals gedroogde rupsen of kwallen Daarvoor schuimt hij allerlei duistere, obscure winkels en winkeltjes af
in het Brusselse, waarna hij het gevonden product grondigschetst en er allerlei weetjes over schrijft.
Hij probeert ook wel om te proeven van de vreemde producten of er een bereiding
voor te vinden.
Vooral
de kwal intrigeerde mij. Ik had ze ooit zien liggen in Korea op de grote
vismarkt maar er nooit aan gedacht om kwal klaar te maken. Vierkante
opgestapelde gelige rimpelige lappen, zo zag het er uit, en blinkend van het
grove zout waarmee ze bewaard werden.
Daarom;
ik wilde nu ook wel eens kwal proeven. Volgens Nick Trachet smaakt kwal naar
niets, juist krakend en rubberachtig. Dus echt oneetbaar slecht zal kwal wel
niet zijn, zo redeneerde ik.
Dus
op naar de grote Aziatische supermarkt, de Sun-Wah. Mijn Visa had ik niet nodig
bleek nadien, kleingeld was voldoende.
Rustig
heb ik alle rekken afgezocht en ergens tussen de pakjes vreemde zaken zoals geurige
kruiden, gedroogde eendenvoetjes, kleine zoute visjes en gedroogde garnaaltjes (krill)
lag een pakje met de duidelijke vermelding: Jelly fish.
Als
je exotisch wil eten is enige talenkennis wel noodzakelijk. Jelly fish is dus
'kwal!
Het
stond er ook op in het Koreaans, daarom vermoed ik dat de beesten gevangen zijn
in Koreaanse wateren. De tentakels worden verwijderd, alleen de
"parasols" worden gebruikt.
Er
was een duidelijke uitleg bij hoe de kwal te bereiden, maar enkel in het
Engels.
De
kwal is al in reepjes gesneden en moet eerst een half uur weken in koud water,
om het zout te verwijderen. Nadien kunnen de reepjes droog in de koelkast
bewaard worden, tot 15 dagen toe, zo staat op de verpakking. Om af te werken
voeg monosodium glutamaat toe, (smaakversterker), oestersaus, peper, azijn en
andere kruiderijen als je wil, zo schreef het recept op de verpakking nog meer voor.
Zelfs groenten of fruit kunnen gemengd worden met de kwal.
Het
pakje kwal staat hier nog, ik laat later wel weten wat er van geworden is.
Dan
heb ik verder mijn geld opgedaan aan gedroogde en gesuikerde inktvis. Ready to
eat, stond er op dit pakje. Dit spul kende ik ook vanuit Korea. Daar was het
een geliefkoosde snack om mee te nemen naar de voetbalmatch. Uren kan je er op
"sjieken"!. Van smaak zoet, pikant en zout tegelijk. Aan een pakje van 100 gram beleef je dus heel wat
kauwplezier met pijnlijke kaakspieren als gevolg. De reepjes doen wat denken
aan de kauwbeenderen voor honden maar dan met vissmaak.
Dan
ook nog ongeveer hetzelfde gekocht als de inktvis maar in een versie met
rundvlees. Beef jerky. Dat doet dan weer denken aan de Zuid-Afrikaanse biltong
maar sterk pikant gekruid
Ik
weet het, voor sommigen ben ik nu Chinees aan het schrijven
Er
gingen nog meer zaken in het shoppingmandje.. Een laatste exotisch grondstof die
ik kocht waren kleine gedroogde visjes. Salted anchovy stond op het pakje.
In Azië noemt men al gauw alle ondermaatse visjes, anchovy. Ansjovis dus. Zoals
reeds dikwijls geschreven, er is maar één benaming voor dieren, planten of
vissen die zekerheid geeft omtrent de soort en dat is de Latijnse
wetenschappelijke naam. Stolephorus
spp,
zo stond de naam duidelijk op de verpakking en dan weet je met zekerheid wat
erin zit. Het zijn dezelfde visjes waarvan in Thailand de geurige 'nam pla' en in
Vietnam de 'nước mắm' vissaus gemaakt
wordt. Dit soort saus zou veel op de Romeinse "garum" gelijken.
Geurig en zeer zout. Een vreemde smaak als je dit voor het eerst proeft.
De
kleine zoute visjes zijn kurkdroog. Ik kende nog een receptje uit de Koreaanse
keuken, want ook daar worden deze gedroogde visjes gebruikt, zoals in vele andere
Aziatische en Afrikaanse landen. De visjes worden krakend droog gebakken in
olie en nadien gemengd met een schepje pikante rode pepervlokken. Ik heb gewoon
een lepeltje sambal gebruikt en er wat lookpoeder over uitgestrooid. De visjes
mengen met zoete sojasaus (ketjap manis) is ook lekker. Maar dan zijn we bezig
met Indonesische keuken.
Deze
gekruide visjes dienen om meer smaak te geven aan rijst of andere graansoorten.
Arme mensen kost
Bij
ons zijn ze perfect bruikbaar als snack bij een glas bier, een pilsje. De
visjes moeten wel goed droog gebakken worden in olie, anders smaken ze een
beetje bitter of blijven ze taai..
Enkel
stappen (een boogscheut ?) voorbij de Sun Wah is de slagerij Roosemeyers waar
allerlei slachtafval verkocht wordt. Ik kan dan niet weerstaan aan de drang om mij
daar een portie (varkens)hersens aan te schaffen en er waren ook lamstongen te
koop.
Hersenen
bereid ik doorgaans door ze rauw te bakken in bruine boter samen met een gesnipperd
sjalotje, gekruid met peper, zout en een snuifje nootmuskaat. Als bekroning
gaat er dan een losgeklopt ei door deze, onsmakelijk uitziende brij Maar
lekker..!
Nu
had ik nogal veel, te veel, hersens gekocht en vermits hersens niet lang vers
blijven is er maar een oplossing voor: ze koken in azijnwater. Dan kunnen ze
wel een tweetal dagen en zelfs langer goed blijven in de koelkast.
Zo
had ik dus toevallig gekookte hersens in de koelkast staan, net op het ogenblik
dat er een mail binnen kwam met een reactie op een oud artikel uit mijn blog.
Ik
had daarin geschreven dat hersensaus, zoals gegeven werd bij de kalfskop met
hersensaus, bijna nooit meer gemaakt wordt zoals het hoort of dat er misschien
zelfs geen vast recept voor hersensaus bestaat.
Dit
is reactie van de mevrouw:
Recept hersensaus
Dit is een heerlijk recept dat nog
van mijn moeder komt en dat ik net nog gemaakt heb. Als je hersenen koopt doe
dit bij een goede slager zodat je zeker bent dat ze heel vers zijn (meestal
enkel op bestelling).
Je legt de hersens eerst in koud
zout water om het meeste bloed weg te krijgen. Daarna "pel"je ze =het
vliesje met de bloedvaten verwijderen (vraagt wel wat geduld). Dan kook je ze 5
minuten in zout water. Giet ze in een zeef, houd het kookvocht bij, en laat
afkoelen. Maak ondertussen een dik papje met maïzena en het kookvocht (koken).
Snijd een ui fijn en snipper een bosje peterselie. Mix de hersens fijn en, als
ze koud zijn, roer er voorzichtig olie onder, zoals je mayonaise maakt. Als het
echt dik (vast) wordt doe er dan azijn (mag redelijk veel) onder en een beetje
later het maïzenapapje. Dit om te voorkomen dat het gaat schiften en te vet is.
Je kan nog verder olie eronder roeren. Als je voldoende hebt doe je er peper, zout,
de fijngesnipperde ui en peterselie onder. De saus wordt echt lekker als die
een aantal uren gestaan heeft.
Wij eten dit ook met rundtong;
feest!
Succes en smakelijk
Later
in een tweede mail voegde ze nog aan toe dat de saus in haar familie ook gegeven
wordt bij warme gekookte rundstong met gekookte aardappelen erbij.
Omdat
ik reeds gekookte hersenen in de koelkast staan had, heb ik direct geprobeerd
om deze saus te maken waarvan het recept er zeer goed en logisch uit ziet. Het
is inderdaad zoals mayonaise maken maar dan zonder de eierdooiers. Dit kan
omdat de cholesterol en de eiwitten uit de hersenen dezelfde emulgerende
werking hebben als eierdooier. De toevoeging van de gebonden maïzenapap
stabiliseert de saus nog beter..
Nog
steeds staat een deel van de saus in de koelkast en ze blijft stabiel, ze
schift dus niet. Ik heb wel zonnebloemolie gebruikt en die verdraagt de koude,
ze stolt niet. Met arachideolie of olijfolie zou dit niet lukken.
Nu
ga ik morgen proberen om gekookte lamstong met hersensaus proeven, misschien wordt
dit dan een totaal nieuw concept !?
Om
lamstong klaar te maken moet je ze eerst koken in een geurige bouillon, net
zoals een ossentong. De kleine tongetjes hebben toch wel een kooktijd van
ongeveer twee uur nodig. Ze zijn gaar als ze vanzelf van een tweetandige keukenvork
vallen als je er door prikt.
Normaal
kan die fond die je over houdt gebruikt worden om er een saus van te maken voor
de tongetjes. Met mierikswortel of kappertjes bijvoorbeeld. Of een witte saus
met veel groene kruiden en wat citroen. Met tomatensaus of met zure
champignonsaus, keuze te over.
Ik
heb met de verkregen lamsfond een curry- of kerriesoepje gemaakt. Normaal wordt
lamsfond nooit gebruikt in de keuken maar voor een currysoep past dit wel.
Het
is eenvoudig: maak een beetje roux met boter en bloem, voeg daar currypoeder
aan toe en laat dit poeder zachtjes mee bakken met de roux. Voeg de lamsfond
toe en een greepje rijst. Kook de soep tot de rijst overgaar is. Hoeveel currypoeder
je moet gebruiken hangt af van je eigen smaak en het poeder zelf, er bestaat
zeer zacht smaakloos currypoeder en er bestaat curry die vlammen uit je mond
doet komen
Voeg
eventueel nog wat zout toe en stukjes gekookt lamsvlees uit de fond. Aan een
tong zitten altijd wel enkele reepjes vlees die er minder mooi uit zien. Daarvan
snij je blokjes als garnituur. Ook kip kan gebruikt worden of een mengsel van
kip en lam.
Om
de soep af te werken meng je er op zijn Indisch wat yoghurt door. Er kan ook kokosmelk
gebruikt worden of gewone room (van de koe of van de Aldi )
Kwestie
van de soep wat zachter en romiger te maken. Yoghurt voegt ook een zure toets
toe maar kan kabbelen en dat is niet zo mooi.
De
soep mag bestrooid worden met gehakte koriander en/of munt. Dat is origineel Indisch.
De soep is door de Britten uit India naar Europa gebracht. Ze kreeg toen zelfs
een mooie naam mee: Lady Curzonsoep. Lady Curzon was de vrouw van de Indische
onderkoning Lord Curzon.
Als
toppunt kwam Evelyn deze morgen zoals gewoonlijk de strijk doen en wat had ze
bij? Een bijna pikzwarte vis die er nogal brokkelig uitzag en die een sterke
rooklucht verspreide.
Very
good and sweet fish,
wist ze te vertellen. In Ghana we make
soup of this fish with tomatoes, onions,
garlic and a lot of hot pepper !
Dus
weer iets om te proberen
De
vis is volgens mij een sterk gerookte en daardoor reeds gare meerval aan zijn
platte kop en dito muil te zien De vis was zelfs zo gaar maar toch kurkdroog dat
hij bijna vanzelf in stukken brak. Na enkele minuten kooktijd was het visvlees
reeds gaar.
De
rest is voor volgende week. Ik heb wel even geproefd van de soep en nogmaals
hetzelfde; de vis smaakt veel beter dan die zwarte brokken er uit zien.
Hopelijk
tot volgende week, anders heb ik misschien wel één of andere
voedselvergiftiging opgelopen, wie weet?
Nu
weet ik dat minstens één van mijn lezers zal rechtveren en roepen: dat is de beenhouwerij
van hier achter het hoekske
Die
galantine bedoel ik niet: een galantine is een soort charcuterie die al sinds heel
lang bestaat en waarvan vele versies bestaan. Meestal gaat het over een
galantine van gevogelte; kip of kalkoen, maar vis kan ook en kalfsvlees wordt
er ook voor gebruikt. Uiteindelijk ziet het eruit als een dikke rol die bij het aansnijden een bonte, kleurijketekening vertoont.
De
paté uit vorige aflevering was op!
750
Gram paté is veel voor één persoon. Maar enkele sneetjes voor bij de boterham,
blokjes paté voor eventuele gasten, bij het aperitief, een deel weggeven en het
laatste restje kan je verwerken tot een soort mousse door de paté nogmaals zeer
fijn te cutteren en te mengen met een royale klont boter. Een drupje cognac
erbij, goed peperen en smeren maar op kraakvers brood.
Hoe
het in mijn hoofd kwam weet ik niet maar ik wilde nu wel eens proberen om een
galantine te maken. Een kip uitbenen, van het dijvlees en de kleine filets een
vulling bereiden, de kip daarmee vullen, in een zuivere doek rollen,
vastbinden, en gaar maken in een krachtige bouillon die veel gelatine bevat.
Een heel gedoe dus
Ik
zou het eenvoudig houden en de ontbeende kip in een vorm persen, ik heb maar
één patévorm, ook dienst doende als cakeblik, het geheel goed inpakken in folie
en zo gaar maken in een bouillon die gemaakt was van de beenderen van de kip..
Het
ontbenen van de kip is geen eenvoudige klus want in de mate van het mogelijke
moet het kippenvel intact blijven.
Dan
het vlees van de billen, of de dijen, eerst ontdoen van alle peesjes en samen
met de kleine filets in de diepvriezer stoppen.
Ook
wat vet rugspek van het varken, ongeveer een kwart van de hoeveelheid
kippenvlees, samen half bevriezen.
Als
kruiden heb je zout en peper nodig. Ik heb er ook nog een snuifje foelie
bijgevoegd en een grote snuif gemberpoeder. Leer opnieuw de regel van drie van
buiten en gebruik ongeveer 15 gram zout voor een kilo vlees. Dus eerst de
weegschaal te voorschijn halen en alles afwegen. Deze hoeveelheid zout is
voldoende als je geen te hoge bloeddruk wilt krijgen. Er mag tot 20 gram zout
per kilo gebruikt worden
Begin
met het half bevroren kippenvlees fijn te cutteren samen met het vet spek. Voeg
het zout er aan toe en laat draaien tot een zeer fijne massa ontstaat. De vleesmassa
(zie ook bij het stukje over garnalen)
verdikt nu sterk onder invloed van het zout. Een ei, zo maar een heel ei,
dooier en eiwit, kan er ook bij maar dat moet niet. Wel kan je in deze massa
tot 300 gram ijsblokjes verwerken. Het deeg verslapt hierdoor een beetje maar
blijft toch stevig genoeg. Jullie begrijpen misschien ook wel dat voor de
industrie dit toevoegen van ijs een grote winstpost is!!! De goedkope
frankfurters of Weense worstje bestaan zo voor bijna de helft uit
water..!
Een
typische toevoeging aan een galantine zijn de kleurrijke blokjes vlees of diverse
andere elementen zoals pistachenootjes of paprika's die een gespikkeld uitzicht
geven aan de galantine.
Ik
heb blokjes gerookt spek gebruikt, ook vet spek en gepelde pistaches. Spijtig
genoeg is er in het resultaat niet veel van te merken. Deze blokjes worden
eerst even geblancheerd, afgekoeld, en dan met de hand onder de basismassa
verwerkt.
Dan
het kippenvel met de filets er nog aan vast in het vormpje geduwd.De vulling er in gepropt en toen bleek dat
ik veel te veel vulling had. Geen probleem dat vulsel heb ik later in een
vuurvast schaaltje in de microgolfoven (op halve kracht) gaar gemaakt. Dat gaat
razendsnel maar het resultaat is wel harder en taaier dan als het op lage
temperatuur gaar gemaakt wordt in een waterbad. In een stoomoven zou het ook
perfect lukken.
De
metalen vorm heb ik dan goed afgedekt met folie en in een pot met heet water gaar
gemaakt, liefst niet in kokend water maar bij een temperatuur van 85 graden .
Temperatuurssonde er in gestoken en bij 72 graden het verwarmen stop gezet.
Dan
de ganse nacht laten afkoelen, uiteraard in de koelkast.
Het
resultaat is spijtig genoeg maar zo, zo Zeer bleke sneden en weinig
contrasterende kleur. Maar zo leert men!
Het
geheel is te bleek en de gelei die zich ontwikkelde in de vorm tijdens het
koken is te slap. Maar de smaak is prima Nu denken jullie, dat kan iedereen
wel zeggen, wij proeven het toch niet! ( Ik imiteer gewoon Jeroen Meus daar
smaakt alles ook keilekker en zalig Niemand van de kijkers heeft het ooit
geproefd, alhoewel ik aan zijn uitspraken niet twijfel.)
Ik
heb hier geen exact recept gegeven omdat waarschijnlijk niemand nog aan zoiets ingewikkelds
zou beginnen. Honderd jaar geleden was dit "haute cuisine"..! De
slagers verkopen het nu meestal als broodbeleg. Voor de avontuurlijke lezer wil
ik wel wat extra tips geven, op aanvraag.
Nog
een weetje, een wistjedatje het woord charcuterie komt uit het Frans. Chair
cuite.. later verbasterd tot charcuterie. De charcutiers in de Parijse hallen verkochten
alleen gekookte vleeswaren, de slagers verkochten alleen vers vlees. Dan waren
er ook nog de"tripiers", zij die orgaanvlees, des tripes, verkochten.
Die laatste hebben in onze moderne dagen niet al te veel succes meer. Nu eet
men liever smaakloze kipfilet !
Nog
een andere bezigheid van mij; worst maken. Worst allerlei; bloedworst, witte
pens, knakworst, droge worst, meestal eetbaar maar met wisselend succes.
De
hier afgebeelde droge worst is nu een zestal weken oud, ik ben de tel kwijt en ze
zal een van de volgende dagen aangesneden worden. Ik ben zelf benieuwd. Het zou
een "chorizo" moeten worden. Een van oorsprong Spaanse sterk gekruide
worst. Chorizo is sinds enige jaren zeer populair geworden in de keuken als
smaakmaker in andere gerechten en nu is chorizo te koop in elke supermarkt die
zichzelf een beetje respecteert. Er bestaat een zachte versie en een pikante
uitvoering. De smaak en de scherpte komen van "pimenton" een poeder
zoals paprika, maar gemaakt van gedroogde en fijngemalen gerookte rode Spaanse pepers.
Rode pepers die zowel pikant kunnen zijn volgens de paprikasoort die gebruikt
werd of anders zacht van smaak Eén
probleem: het gerookte paprikapoeder is zeer moeilijk te vinden. Gelukkig is er
hier in Antwerpen "El
Valenciano" een bijna wereldberoemde winkel in
" 't stad" te midden van de hoerenbuurt! (In de Zirkstraat, allen
daarheen..)
Ook
dit soort worst maken is geen ideale bezigheid om zich thuis mee bezig te
houden. Er zijn ook een paar risico's aan verbonden; als de worst slecht
gemaakt wordt is het misschien je laatste worst die je gegeten hebt. Botulisme
is dan de dader.
De
witte schimmel op de worst is geen teken van bederf maar van een juiste
rijping. Dus tot hiertoe geef ik mezelf negen op tien voor de worst. De smaak
moet nog beoordeeld worden.
Dan
heb ik gisteren, of was het eergisteren, een ontdekking gedaan.
De
koelkast was zo goed als leeg. Ik zou zeggen, er lagen nog twee dode muizen in,
maar dat is een beetje overdreven.
Wel
waren er nog eieren, een restje zuurkool van de dag voordien en een bakje
gerookte spekblokjes. Weet je nog, die spekjes die gediend hebben om in de
galantine te verwerken
Een
omelet met zuurkool het klinkt belachelijk maar het resultaat was lekker,
gewoon verrassend lekker.
Klop
twee of drieeieren los voor twee
personen. Kruid de eieren met peper en zout. Haal de jeneverbessen uit de gare
zuurkool en warm de kool op in de microgolfoven, of op een andere manier.
Voila, de voorbereidingen zijn hiermee getroffen.
Bak
de spekjes in een antikleefpan met wat boter of andere vetstof, giet de eieren
er bij en laat stollen tot de gewenst graad van gaarheid in bereikt. Leg de
zuurkool in het midden van de omelet en rol deze op met behulp van een vork of
plooi ze gewoon dubbel.
Klaar!
Een
beetje vers brood of gebakken aardappelen erbij en je hebt een bijna, perfecte
maaltijd.
Later
ben ik eens op internet gaan kijken naar "omelet met zuurkool". Ik
was te laat, de uitvinding was reeds gebeurd. In Nederland natuurlijk..!
Dat
is durven, niewaar? Een Nederlandstalig ( allé Vlaams) blogartikel met een Franstalige
titel! Juist nu Bartje de W, zich weldra misschien de eerstepresident van dit land mag noemen?
A
l'improviste, on cueille le plus belles fleurs betekent gewoon dat men op een
onverwacht ogenblik de mooiste ontdekkingen doet of de beste resultaten boekt.
Een
van mijn eerste chefs gebruikte deze uitdrukking dikwijls, maar hij had het dan
wel over de meisjes!
De
chef stond in de keuken terwijl zijn broer; die in dezelfde zaak werkte, de
dienst in de zaal verzorgde.
Op
een keer maakte de keukenchef zich zo kwaad op zijn broer die achter het
doorgeefvenster stond, dat hij een zware koperen pan nam en die naar het hoofd
van broerlief gooide. Maar broerlief had de vlaag zien aankomen en sloot snel
het venster De pan vloog er dwars doorheen met veel lawaai en gerinkel van brekend
glas
Enkele
dagen geleden schoot dit voorval mij weer te binnen, en zo had ik weer een nietszeggende
titel voor de toevallige lezer...
Ik
had nog twee vellen brickdeeg in de koelkast liggen en die deegbladeren
verbeterden niet in kwaliteit ondanks dat ze goed ingepakt waren. De
brickvellen hadden nog gediend om de "briouattes"
met pompoenvulling te maken, enkele weken geleden.
Vorige
week had ik dan nog eens kaasrolletjes gemaakt, ook met diezelfde vellen.
Doodsimpel. Je neemt een half brickvel, legt enkele ansjovissen op olie langs
de lange kant van het doorgesneden of geknipte brickvel en strooit daar een
beetje geraspte kaas over. Ik had vooraf geraspte mozzarella gebruikt omdat die
kaas zeer snel smelt. Dan rol je gans de zaak op tot een zo dun mogelijk
cilindertje, smeer dit in met de olie uit het blikje van de ansjovis en bak de
kokertjes in een hete oven tot de rolletjes mooi bruin zijn. Snij dan elke rol
in ongeveer 6 stukken. Dat verkruimelt een beetje maar dat hoort nu eenmaal bij
het spel
Pas
op, de rolletjes hebben de neiging om terug open te gaan voor het bakken. Leg
daarom iets zwaars, een mes of schaar of wat dan ook op de rolletjes voor ze in
de oven gaan. Na enige tijd blijven ze wel vanzelf liggen zonder te ontrollen.
In plaats van ansjovis kan ook rauwe ham gebruikt worden die eerst in reepjes
gescheurd of gesneden werd. Elke vulling kan, als ze maar goed doorsmaakt en de
kaas is nodig om de rolletjes aaneen te doen plakken tijdens het bakken, dus
niet weglaten. Fetakaas kan ook gebruikt worden maar die is vrij zout, en die
kaas smelt ook niet, dus opletten ermee. Hollandse kaas smelt wel gemakkelijk.
Dit
vormt een lekker en simpel te maken hapje bij het aperitief.
Ik
zou een vulling uitdenken om de vier halve vellen brickdeeg die ik nu had te
vullen. Maar wat?
Een
vulling met garnalen, dat wordt in Marokko ook gebruikt voor dit doel. Maar ik
zou een zachte, luchtige vulling maken in plaats van de garnalen er op zijn
geheel in te stoppen..
Hiervoor
heb je maar weinig grondstoffen nodig. Rauwe grote garnalen, scampi zoals we
zeggen, zout en peper, room. Dat is alles
Neem
als voorbeeld 100 gram gepelde en van het darmkanaal ontdane rauwe garnalen.
Gebruik hiervoor kleine goedkope garnalen. (Alhoewel grote ook mag maar dat
kost meer !)
Zet
50 gram room klaar. De dunne vloeibare room uit de kleine brikverpakkingen is
goed hiervoor en ook weer goedkoop.
Zorg
ervoor dat de garnalen en de room goed koud zijn.
Doe
de rauwe garnalen nu in een foodprocessor en laat draaien tot de garnalen een
fijn moes geworden zijn. Voeg nu 3,3
gram zout toe Dat is de hoeveelheid van een klein afgestreken koffielepeltje.
Draai er ook wat witte peper bij. Laat nog even mixen. Door de inwerking van
het zout op de eiwitten van de garnaal zal de massa plotseling rubberachtig
worden. Nu voeg je de room toe en laat verder draaien tot de massa er homogeen
en wit uitziet. Laat niet te lang draaien want de room kan dan schiften juist
zoals slagroom ook "kapot" kan geklopt worden.
Laat
de massa nog even rusten, ze zal nu zeer glibberig aanvoelen
Voor
degenen die geen foodprocessor hebben, geen nood, doe zoals de Chinezen het
doen. Klop met de platte kant van een hakmes op de garnalen en hak er
regelmatig door tot je eveneens een fijne puree bekomt. Als er links en rechts
nog enkele brokjes in de massa zitten dat maakt niet veel uit. Klop niet te hard met je hakmes want dan spat
de garnalenpulp tot tegen de muur van de keuken. De Chinezen maken zich daar
geen zorgen over, als je maar lang genoeg wacht gaat dat vanzelf wel weg..! De
rest van het mengen doe je nadien in een koude kom. Eerst het zout, dan de
room.
De
nu gemaakte massa kan voor allerlei zaken dienst doen; om patés te maken, als
vulling voor groenten, vulling voor visfilets, enz
Ik
zou er de "briouats" mee vullen. Die heb ik nadien gebakken in de
frituur. Dat was geen goed idee, want de "briouats" worden dan
blijkbaar droog en hard, een beetje te hard. Met loempiavellen werkt dit veel
beter. Maar het was een proefje, dus geen brickdeeg in de frituur Afbakken in
de oven zal beter lukken.
Toen
bleek het dat ik veel te veel van de vulling had om vier "briouats"
te vullen.
Dan
heb ik er kleine balletjes van gevormd met behulp van twee lepeltjes, wat niet
gemakkelijk is, de massa is nogal glibberig. Deze balletjes heb ik dan
gepocheerd in een visbouillon die ik gemaakt heb van een blokje Het was een
proefneming en dan mag dat!...
De
balletjes zijn bijna onmiddellijk gaar.
Achteraf
bleek die bouillon nog niet eens zo slecht van smaak te zijn, ik heb er dan
enkele sprietjes bieslook bijgedaan en ik moet zeggen, als soepje was dat
absoluut niet slecht. De volgende keer eerst enkele fijngesneden groenten in de
bouillon koken en dan de reeds gepocheerde balletjes toevoegen. Zoals de
balletjes in de tomatensoep.
Op
de foto zie je de gebakken "briouats" met twee gefruite lange Turkse
paprika's. Ik heb ook geprobeerd om die lange paprika's te fruiten in de
frituur maar ook dat resultaat is niet schitterend te noemen. De smaak van de
frituurolie zit er in. Gebakken in een antikleefpan met olijfolie is veel
lekkerder.
De
laatste weken hou ik mij graag bezig met het maken van paté of iets wat er toch
moet voor doorgaan en met wisselend succes.
Enkele
zondagen geleden had ik "hoog" bezoek en dan wil ik daar ook lekker
voor koken. Het blijft natuurlijk altijd afwachten, want daar sta je dan
misschien met je vissoep voor iemand die allergisch is voor vis.
De
hoofdschotel was een hertengebraad met een saus waarin (gedroogde) eekhoorntjesbrood verwerkt was. Compote van veenbessen en gestoofde peertjes in witte wijn
als garnituur. Een kwart van een pruim
op azijn als kleurentoets. Weet je nog?
Te
weinig te eten hebben voor je gezelschap, dat is een kwalijke droom voor elke Belg..
Dus
had ik ook maar een stuk vlees genomen waar ik voor de rest van de week nog verder
kon van eten.
Maar
eigenlijk had ik het al voorzien, de overschot van het braadstuk zou een
wildpaté worden.
Het
vlees had ik eerst gemarineerd op de heel klassieke manier, in rode wijn, wat grof
gesneden ui, selder en wortelen, tijm laurier, enkele jeneverbessen Dit
marineren is niet echt nodig maar ik deed het om nadien voldoendevocht te hebben om saus te kunnen maken.
Dan
het vlees gekruid met peper en zout en rosé gebraden
De
saus werd gemaakt met de marinade, het weekvocht van het gedroogde
eekhoorntjesbrood, een schepje gebonden kalfsfond van Maggi en een lepel
"sirop de Liège", perenstroop Dat geeft een zure en zoete toets
tegelijk en een donkere kleur. Als laatst gingen de geweekte paddenstoelen bij
in de gezeefde saus. De aangebakken bruine vleessappen van het vlees gingen
natuurlijk ook in de saus.
Zo
dat was het in een notendop maar een goede verstaander heeft maar een half
woord nodig zegt het spreekwoord.
De
overgebleven lapjes vlees heb ik de volgende dag door en door gaar gestoofd
(snotgaar)in de resterende saus.
Een
stuk varkenszwoerd eerst laten koken in water tot het evengoed snotgaar was.
De
saus gezeefd zodat de paddenstoelen er uit gingen.
Dan
de foodprocessor weer uit de kast gehaald en eerst het zwoerd tot moes gemalen.
Een deel gewoon varkensgehakt erbij gevoegd en gecutterd samen met de saus.
Toen het zeer gaar gestoofde en afgekoelde hertenvlees en het eekhoorntjesbrood
enkele tellen laten meedraaien in de massa. Nu proeven of de massa voldoende
gekruid is. Er is maar één goede oplossing om dat te weten en dat is proeven.
Het gehakt is meestal reeds gekruid met peper en zout, de saus is gekruid Veel
toevoegen moet waarschijnlijk niet, misschien wat zwarte peper en een snuifje
muskaat of foelie.
Snij
een stuk sterk gekoeld rugspek of beter nog, keelspek in kleine dobbelsteentjes
en geef dit vet spek ook enkele toeren in de cutter. Die spekstukjes zijn na
het afbakken goed te zien.
Door
de saus in de paté te verwerken blijft die redelijk sappig en niet droog.
Het
zwoerd dient weer als bindmiddel. Dus de paté een kwartiertje voordien uit de
koelkast halen voor het opdienen is een goed idee.
De
patévorm goed vullen tot de rand met de paté in wording en goed gladstrijken.
De vorm moet volledig gevuld zijn. Ik gebruik een gewoon klein rechthoekig
vertind blikken cakevormpje. Het kan 700 gram bevatten.
Afbakken
in een oven van ongeveer 150 graden, dat steekt zo nauw niet, in een bain-marie.
Daarom zet ik de paté in een schaal met een gebroken satéstokje onder de vorm
zodat het water dat in de vorm gaat ook de onderkant van de paté goed kan
raken.
Laten
bakken tot een kerntemperatuur van 72°C bereikt wordt. Dit is controleerbaar met
een thermometer met een sonde. Nu te koop voor twee maal tien euro en zelfs nog
minder !
De
paté afkoelen en als het kan een plankje of iets dergelijks met een gewicht er
op, op de paté leggen om de bovenkant plat te drukken en het uitgelopen vocht
terug in de vleesmassa te duwen.
Om
de paté uit de vorm te halen begin dan niet te knoeien met een heetwaterbad
maar hou de vorm eventjes boven de gasvlam en de paté valt er dan bijna vanzelf
uit. Met een aardewerken vorm zal dit vermoedelijk niet zo goed lukken.
Laat
de paté enkele dagen rusten in de koelkast vooraleer hem aan te snijden. De
smaken moeten zich nog mengen
Deze
paté is vrij donker van kleur maar ja, donker hertenvlees, donkere saus, de
paddenstoelen zijn donker, dus je kan dan geen bleke paté verwachten.
Wel
is het mogelijk om de patévorm eerst aan de binnenkant te bekleden met een
dunne reep vet spek. Die vetrepen zijn nu gemakkelijk te koop bij de poeliers
die ze gebruiken om het wild ermee te beleggen.
Zo
vult een gepensioneerde zijn dagen en somt komt er dan toevallig eens een
mooie bloem te voorschijn
Ik
ben nog eens in het kookboek van onze grootmoeders gedoken en er een
interessant gerechtje gevonden. Het is eigenlijk geen gerecht maar een conserve
van pruimen op azijn.
Zoiets
vindt je alleen in het onovertroffen kookboekje van den Boerinnenbond, anno
1934.
Het
is nu hoog tijd om er aan de pruimen te beginnen want ook de pruimentijd stopt
wel eens. Na een drietal pogingen heb ik de juiste formule gevonden, alhoewel de
bereiding zeer eenvoudig is.
Welke
pruimen gebruik je ervoor? Dat staat niet vermeld in het kookboekje
Ik
heb eerst geprobeerd met groene 'reine claude's', maar die verkleurden na een
tijdje heel lelijk naar een vuile vieze bruine kleur. De schil werd ook zeer
taai. De smaak was wel aangenaam.
Dan
heb ik geprobeerd met die dikke rode pruimen, die zelfs nu nog, begin november,
in elke supermarkt of groentewinkel te verkrijgen zijn.
Het
resultaat daarvan is veel beter. De kleuren van de pruimen worden dieper,
mooier rood maar de pruimen zelf hebben niet erg veel smaak. (foto) Toen vond ik toevallig op de markt nog een
lading "kwetsen", een donkere en zeer vaste pruimensoort waar ook wel
pruimentaarten van gemaakt worden. De bekende slivovitsj is ook gestookt uit de
wijn van deze pruimen. Jammer genoeg is deze pruimensoort niet courant
verkrijgbaar in de handel.
Ik
denk dat ze hier in Vlaanderen ook over "mastpruimen" spreken. Pruim
van Damascus
Nu
vol gaten geschoten in Syrië!
Voor
de bereiding: zie hier het originele recept. Je ziet het, het is poepsimpel
zoals ze in Nederland zeggen.
De
pruimen smaken niet sterk naar azijn maar meer naar suiker. Daarom zal ook de
verhouding suiker/azijn wel niet kritisch zijn. Wil je zoetere pruimen, voeg
dan een paar schepjes suiker toe of andersom. Ik vermoed ook dat de pruimen na
enige weken of maanden lekkerder zullen smaken, zeker als je specerijen zoals,
kaneel, kruidnagel of vanille toegevoegd hebt.
Theoretisch
zouden de bokalen waarin de pruimen bewaard worden moeten steriel zijn. Dus
gekookt in water. Ik doe dat niet, ik bewaar de pruimen in de koelkast en ze
hebben hier toch geen tijd om slecht te worden. Maar wil je ze lang bewaren buiten
de koeling, dan is het wel veiliger om goed uitgekookte bokalen te gebruiken.
Ik
heb deze pruimen reeds twee keer opgediend als begeleiding van paté, in plaats
van de eeuwige smakeloze augurken. Zeer onlangs heb ik de pruimen nog gebruikt
als versiering bij een wildgerecht.
Verder
zijnze ook lekker als je 's avonds een
beetje belust bent maar de hoeveelheid calorieën die je erdoor binnen krijgt zal
evengoed in de buurt van chips komen
Dan
de eeuwige vraag; wat eten we vandaag?
Meestal
eindigt het antwoord dan op, dit en dat en aardappelen!
Ik
had mij een pakje van 1 kilo aardappelen, "cornes de gatte"
aangeschaft. Te koop in de betere supermarkten zoals Delhaize. Mijne kwamen uit
de Carrefour. Twee euro per kilo. Het mag ook wel eens wat luxueuzer zijn..!
Deze
cornes de gatte, wat geitenhoorn betekent, en die soms ook "gwen di
gatte" genoemd worden in een Waals
dialect, is een zeer vastkokende
aardappel die vooral in Wallonië verbouwd wordt.
De
schil is roze, met rode tinten maar de hoofdkleur is gewoon aardappelbeige !
De
aardappel is duidelijk familie van de even vastkokende "ratte du Touquet",
ook zo een niet vlot verkrijgbare en dure aardappel. Corne de gatte zijn zeer
onregelmatig gevormde aardappelen tot zelfs lange, gebogen modellen, vandaar
waarschijnlijk de gelijkenis met een geitenhoorn.
De
smaak is nootachtig. De corne de gatte is uitermate geschikt voor
aardappelsalade en vooral, gewoon als gekookte aardappel. Overgoten met wat
boter en bestrooid met gehakte peterselie is ook prima! Liefst koken in de schil!
Trouwens wil je de aardappelen gewoon schillen, dat is geen eenvoudige klus
want de aardappel zit vol kleine oogje en de vorm is zeer grillig waardoor ze
moeilijk te schillen vallen.(foto)
Als
aardappel zeer opvallend vooral door de vorm en de nootachtige smaak. Ook de
textuur is anders dan bij "gewone" aardappelen, probeer maar !
In
de plaats van aardappelen heb ik eens iets nieuws geprobeerd. Tenminste nieuw
voor mij want ik had het product voordien nog nooit verwerkt.
Het
gaat over "bulgur". Te koop in Mediterrane winkels voor een tweetal
euro's per kilo. Daarmee geef je een heel grote familie, neven en nichten
incluis, te eten.
Bulgur
is geweekte en gestoomde durum tarwe, harde tarwe, dezelfde tarwe waarvan men
Italiaanse pasta maakt. Na het stomen, waardoor de graankorrel half gaar wordt,
wordt deze gedroogd en nadien gebroken tot een grof griesmeel. Men kan bulgur
kopen in verscheidene korreldiktes. Fijn, grof, iets tussenin, zoals couscous
waar bulgur trouwens erg op lijkt.
Bulgur
wordt qua bereiding gebruikt zoals rijst, alhoewelbulgur iets sneller gaar is. Ongeveer 10 tot
12 minuten kooktijd is voldoende.
De
eenvoudigste methode gaat als volgt: strooi de bulgur in een kom en overgiet
met water tot de korrels goed onderstaan. Voeg wat zout toe en laat een vijftal
minuten rusten. Roer de gezwollen korrels los met een vork en zet de kom voor
10 minuten in de microgolfoven. Proef af en toe eens.
Nogmaals
los roeren en klaar!
De
rijstmethode gaat als volgt: stoof een gesnipperd uitje of sjalot aan in (olijf)olie
of boter voeg de bulgur toe en roer die door de vetstof . Overgiet ook weer met
water of bouillon. Twee delen vocht voor één deel bulgur. De kooktijd is hier
ook een tiental minuten. Het beste is om te proeven of de bulgur zacht genoeg
is.
De
bulgur kan evengoed aan een stoofschotel die veel saus bevat toegevoegd worden
en een kwartiertje meekoken. Bij een schapen- of lamsragout bijvoorbeeld. Maak
een lamsragout met veel saus, uien, knoflook en tomaten en eventueel paprika's.
Als het vlees zo goed als gaar is strooi je er de geweekte bulgur bij. Roer
daarna wel regelmatig.
Bulgur
is het meest gekend als een zomerslaatje dat in de supermarkten verkocht wordt
in plastic potjes. Op smaak gebrachte bulgur wordt dan"tabouleh"
genoemd, een Libanese specialiteit.
Ik
zag ze zelfs in de Colruyt, niet direct de supermarkt waar je bereide gerechten
koopt.
Er
bestaan veel varianten op het basisprincipe van tabouleh. Dit is de basic
versie: eerst de bulgur koken en laten afkoelen of de bulgur laten weken in
water en er nadien het overtollige vocht uitduwen, dus ongekookt gebruiken.
Nu
aanmaken met peper en zout, blokjes tomaat en komkommer, gehakte platte
peterselie en munt. Citroensap en olijfolie toevoegen naar smaak. Als
versiering worden er ringetjes van lente-ui opgestrooid.
Voor
300 gram bulgur heb je ongeveer nodig:
6
tomaten zonder pitten of zaden en gepeld als het kan.
1
kleine komkommer, met schil maar zonder de zaadjes.
Een
klein bosje verse gehakte munt.
Idem
voor de peterselie.
Het
sap van twee citroenen.
Een
viertal eetlepels olijfolie.
Peper
en zout.
Maar
zoals reeds gezegd er bestaan vele varianten, ieder zijn smaak verschilt.
Bijvoorbeeld
ontpitte zwarte olijfjes zijn een lekkere extra smaakgever.
Wijnazijn
ip plaats van citroen.
Zelfs
graanmosterd, het kan allemaal.
De
zwarte olijven en de graanmosterddoen
me denken aan een ander gerechtje, ook weer een smaakgever en niet echt een
buikvulling; de tapenade. Ik hoor je nu al denken, graanmosterd en tapenade?
Zot geworden?
Op
dit ogenblik maakt men puree's van groene of zwarte olijven, gedroogde tomaten,
rucola, briefjes van 500 euro, van alles en nog wat maar die hebben niets te
maken met een authentieke tapenade.
De
tapenade komt uit de Provençaalse keuken. Het recept verschijnt pas op het
einde van de 19e eeuw in de kookboeken.
Het
woord tapenade zelf komt van een belangrijk element dat gebruikt wordt bij de
bereiding; tapéna. Het Provençaalse woord voor kappertje(s).
Dat
betekent dat een tapenade zonder kappertjes geen tapenade is! Kappertjes waren
in die tijd nog inheems in de Provençe. Het beste zou men kappertjes in het
zout gebruiken maar die heb ik hier nog nooit gevonden.
Ook
ansjovis in olie of gewone gezouten ansjovisjes zijn verplicht. Zo hebben we de
drie elementen die de basis vormen voor een echte Provençaalse tapenade.
De
verhoudingen verschillen nogal volgens het recept, de hoeveelheid kappertjes
loopt op tot een vierde van het volume aan olijven, ansjovis mag niet
overdreven gebruikt worden wegens het zout.
Als
olijven gebruikt men de gezouten vette zwarte olijven of dezelfde olijven op
olie, maar die zijn duur Geen olijven uit blik gebruiken, die zijn waterachtig
en hebben niet zo een goede smaak maar je moet wel olijven lusten natuurlijk
en dat doet niet iedereen.
De
zwarte ontpitte olijven worden gepureerd in een blender, vroeger in de mortier,
samen met de ansjovis en de kappertjes. Zwarte peper en geen zout om bij te
kruiden.
Daarmee
is de basis klaar. Ik geef geen hoeveelheden op. Die variëren te veel volgens
de smaak van de koks..
In
oude recepten, maar niemand gebruikt die nog, wordt ook nog graanmosterd en zelfs
een glaasje cognac toegevoegd. Ook tonijn op olie, knoflook en extra
toegevoegde olijfolie zijn extra's. Ik giet er de olie uit het blikje ansjovis steeds
bij een beetje zuinig zijn kan geen kwaad.
Tapenade
wordt in principe gebruikt als vulling voor halve hard gekookte eieren. De
gekookte dooier kan dan gemengd worden met de tapenade. Tapenade wordt ook samen
met stukjes brood opgediend als
borrelhapje bij de Provençaalse pastis na een partijtje pétanque
Ook
heb ik een recept gevonden voor uien, gevuld met tapenade, maar dat zie ik hier
niet rap gemaakt worden !. Misschien in Aalst?
Vorige
keer heb ik reeds geschreven dat ik ook nog een consommé gemaakt heb maar dat
de uitleg voor de week nadien zou zijn.
Die
week heeft dan zeer lang geduurd Het leek wel behekst maar iedereen en allen,
( waar ik mee omga), hadden één of ander nodig!)
Nu
over de consommé.
Vorige
keer had ik een zeer sterke lekkere fond gemaakt. Wel een beetje toevallig. Ik
had nog eens pensen gemaakt maar over het recept daarvoor staat ongeveer alles
te lezen op een
andere blog. Eerst wordt een halve varkenskop, samen met wat extra vlees en
zwoerd gedurende een tweetal uur gekookt. Ik stopte er ook nog twee
varkenspootjes bij. Het kookvocht van deze kop en vlees gebruik ik later om de
pensen in gaar te maken. De smaak van dergelijk zeer sterke bouillon is prima
en het zou zonde zijn om die nadien weg te gooien.
Maar
de bouillon zag er uit als vies afwater want er waren tijdens het koken van de
pensen drie stuks open gebarsten. Een bloedworst mag niet koken maar mag
slechts verhit worden tot ten hoogste 85°Celsius. Ik had weer slecht opgelet en
de zaak te heet laten worden. Resultaat: drie pensen open gesprongen en de
zwarte losgekomen smurrie dreef nu rond in de bouillon. De smaak van de
bouillon werd er zeker niet slechter door.
In
onderstaand stukje heb ik geschreven hoe je een soort kroketjes kan maken van
bloedworst. Nu mag je één keer raden welke mijn basisgrondstof was om die
dingen te maken.
Tot
daar de bouillon. Koks spreken over een "fond". Eigenlijk is er
slecht een minimaal verschil tussen een
fond en een bouillon. Een fond wordt bepaald door de gebruikte grondstof.
Bruine
fond: gebakken beenderen. Blanke fond: gewoon kalfs- en rundbeenderen waarvan
de "bouillon" gemaakt wordt. Gevogeltefond: afval van kip of een oude
soepkip als basisgrondstof..! Mijn bouillon zou je dus een varkensfond kunnen
noemen.
Nu,
om die bouillon helder te maken wordt een trucje gebruikt. Men gebruikt hiervoor
een "clariffe", een woord dat in feite niet bestaat maar dat gerekend
moet worden tot de vakterminologie.
Dat
klaren kan zeer simpel gedaan worden.
Eerst
de bouillon door een zeef gieten en daarna ontvetten. Dit vet verwijderen kan zowel
koud als warm gebeuren. Warm wordt gewoon het vet er af geschept maar dat vergt
wel wat oefening om tot een aanvaardbaar resultaat te komen. Gemakkelijker is
het om de bouillon af te koelen in de koelkast en er dan het gestolde vet er af
te schrapen. Dit vet is zelfs nog bruikbaar als je echt op de zuinige toer
gaat. Om de groenten voor een eenvoudige soep in aan te stoven bijvoorbeeld.
Let op, dit vet spat omdat het vocht bevat!
Verwarm
de bouillon opnieuw tot ongeveer de temperatuur van een warm badje ! Zeker niet
kokend heet; alleen grote specialisten kunnen dat aan
Maak
nu een mengsel met gemalen rundvlees, fijn gesneden groenten en enkele eiwitten.
Theoretisch twee eiwitten per liter bouillon. Gebruik ongeveer 100 gram vlees per liter
bouillon. Stop hier nog wat kruiderij bij zoals tijm, laurier, peper,
peterseliesteeltjes, een kruidnagel.. wat je maar denkt dat lekker is. Voeg ook
voldoende zout bij indien nodig. Als je proeft weet je wel hoeveel !
Voor
de groenten ben ik zelfs zeer lui geweest en in de supermarkt een zakje
gesneden soepgroenten gekocht Er zaten zelfs uien, sojascheuten en rode
paprika's bij, maar dat mag. Doe er ook nog een lepel of een blikje
tomatenpuree bij, een lepel puree per liter. Voor de groenten gebruik je een
grote handvol groenten per liter bouillon.
Deze
hoeveelheden zijn echt niet kritisch.
Voeg
een schep lauwe bouillon bij dit alles. Je verkrijgt nu een vies rood papje dat
je best gewoon met de handen door mekaar mengt.
Voeg
nu de twee componenten samen; de lauwe bouillon en de "clariffe".
Zet
deze consommé in wording nu op een hoog vuur en roer af en toe. De eiwitten
kunnen aanbranden en dat geeft dan een vreselijke stank en dito smaak.
Het
belangrijkste punt dat je nu in 't oog moet houden is het moment waarop de
massa aan de kook gaat komen. Zet je vuur dan veel lager zodat er alleen een
zeer lichte borreling ontstaat.
Dat
is het..! Niet meer verder roeren, niets kan er nog aanbranden.
Laat
deze bouillon als het kan gedurende minstens een uur, zelfs twee uur trekken, amper
borrelend en zonder deksel.
Ondertussen
spoel je een keukenhanddoek uit in koud water. Kook daarna je keukenhanddoek in een pan met water gedurende enkele minuten
en spoel nog eens goed na in koud water. Dit moet je niet doen als je een consommé
met de smaak van Dash en wasverzachter wil !
Onze
consommé, want de gewone (vieze) grijze bouillon is ondertussen een heldere consommé
aan het worden giet je na de nodige tijd door de uitgespoelde doek die in een
zeef ligt. De koek die overblijft is niet verder bruikbaar tenzij om aan Fido
te voeren.
En
daar is hij dan; een prachtige heldere consommé, vroeger de praal aan de
feesttafel of het "chique" banket. Helder of krachtig vleesnat noemde
men dat toen Daarom de titel: op grootmoeders wijze.
Alhoewel
consommés worden nog wel gemaakt voor speciale gelegenheden. Tijdens een warme
zomerdag smaakt een ijskoude consommé ook zeer goed. Er moet dan wel sterker
gekruid worden want koud smaakt alles minder sterk!
Een
consommé moet ook altijd een garnituur bevatten, dat kan van alles zijn maar
liefst zeer weinig garnituur zodat het heldere aspect van de soep goed zichtbaar
blijft. Enkele blokjes tomaat en een scheutje sherry, stukjes kippenvlees en een
paar sprietjes vermicelli en watblaadjes kervel. Zoiets.. hou het simpel.
Nu
moet een mooie consommé een beetje bruin gekleurd zijn. Dit kan je bekomen door
enkele beenderen en groenten voor de bouillon eerst te bakken in de oven tot ze
donkerbruin zijn. De bruine kleur zal nu overgaan in de fond. Een ossenstaartsoep
bijvoorbeeld wordt zo gemaakt..!
Je
kan ook enkele druppels "Patrelle" toevoegen Maar dat product moet
je eerst ergens vinden, er bestaan wel veel surrogaten maar ook die zijn niet
in de courante handel verkrijgbaar.
Op
de foto zie je de nog niet doorgezeefde consommé. Zo zie je ook hoe stevig de
koek moet zijn die zich vormt aan de oppervlakte. Ze kan de lepel dragen zonder
door te zakken. Hier heb ik wat Patrelle gebruikt als kleurmiddel.
Mijn
consommé staat nu in de diepvriezer te wachten tot er zich een gelegenheid voordoet
om eens een luxe soepke op tafel te brengen.
Je
hebt goed gelezen, in de fond zaten ook twee varkenspoten.
Normaal
haal ik de grootste beenderen uit de gekookte poten, paneer de pootjes dan en
bak ze in olie en serveer ze met een stevige lekkere zure vinaigrette met veel
gehakte groene kruiden en sjalot..
Ik
wilde eens wat anders doen. Ergens op het internet, ik weet niet meer waar,
stond een verhaal uit het Leuvense over varkenspoten, die zolang op de stoof
stonden tot zelfs de beenderen gaar worden Vraagteken ?
Nu
in een oeroude versie van het kookboekje van "Den Belgischen Boerenbond",
later Den Boerinnenbond geworden, op
zoek naar een recept op grootmoeders wijze..!
Liefst
zes recepten waren er te vinden voor "Pooten en ooren".
Met
pruimen, met rozijnen, met alle twee of in tomatensaus.
Ik
koos voor de versie met de rozijnen.
Pooten en ooren.
4 pooten - 2 oren - 1/2 kg pruimen
- 1/2 kg rozijnen -een geutje azijn.
Eerste manier. - Pooten en ooren koken
en in kleine stukken snijden. Daarna stoven met een weinig water, pruimen en
rozijnen en een scheutje azijn : dat ontneemt den vetten smaak.
N.B. - De pruimen worden eerst in
koud water geweekt.
De pruimen kunnen vervangen worden
door 1 kg appelen, geschild en in schijven gesneden.
Bij
het laatste recept, het zesde worden zelfs champignons en madera gebruikt. Ook
de toevoeging van gehaktballetjes komt voor.
Enfin;
ik zou figuurlijk mijn "pooten" want ik had geen "ooren"
stoven volgens recept nummer één maar dan zonder pruimen want pruimen had ik op
dat moment niet in huis
Wel
heb ik er peper en zout en laurier bijgedaan.
De
poten hebben dan zeker nog een uur gestoofd maar in plaats van met een
"geutje" azijn met een volwassen scheut azijn!
Het
resultaat was een zoetzure bereiding, best lekker en de bereiding is absoluut
voor herhaling vatbaar.
Varkenspoten
zijn niet vet zoals velen denken. Wel bevatten ze enorm veel gelatine en dat
geeft dat speciale plakkerige mondgevoel dat de ene kan op prijs stellen en de
andere niet moet hebben.
Vorige week was een interessante week waarin ik veel experimenten heb kunnen doen.
Het begon gewoon in de supermarkt zoals dat zo dikwijls gaat bij mij. Wat ik zocht weet ik niet meer maar mijn oog viel op een serie pakjes Klop-Klop.
Kennen jullie Klop-Klop?
Ik ook niet tot hiertoe.
Ik had dat ooit al in de rekken van de winkels zien staan maar geen haar op mijn hoofd had er ooit maar aan gedacht om het te gebruiken en liep er dan met een wijde boog omheen. Klop-Klop is een kunstproduct dat verandert in een soort slagroom als je de inhoud van het pakje opklopt tot imitatie slagroom tot zover reikte mijn kennis wel. Maar zoiets dient voor dieetmensen, voor mensen met zuivel intolerantie en het is absoluut geen professioneel product dus de Klop-Klop in de rekken laten staan was toen de boodschap.
Daarbij, ik vraag me af wanneer die Dr Oetker dat allemaal uitvindt? Tussen twee consultaties in misschien?
Maar nu zou ik Klop-Klop toch een kans geven, alleen maar om te weten wat er zou voortkomen van het poeder nadat het opgeklopt is.
Het product is reeds gezoet, met suiker nog wel en niet met kunstzoetstof.
De inhoud van een zakje moet gemengd worden met 80 gram melk. Volgens het recept op de verpakking zijn dat 6 tot 8 eetlepels.
Het bekomen mengsel moet nu opgeklopt worden gedurende een vijftal minuten, wat zeer lang is. Als je dat met de hand zou doen voel je nadien zeer goed waar je biceps en je triceps zich bevinden.
Dus met een machine, dat is heel wat minder vermoeiend. Inderdaad na een tijdje ontstaat een dikke massa, zeer luchtig en lichtjes zoet smakend. Eventueel een beetje meer melk toevoegen geeft een grotere opbrengst zegt het recept op het pakje. Er wordt nergens in het recept gesproken over het 'overkloppen' van de massa. Dat kan blijkbaar niet. Dus nooit meer geschifte 'room' die in boter verandert.
Terwijl had ik mij ook afgevraagd wat ik zou doen met de bekomen pot schuim.
Chocolademousse leek mij een goed idee. Daarvoor een tabletje donkere chocolade van Côte d'Or laten smelten in ongeveer 50 gram hete melk. Het tablet woog 75 gram! De chocolade smelt gemakkelijk in de hete melk zonder klontertjes en wordt nadien mooi glad tijdens het roeren. Door de koude in stukjes gebroken chocolade toe te voegen daalt ook de temperatuur van de melk-chocoladepasta
Dan één geweekt blaadje gelatine onder de chocolade geroerd. Hier moet je echter zeer goed opletten.
Eén blaadje gelatine zegt niets Hoeveel weegt zo één blaadje? 0,5 gram, 1 gram, twee gram, vier gram Die blaadjes bestaan allemaal! En je leest in de kookboeken; 'een blaadje gelatine'. Dat kan telkens een heel ander resultaat tot gevolg hebben, gaande van platte pappudding tot een taaie brok waarmee je kan voetballen!
Ik gebruikte 1 blaadje van 1,6 gram. (12 blaadjes in een verpakking van 20 gram)
Dus betrouw geen recepten die opgeven:.. zoveel blaadjes gelatine!!!
Nadien het Klop-Klop-schuim gemengd met de gesmolten chocolade met gelatine en handmatig gemengd. De massa werd zeer dik vloeibaar. Juist voldoende om mooi te kunnen uitgegoten worden in potjes of glazen of wat dan ook.
Na afkoeling in de koelkast was het resultaat verbluffend. Een zeer luchtige mousse, juist goed van structuur en een heerlijke smaak, maar daarvoor staat de kwaliteit van de chocolade natuurlijk borg. Gebruik in alle geval donkere 'pure' chocolade.
Voor de chocolademousse met Klop-Klop geef ik een welverdiende 9! (Grapje)
Wie heeft er nog een rookbakje in zijn kelder of op zolder staan? Velen waarschijnlijk. Allerlei voedsel roken was ooit een hype, zo een tiental jaren geleden denk ik.
Mocht je geen rookbakje hebben of je hebt het reeds naar het containerpark afgevoerd, met een gewone oude kookpot lukt het ook wel.
Mijn bedoeling was om braadworsten te roken
Gewone worsten uit de supermarkt. Vermits het toch maar om een probeersel ging zocht ik de goedkoopste worst uit het aanbod. Acht euro of wat, per kilo.
Gemaakt van rund- en varkensgehakt, half om half dus. Bij de ingrediëntenlijst van de worsten stond er dat de worst 98% vlees bevat. Wat zeer hoog is.
Vier stuks kocht ik.
Dan het rookbakje uit een donker hoekje in de kelder gehaald en de spinnen met hun web er uit geblazen.
Normaal moet als rookbrandstof speciaal gezuiverd zaagsel gebruikt worden van houtsoorten naar keuze. Dat had ik niet Daarom gebruikte ik een handvolletje droge kruiden, tijm, jeneverbessen, venkelzaden, zwarte peperbollen, een stukje kaneel Dat brandt ook en geeft dus rook af.
Dan de worsten op het rooster gelegd. Een klein vuurtje onder de rookbak en dan wachten tot de rook door de spleten van het bakje ontsnapt. Tien minuten liet ik de worst roken en nadien wat afkoelen in het nog steeds gesloten bakje.
Toen ik het bakje open maakte lagen daar vier mooi bruin gerookte worsten in. Maar ik begon toen al te vermoeden dat de worsten veel te lang in de rook gelegen hadden. De buitenkant van de worst plakte letterlijk van de vloeibaar geworden damp.
Om zeker te zijn dat de worst gaar genoeg zou zijn heb ik ze nog een vijftal minuutjes "gepocheerd' in gezouten water. In dat water deed ik een grote scheut Patrelle, een bruine kleurstof geschikt voor voeding. Daardoor kleurde de worst nog mooier. De meeste lezers hier zullen geen Patrelle hebben en ook nergens vinden. Geeft niet, zonder gaat ook, de kleurstof geeft geen smaak af, enkel kleur.
De worsten gingen dan de koelkast in voor een paar uren.
En het resultaat vraag je, je nu af? 't Is maar een povere vijf worden!
Bij ons zeggen ze: uwen uitleg is goed maar uwe speculaas deugt niet
De rooksmaak was veel te indringend en de worst had een zeer harde structuur.
Minder lang roken zal al een deel van het probleem oplossen. Hert rookpoeder was ook niet ideaal, brandende kruiden geven niet noodzakelijk een goede smaak. De Chinezen gebruiken thee om eend te roken, misschien is dat een betere oplossing. Natuurlijk kan je ook ergens wat rookpoeder kopen
Dergelijke gewone worsten bevatten geen of weinig vet en dat zorgt voor die harde structuur na het roken. Misschien dat kippenworsten wel een beter resultaat geven? Die worsten zijn veel vetter en zullen daarom ook malser in de mond aanvoelen.
Ofwel maak je de worst zelf, maar dat is een ander verhaal.
* Bij gebrek aan een rookbakje kan je een oude 'casserol" gebruiken. Een baksteen op de bodem samen met het rookpoeder en daarop een taartroostertje. Deksel er op en klaar!
Dan nog een laatste grapje; een nieuwe voorstelling van bloedworst
Als je een gewone bloedworst even in de microgolf of gewone oven zet zal de worst mals worden. Er zit steeds een deel gelatine in bloedworst en die smelt bij het verwarmen.
Dan neen je een klein model uitsteekvormpje of een metalen ring. Desnoods snij je de bodem en het deksel uit een kleine blikje tomatenpuree. Je moet dan de volgende dag maar eens spaghetti eten
Prop een beetje van de lauwe bloedworst, vel eerst verwijderd, in de ring. Druk de massa goed aan met bijvoorbeeld de voet van een champagneglas, die hebben een kleine voet ! Of gewoon met de vingers lukt het ook wel
De rondjes die je zo bekomt stop je nu in de koelkast voor enkele uren tot ze terug goed opgesteven zijn.
Mocht toevallig de bloedworst die je hebt niet smelten.. dat kan.., snij dan dikke plakken uit de worst, zonder het vel, en dan maak je er later. prachtige aperitiefhapjes van. De rest is op de foto goed te zien. De stukjes worden nu gepaneerd. Eerst door bloem wentelen, het overtollige er voorzichtig afkloppen, daarna door losgeklopt ei of eiwit of eierdooier, dat maakt niet veel uit. Dan door paneermeel, er goed voor zorgend dat alle plekjes en gaatjes goed gepaneerd zijn. Later bak je ze in de frituurpan of in een gewone antikleefpan gaat het ook. Daarin kan je de bloedworst bakken in reuzel - smout - wat een lekkere smaak geeft.
Ik heb ze hier om te presenteren gelegd op een bodempje van gebakken appel. De Belgica- appel om een beetje chauvinistisch te doen In alle geval gebruik een appel die niet tot moes kookt.
Jonagold, cox, Grany Smith
In plaats van gebakken appel kan er inderdaad een beetje appelmoes bij gegeven worden of een fijn slaatje van rode kool.
De kleine stukje bloedworst zijn goed als een aperitiefhap.
Vroeger deed ik dat dikwijls om bij het aperitief te serveren. Alle, toen niet gepaneerde bloedworsten, waren altijd eerst op. Ik legde dan een dikke plak gebakken bloedworst op een stukje Frans brood met twee schijfjes gebakken appel. Een prikkertje hield alles samen.
Een consommé heb ik ook nog gemaakt maar dat zal voor volgende keer zijn
Wat groeit er in mijnen hof ?
- Ajuin !
Wat nog ?
- Peterselie !
Al die omziet, die krijgt hem niet, die krijgt hem niet,
Al die omziet, die krijgt hem niet !
Zo
ging het kinderaftelrijmpje vroeger.
Wat
groeit er in mijnen hof?
In
mijn geval niets! Er staan wel enige bloempotten waarin de meeste soorten
onkruid welig tieren. Varens, mos, munt, klaverzuring, en ooit heb ik eens een
stengel citroengras 'geplant' en die heeft nu wonder boven wonder een zijscheut
gekregen. Zo maar zonder dat ik er verder ook maar iets aan deed. Water krijgen
de planten als het regent.
Maar
soms kan een mens, zelfs ik, wel eens geluk hebben. Als ik bij Rita en Michael
kom word ik daar steeds overladen met verse groenten uit hun tuin. Ik moet er
wel bij vermelden dat hun tuin er een ietsje anders uitziet dan de mijne Alle
groenten mooi op rijtjes geplant of gezaaid en het hele assortiment groenten
dat de betere groentemarkt verkoopt staat daar weelderig te groeien en te
bloeien
Het
begint meestal met; moet je een selder hebben? En watprei? Of eieren, druiven, tomaten, noem het
maar ( De eieren groeien niet in de hof, ter informatie )
Dan
ga ik naar huis met een lading gevarieerde groenten zoals prei en selder,
waarmee ik de eerste twee weken geen blijf weet. Maar de keuken geurt dan nadien
niet naar lavendel en jasmijn maar heerlijk naar verse bio soepgroenten. Er
woonden zelfs drie kleine huisjesslakken in de selder.
De
opbrengst was dus een grote witte selder en een bundel prei. Zomerprei noemden Rita
en Michael die lange preitjes. Mooie dunne preitjes, te mooi om in stukken te
snijden voor de soep of om in de diepvriezer te stoppen.
Toen
herinnerde ik mij dat we vroeger in school 'champignons à la grecque'
maakten en ook met prei, zilveruitjes
of kleine artisjokkenbodems kan dit gerecht gemaakt worden.
Champignons
à la grecque kent iedereen wel van bij de slager, die verkoopt het als
broodbeleg. Meestal is dit niet meer dan champignons uit blik in een rode saus
van Verstegen of van een gelijkaardige firma, of worden de champignons gewoon
gemengd met ketchup Wat gehakte peterselie er over en hop
De
authentieke bereiding bevat raar genoeg geen tomaat! Het is een
groentebereiding in een ongekleurde marinade en het is eigenlijk een bereiding
om groenten enige tijd te kunnen bewaren ' t Is warm in Griekenland..!
De bereiding is eenvoudig.
Snij
een fijne brunoise, dobbelsteentjes, van diverse groenten, meestal worden
daarvoor sjalotten of ui, venkel, wortel, of nog wat anders gebruikt, of wat er
onder de hand komt.
Ik
gebruikte groene en rode paprika, wortel en sjalot. Van elk één eetlepel.
Deze
groentebrunoise wordt dan lichtjes aangestoofd in royaal veel olijfolie. Gewoon
glazig laten worden is voldoende. Voeg nu de gekozen groente toe. Stukken prei
in mijn geval. Overgiet alles met witte wijn, voeg peper en zout toe en een
kruidenbosje, dus tijm, laurier en peterseliesteeltjes samen gebonden met een
stukje touw. Als typische kruiderij moet er een flinke eetlepel
korianderzaadjes bijgevoegd worden. Korianderzaadjes hebben een zachte kruidige
smaak, zelfs zoet, en smaken heel wat minder sterk dan de verse blaadjes.Sommigen vinden dat de zaden een luizensmaak
hebben. Eerlijk gezegd, ik heb al veel rotzooi gegeten in mijn leven, maar
luizen hebben nog nooit op het menu gestaan dus die smaak ken ik niet .
Knijp
er ook het sap van een citroen bij. Van de schil van de citroen heb je eerst
een zeer fijne julienne gesneden die als laatste ook bij de bereiding gaat. De
schil te lang meekoken geeft anders een bittere smaak.
Laat
deze bereiding nu afkoelen en laat liefst marineren tot de volgende dag. Zorg
er ook voor dat de prei goed gaar is want lange stukken prei met een gewoon
(bot) tafelmes aan tafel in stukjes snijden is niet gemakkelijk. Of snij de
prei eerst in stukjes.
Een
fantasietje bestaat er uit om een beetje tomatenpuree of tomatensaus toe te
voegen aan de bereiding. Ondertussen is dit bijna de regel geworden.
Ook
worden zilveruitjes gebruikt in plaats van de brunoise van ui.
Een
ander fantasietje is de toevoeging van een handje rozijntjes. Volgens de
authentiek bereiding heeft men dan groenten "Escoffier' gemaakt. De zwarte
streepjes die je hier op de bakjes ziet liggen, zijn reepjes gesneden uit
zwarte Chinese oorpaddenstoelen. Ik had die nog liggen en ze geven noch reuk
noch smaak. Alleen ter decoratie
Bij
veel Aziatische gerechten worden lente-uitjes gebruikt, maar alleen het groen!
Wat doe je dan met de mooie witte stukken ui die resten? Gebruiken in de soep
of bereiden zoals hierboven.
Groenten
'à la Grecque' kunnen op zichzelf als een vegetarisch voorgerechtje gegeten
worden of als begeleiding bij een stukje koud vlees. Vooral champignons passen
perfect bij een sneetje paté. Ook als onderdeel van een koud buffet zijn de
groenten zeer geschikt.
Het
pompoenenseizoen is nu volop aangebroken. Overal zie je ze liggen, geheel of
reeds in kleinere stukken gesneden.
Doorgaans
wordt de pompoen gebruikt om er soep van te maken. Maar na drie keer fletse
pompoensoep eten droom je wel eens van wat anders.
Er
bestaan ook andere mogelijkheden om pompoen te verwerken. Zo dacht ik aan een
soort pasteitjes gevuld met een zoete pompoenpasta.
Al
bladerend in een Marokkaans kookboek vond ik een gerecht dat daar 'des
briouates' genoemd wordt. Het woord briouatte is hierbij ons minder gekend
maar het woord 'brick' zegt je misschien wel iets? In Turkije spreekt men van
'börek' en de Fransen hebben het Turkse woord 'börek' vertaald tot 'beurreck'. Later
werd het woord nog verder verkort tot 'brick'. Nu spreekt men van 'brickdeeg'.
Brick
is dus de deegsoort waarmee de briouates gevuld worden. Eens het gerecht
klaar, worden het "beurrecks', 'briouates' of 'börek".
De
flinterdunne deegplakjes worden tegenwoordig in bijna alle supermarkten
verkocht. De zeer dunne maar taaie 'pannenkoekjes' zitten verpakt tussen
velletjes papier. Doorgaans, naargelang het merk, zitten er 10 of 8 vellen dubbel
geplooid in een pak.
Om
de 'börek' te maken zullen we een zoete vulling bereiden van pompoen. Ik
gebruikte een 'butternut' pompoen. Dat is een relatief klein pompoentje met een
natuurlijke zoete smaak.
Snijd
de pompoen in plakken van enkele centimeter dikte en leg ze op een met olie ingesmeerde
bakplaat. Laat ze gaar worden in de oven op een niet te hoge temperatuur, 150
graden bijvoorbeeld. Tijdens het bakproces de schijven pompoen af en toe even
draaien want ze durven verbranden als de suiker uit de pompoen begint te
karameliseren. Als de pompoen goed gaar is, je kan dat voelen met een vork,
haal je ze uit de oven en laat ze een beetje afkoelen. Nu kan de schil er zeer
gemakkelijk afgehaald worden. Prak het gele vruchtvlees met een vork en voeg
een klein handjevol rozijntjes en/of gehakte pistachenootjes toe. Eventueel ook
een beetje suiker als je wil. Een nootje boter verfijnt de smaak nog, maar echt
nodig is dit niet.
Laat
de zoete puree nu helemaal afkoelen.
Vorm
dan de 'briouates' tot kleine driehoekige kussentjes.
Hoe
dit moet gedaan worden is op
dit filmpje te zien, het filmpje is wel Franstalig maar wat
wil je ? De beelden tonen zeer goed hoe het gaat. Als je er op het einde niet
in lukt om dat laatste flapje naar binnen te plooien kan je het ook nog
vastplakken met een bloempapje.
Om
de 'bricks' te bakken kan dit ofwel in een hete oven ofwel in de frituur met
zuivere olie Als je de briouates in de
oven bakt moeten ze wel eerst met gesmolten boter ingesmeerd worden, ander
kleuren ze niet mooi bruin. Je kan ze zowel warm als koud eten maar warm vind
ik ze het lekkerst.
Het
plasje saus dat je op het bordje ziet is de donkere stroop van amarenakersen.
Je
kan ze natuurlijk ook bestrooien met poedersuiker.
Dergelijke
pakjes brick kunnen ook gevuld worden met allerlei andere vullingen zoals goed
droog gekookte vleessaus. Platte kaas met dille, zelfs grote garnalen Volgende
keer ga ik proberen om een drietal escargots met veel look en peterselie in zo
een pakketje te stoppen. Een sausje van room en blauwe kaas moet dat dan
begeleiden.
Ik
laat wel horen hoe het afgelopen is.
De
drie slakjes in de selder hebben mij geïnspireerd !.
Evelyn
heeft nog geen "big fish" meegebracht. (Lees de post hieronder) Maar misschien brengt ze nu wel wat
nootjes mee, peanuts zegt ze .
Waar en wanneer heb ik dat verhaal
over de dikke, vette vis en die borrelnootjes nog gehoord in een ondertussen
reeds ver verleden?
Vermits
ik me niet met politiek inlaat zal dat ook nu niet gebeuren.
Enkele
dagen geleden ging ik op bezoek bij Jan. Jan
van de hondjes. Hij heeft een blog hier op Seniorennet
dat handelt over zijn vier honden; Bas, Belle , Hera en Heros. Bas is reeds voor
enkele jaren overleden maar Lucy is dan in de plaats gekomen.
Als
je dan bij Jan en Simone binnenkomt krijg je steeds een hartelijk onthaal door
de vier honden die alle vier tegelijk een poot willen geven, ondertussen gretig
likjes uitdelend Na de begroeting wordt het dan wat rustiger.
Jan
was bezig met het vlees van (gekregen) gebraden kippen los te pulken en dit
vlees te verdelen in plastic zakjes die dan de diepvriezer zouden in gaan tegen
de barre tijden die misschien nog kunnen komen
Alles
stond reeds netjes klaar, vlees in blokjes gesneden in zakjes van vierhonderd
gram en de afval van de kippen, de kleine beentjes en de vellen, zaten in een
plastic zak, klaar om te verhuizen naar de vuilnisbak.
Bij
mijn opmerking dat die beentjes en vellen nog goed zijn om er een gevogeltefond
van te maken gebeurde alles zeer vlug. Voor ik het mij goed en wel realiseerde
waren de beentjes reeds verpakt in twee stevige plastic zakken, die nu aan mijn
handen hingen en ik mocht ze mee naar huis nemen. Jan was tevreden dat hij van
die rommel af was.
's
Avonds, thuis, heb ik dan inderdaad gevogeltefond getrokken van die afval,
letterlijk de afval van het hondenvoer als basisgrondstof. Veel werk was er
verder niet aan nodig, enkele laurierbladeren, wat tijm en peperbollen in de
pot gegooid, de grootste die ik heb, die op het vuur gezet en toen voor de
televisie in slaap gevallen.
Bij
benadering heeft de primitieve fond toch wel twee uurtjes getrokken op een
piepklein vuurtje zolang heb ik dus geslapen!
Toen
eens geproefd aan de vloeistof.
Wat
een verassing was dat! Dat smaakte heerlijk! Sterk van smaak en zeer kruidig!
Die
kruidige smaak kwam van de kipkruiden waarmee de kippen behandeld worden voor
het braden en de lekkere smaak kwam vanzelf uit die kleine prutsbotjes.
De
smaak was zo sterk dat ik nog eens een tweede aftreksel zou maken van dezelfde
beentjes en die fond dan mengen met het eerste kooksel.
Een
"remouillage" noemde men dit "herkoken" in de antieke
keuken. Niets gaat verloren en de kolen gestooktefornuizen brandden toen toch, dag en nacht. Dergelijke
"remouillage" werd dan gebruikt in plaats van water, omdat er toch
wel iets meer smaak in zit
Nu
houdt men zich niet meer bezig met dergelijke zaken. Knorr biedt de
oplossing!!!
Remouiller,
betekent letterlijk; herbevochtigen. Als je dit woord ooit eens mocht
tegenkomenin een oud Frans recept
Na
nog eens twee uur trekken, zonder slaapje dit keer, heb de twee fonds samen
gegoten. Nog steeds was de smaak zeer aangenaam
Uiteindelijk
had ik vijf liter smakelijke, sterke, en goed gekruide bouillon over. Een goede
kippenbouillon moet smaken naar echte kip. Zo stond dat vroeger op de
verpakking van de kippensoep van Royco. Het waren toen zakjes met daarin een
klodder bouillonpasta en een soort gele vermicelli. De afbeelding op de
verpakking toonde een vos die rond een dampende pot soep rondjes draaide en
dacht: hier zit kip in!!
Onmiddellijk
wist ik wat er 's anderdaags zou gebeuren met de zelf gemaakte fond. Een deel zou
de diepvriezer ingaan en van het andere deel zou ik soepjes maken van het type:
vlug klaar en toch lekker. Elke dag een ander
Het
eerste soepje, sorry, stevige soep, zou een soort Vietnamese noedelsoep worden.
Vroeger,
lang geleden was ik ooit eens voor een tijdje "garçon" in een Chinees
restaurant op het Statiepleintje in Antwerpen.
Op
een namiddag komen er twee Frans sprekende jonge kerels binnen en vroegen of ze
noedelsoep konden hebben? Noedelsoep stond niet op de kaart, dus probleem! De
chef van het restaurant sprak uitsluitend Chinees, denk ik toch, want alles wat
hij zegde was Chinees voor mij
Effe
de baas er bijgehaald en die heeft de bestelling aan de keuken doorgegeven.
Aan tafel kwam een reuze grote kom, zo een
waar je tijdens het weekend gemakkelijk een bad kunt in nemen. In de kom lagen
dunne schijfjes vlees, groenten en veel gekookte noedels, dit alles overgoten
met een geurige bouillon.
Toen
de mannen hun soep naar binnen gewerkt hadden melden ze mij dat alles in orde
was en dat zij zeer tevreden waren Want zegden ze, wij hebben nog gevochten
in Vietnam en daar hebben we noedelsoep leren kennen. De complimenten aan de
chef. Ik heb dat nooit gedaan, ten eerste omdat de chef mij toch niet verstond
en ten tweede omdat ik niet zeker was van de lovende woorden van de mannen Ik dacht dat ze er misschien mee
aan"het rammelen" waren!
Ik
heb dan geprobeerd om thuis iets gelijkaardigs na te maken. De sterke fond had
ik al. Eerst heb ik wel een schijfje gember en een geweekte bruine Chinese
paddenstoel in de fond laten trekken. Dat gaf de Chinese smaak of toch
ongeveer zoiets.
Dan
direct in die fond dunne plakjes groente beetgaar gekookt. Schijfjes courgette,
sluimererwtjes, reepjes wortel, en de in plakjes gesneden bruine paddenstoel.
Desnoods zijn witte champignons ook goed. Als laatste ging er kippenvlees bij,
dun gesneden uit een kipfilet.
De
noedels heb ik apart gekookt, vier minuten zoals op de verpakking stond.
Gebruik
wel zachte noedels, de Italiaanse pasta is hiervoor niet op zijn plaats. Ik
gebruikte noedels van Suzy Wan maar Soubry heeft er ook lekkere die zelfs niet
moeten koken, alleen weken in kokend water. Nog een handvol fijn gesneden
lente-ui er over gestrooid als versiering.
Dan
alles in een grote kom, type badkuip, gegoten en slurpen maar. Je moet hier wel
je "chopsticks" bij gebruiken want noedels eten met alleen een lepel
is niet zo eenvoudig
Doe
ook maar "een bavetje, een slabbetje" aan want morsen zal je onvermijdelijk
toch doen !
Dan
de volgende dag werd het een Franse soep uit de Périgord in de Dordogne, de
streek van de ganzen, eenden en de truffels. De soep wordt "Tourin of
Thourins" genoemd. Het maken ervan is doodsimpel.
Stoof
enkele in plakjes gesneden knoflook aan in eenden- of ganzenvet. Wees royaal
met de look! Drie teentjes per persoon is een mooie hoeveelheid. Giet nu water
over de glazig geworden schijfjes knoflook en laat dit zachtjes koken met zout
en zwarte peper.
Als
de soep een twintigtal minuutjes getrokken heeft wordt er een eiwit per persoon
in het kokende vocht gegoten. Laat dit gedurende een minuutje stollen en dien de
soep op.
Natuurlijk
heb ik hier de kippenfond gebruikt in plaats van water.
Als
er nog een klein beetje vocht in je diep bord of kom overblijft giet je daar
een stevige slok rode wijn bij, spoel je bord er al draaiend mee schoon en
slurp naar binnen, zo uit het bord of de kom,
Chabrot
doen noemen ze dat daar. Een mens herleeft daarvan zeggen ze toch in de
Périgord!
Pittig
detail. Deze soep wordt traditioneel opgediend aan pasgehuwden, juist voor ze
naar bed gaan om te je weet wel.
De
soep wordt dan wel overmatig zwaar gepeperd, dat zou de prestaties van de
geliefden verbeteren. Zeggen ze toch in de Périgord!
De
derde dag werd het een soepje, zeer kruidig op smaak gebracht met currypoeder.
Daarom
in een pannetje een klein beetje boter met een lepel bloem en een lepel
currypoeder laten pruttelen. Hoeveel curry je moet nemen hangt af van het merk,
er bestaat curry die zacht smaakt en je hebt er ook die je gehemelte in brand
zet Dat werd dan een soort groenige roux, die de soep zou binden. De fond
erbij gevoegd en na enkele minuten koken was het soepje reeds klaar, zeer snel
dus.
Als
garnituur heb ik er ook nog enkele stukjes kippenvlees van de borstfilet bij
gevoegd. Zo rauw, op enkele seconden is dat gaar.
In
de koelkast stond nog een geopend blikje kokosmelk, daarvan ging er een deel in
de soep en dat was het dan. Eventueel is ook gewone melkroom te gebruiken.
Aan
dergelijke soep kan eventueel een lepel gekookte rijst toegevoegd worden maar
als je die rijst apart moet koken daarvoor, wordt het wel een hele rompslomp
Dan
voor de laatste portie soep heb ik het mij gemakkelijk gemaakt. Er waren nog
veel witte stukken, het onderste deel dus, van lente-ui over van vorige
gerechten. Die heb ik eerst in rondjes gesneden en daarna lichtjes aangestoofd in
boter en gewoon samen met wat vermicelli in de fond gekookt gedurende een
vijftal minuutjes. Voldoende om de vermicelli gaar te maken. De soep heb ik toen
bestrooid met gehakte peterselie, en dat
was het dan weer. Natuurlijk kan je ook ander kruiden gebruiken, naar keuze.
De
eerste tweeënhalve liter soep is er door. De rest wacht geduldig in de
diepvriezer.
Toeval
bestaat niet wordt er wel eens beweerd. Ik geloof daar niets van, bijna heel
mijn leven hangt aan mekaar van de toevalligheden. Maar daar ga ik het niet
over hebben.
Vorige
keer had ik zoute, gedroogde wijting terug ontzilt en klaar
gemaakt in de oven.
Elke
maandag komt Evelyn nog steeds trouw de strijk doen. Niet toevallig dus. Misschien
herinner je het nog. De jonge dame die mij getoond heeft hoe ze vissoep
maken in Ghana, want Evelyn is een Afrikaanse en is
waarschijnlijk daarom een zwartje
Ik
had haar de week voordien de gedroogde wijtingen getoond omdat er in Afrika
veel gedroogde vis gegeten wordt en zij mij misschien wel wat tips kon geven, hoe
dergelijke vis klaar te maken. Wij koken de vis met tomaten, chili en uien in
een pot en eten het zo met rijst wist ze.
Dat
klonk niet slecht
De
week nadien komt Evelyn 's maandags binnen en roept triomfantelijk: I have a present for you Voor
sinterklaas is het nog een beetje vroeg was mijn eerste gedacht.
Zijn
hield een verfrommeld roze plastiek zakje omhoog en toonde de inhoud ervan:
twee vissen, gedroogd. Zeer mooie vissen.
Ik
heb gevraagd hoeveel het koste voor de vis maar nee: het was een presentje! Because I like you. 'Ik zal dat kind goed
in 't oog moeten houden vrees ik
De
vissen waren duidelijk tilapia's. Zeer licht van gewicht waaruit ik kon besluiten dat de vissen
kurkdroog waren. Maar goed, eigenlijk was ik er wel blij mee. Afrikaanse
gedroogde vis krijg je niet alle dagen op je bord, hier in België toch niet. Bij
mijn vraag waar ze de vis gekocht had maakte ze een gebaar dat zo veel kon
betekenen als het noorden of het zuiden, ergens in Antwerpen Ik vermoed dat het in de Chinese wijk is waar
eveneens heel wat Afrikaanse winkeltjes gevestigd zijn.
Verse
tilapia ken ik nog goed van in de tijd dat ik in Ruanda werkte De vissen
werden daar dagelijks vers door een lokale visser gebracht en de man maakt er
ter plaatse filets van. Ikzelf vind weinig smaak aan tilapia maar met een lekker
garnituurtje of sausje is het een best te eten vis.
De
vis komt oorspronkelijk uit Afrika maar wordt nu bijna wereldwijd gekweekt. Zo
zou er in het warme koelwater van de kerncentrales van Doel en Tihange tilapias
gekweekt worden. Of het waar is weet ik niet. Wel weet ik dat de vis een
temperatuur nodig heeft van minimum twintig graden Celsius om te overleven en
te groeien, zo staat te lezen op Wikipedia.
Tomaten,
uien, chili dat was allemaal in voorraad.
Een
sausje met die ingrediënten maken is kinderspel. De gesneden ui glazig laten
worden in olie, de gepelde en in stukken gesneden tomaten er bij en een scheut
witte wijn, wat zeker niet Afrikaans is. Maar we zijn hier in België. Ik deed er
ook nog wat gehakte gember bij maar daar proefde je niet veel meer van toen de
saus klaar was.
Van
de vissen heb ik de lange en grote vinnen een beetje bijgeknipt, het zout er af
gespoeld en hetzelfde als vorige keer, de vis laten gaar worden in de saus. Dit
keer heb ik de vis niet eerst geweekt in water maar zo gebruikt omdat hij mij
niet erg zout overkwam. ( Mijn bloeddruk zal weeral naar de knoppen zijn )
Hoelang
moet zo een vis nu in de oven? Gewoon proberen, een beetje wachten en dan hopen
dat je geluk hebt!
Ik
heb er geen rijst bij gegeten maar wat couscous. Die couscous is vliegensvlug
klaar. Een beetje couscous in een kommetje doen en overgieten met water tot hij
juist onderstaat. Laat het zout maar weg, de vis zal wel zout genoeg zijn... Na
vijf minuten is dan alle vocht opgeslorpt. Even oproeren met een vork en het
kommetje een minuutje in de microgolf stoppen. Weer oproeren met een vork
terwijl je er een scheutje olijfolie of boter doorroert. Het klaar maken is
sneller gedaan dan dat ik het hier kan neerschrijven.
De
vis was gaar Ik denk zo, na een tiental minuten reeds.
En
dan de smaak?
De
vis smaakte niet duf, vies of vreemd maar smaakte gewoon naar vis met weinig
smaak, zoals verse tilapia. Het visvlees was wel veel vaster geworden en
droger. Ook was het visvlees licht bruin verkleurd.
In
Afrika is dergelijke vis een prachtoplossing om hem te bewaren, zeker bij
gebrek aan koeling.
Ik
heb een vermoeden dat de vis tijdens het droogproces ook gaar gemaakt wordt. Je
ziet dat soms op televisie, dat dergelijke vissen boven een vuurtje gedroogd
worden en daarom misschien ook gaar worden Wie weet?
Ik
heb maar één vis opgegeten omdat ik vermoede dat het wel genoeg zou zijn.
Inderdaad genoeg om mijn holle tand te vullen.
Dus
was er nog één vis over. Gelukkig had ik eerst een soepje gemaakt dat rijkelijk
van garnituur voorzien was.
Er
was nog een klein beetje mosselkooknat over. Herinner je het nog dat ik eens
zou proberen om rauwe mosselen in citroensap te leggen en te kijken wat er dan
zou gebeuren. Wel er gebeurde niets De mosselen smaakten zuur en dat was het
dan.
Dan
heb ik de rest maar gekookt en de mooiste mosselen daarvan in citroensap
gelegd. Zelfde resultaat, geen verandering in de structuur en smaak van de
mosselen. Het mosselkookvocht ging in de koelkast tot later gebruik.
De
rest van de mosselen heb ik dan 's avonds gepaneerd en gebakken. Met een
boterham en een dot mayonaise erbij, lekker!
Het
kookvocht van die mosselen, aangelengd met een beetje water, heb ik dan
gebonden met een klein beetje strooimaïzena. Daarin enkele zeer fijn gesneden
groenten zoals, prei, wortel en champignons.
In
de diepvriezer lag nog een zak met reeds gepelde scampi's, klein model. Dan
gewoon een handvolletje scampi's in de soep laten gaar worden, zo direct in
bevroren toestand en na enkele minuten, als de soep terug doorkookte was alles
gaar. Nog een draai met de pepermolen en toevallig had ik nog een blikje
kokosmelk over en een scheut daarvan bij de soep gevoegd. Zout is weer niet
nodig omdat mosselvocht uit zichzelf heel zout kan zijn.
Groene
ui had ik niet maar mocht ik ze gehad hebben zou ik dergelijk soepje bestrooid
hebben met ringetjes lente-ui
Zo!
Een soepje maken is eigenlijk simpel. Men moet niet steeds aan prei, selder en
wortelen denken maar met een gezonde fantasie kom je veel verder.
's
Avonds heb ik altijd wel zin in een snackje.
Gebakken
groene pepertjes bijvoorbeeld. Op de foto zien die lange pepers er zeer
vervaarlijk en heet uit maar in werkelijkheid zijn ze zeer zacht van smaak met
af en toe eens eentje dat terug bijt. Dat is altijd gokken! De Turken noemen
die pepers trouwens gewoon; paprika
Gewoon
even bakken in een pan met olijfolie tot ze lichtbruin worden en dan bestrooien
met fijn zout. ( Weer zout!)
Dit
soort peper is te koop in de Turkse groentewinkels en kosten slecht enkele
centen.. (Denk ik toch)
Toen
dacht ik er aan dat in Azië veel gedroogde visjes gebruikt worden. Meestal
worden ze ansjovis genoemd (Dried anchovies). Of het dezelfde soort is als wij
hier kennen betwijfel ik want ze zijn veel kleiner.
Deze
visjes worden onder andere in de wok gefruit in olie samen met verse gesneden
hete rode peper of met chilivlokken. Naargelang hoeveel peper is gebruikt wordt
is het één en al vuur en vlam dat je proeft.
Als
je de volgende dag dan naar het toilet gaat kun je er nog eens van genieten!
Met
in stukjes gesneden droge tilapia moet dat ook lukken dacht ik zo
De
vis ontdoen van kop, vinnen en andere niet te eten zaken ging vrij gemakkelijk.
Dan heb ik het vel er af getrokken, van de kop naar de staart toe en het
resterende visvlees met de middengraat er nog in, in stukjes gesneden, gebakken
in olie maar zonder de hete peper Ik had de zachte groene, weet je nog.
Dit
was het !
De
vis smaakte zeer zout natuurlijk, en dat bevestigt mijn vermoeden weer dat de
vis reeds gaar is, de smaak en structuur was gewoon heerlijk. Stukje vis, de
graat er uit pulken en proeven maar. Een groen gebakken pepertje als
afwisseling en dan het volgende stukje vis soldaat maken. Op dat ogenblik vindt
je het spijtig dat een tilapia niet groter is.
Volgende
keer brengt Evelyn een andere vis mee, een andere soort, big fish beweert ze We zullen wel zien, zei de blinde!
Alleen al bij het horen van het woord begonnen we vroeger te daveren op onze benen. De
leraar zou dan weer eens doorkrijgen dat we geen zier gedaan hadden voor zijn
vak.
Het
eindigde doorgaans met : Nicolay, twee op tien. Schrijf mij maar eens tien keer
hoofdstuk zeven over tegen morgen en je vader mag dat dan tekenen. Volgende
week is er weer een evaluatie voegde hij er dan grijnzend aan toe !
Nu
ga ik alle reeds hieronder geciteerde gerechtjes en fabricaten eens analyseren
en beoordelen. Evalueren dus.
De
opgelegde horsmakreeltjes
in een zoetzuur vocht met ui daarbij en wat kruiderij; na een weekje marineren
smaakte de vis uitstekend maar ik denk wel dat stukken of verse haringen op
zijn geheel beter zouden smaken. De horsmakreel was nogal droog. Conclusie: toch
geslaagd!
De
resterende horsmakreeltjes heb ik nadien behandeld als zouden het pilchards
zijn. De visjes veranderden inderdaad tot "pilchards".
Maar:
ik heb teveel visjes in één bokaal gestopt. De vis moest op, zie je?
Daardoor
waren de visjes een beetje aan mekaar geplakt waar ze mekaar raakten in de
bokaal en omdat er maar weinig plaats meer was in de bokaal zat er ook een
beetje weinig saus in. Het was ook moeilijk om de vis uit de bokaal te halen
omdat ze rechtop stonden gerangschikt en wat aan mekaar plakten. Dus de
volgende keer moet er minder vis in de bokaal en meer saus en de visjes liggen
beter plat in plaats van ze rechtop te zetten.
De
saus was prima gelukt voor zo een eenvoudig sausje: half ketchup en half
azijn !
De
graten van de vis waren niet helemaal mals zoals bij de vis die uit blik komt
maar waarschijnlijk is dat omdat ik de bokaal gesteriliseerd heb in kokend
water, dus bij 100°C.
Volgende
keer de drukpan gebruiken, die verwarmt tot 115°C en waarschijnlijk lost de
kalk van de graten dan wel volledig op. Ook al omdat er dan meer saus bij kan.
Het is de azijn (voor een deel) die de graten doet oplossen.
Wist
je trouwens dat die mals geworden graten een opneembare kalk (calcium) bevatten?Goed tegen osteoporose maar goed voor het beendergestel
in het algemeen, gratis bij de vis.
Dan
zijn er nog de melkzuur gegiste komkommers. Daarvan is het resultaat gewoon
prima te noemen. Toch is de behandeling doodsimpel. Kleine komkommers of
augurken gedurende een paar uur in grof zetten, afspoelen en in een grote
bokaal rangschikken. Wat kruiden naar smaak, verse dille en/of mosterdzaadjes,
een klein pikant pepertje, enkele zilveruitjes bijvoorbeeld.
Een
gekookte en afgekoelde zoutoplossing van 20 tot 30 gram zout per liter water
over de augurken gieten en ze twee tot drie dagen op kamertemperatuur laten
staan. Stilaan ontstaan kleine gasbelletjes die opstijgen in het vocht, dat is
het moment om de bokaal in de koelkast te zetten. Indien je er na enkele dagen een
komkommer of augurk wil uithalen, doe dit dan met een vorkje en kom niet met je
vingers in de vloeistof, anders gaat de zaak schimmelen. Die schimmel is
onschadelijk maar ziet er absoluut niet smakelijk uit
Dan
was er nog de oi-kimchi,
zeg maar gegiste en gevulde komkommer. Een Koreaanse manier om komkommer te
bewaren.
Hier
heb ik de komkommers behandeld zoals de hierboven beschreven behandeling van de
melkzuur gegiste komkommer maar er eerst vier splitten ingemaakt die gevuld
werden met een fijne julienne van daikon (radijs) en lente-ui, gehakte gember
en knoflook en royaal vlokken van rode peper. (Chilivlokken)
Ik
ben nu als snack enkele van de stukken komkommer aan het eten. Lekker fris,
geurig en lichtjes pikant Zeer lekker, en bijna nul calorieën .
Een
van volgende keren zal ik eens een recept geven van een vleesgerecht dat hier
perfect bij past.
Dan
hebben we ook nog wat nieuws gemaakt deze week en wat hebbe we heleerd vandaoge? Gedroogde wijting klaargemaakt
zoals zoutevis.!(bacaljauw)
Bij
de vishandelaar lagen zeer verse wijtingen te pronken in de koeltoog. Toen
dacht ik er aan dat het drogen
van vis ook binnen mijn kennisbereik lag.
De
koks beweren dat verse wijting een fijne vis is Ik heb daar zo mijn eigen
ideeën bij; zeer slap visvlees, weinig smaak en als je niet goed oplet bij het
eten zit hij nog vol graatjes.
Dus
heb ik vier mooie verse wijtingen gekocht met de bedoeling om ze te drogen. Zo
worden ze vaster en krijgen ze veel meer smaak.
Net
zoals bij de scharren volgde ik dezelfde werkwijze. Eigenlijk doodsimpel: maak
de vis grondig schoon, zorg dat alle ingewanden en andere toestanden er uit
zijn en leg de vis nu gedurende twee uur in ruim grof zout. Hoeveel zout je
gebruikt heeft geen belang..
Na
twee uur spoel je het zout van de vis en rijg de vissen op een grote satépen of
een metalen barbecuenaald. Zoiets als men gebruikt om brochettes te maken.
Klaar!
Vermits
het buiten koud en vooral vochtig was door alle regen die we gratis kregen heb
ik de vissen gewoon in de keuken laten hangen om te drogen. Na vier dagen komt
er dan wel een sterk visgeurtje vrij maar 's anderdaags is dat reeds verdwenen.
Nadien kan je de gedroogde vis voor een tijdje bewaren, ingepakt in een doek,
in de groentelade van de koelkast.
Voor
degene die aan de kust wonen of die een vishandel in de buurt hebben waar ze
droogvis verkopen daar kan je de vissen zo gedroogd kopen maar ze zelf maken
is tot veel dankbaarder.
Zover
stond ik ook. De vissen lagen te wachten in de koelkast.
Bij
mijn bezoek aan de dokter voor het regelmatige "klein onderhoud" liep
het mis
..
Ja, en hij keek me bedenkelijk aan. De bloeddruk is nog altijd te hoog, hé
Sterkere
en meer pillen en het is beter om je zoutinname sterk te beperken!
Ik
zou dan maar gehoorzaam zijn en de droogvis bijvoorbeeld aan iemand cadeau geven
maar ik had toen niet direct een slachtoffer voor de ogen
Toen
dacht ik er aan dat je gedroogde en gezouten vis ook kan ontzilten, de
stevigheid en de smaak blijft, alleen het zout verdwijnt.
Ik
had hier recepten in mijn gedachten zoals die gebruikt worden bij klipvis, ook
bacalao genoemd. De grote Carrefours verkopen die nu Gezouten en lichtjes
gedroogde kabeljauw.
Wat
ik nadien bereid heb van de vissen is een heel eenvoudig gerecht.
Ik
had twee vissen ontzilt. (De twee andere krijgen later wel een bestemming)
De
vinnen en andere ongerechtigheden er niet afknippen want dat geeft nadien een
massa kleine scherpe graatjes in je bord.
Dan
heb ik enkele aardappelen in dunne schijfjes gesneden. Met de mandoline, een
keukenschaaf.Met de hand lukt dat ook
wel alleen zal het snijwerk dan wat langer duren.
Hetzelfde
deed ik met een dik stuk wit van prei. Een stuk zodanig groot dat er bijna
evenveel prei als aardappelen was.
De
aardappelen heb ik dan lichtjes gebakken in een braadpan in olijfolie. Maar
boter mag ook hoor..! Daarna de prei toegevoegd.
Dit
aardappel/prei mengsel ging dan in een ovenschaaltje en de aardappelen heb ik overgoten
met kippenbouillon tot ze bijna onderstonden. Ik gebruikt gewoon blokjes voor
de bouillon. Dan als kruiderij wat tijm en een blaadje laurier gebruikt en dat
was het dan.
Deontzouten vissen op de aardappelen gelegd en
goed in het vocht gedrukt. Aan de bereiding hoef je een zout meer toe te voegen
omdat het resterende zout in de vis overgaat in de bouillon van de aardappelen
en ook omdat bijna alle bouillonblokjes behoorlijk wat zout bevatten.
Nu
een aluminiumfolie op de schotel gelegd. Die folie moet er voor zorgen dat de
damp in de ovenschaal blijft en zo de vis ook aan de bovenkant gaar maakt.
Ofwel moet je de vis eens voorzichtig omdraaien tijdens de bereiding. De
laatste minuten mag de folie van de schaal zodat er een klein beetje bruining
ontstaat. Velen vragen zich nu af: hoelang in de oven en welke temperatuur?
Dat
heeft niet zo veel belang. Als de temperatuur laag staat duurt het gewoon
langer om de aardappelen gaar te krijgen. Bij hoge temperatuur zal er een mooi
korstje ontstaan. Eventueel kan er ook een beetje paneermeel over de schotel
gestrooid worden.
Op
een twintigtal minuten zal alles wel gaar zijn, vermoed ik zo. Controleren is altijd
de boodschap.
Dan
rest nog om de vis te eten. Hier is toch wel enige anatomische kennis van het
vissenlichaam vereist. Anders verandert het gerecht in een puinhoop. Gelukkig
is de vis nog steeds zeer vast na de bereiding en dan is het verwijderen van de
kleine inwendige graatjes vrij gemakkelijk.
Er
was nog een visje over. Dat heb ik de volgende dag terug opgewarmd onder folie
en zoals bij alle stoofschotels; het smaakte nog beter dan onmiddellijk na de
bereiding de dag voordien.
Ik
heb er nog "een klakke mostaard"
van Wostyn bij gedaan en dat smaakte goed!
Weer
een opdoffer gekregen vorige week. Dit keer bij de kapper. Zijn normale prijs
voor haarknippen is tien euro Ja, ja, dat bestaat nog. Prijzen van voor de
oorlog. Nochtans is mijn haar behoorlijk geknipt vindt mijn moeder.
Eens
in de kapstoel gezeten, geen gezever over de voetbal, geen gejammer over het
weer, alleen: hoe is 't?
Goed?
Zoals
gewoonlijk?
En
dat is het dan. Verder kan je naar Al Jazeera kijken op de televisie die voor
eeuwig aan staat.
Bij
de afrekening kwam de schok Ik moest maar acht euro betalen. Bij navraag
waarom maar acht en geen tien euro bleek dat de prijs voor senioren te zijn. Die
conclusie trok hij zonder zelfs mijn identiteitskaart te vragen.
Kom,
we leven nog en ik wilde het hebben over makreel.
Ik
eet af en toe wel eens graag een makreeltje Snel gegrild met wat mosterd er op
gesmeerd. Of in de oven overgoten met een scheut witte wijn en de vis bestrooid
met paneermeel en gehakte peterselie. Allemaal lekkere gerechtjes, snel klaar
en goedkoop. Er is één voorwaarde: makreel moet zeer vers zijn, zo niet smaakt
de vis naar traan en het vlees verbrokkelt zeer gemakkelijk.
Tijdens
de zomermaanden, het is dan komkommertijd bij de meeste TV-zenders, keek ik wel
eens naar Masterchef.
Het
viel mij op dat de Engelsen toch kiezen voor andere gerechten en grondstoffen dan
wij zouden doen. Veel puree's werden er gemaakt, onder andere puree van rode
biet die ook in veel gerechten en sausen verwerkt wordt.Ook gebruikten ze veel pompoen en sausen op
vruchtenbasis, zoals braambessensaus. Als vis werd kwam er veel makreel aan
bod.
Eén
van de betere koks, een winnaar in spé, bereide onder andere een rauwe
gemarineerde makreel. Dat leek wel wat om zelf eens te maken, alhoewel het
gerecht zeker niet origineel is.
Ik
ben niet zo een amateur van rauwe vis maar voor een of andere reden wilde ik
mijn eigen versie van een gemarineerde makreel maken. Ik dacht hierbij aan
"ceviche", een specialiteit uit Zuid Amerika en wijde omgeving. Ceviche
zijn blokjes rauwe vis die gemarineerd worden in veel citroensap of sap van
limoen met smaakgevers erbij zoals, rode ui, koriander, en hete pikante
pepertjes.
Dus
ik zou eerst een zeer verse makreel moeten hebben. Voor rauwe bereidingen moet
de vis krakend vers zijn, de kans op ziek worden na het eten van niet verse vis
is anders niet denkbeeldig. De volgende truc helpt daarbij: koop je vis op
dinsdag! Bijna alle viswinkels zijn gesloten op maandag en dinsdags komt dan de
nieuwe verse lading binnen.
Trouwens
een verse makreel herken je gemakkelijk zonder aan de vis te raken. Hij moet
mooi glanzend zijn, frisse rode ogen hebben en moet mooi blauw gekleurd zijn. Als de vis in de
toonbank weggestopt zit onder verdacht veel ijsschilfers zou ik hem eerst
willen zien.
Nu
de verwerking. Vraag de vishandelaar om de vis te fileren of doe het zelf. Dit
is het moment om te leren. Als de vis verhakkeld uit de strijd komt kan je hem nadien
gewoon in blokjes snijden en daarmee is het probleem opgelost!!!
Haal
eerst de kop van de vis. Druk niet te fel op de makreel want het vlees wordt gemakkelijk beschadigd, zoals reeds een keer
aangehaald. Snijd nu de twee filets mooi van de graat los. Snijd de"
buikflappen" weg en voer ze op aan de poes. Gooi de graat weg, daar kan je
niets mee doen. Ze is zelfs niet goed om er een visfumet van te maken, zoals de
graten van alle vette vissen. En makreel is een redelijk vette vis.
In
de diepvriezer heb ik een bakje staan waar alle bruikbare visafval in terecht
komt. Als het bakje vol is wordt er eerst een visfumet van gemaakt en dat wordt
dan nadien een vissoep of een vissaus.
Goed,
de makreel!
Hoe
mooi zo een makreelfilet er ook uit ziet, er zit een taai dun doorzichtig
velletje over het glanzende blauwe vel. Dat trek je er af van de kop naar de
staart toe. Het klinkt moeilijker dan het is! Snijd de randen van de filets
weg, want je hebt nu twee filets en spoel de vis onder koud water en laat
uitlekken op een keukendoek.
Voor
één makreel heb ik het sap gebruikt van een citroen. Voor limoen zal je wel
twee limoenen moeten gebruiken, of een mengsel citroen, limoen. In het sap heb
ik eerst een koffielepeltje suiker opgelost. (Weer suiker bij de vis !)
Leg
de visfilets in een passende kleine schaal. Giet het citroensap over de vis uit
en kruid wat bij met peper en zout. Ik heb er verder weinig aan gedaan. In
plaats van een vers rood pepertje heb ik chilivlokken gebruikt, wat ongeveer
hetzelfde effect geeft.
Wil
je verder nog wat rode uiringen, bieslook, platte peterselie of koriander
toevoegen, doe dan maar. Laat de vis nu minstens enkele uren marineren en lepel
regelmatig de marinade over de filets. Na enkele minuten zie je reeds dat de
vis verkleurt van donker naar zeer bleek.
(Makreel
heeft donker vlees, het is een tonijnachtige en zoals iedereen weet heeft een
tonijn donkerrood visvlees.)
Het
visvlees "kookt" als het ware in het citroensap. Eigenlijk zijn het
de viseiwitten die veranderen (denatureren) van structuur onder invloed van het
citroenzuur..!
De
vis heeft vierentwintig uur in de marinade gelegen; Dat is lang maar de smaak
was in orde. Niet te zuur! Om op te dienen heb ik de visfilets eerst in dunne
plakjes gesneden en versierd met bieslook en komkommer .
Dit
gerecht eet je als voorgerecht of misschien in blokjes gesneden bij het
aperitief maar het probleem is hier de hoeveelheid zuur. Zuur en wijn gaan
absoluut niet goed samen. Misschien best een doodgewoon goedkoop witte wijntje
er bij serveren?
Met
een lekker stukje vers knapperig brood of een krakende toast erbij heb je een
mooi gerechtje..
Als
hoofdgerecht geef je er ook nog een copieuze salade bij. Dikwijls wordt de vis
in blokjes gesneden en gemengd met de sla Dat doe je zelf ook maar als de twee
filets die je er zelf afgehaald hebt een beetje op Brugse kant gelijken
Degemarineerde vis blijft ongeveer een dag goed
in de koelkast.
Hetzelfde
is mogelijk met veel andere soorten verse vis. Zeebaars bijvoorbeeld is
gemakkelijk echt vers te verkrijgen omdat het bijna altijd om gekweekte vis
gaat. Verse inktvis, de calamar of pijlinktvis geeft een speciaal effect, niets
taai maar zeer mals. Rauwe ansjovis, heeft een buitengewoon goed resultaat. Een
volgende keer zal ik eens proberen wat rauwe mosselen in citroensap opleveren
als resultaat.
In het stukje hieronder
schreef ik: In Korea werd er iets gelijkaardigs gemaakt. Daar worden stukken
komkommer van gelijke lengte kruisgewijs ingesneden maar zodanig dat de stukken
aan mekaar blijven. Eerst worden de komkommers ingestreken met zout zodat dat
ze hun vocht afgeven en soepel worden. In de splitten wordt dan een mengsel
gestopt van geraspte gember, look, chilivlokken, julienne van lente-ui, alleen
het groen, en ook van daikon (Radijs) Zie foto.
Oi-kimchi
heet het product en het wordt gegeten als bijgerecht bij gekookte witte rijst.
Dus het
gaat hier over een gerechtje, een "side-dish". Een Koreaanse maaltijd
wordt opgediend zoals bij de Chinezen. Alles in een keer op tafel en iedereen
pikt maar wat hij of zij nodig heeft. Dus die "oi-kimchi" is multi
inzetbaar.
De
bereiding staat eigenlijk reeds hierboven uitgelegd.
Zo een
grote daikon, witte radijs of rettich is zeer groot. Dus wil je nog een andere Koreaanse
specialiteit?
Snij de
geschilde daikon in blokjes. Meng met een schepje suiker, een schepje zout en
veel rode chilivlokken. Mengen en in een bokaal stoppen. Na twee dagen zijn de
blokjes zacht geworden en hebben ze veel vocht afgegeven. Ik heb er nog een
snuifje gele kleurstof bijgedaan. Kwestie van wat kleur op tafel te brengen.
(Kleurstof voor paella.) Er is één probleem. De naam van het gerecht klinkt
niet al te smakelijk: kkaktuggi
Dat wordt
als snel afgekort tot kak en dan is de lol er ook af.
Hieronder
een recept voor de oi-kimchi, geschreven door een Amerikaanse die lang in
Noord-Korea heeft geleefd en nadien overliep naar het Zuiden.
Mijn
knoken kraken. Als ik naar de tweede verdieping moet heb ik vijf minuten
recuperatietijd nodig omdat de adem "op" is.
Maar
het duidelijkste bewijs; de jongeren in de steeds overvolle tram staan hun
plaats af
Kom
bompa, denken ze dan. Dat denk ik dan ook.
't
Zijn trieste tijden voor een mens.
Een
overzicht van vorige week.
Jeroen
Meus is begonnen aan een serie over koken op de camping. Vorige week heeft hij de
hoofdvogel afgeschoten. Hij heeft blijkbaar een nieuw soort groente
uitgevonden. Volgens hem wordt het groene pluimachtige loof van de venkel,
dille!!!
Misschien
als je maar lang genoeg wacht.
Met
een beetje geluk wordt het misschien zelfs een hele palmboom?
Wat
ik mij ook afvraag is het volgende: wie sleurt er nu in zijn caravan een hele
bloembak vol verse kruiden mee?
Al
dikwijls heb ik caravans gezien, meestal met geelzwarte nummerplaat die een volle
aanhangwagen met aardappelen mee sleurden. Die piepers in Frankrijk zijn toch
zo duur niewaar?
Maar
een aanhangwagentje vol kruiden ?
Dan
de experimenten van vorige week.
In
een vorig stukje, het staat net hieronder, heb ik geschreven dat ik een bokaal
Poolse melkzuur gegiste augurken gevonden en gekocht heb. Volgens de Polen zijn
die (hun) augurken veel lekkerder dan de gewone zure augurken zoals die wij
hier kennen.
Ik
herinner mij ook nog zoiets gegeten te hebben in Iran, lang geleden. En
inderdaad je moet een beetje wennen aan de smaak, die is veel voller en
aromatischer dan hetgeen we gewoon zijn.
Die
augurken zijn gefermenteerd, zoals bijvoorbeeld zuurkool, door een
melkzuurgisting.
Ook
in Korea kennen ze een soort komkommer-kimchi. Stukken komkommer gevuld met
allerlei smaakgevers en daarna gegist.
Op
het internet was het zeer gemakkelijk om informatie vinden over de bereiding
van door melkzuur gegiste komkommers. Het hele proces is eenvoudig.
Hiervoor
heb ik weer die kleine fijne komkommertjes gebruikt, gewoon minikomkommers
genoemd.
Een
gepaste bokaal vinden en van de komkommers de topjes afsnijden. De vloeistof
die er seffens bijkomt moet het inwendige vruchtvlees van de komkommers kunnen
raken en de komkommers moeten rechtop in de bokaal kunnen staan.
De
komkommers eerst een uurtje in grof zout leggen en nadien goed spoelen. In de
bokaal rangschikken en specerijen en kruiderij toevoegen. Ik heb wat takjes dille
(die van Meus) gebruikt en venkel(zaad) smaakt ook zeer goed. In ringen gesneden
ui, wat peperkorrels en zelfs een heel klein pikant pepertje zal ook wel
kunnen. Dat kies je zelf allemaal naargelang wat er in voorraad is. Kijk eens in de caravan
Hierover
giet je een gekookt en nadien afgekoeld mengsel van 15 - 20 gram zout in een liter water.
In
het recept dat ik gevonden heb op het internet werd aangeraden om ook een
stukje brood in de bokaal te stoppen. Ik heb dat ook gedaan. Ik weet dat er
Russische dranken zijn (kvas) die gestart worden met brood maar echt nodig is
het hier bij de komkommers niet.
Nu
blijft de bokaal twee tot drie dagen staan bij kamertemperatuur, op ongeveer 20
graden. Ik heb de temperatuur niet gecontroleerd.
Ofwel
moet je nu regelmatig het deksel van de bokaal halen ofwel moet je het deksel
niet volledig vastdraaien, want de stilaan gistende komkommers produceren een
gas. (koolzuurgas?) In mijn bokaal was een klein gaatje in het deksel geprikt
dus het deksel mocht er op blijven, het gas kon zo weg langs het gaatje.
Na
enkele uren reeds zie je fijne gasbelletjes ontstaan die opstijgen in de
vloeistof. Laat de komkommers zo een tijdlang staan. Sommige zeggen dat 24 uur
voldoende is. Ik heb drie dagen gewacht. De gisting was toen zeer duidelijk
merkbaar. Dan gaat de bokaal in de koelkast. De opgietvloeistof is terwijl ook
troebel geworden, dat is normaal.
Een
week later zijn de komkommers compleet veranderd. Groener en malser geworden,
zuur/zout smakend.
Als
je met je vingers in de bokaal komt zal er en witte schimmellaag ontstaan die
niet schadelijk is. Gewoon regelmatig afscheppen, maar het ziet er niet
smakelijk uit. Dus blijf met je vingers uit de bokaal en gebruik alleen zuiver
metalen keukengerei.
In
Korea werd er iets gelijkaardigs gemaakt. Daar werden stukken komkommer van
gelijke lengte kruisgewijs ingesneden maar zodanig dat de stukken aan mekaar
blijven. In de splitten werd dan een mengsel gestopt van geraspte gember, look,
chilivlokken, julienne van lente-ui, alleen het groen, en ook van witte daikon
(Radijs) Zie foto.
Oi-kimchi
heet het product en het wordt gegeten als bijgerecht bij gekookte witte rijst.
Als
de eerste gegiste zure komkommers op zijn zal ik de "oi kimchi" of
"cucumber kimchi" eens proberen te maken.
Herinneren
jullie zich ook de story over de kleine visjes, de horsmakreeltjes, die
spotgoedkoop verkocht werdenin de
nieuwe supermarkt?. (Staat ook hieronder te lezen).
Hiervan
heb ik er een tiental gebakken en ingelegd, of opgelegd, in een azijn en
suikermengsel. Vanavond heb ik de eerste visjes geproefd en dat viel zeer goed
mee. De graten waren nog intact en niet opgelost door het zuur van de azijn
maar dat is geen probleem.
Een
visje, een schijfje ui en dat op een stukje vers brood, lekker!
Terwijl
heb ik nog verder geëxperimenteerd.
Ik
eet af en toe graag een pilchard die gemene goedkope vis in een soort
tomatensaus en verpakt in een ovaal blik
Grote
sardienen worden in het Engels pilchards genoemd, pelser genoemd in het
Nederlands maar er is geen verschil;een
pelser is een grote sardine of een Engelse pilchard!!
Toch zitten soms in de blikken heel andere vissen
dan pelsers . Sardinella bijvoorbeeld, ook kleine makreeltjes, en wat dacht
je? Ook horsmakreel.
De proef is nog bezig, ik heb dezelfde
bereidingswijze gebruikt als bij de visjes op azijn.
De visjes dus op maat gesneden en rechtop in een
bokaal geschikt. De saus heb ik zeer eenvoudig gemaakt; ketchup gemengd met
azijn. Zo verkrijg je vanzelf een zoetzure saus.
Daarna de gesloten bokaal in een pan met water
gesteriliseerd gedurende een uur. Nu is het afwachten. Volgende week weet ik
wel wat te vertellen. Dit wordt zeer duidelijk een bereiding uit de categorie:
maak het zelf, dan wordt het misschien beter maar zeker veel duurder!
Dan heb ik eveneens een tweede lading pickles
gemaakt.
Enkele correcties, lees hieronder een tweetal
artikels ver pickles: de saus moet gebonden worden met maïszetmeel en nadien
afkoelen schreef ik. Toevoeging : na en tijdens de afkoeling moet de saus goed
doorgeroerd worden anders vormt ze nadien een 'brokkelige" massa die niet
meer homogeen wordt.
Als bindmiddel heb ik nu een mengsel gebruikt van
half maïzena en de helft cassavezetmeel. (arrowroot). De binding wordt hierdoor
veel stabieler en smeuïger. De pickles die ik nu heb gemaakt zien er werkelijk
hetzelfde uit als het product dat je koopt in de handel en smaken ook zo.
Wat
doe je met een oude hard geworden pistolet?
Een
snel soepje maken om zo maar te drinken voor de TV bijvoorbeeld op een koude
avond ze komen nog!.
Ik
vond dus zo een oude korst brood. Toen dacht ik aan een Italiaanse soep die wij
vroeger in de hotelschool wel eens maakten; mille fanti!
Wat
die fanti betekent vind ik nergens niet terug. Mocht iemand het wel weten ?
Iets
van duizend soldaten (voetvolk) vind ik via het internet. In het woord
'infanterie' vind je 'fante" ook terug.
De
soep zelf is doodsimpel in zijn eenvoudige versie toch. Normaal wordt een
consommé gebruikt, wij gebruiken hier bouillonblokjes van goede kwaliteit.
Maak
een bouillonetje van blokjes kippen- of rundbouillon.
Rasp
het oude hard geworden brood tot kruimels. Roer deze kruimels met evenveel
geraspte Parmezaanse kaas en een ei tot een papje. Eventueel mag er een snuifje
nootmuskaat bij.
Giet
dit mengsel nu in de kokende bouillon. Kook niet verder maar laat de massa
rustig stollen. Roer af en toe voorzichtig om de korst te breken en de duizend
infanteristen te bevrijden . Bestrooi met gehakte peterselie, of laat die
gewoon weg, of gebruik wat anders.
Probeer
maar, op twee minuten is het geflikt!
Morgen
zal ik de zelf gemaakte pilchards eens proeven. Dus als ik volgende week hier
terug kom, betekent dit dat de pilchards veilig zijn om te eten..!
De buurt is weer een supermarkt rijker. Vermoedelijk uitgebaat door een Turk.
Het
is moeilijk in te schatten want ik heb de exploitant nog nooit een gebenedijd woord horen spreken. En mocht hij toch kunnen
spreken, 'k zou hem gegarandeerd niet verstaan, laat staan begrijpen.
De
nieuwe supermarkt in wording ligt zeer dicht in de buurt van het postkantoor,
daar kom ik regelmatig, en vroeger kocht ik in de toenmalige winkel wel eens enkele
tomaten of wat fruit.
De
winkel bestaat namelijk al veel langer maar is nu uitgebreid tot een heuse mini
supermarkt.
De
meeste producten in de rekken zijn van een onbestemde vreemde origine. Pools,
Turks, Russisch. Oostbloks in het algemeen en verder aangevuld met goederen uit
het Colruyt circuit.
Er
is zelfs een afdeling "vlees" die nog niet geopend is en de vissen
liggen uitgestald in drie diepvriezers.
Ik
wilde eigenlijk een krop sla kopen en wat komkommers maar ik ben buiten gekomen
met een pak gedroogde Spaanse witte bonen, een stuk gerookt rundvlees dat zo
taai blijkt te zijn als, letterlijk, schoenzool. Poolse zoute gefermenteerde
augurken, Turkse auberginesalade en een zak met kleine visjes uit de
diepvriezer. Na ontcijfering van de Cyrillische tekst bleken de visjes
horsmakreeltjes te zijn. (De tekst stond er ook in Engels bij zie je)
Komkommers
waren er niet. Waarom niet? Een zacht gegrom van de winkelier moest daarvoor
een verklaring geven
Wat
mij nu vooral interesseerde waren de vissen. Een zak horsmakrelen van 750 gram
voor een euro of vijf. Netjes schoongemaakt, kop eraf, zuiver gewicht dus.
's
Middags heb ik er zes stuks van opgegeten, gebakken,en met een restje
ratatouille en wat gekookte pasta . Zes visjes was een mooie portie van
ongeveer 150 gram. Elk visje weegt ongeveer 25 gram. Dat is zowat het formaat
van een kleine sardien.
De
naam horsmakreel doet denken aan een soort makreel. Maar dat zijn ze niet, het
zijn een soort baarzen die behoorlijk groot kunnen worden maar ze worden ook
vers verkocht als visje voor de frituur of om er bijvoorbeeld een vissoep van
te bereiden.
Kenmerkend
zijn een rij scherpe puntige uitwassen bij de staart. ( Wikipedia)
Wat
heeft deze vis dan met makreel te maken..?
Je
vindt hiervoor nergens een behoorlijke uitleg maar naar het schijnt zou het
blinkende vel van de horsmakreel gebruikt worden om bij de sportvisserij op zee
de echte makrelen te vangen. De echte makreel is het kleine broertje van de
tonijn of is het andersom en de tonijn de grote broer van de makreel?
Als
ik nu elke dag zes horsjes zou eten dan ben ik nog voor een week gerust maar
het zou nogal saai worden.
Dus
zocht ik een andere uitweg om een deel van de visjes verwerken.
Vermits
ik de laatste tijd nogal belust ben op allerlei zure zaken zoals komkommer,
augurken en tomaten in azijn zouden het horsmakreeltjes in azijn worden.
Nederlanders
kennen het waarschijnlijk wel; gebraden haringen in azijn opgelegd. Hier in
België totaal onbekend.
De
eerste keer dat ik die haringen zag was ergens op een markt in Hulst of Breda,
dat ben ik vergeten. het is ook al zo lang geleden. Gebakken haringen rechtop gezet
in een bokaal, overgoten met een bruine vloeistof. Eén keer heb ik zelf
geprobeerd om haring op dergelijk manier op te leggen en het resultaat viel
nogal mee.
De
horsmakrelen zouden op dezelfde manier verwerkt worden tot een zure conserve.
Eens
op het internet gezocht naar recepten maar de oogst was zeer matig Dus zou ik
gewoon mijn eigen idee volgen.
Gelukkig
had ik nog een lege bokaal van pekelharing ter beschikking. Later zijn die
potjes alleen nog bruibaar voor een andere visbereiding. De geur van de vis
kruipt in de rubber van het deksel en verdwijnt bijna niet. Als ik de staartjes
van de visjes zou afsnijden konden de horsmakreeltjes mooi rechtop in de bokaal
staan. Er gingen tien vissen in het potje.
Op
het internet had ik, dan toch ergens de samenstelling gevonden van de
oplegvloeistof, de azijn met de kruiden zeg maar
Eerst
in een pannetje een half glas water en een half glas witte azijn aan de kook
gebracht met wat kruiderij. Ik had laurier, piment, venkelzaden en zwarte
peperkorrels en een teentje knoflook(poeder). Inmaakkruiden noemen de Nederlanders zo een
mengsel van kruiden en specerijen.
Die
vloeistof mocht dan een vijftal minuten trekken op een klein vlammetje Ook
mocht er nog een kleine in reepjes gesneden ui bij. Die wordt dan mals genoeg
in het hete azijnmengsel.
Dan
zou er ook nog bruine suiker bij moeten gedaan worden. Hoeveel suiker ik er in
gegooid heb weet ik niet want de zak viel uit mijn handen. In alle geval het
viel nog mee, de vloeistof smaakte nu lekker zuurzoet.
Een
goed gevulde eetlepel zal het ongeveer geweest zijn. Proeven is hier de
oplossing.
Vis
combineren met suiker is zeker geen nieuwigheid. In de Scandinavische landen
maakt men een salade met zoute en tegelijk zeer zoete haring. In de Chinese
keuken is men niet vies van een gefruite vis overgoten met een zoete saus of in
combinatie met vruchten. Zelfs hier in België werd er bij gebakken vis, zoals
die aan het viskraam verkocht werd, een zoete bruine saus meegegeven, een
gewoonte uit Mechelen en Boom. Misschien gebeurt dat ook nu nog.
(Recept
op aanvraag beschikbaar, als ik het nog ergens vind)
Terug
naar de horsmakrelen.
De
visjes zelf waren reeds ontdooid en dan heb ik ze gewoon gekruid met peper en
zout en door bloem gerold en veel bloem aan de visjes laten zitten. Daarna de
visjes gebakken in een antikleefpan in redelijk veel olie. Ik denk dat de
visjes zelfs niet voor honderd procent moeten gaar zijn want ze worden in de
azijn toch verder gaar.
Dat
was het dan.
De
visjes mooi rechtop in het bokaaltje geschikt, nog een schijfje citroen erbij,
met de schil, en dan de bruine vloeistof over de vis gegoten. Enkele van de
specerijen en de uien mochten mee in het bokaaltje, kwestie van het geheel wat
decoratiever te maken.
Het
deksel op de pot gedraaid en na afkoeling is hij (de bokaal) naar de koelkast
verhuisd. Het grootste probleem zal nu zijn om er af te blijven tot de vissen
voldoende smaak hebben aangenomen. Hoelang dit zal duren weet ik ook niet maar
ik zal volgende week eens proberen.
Dan
laat ik wat weten.
Ik
heb deze bereiding nu gemaakt met horsmakreeltjes maar het kan evengoed met
verse haring of verse gebakken ansjovis. Daarvoor is het recept ontstaan
waarschijnlijk. De azijn breekt het vette van de vis.
Grootste
probleem, waar vindt je nog verse haring?
Dan
moet je een hoge bokaal gebruiken maar zeker weten lukt het in een plastieken
bakje, genre Tupperware ook wel!
Enkele weken geleden kwam ik voorbij een
groentekraam dat langs een drukke weg haar waren te koop aanbood. Als lokker
een groot zwart bord aan de oprit: 6
kilo tomaten2,5 .
Het leek bijna onmogelijk en ik heb nog eens gekeken
en inderdaad, zes kilo tomaten bijna gratis.
Bij het terugkomen langs dezelfde baan heb ik de zes
kilo tomaten meegenomen.
Ik zou er tomatenpuree, tomatensoep en zo maar
tomatensalade van maken, zo mijmerde ik in de auto, op weg naar huis.
Aan
de kwaliteit van de tomaten was niets aan te merken. Misschien niet voldoende
rond, een barstje hier en enkele wratten hier en daar maar alleen met een
vergrootglas te bemerken. De tomaten mochten zelfs wat rijper geweest zijn. Dus
heb ik de kist voor enkele dagen in het zonnetje gezet om ze verder te doen
aanrijpen.
Iedereen
die nu thuis binnenkwam kreeg dezelfde vraag; tomaten hebben? Ze zijn toch spotgoedkoop
dacht ik bij mezelf
Twee
dagen later had ik nog drie kilo tomaten!
Eerst
het vel van de tomaten gehaald. Jullie weten wel; een kruisvormige insnijding
maken inhet vel van de tomaat. Ze dan
per vier in een pot met kokend water dompelen op een schuimspaan tot het vel
barsten begint te vertonen. Dan de tomaten in veel koud water dompelen.
Zo!
Nu de pel verwijderen natuurlijk, anders was al je vorige werk voor niets.
De
tomaat dwars doorsnijden en de pitten verwijderen door eens goed op de halve
tomaat te knijpen.
Nu
de tomaten op een of andere manier fijnmaken. Ik deed het met de bekermixer, de
blender.
Het
kan ook met een passe-vite.
De
bekomen puree nu laten uitlekken in een fijne zeef zonder te roeren. Alleen een
bleekgeel helder vocht zal door de zeef lopen. In een uitgewassen grof
gewevendoek gaat dit ook!
Dit
vocht gebruikte ik later om er tomatensoep van te maken. Die soep was trouwens
zeer lekker!!
De
rauwe puree moet nu opgekookt worden met een beetje zout en kan dan in de
diepvriezer. Dit inkoken is een gevaarlijke onderneming omdat de puree geweldig
spat. Fabrieksmatig wordt dit gedaan in gesloten ketels onder lage druk zodat
het kookpunt zeer sterk daalt.
Het
gaat ook op een tweede manier. Kieper hiervoor de tomaten nadat ze in grove stukken
gesneden zijn in een kookpot en breng ze al roerend aan de kook. Laat enkele
minuten doorkoken tot de tomaten goed mals zijn en draai nu alles door de
passe-vite. Dit lukt dus niet met een blender!
Als
je deze massa gewoon laat staan, zinkt het tomatenvocht naar beneden en drijft
de pulp boven.
Zo
verkreeg ik uiteindelijk twee potjes van 750 gram tomatenpulp. Die nadien
vredig in de diepvriezer mochten rusten.
Ik
ben met het verhaal nog niet bij de "vreemde vogels" gekomen. Dat
komt nu!
Regelmatig
ga ik op bezoek bij mijn negentigjarige moeder en dan eten we samen, " kost
van vroeger" Haring met ajuinsaus, frikadellen met kriekjes verse
krieken alsjeblief!! Gebakken varkenslever, pensen en dergelijke, goede degelijke
voedzame, antieke boerenkost.
Mosselen
breng ik ook wel eens mee want een pak mosselen van twee kilo krijgt moeder niet
alleen verorberd.
Op
een keer deed ze haar beklag dat haar dochter, mijn zuster, die voor haar
boodschappen doet, nooit eens dik gesneden spek meebrengt.
Nu
liep ik vorige week in de Aldi omdat ze daar tijdelijk amarenakersen
verkochten. Ik kende dit soort kersen niet. Alleen van naam. Mierzoet,
kunstmatig rood gekleurd en uiteindelijk niet slecht om bij een roomijsje te
serveren.
Verdereexploratie leidde mij tot bij de vleeswaren
en wat lag daar? Dik gesneden spek!
Het
stond duidelijk leesbaar op de verpakking. Eén nadeel, een pak bevat 350 gram
spek, vrij veel voor één persoon. Ik wilde eerst wel eens controleren of het
spek aan mijn eisen voldoet voor ik het spek mee naar "ons moeder"
zou nemen.
En
ja, het spek was niet te zout, redelijk dik gesneden, geen zwoerd, maar toch
nog altijd niet zoals "in den goeden ouden tijd".
Ik
heb dan spek met eieren gegeten, worteltjespuree met spek, gebakken kip met
champignons en spekjes en zo nog wat. Ten slotte bleven er nog vier sneetjes
over. Het werd zelfs hoog tijd om ze te verwerken.
In
één of andere kronkel van mijn bundeltje zenuwknopen dat hersens genoemd wordt ontstond
het idee om van dit resterende spek "vogels zonder kop" of "blinde
vinken" of "loze vinken" te maken, wat trouwens drie keer
hetzelfde is.
Blinde
vinken worden normaal, volgens de traditie, gemaakt door een bolletje gehakt te
verpakken in een dun lapje kalfsvlees. Nu ook gemaakt met rundvlees en ook met varkensvlees,
men kan er alle kanten mee uit.
Als
het gehakt omwikkeld wordt met dunne sneetjes gerookt spek spreekt men van
slavinken Vooral gekend in Nederland. Het geheel wordt omwikkeld met een dunne
draad om alles samen te binden wat soms hilarische situaties aan tafel oplevert
van iemand die zich verslikt in de draad
Mijn
vinken zouden een combinatie worden van blinde vinken en slavinken hoe het
beestje nu zou heten weet ik niet; blinde slavink of zoiets of vreemde
vogels?!
De
rest ging snel en was simpel.
Een
klein beetje gehakt aangemaakt door er een koffielepeltje spaghettikruiden onder
te mengen. Ik heb er geen ei bijgedaan omdat het vlees anders te vloeibaar zou
worden. Een dooier alleen kan wel. Paneermaal toevoegen kan ook maar voeg dan
een klein scheutje melk toe. Anders zou het gehakt veel te droog en te hard
uitvallen.
Deze
gehaktballetjes nu omwikkelen met een sneetje spek en het spek vastprikken met
een tandenstoker of rijg alles op een satéstokje.
De
rolletjes nu een beetje kleur geven in de pan samen met een fijn gesnipperde ui
of beter nog een sjalotje. Een teentje knoflook mag natuurlijk ook. Nu komt de
tomatenpasta te voorschijn. Ontdooid natuurlijk!
Dus
doe enkele scheppen tomatenpuree bij het vlees, een blaadje laurier en
eventueel nog wat andere kruiderij zoals oregano en peper maar, en dit is zeer
belangrijk: geen zout toevoegen! Het zout van het spek maakt de saus zelfs al gauw
te zout. Behalve als je bloeddruk te laag is biedt zoute saus geen enkel
voordeel!
Laat
de blinde vinkjes nu minstens een half uur stoven onder deksel en voeg
eventueel af en toe een lekje water toe of beter nog, wat witte wijn toe. Ook
geen bouillonblokjes toevoegen, dat is allemaal zeer zout en dat is hier niet
nodig.
Ik
heb er gekookte penne (rigatte) bij gegeten.
De
groene stippen die je ziet op de penne op de foto is geen groene schimmel maar
een schepje pesto.
In
feite is het gewoon een bos basilicum die in de blender fijn gemaakt is samen
met enkele lookteentjes. De bekomen puree blijft weken goed in de koelkast en
past goed bij deegwaren en ook in soepen. Soepen zoals tomatensoep of een
minestrone, zelfs in een gewone groentesoep.
Een
lepeltje grof geraspte Parmezaanse kaas maakte het geheel af.
Overmorgen
ga ik naar moeder en wat zullen we eten? Dik gesneden gebakken spek maar dan zonder
tomatensaus. Gewoon tussen een bruine boterham gelegd en daarna de pan
leegvegen om het laatste vet er uit te krijgen
Enkele weken geleden heb ik mij een foodprocessor aangeschaft; een keukenmachine of
hoe wordt zo'n toestel nog genoemd?
Het
kan hakken, roeren, en mengen ik heb nog niet geprobeerd of de nieuwe aanwinst
ook kan dweilen of de afwas doen.
Toen
ik dan toevallig in de grote supermarkt een stukje varkenslever vond, had ik
weer vooruitzicht op een nieuw project: leverpastei maken.
Van
de lever heb ik eerst een portie zelf opgegeten. Gebakken, overgoten met veel
dik gebonden en lichtjes zure ajuinsaus en pureeaardappelen er bij.
De
ogen zijn weer groter dan de buik geweest want ik kreeg de gebakken portie niet
op.
In
plaats van dat stukje lever aan de kat te voeren is het ook in paté veranderd.
Het
recept dat nu volgt is niet het enige zaligmakend recept. Er bestaan minstens
duizend verschillende manieren, en misschien zelfs meer, om een paté te maken.
De
paté is een middeleeuws gerecht. Oorspronkelijk bestond het uit stukken vlees
die in brooddeeg gaar gebakken werden. Vandaar ook de naam: pastei!
Je
ziet er dezelfde oorsprong is als pasta, paté deeg. Denk aan het
koninginnenpasteitje: een vleesvulling in een deegbakje!
De
patés die wij nu meestal maken zijn volgens de klassieke norm allemaal
terrines. (Terre = aarde). Een paté die gebakken wordt in een aardewerken vorm,
zonder de deegkorst.
Goed!Eigenlijk gaan we dus een terrine maken
Hoe
de consistentie, de structuur, van de paté zal zijn, kan je helemaal zelf
bepalen.
Wil
je een droge vaste paté die snijdbaar is of wil je een smeuïge vette, zelfs
smeerbare paté?
Elke
paté bevat minstens drie componenten: lever, vlees en vet Uiteraard ook
kruiding en soms enkele hulpstoffen.
Veronderstel
dat de gemalen rauwe lever, het rauwe vlees en het rauwe vet tot paté zouden
gebakken worden krijgt men een zeer droge vaste paté, een beetje zoals
vleesbrood maar dan met een leversmaak.
Om
een zachtere structuur te bekomen kan één, twee of alle drie de componenten eerst gaar gemaakt
worden. Zelfs als alle elementen, vlees, lever en vet gaar gemaakt zijn is er
nog een binding mogelijk: gelatine die getrokken word uit varkensvel, het
zwoerd dus.
Dat
als theoretische inleiding.
Hoe
ik "mijn" paté gemaakt heb, is als volgt:
Er
lag nog een gekookte varkenspoot in de diepvriezer. Daarvan heb ik zorgvuldig
al de beentjes verwijderd, nadat de poot ontdooid was natuurlijk (microgolf)
Dit
pootvlees heb ik dan eerst fijngemalen in de cutter. Zo fijn als ging,
werkelijk tot een papje.
Deze
massa dan even terzijde gezet.
Dan
heb ik ongeveer 300 gram varkenslever plus de reeds gebakken lever zeer fijn
gecutterd in mijn spiksplinternieuwe foodprocessor.
Daardoor
ontstond een blubberig papje met een herkenbare bruine kleur die ik hier niet
zal beschrijven. Nu moet het zout erbij. De massa wordt daardoor plotseling
dikker. Het zout doet de eiwitten uit de lever binden. 20 Gram heb ik gebruikt.
Gewoon tafelzout. Nitrietpekelzout zou beter zijn maar daar is niet zo
gemakkelijk aan te raken tenzij de slager er een beetje wil geven of verkopen.
Het
is best om nu ook de andere kruiden toe te voegen.
Peper,
liefst zwarte peper, een koffielepel vol. Dit is ongeveer twee gram.
Een
halve koffielepel foelie, maar nootmuskaat kan ook.
Een
koffielepel gedroogde majoraan. (marjolein)
Een
koffielepel gedroogde tijm.
Nu
mag alles gemengd worden maar niet in de cutter: de tot moes gemalen lever, de
fijngemaakte varkenspoot, de kruiden en nog niet vernoemd; 500 gram gewoon
varkensgehakt. Vet gehakt als het kan. Ik heb er zelfs nog 100 gram gemalen vet
spek bijgevoegd.
Nu
mag er nog een glas ( 100 gram) rode wijn en eventueel een klein glaasje cognac
bij de massa en alles wordt dan goed gemengd.
De
bekomen massa is niet al te vast maar bijna half vloeibaar.
Nu
kan het deeg reeds geproefd worden. Het ziet er niet erg smakelijk uit maar
dood ga je er niet van. De paté in wording moet nu al lekker smaken. Een beetje
zouter dan gewoon maar dat moet. Na het afkoelen van de paté zal die minder
zout smaken zeker als hij enkele dagen in de koelkast gerust heeft.
Nu
kan de paté gebakken worden.
Ik
deed het zo: de patévorm (bakblik) die volledig moet gevuld zijn, gaat in een
bain-marie. Een heetwaterbad dus. Enkele eetstokjes of satépennen onder de
patévorm zorgen ervoor dat het hete water ook de onderkant van de paté raakt.Dit water uit de bain-marie zorgt ervoor dat
de inwendige warmte in de paté nooit hoger wordt dan 100°C.
Even
narekenen leert ons dat de gemaakte paté iets meer dan 1 kilogram weegt. Wat
meer of wat minder. Dus een klein uurtje moet voldoende zijn om dergelijke
massa gaar te maken in de oven.
Dan
ben ik begonnen met bakken bij 160 graden om na een half uur de temperatuur te
doen dalen tot 120 graden gedurende ook een half uur. Om helemaal zeker te zijn
kan eentemperatuursonde gebruikt
worden. 72° C Moet de inwendige temperatuur bedragen om een perfecte
"cuisson" te verkrijgen, volgens Peter Goossens.
Dan
de paté laten afkoelen terwijl hij nog in de bain-marie staat. Normaal wordt nu
een plankje en een gewicht op de paté gelegd om de massa wat samen te drukken.
Ik heb gewoon af en toe op de paté geduwd met een lepel tot de jus uit de paté
kwam boven drijven.
Als
de zaak begon af te koelen mocht de paté in de koelkast.
Het
is moeilijk om er af te blijven maar toch is het beter om de paté minstens een
dag te laten rusten na afkoeling zodat de smaken zich goed kunnen mengen.
De
paté was mooi snijdbaar en werd smeuïg na een tijdje te rusten buiten de
koelkast. Net wat ik wou.
De
smaak is natuurlijk afhankelijk van de gebruikte grondstoffen. Zo zal
dergelijke paté helemaal anders smaken als kippenlevertjes of kalfslever
gebruikt wordt in plaats van varkenslever. Ook de kruiding bepaalt mee de
smaak.
Dus
dat wordt experimenteren en desnoods alle dagen paté eten !
Klassiek
wordt een gewone paté gegeten met boerenbrood, zure augurken en ajuintjes. Men
een slaatje kan ook.
In
de zomer kan je er ook snel gemaakte zure komkommer bijgeven.
Ik
gebruik daarvoor de minikomkommer in plaats van de gewone grote komkommer.
De
groene schil is zachter en de smaak is beter.
Snij
de komkommer in de lengte in vier. Elk part nu in twee, zo bekom je vingerlange
stukken. Laat de zaden er in zitten en bestrooi de komkommer met grof zeezout.
De hoeveelheid heeft geen belang.
Schud
de komkommer goed op en laat de stukjes rustig twee uur staan. Spoel de
komkommer nu in veel koud water en laat de komkommer nu weer een tweetal uur
weken in koud water.
Stop
ze nu in een recipiënt en overgiet met dragonazijn. Twee derde azijn en een
derde water.
Zet
de komkommervingers nu een 24 uur in de koelkast en geniet er daarna van.
Als
de komkommer te zuur of te zout is, dan pas je dat de volgende keer aan. Zout
verminderen is langer weken in zuiver water.
Ikzelf
eet mij er te pletter aan . en ze bevatten geen of bijna geen calorieën.
Nu
heb ik meerdere neven maar er is er maar één die zichzelf regelmatig uitnodigt
op een etentje bij mij thuis en hij was het Altijd welkom!
Wij
spraken een datum af. Ergens vorige week.
Toevallig
had ik twee dagen voordien tijd gevonden om naar de slager te trekken, de
slager die het ganse gamma aan ingewanden verkoopt. Ik wilde dunne darmen om merguez
of knakworstjes te maken maar de slager bleek dat soort darmen niet te hebben. (De
beroepsmensen spreken van "snaren".)
Geen
nood er was nog keuze te over tussen andere delen van "het vijfde
kwartier" zoals de ingewanden en ander slachtafval ook genoemd wordt.
Ik
heb me weer bezondigd aan hersens, lamstongetjes, en de eerste keer dat ik het
zag: varkenssnuitjes. In
dergelijke winkels voel ik mij steeds als Alice in Wonderland of Fatima in de
Wibra al naargelang.
Hersens
zijn zo al moeilijk verkrijgbaar. Lamstongen waren vroeger regelmatig te vinden,
zelfs in de supermarkten, nu bijna nergens meer, misschien bij een Mahgrebijnse
slager, maar daar had ik al eens rare toeren met meegemaakt Hier lagen ze nu
aan vijfentachtig cent per stuk of daaromtrent. Ik nam zes stuks.
De
varkenssnuitjes had ik nog nooit eerder gezien maar heb ze gekocht, ook voor
enkele euro's omdat Piet Huysentruyt altijd beweert dat het lekkerste stuk van
het varken, het snuitje of neusje is. Het neusje van de zalm maar dan van het
varkentje
Daarnanog wat rondgelummeld in de Sun Wah om
loempiavellen, wontonvelletje en bruine Chinese champignons te kopen en een
zak van die gefruite zwoerden zoals hieronder beschreven.Tot
hiertoe heb ik mij goed kunnen bedwingen; de zak ligt nog steeds gesloten in de
keukenkast.
De
hersenen heb ik in twee porties verdeeld en de ene helft gekookt in goed
gekruid azijnwater en laten afkoelen in dat kookvocht. Daarna in schijfjes
gesneden en overgoten met een dikke vinaigrette met gehakte sjalot en andere
groene kruiden. Dat was dan goed voor 's avonds of voor de dag nadien.
De
andere helft heb ik gebakken op "mijn manier". Dat wil zeggen, gebakken
in boter met een gesnipperd sjalotje, gekruid met peper, zout, nootmuskaaten gemengd met een ei. Zo verkrijg je een
vieze grijze puree maar zo lekker. Mijn oordeel!
De
lamstongen werden gewoon gekookt in een groentebouillonnetje. De kooktijd
bedraagt ongeveer één en een half uur, tot twee uur. Als de tongen op een
tweepuntige keukenvork geprikt worden en ze vanzelf van devork vallen zijn ze gaar. Elke tong moet
apart gecontroleerd worden.
Als
ze een beetje bekoeld zijn kan het witte vel er gemakkelijk afgepeld worden.
Nadien kunnen de tongen in de bouillon bewaard worden voor enkele dagen.
De
varkensneusjes heb ik ook gewoon gekookt in een goed gekruide bouillon. Ook
hier was twee uur nodig om ze gaar genoeg te krijgen. Er zitten enkele stukjes
kraakbeen in de neusjes maar die zijn vlot verwijderbaar. De neusjes nadien
verder gestoofd in eigen gezeefd vocht en gekruid met muskaat en een scheutje
azijn.
Na
afkoeling verkrijg je dan een blokje vlees dat sterk op "kop"
gelijkt en dat is het dan ook! Hoofdvlees, letterlijk! De neusjes stollen bij
afkoeling tot een stevige blok door de gelatine die ze bevatten.
Het
menu zou worden:
Slaatje
van varkensneusjes.
Heldere
soep met wonton van krab en Chinese paddenstoelen.
Lamstongetjes
met jonge groenten, puree met bieslook.
Experimentele
panna cotta met zomerse vruchten.
Het
slaatje van varkensneusjes is simpel te maken als het vlees reeds gekookt is.
Salade de museau, noemen de Fransen dergelijke bereiding. Salade
van"muil', maar in werkelijkheid krijg je ginder in Frankrijk versneden commercieel
hoofdvlees.
Snijd
het vlees daarom eerst in schijfjes en daarna in reepjes. Julienne dus. Het
moet niet echt zeer, zeer fijn gesneden zijn.
Meng
het kopvlees met reepje zure augurk, kappertjes, gesnipperde lente-ui en meng
alles met de dikke vinaigrette met veel mosterd en gehakte groene kruiden. Wat bieslook,
peterselie en kervel bijvoorbeeld. (Een restje van de vinaigrette van bij de
gekookte hersenen.)
Versieren
met kerstomaatjes, enkele radijzen en een blaadje sla. Zo heb ik het toch
gedaan, maar ieder doet uiteraard wat hij of zij wil.
Voor
de wonton met je even naar de Chinese winkel. De wontonvelletje, te vergelijken
met pastadeeg zijn daar te koop voor enkele centen en wat je niet nodig hebt
kan na gebruik herbevroren worden want deze deegplakjes zijn te vinden in de
diepvriesafdeling.
Met
de inhoud van een blikje goedkope krab heb ik dan een pureetje gemaakt, samen
met een eigeel en wat gesnipperde lente-ui en een wolkje peper.
De
wontonvelletjes nu zeer lichtjes bevochtigen met losgeklopt ei, een prakje
vulling in het midden leggen en mooie deegpakketjes maken die goed gesloten
zijn aan alle kanten. Hoe een gevulde wonton er juist moet uitzien heeft hier
geen belang denk aan ravioli!
De
heldere bouillon heb ik gemaakt van blokjes kippenbouillon... ( niet voort
vertellen ) Nadat er een paar schijfjes gember in getrokken zijn smaakt zo'n
bouillonetje vrij Chinees!
De
Chinese champignons koop je gedroogd en zijn tegenwoordig gemakkelijk te vinden
in de gewone supermarkt. Zet één champignon per persoon te week in een kommetje
met heet water. Reken maar op een uur weektijd. Snij de paddenstoelen nu in
flinterdunne schijfjes en gooi de steeltjes weg want die zijn taai.. Vis de
gember uit de bouillon en laat de paddenstoelen een paar minuten trekken in de
hete bouillon.
De
wonton kook je voorzichtig apart gaar in een pan met gezouten water. Een paar
minuten volstaan. Leg de wonton in een platte soepkom, bestrooi met fijn
gesnipperde lente-ui en overgiet met de bouillon met paddenstoelen.
De
lamstongen werd een vrij gewone bereiding. Met het kookvocht een witte saus
gemaakt. Op smaak gebracht met een beetje citroensap en een scheut room. De
tongen in de lengte in twee snijden en verwarmen in de saus.
Apart
had ik aspergepunten (asperges van Peru), kleine jonge wortelen en kleine
champignons gaar gemaakt. Die groenten mochten ook nog bij de saus.
Voor
de puree heb ik een gewone aardappelpuree gemengd met veel fijn gesneden
bieslook.
Dus
werkelijk zeer simpel als je ook maar een beetje kan koken.
Voor
de panna cotta heb ik als bindmiddel agar-agar gebruikt. Die lag reeds enkele
jaren in de keukenkast op zijn pensionering te wachten.
Agar-agar
is een plantaardig bindmiddel dat reageert zoals gelatine, zeggen de
vegetariërs toch, want zij gebruiken de agar in plaats van dierlijke gelatine.
De
agar was verpakt in pakjes van 4 gram, voldoende volgens de fabrikant om één
liter vocht te binden. Ik had uiteindelijk maar een kwart liter room nodig die
moest gebonden worden. Dus verdeel die 4 gram nu maar eens in vier gelijke
delen ?!Dus één gram agar voor een
kwart liter kokende lichte room. Hierbij
kan nu een scheut likeur naar keuze gevoegd worden maar bij gebrek hieraan werd
het panna cotta natuur.
Daarna
is de binding dan toch gelukt maar de room vond ik toch te rubberachtig na
afkoeling.
Met
experimenteren los je dergelijke problemen op. Agar kan ook gemakkelijk
hersmolten worden zodat er meer vocht kan bijgevoegd worden of meer agar om een
aangepaste binding te verkrijgen.
Het
melkgedeelte had zich na afkoeling van de room gescheiden. Erg is dat niet maar
met gelatine heb je zulke verschijnselen niet.
De
room werd dan verdeeld in twee mooie glazen kommetjes en in de koelkast bewaard
tot nader order.
Daar
bovenop, na afkoeling, juist voor het opdienen heb ik een fijn vruchtenslaatje op
de panna cotta geschikt. Stukjes ananas, blauwbessen en aalbessen. Een mooie
kleurencombinatie. Hiervoor kan alle fruit gebruikt worden naargelang wat
voorradig is.
Ik
heb spijtig genoeg geen fotomateriaal van de maaltijd vergeten.
Nog maar pas gisteren heb ik iets gemaakt waarvan de naam mij onbekend is
Nochtans
ken ik deze snack reeds lang en het principe waarop het ontstaat ken ik reeds
veel langer dan heel lang
Maar
hoe het heet???
Dan
maar wat gaan zoeken op het internet via "foto's" zoeken en zo kwam
er wel wat uit de bus maar geen enkele Nederlandse naam en over de manier van
bereiden bestaan veel verschillende versies. Soms
gaat het bij dezelfde naam zelfs over andere bereidingen..
Drie
namen heb ik gevonden: porc rinds, porc cracklings, en chicarones
Gefrituurde
luchtig gepofte varkenszwoerden!
Dan
heb ik zelf maar een naam uitgevonden: zwoerdkrokantjes!
Ik
kocht het vroeger wel eens in de Chinese supermarkt waar het product is te koop
in zakjes zoals chips en daarmee is het ook te vergelijken maar het is tien
maal lekkerder Vind ik toch!
Nu
had ik nog een vrij grote lap varkenszwoerd in de diepvriezer zitten. Een
restant van de vorige kop-, paté en pensenmakerij.
Volgens
één van de gevonden recepten moest het zwoerd gekookt worden, in stukken
verdeeld en nadien gedroogd worden. Als laatste worden de gedroogde vellen dan
gefruit in heet varkensvet. Laat mij er maar onmiddellijk aan toevoegen dat ik
gewoon een frituurpan, gevuld met olie, gebruikt heb.
De
grootste moeilijkheid zal zijn om het zwoerd te vinden maar iets of wat slager
moet het wel hebben want zwoerd wordt veel meer gebruikt dan je wel zou denken.
Destijds in Frankrijk was het gewoon te koop bij de slager. Daar lag zwoerd in
de koeltoog, opgebonden tot rolletjes en het diende om mee gekookt te worden
met witte bonen of in de cassoulet.
Het
vet moet zoveel mogelijk van het zwoerd verwijderd worden. Doe dit door een
scherp mes bijna horizontaal aan de vetkant van het zwoerd te zetten en zo het
vet weg te snijden. Een beetje krabben op het vet helpt ook.
Strooi
ruim zout aan de vetkant van het vel en rol alles op tot een rol. Leg deze rol
een 24 uur in de koelkast.
Kook
het zwoerd nu gaar in gezouten water. Een uur zal wel goed zijn.
Nu
moet dit glibberige zwoerd nog gedroogd worden. Kurkdroog moet het worden.
Leg
daarvoor het in stukjes gesneden zwoerd op een plaat en droog ze in een oven
bij een temperatuur van ongeveer 75 graden. Zo nauw steekt dat niet, als het
vel niet kleurt is alles ok. Tot twaalf uur mag het in de oven maar dan wordt
je zot door dat gezoem van de oven
Dan
heb ik de stukken gedroogd zwoerd nog enkele dagen buiten de oven laten verder drogen.
Nu het buiten goed warm was heeft de zon de rest van het werk gedaan.
In
principe moeten de stukken zwoerd zo droog en hard zijn dat ze in stukken
breken als ze op de vloer vallen. Dit duurt alles bij mekaar toch wel een
drietal dagen.
Verwarm
nu de frituur op 180°C en dompel de stukjes zwoerd er in, niet al te veel
tegelijk. Na een dertigtal seconden beginnen ze te zwellen en zich op te
rollen. Schudden met het frituurmandje helpt, dan gaat het opzwellen blijkbaar
beter.
Het
resultaat is een zeer krokante snack die gemakkelijk zelf te maken is en vrij
onbekend is bij het grote publiek. De structuur is een beetje zoals die van
kroepoek maar grover.
De
zwoerdjes kunnen nog extra bijgekruid worden met andere specerijen zoals
paprika, currypoeder enz
Deze
crackers blijven een 24 uur lang krokant. Misschien worden ze terug krokant
door ze later even in een hete oven te schuiven. Bij mij was dat niet nodig
want na een uur was er reeds niets meer van terug te vinden.
Nu herinner ik mij dat ik hetzelfde principe
toepaste bij het maken van decoraties voor koude buffetten. Nu spreek in wel
over ongeveer vijftig jaar geleden, het idee gevonden in de "Larousse
Gastronomique" van toen. Nu is dit soort decoraties
compleet"out".
Daarvoor
werden vellen droge gelatine in de frituur gegooid. Die zwollen dan op tot
grillige krullerige structuren waarmee je koude schotels kon
"versieren".
Wat
is gelatine? Antwoord : pure eiwitten.
Wat
is varkenszwoerd. Antwoord; pure eiwitten plus vet
Dit
geeft mij het idee om eens het volgende te proberen: eerst gelatine oplossen in
een klein beetje heet water. Daar een sterke smaakstof aan toe voegen en deze
gelei nu uitgieten op een grote platte plaat en terug laten uitdrogen. De
verharde stukjes daarna frituren
Doen
!
Een
variant van deze gepofte zwoerden maakte ik, weer eens lang geleden, als
decoratie en als snack.
Hiervoor
zijn er twee mogelijkheden. Als basisgrondstofkan puur zwoerd gebruikt worden of anders gekookte varkenspoot.
De
krokantjes die gemaakt werden met zuiver zwoerd zijn te zien op de rechterfoto.
Mooi wit en zeer luchtig.
Hiervoor
wordt gezouten en zeer gaar gekookt zwoerd gecutterd tot het een zeer fijne
puree vormt. Proef er even van en kruid bij indien nodig. Laat deze massa
afkoelen en snijd hiervan (met de machine) zeer dunne plakjes. Laat deze plakjes
nu drogen in de oven. Het uitzicht van de krokantjes hangt af van de
temperatuur van de oven en ook van de hoeveelheid vet die nog aan het zwoerd
vast zat. Voor de geïnteresseerden; doe een proef en kijk wat er gebeurt. De
grondstof is quasi gratis. Deze "koekjes" kunnen zo gegeten worden of
gebruikt worden om "torentjes van " te bouwen. Iets dat een tiental
jaren geleden zeer hip was. Torentjes zijn nu "out" maar je kan het
ook anders noemen.
Identiek
hetzelfde kan gedaan worden met gaar gekookte varkenspoot. Opletten dat elk
beentje verwijderd is uit de poten. De cutter zal je er dankbaar voor zijn.
Hier heb ik geen afbeelding meer van.
Het
resultaat is zeer smakelijk en heerlijk krokant "koekje". Ze worden
taaier als ze bloot gesteld worden aan de lucht. Dus ofwel in een gesloten doos
bewaren ofwel terug opwarmen. Ik heb hier geen ervaring mee want al dit soort "koekjes"
overleefde de slag nooit lang.
De eerste mosselen zijn in het land hoera, hoera !
Maar
men moet geen mosselen roepen vooraleer ze aan wal zijn zegt het spreekwoord.
Dit
jaar zijn de mosselen eigenlijk niet weg geweest, af en toe zag je in de
supermarkten wel ergens de bekende mosselpakken liggen in de rekken.
Meestal
zijn dat dan ingevoerde mosselen uit Denemarken of Canada of van God weet waar.
Die
mosselen moeten dan een tijdlang in Scheldewater verwateren en dan mogen ze de
stempel; Zeeuwse mosselen dragen.
Nu
worden de eerste mosselen van hangcultuur aangeboden. Dat zijn mosselen die aan
touwen of netten of staketsels groeien en niet op de bodem van de zee (Schelde)
gelegen hebben zoals het voor de
traditionele Zeeuwse mossel zou moeten zijn.
De
andere klassiek gekweekte mosselen zijn nog niet geschikt voor de verkoop. Het
mosselgewicht is nog te laag. Het mosselgewicht is het gewicht aan mosselvlees dat
overblijft nadat een kilo mosselen gekookt is en uit de schelpen gehaald.
Dit
gewicht moet ongeveer 300 à 350 gram bedragen.
Mijn
broer had ons uitgenodigd voor de eerste portie mosselen met frieten van dit
jaar.
Zes
kilo mosselen had hij zich aangeschaft voor vier personen. Jumbomosselen, want
kleine mosselen waren er niet beweerden ze in de winkel.
Nu
zou je denken, dan ben ik beter af, want dan krijg je meer mosselvlees uit die
grote schelpen.
Vergeet
dat nu maar. Het is al dikwijls gecontroleerd; in Jumbo's zit minder
mosselgewicht, slechts een tweehonderd gram per kilo. Ze kosten wel twee keer
zoveel als kleine mosselen. Dus dure schelpen krijg je daarvoor.
De
mosselen die uit de schelpen kwamen waren op de koop toe bedroevend klein !
Nog
erger was de hoeveelheid water die overbleef in de kookpotten nadat alles
opgegeten was zeer duur water.
Maar
ja, het waren de eerste mosselen van het jaar en dan smaken ze toch lekker, te
klein of niet.
Dan
heb ik zoals onder familie wel kan, gevraagd of ik dat mosselvocht mee naar
huis mocht nemen? Anders zou het toch maar in de gootsteen verdwijnen.
Met
dat vocht heb ik dan een lekker mosselsoepje gemaakt. Doodsimpel.
Voeg
een beetje water bij het mosselvocht, het zou anders nogal sterk kunnen smaken.
Voeg
enkele dun gesneden plakjes gember toe en een gekneusde stengel citroengras.
Laat
deze bouillon nu een kwartiertje trekken op een piepklein vuurtje.
Snij
ondertussen van enkele preibladeren en een wortel een mooie fijne julienne. Dus
dunne lange reepjes. Andere groenten kunnen ook gebruikt worden als ze
maarkleur geven aan het soepje dat
straks een witte kleur moet hebben. (Is wit een kleur?)
Ik
had op de luie manier een handvol groenten gebruikt uit een zak
diepgevroren"Chinamix". Deze
groenten zijn niet zo mooi gesneden maar als de grootste stukken een beetje
bijgewerkt worden komt alles wel goed.
Zeef
de mosselbouillon. Die heeft nu de smaak van de gember en het citroengras
aangenomen.
Bind
de bouillon nu met een zeer klein beetje sausbindmiddel of in water aangeroerde
maïzena. Strooi het groentegarnituur in de soep en laat het twee, drie
minuutjes meekoken.
Een
snuifje currypoeder mag ook toegevoegd worden.
Werk
de soep nu af met een klein blikje kokosmelk van ongeveer 200 gram. Dit voor
een liter soep. Ook gewone room is bruikbaar maar dan krijg je niet die
exotische smaak.
Bestrooi
met gehakte koriander als je dat lust en/of een stukje zeer fijn gesneden rode
pikante peper.
Versier
ook met enkele gekookte mosselen als die er nog over zijn. In mijn geval waren
alle mosselen op dus geen mosseltjes in de soep.
Om
verder te gaan over pickles waar ik in vorig, dus onderstaand stukje, begonnen
ben
Ik
heb toen geschreven dat ik bij mijn volgende poging alles goed zou afwegen.
Wel,
dat heeft geen zin. Ik kan proberen om wat richtlijnen te geven maar de rest
moet je zelf uitzoeken.
Hoeveel
fabrikanten maken er pickles? Geen flauw idee, maar het zijn er een massa en
elk merk heeft zijn eigen smaak en kwaliteiten.
Ik
weet niet of de afmetingen van de mond worden weergegeven in maten maar mijn
mond is intussen minstens twee maten gekrompen door het proeven van elk soort
pickles dat ik ook maar ergens te pakken kreeg.
Hier
volgt dan de recensie over de geproefde pickles, een niet objectieve smaaktest
Devos & Lemmens.
Dit is voor mij de basissmaak waar ik naar streef maar nog niet heb gevonden.
Krachtige,
zure, pikante en lichtjes zoete smaak. De groenten zijn netjes in blokjes
gesneden.
L' étoile.
Vrij zuur maar na enig wennen best genietbaar. De groenten zijn nog zeer hard.
Didden.
Een duidelijke dragonsmaak. Niet onaangenaam.
Bister.
Rare smaak met een saus die plakkerig overkomt. Wat het bindmiddel is weet ik
niet maar plakt onaangenaam in de mond.
Huimerk van Carrefour.
Groenten zijn volgens mij te mals en zeer slordig gehakt. Niet mooi gesneden. Duidelijk
een goedkoop product.
Kuhne.
Duits merk, gekocht in Nederland. Smaakt anders dan wat we gewoon zijn. Vrij
zoet, groenten zijn te gaar. Veel saus weinig groente. Niet onaangenaam van
smaak.
Dan
zijn er natuurlijk nog alle huismerken, producten voor de frituur en snackbars.
Om
dit alles te onderzoeken heb ik nog een jaar nodig !
Als
verbetering aan het onderstaand recept heb ik toch enkel aanpassingen gedaan.
Nu
heb ik verse komkommer gebruikt in plaats van conserven uit een bokaal. In de
lengte in vier gesneden zonder de zaden en enkele uren laten trekken in grof zout.
Nadien goed gespoeld en overgoten met half water, half azijn.
Als
ajuintjes heb ik kleine zure ajuintjes uit een bokaal gebruikt. ( Printana,
Colruyt)
Kleine
stukjes bloemkool werden één minuutje geblancheerd in gezouten water.
Totaal
maakte dit ongeveer één kilo groenten.
De
groenten dan in kleine blokjes gesneden en gemengd.Goed gewassen bokalen werden dan gevuld met
de groenten.
Overgiet
deze groenten met een mengsel van half water, half witte azijn. het kan zelfs
met 3/4 azijn en een kwart water. Giet dit vocht terug in een kookpan en voeg nog een extra bokaal
vocht (water/azijn) toe.
Breng
dit aan de kook.
Voeg
toe:
Twee
à drie eetlepels kurkuma.
Twee
opgehoopte eetlepels suiker of meer naar smaak.
Eén
koffielepel gemberpoeder.
Eén
koffielepel cayenne of andere scherpe rode peper.
Eén
koffielepel lookpoeder.
Eén
halve koffielepel currypoeder.
Zout
naar smaak, dat moet je proeven.
Breng
dit aan de kook. Laat enige minuten zeer zachtjes trekken. Giet nu dit sterk
geel gekleurde vocht door een zeer fijne zeef of doek. Alle vlekken die je er
mee maakt zijn moeilijk verwijderbaar!!! Bind het vocht met de nodige
hoeveelheid aangeroerde maïzena. (Maïzena plus) Ongeveer een tweetal eetlepels schat
ik. Voeg al roerend toe en stop met maïzena toevoegen als de saus dik genoeg is
Wat is dik genoeg? Dat moet je zelf maar beslissen. Voeg nu een tweetal
eetlepels zachte mosterd toe.
Voeg
eveneens de groenten toe en laat nog een paar seconden doorkoken.
Dus
je ziet, alle gebruikte grondstoffen moeten aangepast worden aan je eigen smaak
en voorkeur. Na enig "repeteren" leer je het wel!
Nu
zou je al een duidelijke smaak van pickles moeten krijgen. Zuur, zoet, pikant
Anders
de volgende keer de smaken corrigeren. Zelfs nu kunnen nog wat extra smaken ter
verbetering bijgevoegd worden. Suiker, cayenne, zout, zelfs azijn
Als
de groenten wat afgekoeld zijn, de pickles goed doorroeren om een homogene saus
te bekomen en vul goed uitgewassen bokalen met je zelf gemaakte pickles.
Vergeet niet dat de deksels van de bokalen ook zuiver moeten zijn!
Na
een week smaken de pickles reeds goed. Het is een kwestie van alle smaken goed
te laten doortrekken en zo een nieuwe smaak te verkrijgen.
Of
over droogvis, mosselen in 't zuur en zelf gemaakte pickles.
Eerst en vooral: aan iedereen die een reactie heeft ingezonden bij onderstaand stukje
over pensen bereiden: bedankt. Door een ongelukkig toeval, een foute instelling
van het blog werden de reacties niet geplaatst. Ik kreeg ze wel thuis gestuurd,
dus ik heb ze wel gelezen.
Na
het maken van de pensen kreeg ik er echt zin in. Andere bereidingen die ik
vroeger wel eens gemaakt had maar die toen wat tegen vielen zouden opnieuw door
de keuken passeren!
Het
begon met droogvis.Een herinnering uit
mijn jeugd. Een lekkernij voor sommigen. Afschuwelijk stinkende
arme-mensen-kost voor anderen.
Droogvis
is niet gemakkelijk meer te vinden. In de kuststeden zal de beter gesorteerde
vishandel ze nog wel in voorraad hebben maar aan wat een prijs!
Gedroogde
"ploaten" zoals ze aan de Belgische kust heten, worden doorgaans
genuttigd samen met veel bier om de zoute vis door te spoelen. Naar de voetbal
of de koers kijken nodigt ook uit voor consumptie van gedroogde vis.
De
bereiding kan zeer gemakkelijk thuis gedaan worden.
Zorg
wel voor de juiste vis. De beste droogvis wordt gemaakt met wijting, tongschar
of gewone schar. Het moet dus een vis zijn met zo min mogelijk vet. Vet wordt
snel ranzig en smaakt slecht. In dit geval toch!
Gewone
schar is gemakkelijk verkrijgbaar en is één van de goedkoopste vissen die op de
marktbeschikbaar zijn. Vijf euro per
kilo heb ik er voor betaald. Koop wel zeer verse vissen. Betrouw daarvoor op je
neus, de visboer en kijk of de ingewanden van de vis, niet die van de visboer,
door ontbinding tot moes veranderd zijn!
Maak
de vissen schoon. Zorg er voor dat alle bloedresten en ingewanden uit de vis
gehaald worden want schar wordt "ongegut", dus niet leeggehaald, verkocht.
Indien de vishandelaar de scharren reeds schoongemaakt heeft, controleer ze dan
toch nog eens!
Verwijder
ook de kop, alhoewel dit niet echt moet.
De
zijvinnen en staart mogen weggeknipt worden maar het hoeft ook niet.
Leg
de vissen nu in een kom met een rijkelijke hoeveelheid grof zout. Dit zout
dient om de vis smaak te geven en als bewaarmiddel. Ik heb de gespoelde vissen
ongeveer twee uur in het zout gelaten en ze regelmatig eens gedraaid zodat het
zout goed verspreid werd.
Dan
is het meeste werk reeds gedaan.
Prik
met een dikke naald een draadje door de vis of bindt het rond de staart zodat
de visjes kunnen omhoog gehangen worden. Ik heb ze, zes stuks, aan een metalen pen
geregen.
Nu
kunnen de vissen drogen. Dat doe je best niet in de keuken want de geur wordt
nogal sterk en hinderlijk na enkele dagen.
Melktong
of wijting wordt op dezelfde manier behandeld. De droogtijd hangt een beetje af
van de grootte van de vis.
Vermits
ik kleine scharretjes gebruikt heb waren de visjes na vier dagen drogen reeds
eetbaar.
Logischerwijze
zou je geneigd zijn om de vissen buiten te drogen. Dat is geen echt goede
methode want de bromvliegen hebben binnen de kortste keer de vis ontdekt en
leggen er hun eitjes op. De vissers die professioneel vis drogen hangen de vis
aan een draaiend (fiets)wiel en de vliegen hebben dan geen zin meer om op die
"paardenmolen" mee te draaien, laat staan er eitjes te leggen Dat drogen
gaat goed tijdens de dag, maar 's nachts moet de vis toch binnen gehaald
worden. Door het zout trekt de vis vocht aan en droogt niet verder!
Het
eten van de vis is even simpel als het bereiden. Trek het taaie vel van de vis af
en haal met een mesje, je tanden of je vingers het gedroogde visvlees van de
graat. De specialisten eten ook de hard geworden zijvinnen op. Goed kauwen, zo
krijg je de meeste smaak en af en toe doorspoelen met een biertje naar keuze.
Het beste is een gewone pils.
Na
het eten van een droogvis kan je best je handen wassen en je tanden borstelen want
anders mag je nergens nog binnen.
Later
vond ik in de diepvriesafdeling van de supermarkt een zak gekookte en bevroren
mosselen. Hetzelfde als de schar; vijf euro voor een hele zak mosselen van een
kilo, dus belachelijk goedkoop.
Nu
weet ik dat dergelijke diepgevroren mosselen dikwijls een duffe smaak hebben
maar in een eenvoudige vissoepbijvoorbeeld, willen ze wel wat extra kleur en garnituur geven.
Ooit
had ik al mosselen in het zuur gemaakt maar dan met een restje vers gekookte
mosselen. Ze smaakten niet slecht maar ze hadden een andere, een betere, smaak
dan de mosselen uit een bokaaltje van, zeg maar, het merk "Zeeland's Roem" .
Een
deel van de mosselen heb ik laten ontdooien. Een kookvocht gemaakt van half
water, half gewone witte azijn met een gesnipperde ui en een blaadje laurier.
Hierin de mosselen een minuutje opgekookt en in een bokaal gegoten.
Dat
was het. Zo simpel. Na een viertal dagen marineren in dekoelkast hadden de mosselen krek dezelfde
smaak als de commerciële mosselconserven
Ik
weet nietof het nog bestaat maar
vroeger werden dergelijk zure mosselen veel gegeten bij de frieten. Heerlijk
met een lekje mayonaise.
Toen
dacht ik dat ik echt "belust" was Ik heb nog een paté gemaakt, een
stuk "kop" (boerenkop van het varken ) en een grote pot pickles
's
Avond ging ik regelmatig de koelkast inspecteren op lekkere hapjes, kocht ook
nog een bokaal met zure ajuintjes en schijven zoetzure augurk .
Maar
dat belust zijn bleek achteraf niet te kloppen. Vrouwen worden dikwijls belust
tijdens hun zwangerschap maar technisch gezien kan ik niet zwanger worden en
toen een dringende operatie zich opdrong om een typisch mannelijke klier te
herstellen was het zeker; ik was niet "belust" maar had wel trek in
allerlei zure en andere hapjes.
De
dokters hebben me wel twee weken in het ziekenhuis gehouden om een groot
onderhoud uit te voeren en mij terug op het goede spoor te zetten. Dit is onder
andere ook de reden waarom het zo lang geduurd heeft vooraleer ik hier nog wat nieuws
geschreven heb.
De
paté zal ik later wel eens uitleggen. De bokaal pickles staat nu triomfantelijk
te schitteren in de koelkast.
Ik
kan nog geen duidelijk recept geven omdat ik bij dergelijke probeersels nooit
niets afweeg en werk op vingergevoel en mijn eigen smaak en voorkeur !
De
pickles zijn nu ongeveer tien dagen geleden gemaakt en de fouten komen nu reeds
aan het licht.
Iedereen
weet wel dat Belgische pickles zilveruitjes, augurk en bloemkool bevat als
groente.
Hiervoor
had ik augurken uit een bokaal gebruikt, een commercieel product dus en de
smaak van de dille die er in verwerkt is geeft nu een vreemde smaak aan de
pickles. Niet echt slecht maar niet zoals hethoort. Hetzelfde geldt voor de zilveruitjes. Die kwamen ook uit het rek
van de supermarkt en de uitjes zijn net een maatje te groot. Dus volgende keer
moeten het heel kleine uitjes zijn. Diepvries zilveruitjes zijn zeer
gemakkelijk in gebruik maar zijn meestal ook te groot. Eventueel, in twee
gesneden, zijn ze bruikbaar.
De
saus smaakte in het begin zeer goed en sterk maar de smaak vermindert elke dag.
De azijn van de saus trekt in de groenten en daardoor wordt het geheel minder
sterk van smaak. Hetzelfde geldt voor het zout. Er moet in de beginfase veel
van gebruikt worden.
Dus
volgende lading, en dat zal niet lang meer duren, moet beter worden, alhoewel
deze pickles niet slecht smaken maar een beetje flauw overkomen.
De
kleur van de saus en het algemene uitzicht is zeer goed en de saus is niet
korrelig zoals gebeurde, de allereerste keer dat ik pickles maakte. Alle
specerijen en kruiden heb ik eerst uit de vloeistof die later de saus zou
worden weg gefilterd!
Nog
net op tijd heb ik een foto kunnen maken van de reeds zwaar geplunderde bokaal.
Volgende
keer zal ik alle specerijen voor de pickles goed afwegen want nu is het op
neusgevoel gebeurd. Maar dat lukt ook.
Dan
volgt ook een recept voor een gemakkelijk zelf te maken paté.
Misschien
heb ik dan weer zin in iets anders maar dat zien we dan wel.