En wéer stijgt het vliegtuig op. En wéer is daar een uitzicht op iets, dat wij al vele malen op afbeeldingen gezien hebben. Maar nu,,,,!!!!! Trots wijst de gezagvoerder op twee kolossen, waaraan nog gebouwd wordt. "De Twintowers", zegr hij: "die worden de hoogsten". En hij wijst ons 'de twee torens' aan, die later het begin werden, -in 2001- van zoveel ellende. (Overigens: het kostte veel moeite om tijdens deze vliegtocht éen kopje koffie te bemachtigen. Ook hier weer die wat 'onhandige' bediening)
Maar van 'dat worldtrade-centrum -drama weten wij op dat moment uiteraard nog niets, En vol verrukking kijken wij vanuit de plane naar de skyline, die- zelfs van zo hoog- indrukwewkkend aandoet. Alleen al zo'n fantastische hangbrug.
Dan de eerste ervaringen. Wat een heerlijke temperatuur. nu ja; heerlijk......: het doet je in ieder geval weer aan Europa denken met een verfrissend regentje.
En dan dat kleurige mensengewiemel. Veel meer soorten mensen dan in Washington, op de meest uiteenlopende manier gekleed.
En wanneer we de volgende dagen door de stad lopen, valt ons ook hier weer op, evenals in Washington: "Wat wordt hier hevig geëvangeliseerd".
En wanneer we onze eerste , verkennende wandelingen maken, is dat op zondagavond. En.....alles is open, wat winkels betreft. De gewone dingen daarna : Vrijheidsbeeld: - de kinderen belopen het tot in de ogen - ik blijf wat lager -....en ma- heel wijs- want ze spaart zich wat, beneden.
Marijke en ik zijn nog op de top van het Empire-state building. Uiteraard in Central Park. En daarna met zo'n 400- mensen vliegtuig naar Nederland.
Ja; wat moet ik bij al die dingen zeggen: - we zaten 50 meter van "Broadway' af. Daar waren echt wel veel 'breede weg'-verleidingen - merkwaardig, die vele evangelisatiegroepen. Maar wel een beetje 'van een eiland'. Keurige jongelui, die netjes hun lesje opzeiden, maar weinig contact zochten met het publiek. - die heel andere gewoonten met de zondagopening van winkels dan bij ons in Nederland, juist in 'uitgesproken Christelijk aandoende´landen als de Verenigde Staten en - later bezocht- Zuid/Afrika.
Nu ik dit schrijf, krijgen wij veel nieuws binnen uit de U.S. En ook nu merk ik, dat een toesprasak van welke candidaat dan ook, niet zonder dít kan: "God bless America". Maar al dat 'gebless'' heeft niet kunnen voorkomen, dat juist de laatste jaren veel barsten zijn gebleken in de 'image' van dit land. - de credietcrisis, gevolg van een steeds meer lichtzinnig 'op de pof leven'. - het jagen naar directe successen, gote bruggen en zo, terwijl er onvoldoende werd gereserveerd voor het nederiger werk van onderhoud. - het gepoch op 'God's own nation', terwijl er misstanden zijn bij het beschermen van het zwakke deel van de inwoners.
Les: het luidkeels uitrgalmen van 'godsdienstige kreten' kan heel wel gepaard gaan met arrogantie, lichtzinnig 'maar beginnen' met dwaze oorlogen , een collectieve, ziekelijke lust 'om toch maar op te vallen", beroemd te zijn.
Lieve mensen; jullie, die streven naar diepere christelijke waarden.....hou je vrij van deze dingen, die dit interessante land ontsieren. De vrucht van de Geest kennen jullie nu wel. Maar ootmoed, nederigheid, bezonnenheid, tevredenheid, voorzichigheid, behoren een dieper levende Christen te kenmerken.
Dan wordt Miami weer een herinnering en brengt een vliegtuig ons naar Washington.
Alles zo veel prettiger hier. Die temperatuur, dat wat meer dorpse, wat oudere huizen allemaal, niet alleen maar hotels en nog eens hotels. Direct al moed om toch maar weer een nieuw fototoestel te kopen. En dan: kleren kopen. Nooit wil ik meer in de penarie zitten met mijn geld, zoal in Curacao.vorg jaar. Ik heb een overvloed van traveller cheques. Maar alles is hier zo aamlokkelijk geprijsd en uitgestald. We kopen wat af !
Natuurlijk naar het Capitool. Helemaal onder de indruk zijn in de 50 meter hoge fluisterzaal met zijn bijzondere acoustiek. Eten in zo'n moderne cafetaria , waar je zelf in een lange rij staande, je voedsel bij elkaar moet scharrelen. Allerlei monumenten langs.
Maar hier iets, dat heel wezenlijk van Miami verschilt. Overal groepjes evangelisten voor het een of ander, die je blaadjes in de hand stoppen met zulke teksten als: "" Where art thou?! In the 'Broad way'. where all the worldly mulitudes throng their many paths, the end of each of which is DEATH", een merkwaardig, archaïsch aandoend soort Engels. De auteurs noemen zich 'de Pilgrims Tract Society'. Maar ik zie ook Jesus Freaks, Jehovahs getuigen, Mohammedaanse propagandisten. De 'Freaks' pakken het 'eigentijdser' aan in hun pamfletten: "Listen consciende...if anybody's gonna ruin.....I mean RUIN..... I ....my life was gonnabe", wat ik dan maar vertaal tot: 'Luister met jullie geweten...als er iemand een puinhoop is geworden...ik bedoel: echt een puinhoop...IK.....mijn leven was voorbij".
En dan wacht de volgende plane alweer voor New York. Er is nog een staking ook, maar onze tickets kunnen worden omgezet.
Ja, Washingtom± parken met eekhoorns. Goedgeklede, zelfs tikje ouderwets geklede mensen. Geen enkele smerige 'Vondelparkslaper' ertussen, zoals je ze in Amsterdam toendertijd kon meemaken, Keurige stad.
En in die stad loop ik rond met vrouw en twee dochters en allemaal kijken we verrukt , met opengesperde ogen, rond. En Betty, nog nauwelijks die baarmoeder-operatie achter de rug, doet maar mee. Geen hartkloppingen en beginnende aderonsteking , zoals in Miami , plagen haar. Wat een zegen.
Overigens; die reclame voor allerlei godsdiensten hè, soms in oudewrwetse bewoordingen. Dat is toch echt iets van Washington en - later- New York. In Miami zag je dat nooit.
Lieve lezers: natuurlijk wandelen jullie niet op de brede weg en jullie geweten spreekt duidelijk. Maar hoe dan ook: deze toevallig uit de veelheid genoteerde 'teksten' spreken toch wel van: - eeuwige consequentie van onze daden in het heden - bezinning op datgene, waar we nu eigenlijk mee bezig zijn - de vele manieren om verkeerd terecht te komen - de ruïne, die je leven kan worden -....en het altijd weer mogelijke herstel.
Misschien dat na 34 jaar iemand hier nog ergens iets uit leert tot zijn eeuwig heil..
Zou mooie stof zijn voor weer een ander 'blaadje', als het ooit ruchtbaar werd. Ik denk evenwel, dat pas de eeuwigheid het eventueel openbaart.
Wanneer we de volgende dag in Miami aankomen, worden we allereerst verrast door de wat barse onvangst op de luchthaven, nu we voor het eerst Amerikaanse bodem betreden.
En wanneer we naar de stad rijden, bespeuren we al gauw de schroeihitte, terwijl wij toch uit Suriname aan wel het een en het ander gewend horen te zijn. Maar die overvloed van groen dáar. En de schaarste aan bomen en struiken híer. Letterlijk alles is volgebouwd met grote hotels. Nu zullen huidige bezoekers van Miami dat misschien ontkennen. Maar in onze tijd daar, 1974, verpoosden wij op straat dikwijls op weg naar ons hotel bij een groepje bomen, ergens gespaard, die opeens een oase in de steenwoestijn bleken.
We maken daar twee trips: de eerste gaat naar de Everglades, een natuurgebied, vroeger veel groter. Maar een rest is bewaard, toen men in de gaten kreeg, dat men bezig was, de tak door te zagen, waarop men zelf zat, i,.c. de toeristenindustrie, die niet gebaat is bij een volkómen verwoeste Everglades.
Voordat wij evenwel bij die Everglades zijn, varen wij al geruime tijd langs enorme landhuizen, door de gids onveranderlijk aangekondigd als gekost hebbend zo- en zoveel MILLION D O L L A A A R S,. waarbij dit laatste woord zo liefkozend wordt uitgesproken, dat het haast lijkt op vererring van een godheid.
Ondertussen is er een onweer voorbijgetrokkken en wanneer wij eindelijk en ten langen leste bij de brug zijn aangekomen, die de toegang tot het restant Everglades ontsluit,. blijkt die brug defect, onklaar geraakt door dat onschuldige onweertje en moeten we onverrichter zake terug. Maar ik krijg wel mijn geld voor deze reis terug zonder enige tegenwerping.
Nog een trip naar Disneyland Florida. Maar daar wordt mijn fototoestel gestolen. En alles rond deze reis is ook weer wat ' houterig' geregeld Mijn bevindingen bij deze eerste kennismaking met de Verenigde Staten: - wat wordt alles opgeofferd hier aan steeds maar meer bouwen - wat zijn de trips protserig, alleen maar sprekend over geld - wat zijn die trips onhandig en onpersoonlijk georganiseerd - wat is er veel achterstallig onderhoud....aan zo'n brug bijvoorbeeld.
Wij zijn nu vele jaren verder. Het kapitalisme is na mijn bevindingen tóen nog veel meer ongebreideld geworden. - laatst is gebleken, door allerlei instortende bruggen en falen van dijken, hoe onderhoud, dat geen 'status'verleent, en geen 'glamour', vaak wordt nagelaten. - en allerlei 'hedgefondsen'n dergelijke uitwassen en geldzucht in het algemeen, hebben door al die bonussen en die provisies over onzekere omzetten, uiteindelijk de wereldeconomie in een crisis gebracht.
Het communisme heeft deerlijk gefaald. Maar ook het kapiltalisme is het niet helemaal, of mogelijk zelfs ook: helemaal niet.
Maar de hoop van de Christen is toch op het 'rijk van God' gevestigd. We zingen toch ook : 't Hoofd omhoog en 't hart naar boven, hier beneden is het niet". Natuurlijk doen juist wij, gelovigen, er alles aan om de wereld te verbeteren, maar gelijk weten wij, dat het met de duivel 'still in power' toch ook weer 'dweilen met de kraan open 'is. Lieve mensen...hecht niet te veel aan 'hier en nu', maar weet, dat u aan de hand van Jezus onderweg bent naar het land, waarvan wij nu al zingen: "Er is een dag, waar al wat leeft al lang op wacht, een dag van blijdschap, als heel de schepping wordt bevrijd. En op die dag, dan komt de Heer en haalt zijn bruid, die rein en stralend opgaat in zijn heerlijkheid.
Spoedig zullen wij hem zien en voor altijd op hem lijken en Jezus kennen zoals hij is, amen !! Nooit meer tranen, nooit meer pijn , want wij zullen met hem leven in zijn nabijheid .......voor altijd. Amen, amen.
Er klinkt geschal, wanneer de graven opengaan en doden opstaan voor eeuwig levend door zijn kracht. Hun aardse tent wordt nu bekleed met heerlijkheid, de dood verzwolgem, overwonnen voor altijd..
Dus kijk omhoog en zie wat nog verborgen is, maar wel beloofd is,dat blijft in alle eeuwigheid. En als je lijdt, weet dat het maar voor even is. Als Jezus terugkomt , deel je in zijn heerlijkheid.
Deze aardse vacantiereis begon wat teleurstellend. Maar de hemelse reis,. waarvoor we ons klaarmaken, geeft enkel vreugd.
Drie jaar ben ik nu in Suriname. En volgens contract heb ik nu recht op buitenlands verlof. Zes weken om wat van de wereld te zien en de familie te ontmoeten .Wat een heerlijkheid !
Er is echter wel een grote 'maar'. Betty is nog steeds bezig op krachten te komen van haar baarmoeder-wegneem- operatie.In de weken, die aan de 'grote sprong'vooraf gaan, kan ze nauwelijks iets aan de voorbereiding doen. We vertellen dat aan onze vrienden, die vurig voor haar in gebed gaan. En dikwijls , als een gelovige moe langs de kant van de weg zit, is er wel een medegelovige, die hem helpt om de knikkende knieën te versterken,, (Jesaja 35 v 3).
En warempel; wanneer de grote dag daar is en ik mij door een groot aantal tegenslagen heb heengewerkt, is alles gereed en..alweer een geloofsgenoot rijdt ons naar Zanderij, waar wij moeiteloos vliegen naar Curacao. Maar daar komt de eerste van tegenslagen, die zo dikwijls mensen gillend naar huis doen terugreizen, in ieder geval terugverlangen. Zo ging het in 1973 toen dat vacantiehuis in Kourou ontoegankelijk was...zo gaat het hier. De transit- beambte zegt: "Voor het reisgedeelte Curacao - Miami hebt u geen bevestiging ontvangen. U kunt niet mee".
Nu had ik in Paramaribo al op deze lacune gewezen, maar naar 's lands trant was het: "O....geeft niet...komt best in orde".
Niet dus: maar ik heb op dit eiland een geloofsgenoot wonen, die wellicht raad kan schaffen. Ik zoek zijn nummer op en daar is de vertrouwde stem: "Blijf een nachtje bij ons, dan reis je morgen verder".
En in plaats van in het vliegtuig zitten we even later in een taxi. Zo kan het in de oudheid met Paulus op zijn reizen ook zijn gegaan. Het lukte bijvoorbeeld maar niet om in Bythinië te komen. 'Opbellen' met vrienden. En dan wordt het ...Troas.(Handelingen 16 v 8).
En als we daar dan komen, treffen we oude vrienden van Suriname, die nu weer hier evangeliseren. En er zijn kinderen,in de leeftijd van Marijke en Mariëtta, die opgetogen zijn over deze kameraadjes, voor de verandering nu eens even Europees blank als zij. En tot éen uur in de nacht doorspreken met al die oude bekenden.
En om zes uur al weer op en nu met een vliegtuig meekunnen. Miami...we komen er aan.
Wat ben je tijdens reizen afhankelijk van de Heer. Thuis, in je vertrouwde omgeving, merk je dat niet altijd. Maar hier, aan het begin van ´een echt grote reis´, zat er zóveel tegen. Want ik heb lang niet alles genoemd. Maar de Heer zorgde ervoor: - dat mijn nog niet volkomen herstelde vrouw dit allemaal maar volhield. - dat er een netwerk van geloofsvrienden was, dat voor verblijf en bijkomende verrassingen zorgde.
En vol moed zagen wij de verdere zes weken tegemoet.
En nu, 34 jaar later, leven Betty en ik al weer naar 'de echt-grote reis' toe. Maar God is niet veranderd, (Maleachi 3 v 6) en Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid, (Hebr 13 v 8) en wij vertrouwen ons aan hen toe.
Er gebeuren in en om het gezin natuurlijk vele dingen. - Mariëtta gaat nu ook naar de 'H.B.S.', maar weer naar een andere dan Marijke. - Betty weegt 73 kilo, bij een lengte van 1.64, dat is iets te zwaar. Ach....en nu: in dat thuiszorgcentrum: 56...en dat is weer veel te licht. maar er zit wel 34 jaar tussen.
Nou vraag jij: `Lees ik dat nu goed Ger. Nog 34 jaar verkort weergeven Man ...je komt nooit klaar"..
Dan maar gelijk beginnen om alle verdere wereldse nieuwtjes af te kappen en alleen even kort over de zaken, die met de ontwikkeling van het geloofsleven te maken hebben.
Willie schrijft zo lief over een groep jonge gelovigen, waarmee ze optrekt. Wij herademen: zie je wel ; er is niets aan de hand in Holland.
En ik heb op eens weer een plan: ik wil als reizende prediker door de Verenigfde Staten gaan reizen.. Ik heb allemaal het idee, dat er veel meer in me zit en dat dit er nog uit moet komen. Ik heb namelijk in Prediker 11 v 5 gelezen, dat ...'een mens van de morgen tot de avond moet zaaien en dat je je hand niet moet laten rusten, want je weet niet of het zaad de ene keer of de andere keer of telkens ontkiemen zal'.
En daar maakte ik dan maar uit op, dat van mij rusteloze aktiviteit werd gevraagd om van alles te proberen en te kijken, wat dan lukte. O....ik heb dat nooit verteld, maar in 1960 of zo had ik nog eens een heel bureau uit de grond gestampt om vragen van mensen te beantwoorden. Maar die vragen kwamen niet en die aktiviteit liet ik ook weer lopen. Nu dit dus....ik meende wat contacten daarginds te hebben, maar dit werd ook weer niets.
En op de lange, lange duur werd het allemaal wat kalmer met mij.
Ik had het trouwens druk genoeg met alle gekke dingen ginds. Eén keer moest ik waken bij een gebouw van de een of andere Assemby-groep, dat door 'afgesplitsten uit die gemeente' werd bedreigd met een nachtelijk overval. Ook dat werd weer niets, maar we zaten dan toch maar een nacht daarginds. Ik hoor het een van de vrouwelijke zendelingen nog zeggen, bleek van ellende: " Oh....I always wanted to be a missionary..." En dan dat antwoord van weer een ander: "Now you are...."
Nee....er was genoeg te doen in de practijk. Voor luchtkastelen was geen plaats.
Maar veel later....ik was al erg oud geworden ....en het hoefde van mij niet eens meer allemaal zo nodig....... vroeg iemand mij: "Kom eens kijken op mijn nieuwe, Christelijke forum" En nu ,7 jaar later, werk in nog op allerlei forums. En nu ga ik virtueel naar Amerika. En 'Ask Ger' trok daar in éen week 230 inputs.
Dit keer een integraal stukje van miijn échte dagboek, het boek, dat de lotgevallen van ons gezin dag voor dag vermeldt. Het is nu al 9500 A 4-tjes groot/ Wat jullie voorgeschoteld krijgt, is maar een samenvatting van de voornaamste gebeurtenissen. ............. Tip is niet meer....niet langer zullen wij zijn zware, wat zeurderige stem horen; opgewonden worden door zijn zure opmerkingen, die toch áltijd getuigden van een zekere, gtrimmigr humor..... Het is voorbij: - het gesmaal op de maaltijden, die wij hem voorzetten - het áltijd vergelijken van de goede tijd bij de E's met de slechte behandeling bij ons - maar ook zoveel leuke dingen.
Laat ik trachten na te gaan, te reconstrueren, hoe het gebeurd kan zijn De 31 ste juli was een drukke dag; ontelbare fietsers, dienstmeisjes, schoolkinderen, bromfietsen en auto's waren ons huis gepasseerd.. Tippie- met zijn haast Pruisisch aandoende dienstklopperij- beschouwde zelfs de overkant van de weg als verboden gebied. Dat was een overdreven standpunt, waarin hij toch echt alléen stond. Maar goed: er was veel tandengeblikker, gegrom en gehol nodig geweest om het heilige terrein telkens weer schoon te vegen. En nu was het dan avond en rusttijd. En toen was er opeens het geraas van een traag naderend busje. "BLAF"; opstaan op je vreemd-trillerige poten; niet door het raam, want laatst bonkte je beschamend tégen de vensterbank, toen je er fier óver wou springen........ o ventje; dat had je moeten waarschwen ! "BLAF"; door de deur, juichend dwars over het grasveld langs de kortste aanvalsroute naar het open hek en toen: "BLAF, BLAF, BL......" Het hartje, dat meer dan twaalfeneenhalf jaar dit bruisende hondenleven stuwkracht had verleend, begaf het......: midden in z'n stormloop gestuit, lag daar de 'riddere zonder vrees of blaam'....... "In het harnas gestorven", zoals Betty dat zo juist opmerkte.
Tip Flipmans, geboren op 8 decembver 1961, was eerst woonachtig bij Grietrje P. in Stadskanaall. Hij was gesproten uit Groningse ouders.Van zijn voorzaten is weinig bekend: wel moet er een takshond onder zijn geweest. In zijn jongelingsjaren nam hij pension bij de familie E. Op rijpere leeftijd- begin 1967- vertrok hij, door hen vergezeld, naar Suriname voor wat bedoeld was als ´een kortstondig verblijf´. Hij zou er tot zijn dood blijven.....
Toen de E´s vertrokken, nam hij bij ons zijn intrek. Van dien af nam zijn gezapige leventje wél een keer.Géen geblaf meer achter een ondooedringbaar hek, maar op je tiende nog eens een hele stráat met daarin andere reuen om mee te vechten, ja zelfs met teven om te beminnen.
Toegegeven : het was niet allemaal ´botertje tot de boom´ - in 1972 moest deze dappere strijder gecastreerd worden, omdat tijdens een meningsverschil over een van de schaarse wijfjes een gemene tegenstander zijn testikels beschadigde - in 1973 ging een stuk van zijn staart er aan. Maar....al mauwde hij nog zoveel: "- geef mij ome Bart maar - tóen was ik in aanzien - at aan tafel met een bord -had een bijbelschool", aan alles merkten wij wél, dat hij zijn laat begonnen losbandige periode zéer waardeerde.
Wapenfeiten: - vele fietsers gevloerd, ook wat bromfietsers - het meest gave stuk werk toch wél: het omverlopen van mevr. la R.op 31 december 1973; ze was er weken mooi mee. " Wat doet zo'n vrouw ook buiten haar tuinhek, wanneer jij vuurpijlen najaagt|".
Kleine pesterijtjes: - walgend opkijken van je eten: vlees met melk en brood... "Bij ome Bart kreeg ik...." - overdreven dankbaar knorrend over de grond rollen na het verorberen vn drie rijstkorrels: "Chut....chut....wat zíjn ze weer rejaal".
Maar och: hij gaf veel vermaak. Er blijft een leegte , ook voor Taf, zijn medehuishond.. "BLAF, BLAF, BL.....
Laten wij mensen goed en waardig blaffen. Je weet maar nooit, welke BLAF een BL....wordt. ....... Daag Ger
Ik heb al eens verteld, dat Betty zo aan bloeverlies leed. Maar in de zomer van 1974 werd dat zo ernstig, dat ze toch eens voor observatie naar het Suruinaamse Diakonessenhuis ging. Ze ging voor een gesprek, maar ze hielden haar gelijk. Direct al zeiden ze : "Zo snel mogelijk opereren".
Maar later waren er toch weer zorgen: er werd een hartvergroting vastgesteld.
En dan gaat het later toch door. De baarmoeder wordt weggenomen.
Het is allemaal erg verwarrend. En er is zoveel gedoe, dat gelijk komt. Uit Nederland komt een strenge brief: "Betty heeft Jezus verloochend door op dokters te gaan vertrouwen'. Een of andere doorgevloeide, fanatiek geworden gelovige, is degene, die Betty's verwarring nog vermeerdert. En toevallig schrijft een van mijn zussen net in die tijd een ruzie-achtige brief over iets anders.
Maar dat komt allemaal bovenop de eigen verwarring. In ons geloof, dat wij al weer sedert 1959 uitdragen, wordt sterk de aandacht gelegd op 'de Goddelijke genezing': Jezus redt en geneest. In de 15 jaar dat wij er nu mee bezig zijn, hebben we herhaaldelijk in de eigen gezinskring en ook daarbuiten genezingen meegemaakt.. En nu dít !
Maar Betty is onverschrokken. God is onvoorsPelbaar, maar ons geloof is onverwoestbaar, al moet ik daarbij telkens weer aantekenen: alles is genade. Wij weten, dat hij goed is, alhoewel op de korte termijn soms raadselachtig. Zij blijft God vertrouwen en in het ziekenhuis blijft ze het blijde nieuws van de opgestane Heiland onverminderd verkondigen. Zij geneest aanvankelijk ook wonderbaar snel, maar wanneer ze thuskomt en gelijk weer in de auto wil stappen- ze heeft inmiddels haar rijbewijs- heeft ze niet eens de kracht om het stuur te draaien.
En dan zijn er voor de zojuist tegugekeerde nog wel knapen van problemen: - de dochters vechten zo veel, dat het soms gevaarlijk wordt - het leersysteem aan de school, waar Mariëtte op is, dat volkomen overheersend toelegt op rekenvaardigheid, brengt door deze eenzijdige gerichtheid ons lief dochtertje op het randje van een ernstige overspannenheid - er moet alweer een nieuw dienstbode worden ingewerkt - de buurman organiseert een groot, dagenlan durend, uiterst luidruchtig Hindoefeest. - er wordt een leraar van Marijke vermoord en dochterlief is daardoor behoorlijk geschokt.
Zó moeilijk allemaal. Maar Betty krabbelt er weer bovenop. Wij hebben geleerd op God te blijven vertrouwen, hoe moeilijk het soms ook is. Er komt nog zoveel goed. - die hartvergroting; nu- met haar 85 ste- klopt dat hart nog - die bloedvloeingen zijn dan toch maar over en nooit teruggekomen - die nare brieven zijn allang vergeten. Die dame zie ik nog wel eens op conferenties, Ze is altijd vol belangstelling , ook voor Betty, die toen- volgens haar- 'Jesus verraadde'. - in ' Goddelijke genezing' hebben wij een nieuw, uitgebalanceerd, gerijpt vertrouwen
Er komt nog zoveel goed, zei ik al. En eenmaal komt alles helemaal goed. Dat kan voor al mijn lezenden, die de hand van Jezus stevig vasthouden.
Jullie zullen wel zeggen: "Wanneer komt hij nu eindelijk eens gereed met Suriname. En daarna komen er tot op nu- 2008- nóg 32 jaar.Hij komt nooit klaar".
Maar wees maar gereust. Zo kleurrijk als in dat land is mijn leven niet meer geworden. Er komt heus meer tempo.
Ook zou iemand kunnen opmerken "Waar blijft de 'gouden draad van God' nu in al het verhaalde. Je had hij toch beloofd, dat je die aldoor zou laten zien.Het begint steeds meer op een gewoon dagboek te lijken, waarin de 'weg van God'verdwijnt onder de dagelijkse gebeurlijkheden".
Allemaal waar. Ik worstel daar zelf ook wel eens mee. Maar laten wij maar weer eens kijken.
Je hoeft hier in Suriname helemaal niet op te kijken, wanneer je verhalen leest over een grote toverdemonstratie. In de koloniale tijd was elke vorm van toverij verboden. Maar toen kwam er een toevloed van Hindoestanen en Javanen. En die brachten hun eigen vorm van toverij mee. En wegens onwennigheid met betrekking tot dit nieuwe verschijnsel werd dit oogluikend toegestaan. Maar de neger- toverij was nog steeds verboden. Maar nu wordt er gezegd: "Dat is nu nog eens discriminatie. De Hindoes en de Javanen mogen toveren naar hartelust. En wij, negers, mogen dat niet. En dat, terwijl onze toverij niets voor die van hen onderdoet". En nu is dat verbod dan maar opgeheven. Van de zotte toch eigenlijk. Het doet vagelijk denken aan de psychiater, die tegen een patiënt zegt± "Heus meneer, gelóof me nu: uw minderwaardigheidscomplex IS niet minderwaardig aan die van mijn andere patiënten. Het is een van de fraaiste minxderwaardigheidscomplexen, die ik ooit gezien heb".
En in zo'n land leg ik dan mijn vele huisbezoeken af. Kom ik bij een dame en vraag of er nog wat aan schort, behalve datgene, wat ze al verteld heeft: ,kinderen van vele mannen, die alle zonder uitzondering zeiden: "De bijbel zegt wel ' Gaat heen en vermenigvuldigt u'. Maar ik lees dat zó: 'Vermenigvuldig u en ga heen' '". De dame weet nog wel iets: "Ja....de demonen gooien mij elke nacht het bed uit en knijpen mij dan nog ook".
Voorbij zijn voorlopig de tijden, dat ik van mijn leermeester, Jo v.d.Brink, keurige, rustige dingen leerde, dat.... de Israel-leer je afleidt van het streven naar 'de geestelijke mens' ". Over 'de duivel en zijn trawanten' leerde hij me ook wel veel, maar hier is echt de ruwe practijk en de demonen gaan hier zo primitief en basaal te werk.
En dan leid ik weer een begrafenis en neem met bevreemding waar, dat iedereen maar het hoofd van de overledene nog éenmaal komt kussen en aaien, voor de kist definitief dicht gaatr. En een koor van bejaarde 'lijkdragers' zingt , gehuld in hun halfsleetse uniformen: " Vader...sla ons steeds in liefde gade...".
Ën dan vertel ik weer in een of andere groep over Ruth. En op een mijn schoot ligt al die tijd een knaapje, dat alleen dáar verkoos te slapen.
En nu vraagt iemand: " En waar is nu het gouden snoer van God.".
Ik wil antwoorden: "Al deze dingen leerde God mij om mij steeds beter en meer ' allround ' te maken.".
Maar gelijk denk ik ook weer: "Dat klopt niet. Als ik weer in allerlei dergelijke situaties zou komen, zou ik mijn 'sang froid' van tóen helemaal kwijt zijn. Want ik ben alweer zoveel vergeten van wat ik ooit beleefd heb".
Wel...hiermee zullen wij het ditmaal allemaal moeten doen.
Op dit ogenblik, dat ik dit schrijf heb ik net een week met verwarrende gebeurtenissen achter de rug. En zo is het al mijn hele leven gegaan: wat er toch allemaal passeerde ! Een klein stukje dagboek: Alleen al die belevenissen in het geestelijke werk.
Iemand komt in de sam op mij toe: `Ik vind het niet leuk bij jullie; niemand komt nu eens naar mij toe". Dat is zoiets basaals om te ervaren en te overwinnen..... dóe iets. Ga zélf ergens op af, spreek eens iemand aan, informeer eens bij de een of ander. Echter: iemand zou kunnen zeggen: "Het is echt geen onwil, maar ik kán dit niet. Ik ben te verlegen of wat het maar is. Maar hoe dan ook: ik kan het niet opbrengen". In zo'n geval ligt er toch bij de gemeenteleden een taak. Kijk eens rond , of u iemand eenzaam ziet staan. Nieuwkomers, die u als kenner van de gemeente hoort te ' spotten', geeft u een aparte aanpak. Als het trouwe gasten zijn , net als u , eisen ze weer een andere aanpak. Raadpleeg de Heilige Geest, voor u op mensen afstapt. Wel: ik weet niet of ik het toen-en-toen zo gedaan heb, maar in iedere geval tegenwoordig wel..
Ik vind gaandeweg ook meer tijd om naast het gemeentewerk ook mijn gezin wat meer te zien. Ook een les voor jullie. Houd een en ander in evenwicht. Opgroeiende kinderen hebben hun ouders geregeld nodig. Het is je eerste gemeente: je huisgezin.
Maar toch wordt er wel aan me getrokken. Er is een bijbelschool opgericht en wie is een van de leraren....goed geraden. Bijbelscholen verdiepen de kennis van leraar en leerling. De in de sam verkregen kennis dient te worden bijgehouden. Die kennis slijt gauw weg onder alle gebeurlijkheden
En er zijn zo veel kansen om te spreken over de goede dingen van God.. Ik leg mij toe op de onderwerpen, die weinig belangstelling krijgen bij de prediking door allerlei voorgangers. Zo spreek ik bijvoorbeeld over Rizpa, ( 2 Samuel 21 v 10). Later- al weer lang terug in Nederland- deed ik dat ook eens een keer. Een van de zich tot luisteren zettenden kromp ineen, toen hij doorkreeg, waaróver het zou gaan. Hij zei , uiteraard niet hardop: " O nee hè...toch niet dat verschrikkelijke stuk". Maar later luisterde hij met instemming.
Een ander , die het via een bandje hoorde, heeft dat bandje tienmaal gedraaid. Overal liggen goudaders in Gods woord; soms heel dikke, zoals bij 'de verloren zoon'. Maar die wordt zoveel bepreekt, dat er een domineesgrapje bekend is: "De verloren zoon gaat nooit verloren", naar dat bekende liedje.
Maar vrijwel overal zijn goudaders, zelfs in 1 Kronieken 27 v 1 - 15. Soms denk ik wel eens: "Daar wil ik ook nog eens over preken". Maar....het moet natuurlkijk niet een ´maniertje' worden. De Heilige Geest moet wel vooraf toestemming geven.
Onze dochter Mieke repatrieert uit Duitsland. Haar man, werkzaam bij het leger, heeft een functie bij Philips aanvaard. Ze gaan in Eindhoven wonen.
Onze dochter Willie begint critiek op de samenkomsten van het Volle Evangelie te spuien. Zij is nu in een sam, waar erg veel over de duivel en zijn streken wordt verteld en dat irriteert haar. Nu ik dit na zovele jaren lees, zet het mij toch aan het denken. Zeker.....de duivel is de eigenlijke, grote vijand , tegen wie wij strijden moeten krachtens Ef 6 v 12, maar er moet toch een zeker evenwicht komen in de interne en externe overwegingen dienaangaande . Wij kunnen eigenlijk het beste God grootmaken en op de achtergrond van ons denken 'de zwarte'wel terdege in de gaten houden. ....maar hem niet tot een voornaam gespreksonderwerp maken. Jl. zondag heb ik een preek gehouden over Jesaja 6 en de grootheid van Jezus in verleden, heden en toekomst belicht. En geen woord over de tegenspeler. Je ziet het: ik ben ook nog steeds aan het bijschaven.
Willie is ook bezig haar aandachtsgebied te verrruimen. Nu volgt ze weer een antiek-studie. Ik denk, dat we wel even nadenkend voor ons uit hebben zitten kijken: "Wendt ook WIllie zich van het geloof af. ? Gelukkig is Ida nog actief genoeg"
Want juist in die tijd komen er van Ida nog enthousiaste berichten, hoe goed God voor haar en haar man is. Haar man heeft een nieuwe functie aanvaard , ver weg, ergens in NoordHolland Ze heeft verder allerlei plannen en ondernemingen. Ze gaat op wintersport en gaat beginnen aan een Havo-opleiding. Dat is opmerkelijk. Jaren eerder slaagde ze er in, drie maal de zelfde Muo- klas te doen. En nu opeens die arbeidslust. Nu is het wél zo: in ons dorpje deed ze dezelfde klas tweemaal. maar er waren allerlei opmerkingen van de leraars, zo in deze geest: "Nu heb je ook al een vriendinnetje de kop gek gemaakt voor dat geloof van je ouders hè". En toen ging ze maar naar een andere Mulo elders. Eigenlijk een soort geloofsvervolging.
En wat Harry betreft: zijn schoonvader koopt een flat , waar deze langharige schoonzoon kan wonen, want de goede man is met zijn dochter in haar afbraakpand in een afbraakwijk begaan, met dat peutertje tot haar last. En Harry heeft niet alleen een betere woonsituatie, maar is n u ook onderwijzer en heeft een zekere , o zo bescheiden status verworven. Zeker heeft de hulp van zijn schoonpipa hem moed gegeven. En dat haar wordt steeds meer geciviliseerd.
Zo zie je....als de ouders niet meer kunnen zorgen, door allerlei afstanden gescheiden, heeft de Heer weer behulpzame schoonouders paraat. Ik ben die mensen nog steeds dankbaar.
Och....er komt nog zoveel goed. Gebeden van jaren her worden soms op ongedachte wijze, later, soms veel later, verhoord.
Denk daar ook maar eens over na. Ik wed, dat jullie dat ook, een levensspanne overziende van enige afstand, zullen kunnen beamen: "De Heer is goed...hij verhoort...!
Vele ervaringen heb ik gehad in de loop van de jaren.
Hier volgen er zo maar enkele uit de woelige Suriname - periode: Wanneer ik op zo'n avond weer eens het donkere paadje oprijd naar de schuur, die het toneel vormt van mijn wekelijkse bijbelstudie in Pontbuiten.komt een van de vaste bezoeksters huilend op mij toe. "Het was weer zo erg met mijn man. Hij noeme mij 'strontzak`en sloeg mijn bril op mijn hoofd stuk, waarbij ik bloedend verwond werd. En maar roepen: "Jij gáat daat niet heen". Even later is de man er weer , die datzelfde scheldwoord toeroept aan mij en nog meerderen en wanneer ik met mijn gezelschap wegrijd, zijn daar weer de bedreigingen en datzelfde onwelriekende woord. N u achteraf, bedenk ik, dat je leven wel veelkleuriger wordt in de dienst van Jezus. Want wie van de Europese collega´s, die net als ik , uitgezonden werden naar ditr land, kan met dergelijke verhalen komen. Toch had ik wel even het idee, dat velen in dit land de Christenen ´uitkotsten´om nog maar eens een ruw woord te gebruiken. Er waren ook zoveel vreemde mensen hier. Deze man bijvoorbeeld was een L.P.I.- klantje, (´s Lands Psychiatrische inrichting). Maar later was er op kantoor van een zeer rode collega ook deze bedreiging: "Oppakken moeten ze het hele zootje....oppakken en op de boot terugzetten naar Nederland...al dat tuig van Jehovahs getuigen en weet ik wat niet allemaal..."..
Maar in Suriname kom je dan soms ook weer voor verrassingen te staan. We krijgen een bericht van de echtgenote van 'Str.' zal ik maar zeggen: "Komt u eens praten". Betty en ik biddend erheen. We binden de machten van satan in de naam van Jezus en na de eerste spanningen wordt het een gezegend gesprek en een paar dagen later mag ik deze man in de sam begroeten.
Ach; ik heb veel vreugde van de nieuw-ontdekte weg mogen ondervinden.... nou ja; nieuw ontdekt....in 1959 maakten wij met 'dit nieuwe' kennis. Maar soms werd het leven er ook gecompliceerd door.
We zongen toendertijd wel eens een liedje:
't Hoofd omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet.
Ik vond dat versje.... hoe het verder ging, ben ik vergeten ....wel eens een beetje défaitistisch : "Flauwekul....nú moeten wij een succes van het leven maken". Maar....met mijn bijna 86 erop terugkijkende, zeg ik toch: "Je bent hier op aarde toch wel in door de duivel bezet gebied, met alle ´bezet gebied´gevolgen van dien. 't Valt echt door de bank genomen, wel tegen. Inderdaad, Mozes zag al op 'de vergelding van het loon', ( Hebr.11 v 25 en 26). Het lijkt soms wat ' hebberig' om aan ' loon te denken. Maar in de bijbel wordt zo vaak naar het hemels loon na aardse strijd verwezen, dat ik dat ook maar doe; mij daarop oriënteren".
Trouwens...ik heb een ' wereldling' eens horen zeggen: "Jarenlang heb ik gehoopt: ' o....als het leven maar echt begint'. Maar de laatste jaren- vooral na die 'burn out'en die hartaanval - doe ik steeds meer de ontdekking: ` o gunst....!!! het leven is al lang begonnen; ik zit er midden in' ". En dat klonk zó vermoeid.
In dit vermoeiende leven is het goed om een eerlijke, dappere strijd te voeren voor koning Jezus en in de hemel van hem te horen: "Goed gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht(maagd)". Alles beter dan geen strijd hier, wel vermoeidheid en later....niemand, die je tranen droogt,(Op 7 v 17)
Betty en ik hadden al vijf kinderen naar de volwassenheid zien groeien: Jaap, Mieke, Willy, Harry, Ida. Ze waren nu allemaal volwassen en maakten in het maatschappelijke leven best redelijke sporen. - Jaap was in 1974 eindelijk uitgestudeerd. Als 28- jarige was hij aan zijn eerste baan bezig. - Mieke woonde in Duitsland . Wij wisten niet veel van haar. Maar haar man had in ieder geval een goede baan bij 'het militair'. - Willie had zélf een werkkring, wat toen gewoonte begon te worden. Haar man deed 'van alles', maar verdiende goed. Let wel; hij zat niet in de drugs, maar kocht en verkocht huizen, zo'n beetje uit liefhebberij. - Harry was op een lagere school bezig als onderwijzer in zijn eerste baan. Wat had die jongen ons een kopzorg gegeven. Maar nu had hij zich in het bestel gevoegd. - Ida was ook een modern meisje met een eigen baan.
Maar Marijke was 14. En dat was nú een jongedame, volop in de puberteit. Ze was in Suriname op de A.M.S., een school te vergelijken met onze H.A.V.O. Nu was het daar zó: er was altijd maar beperkt plaats. En de Surinaamse kinderen vóchten als het ware om zo'n plaats en wanneer zij tot de uitverkorenen behoorden, hielden zij zich best koest, bang dat zij weg zouden moeten.
Maar er waren op die school altijd wel vrije plaatsen voor ' Europese Nederlandse kinderen',die toch weer weg zouden gaan om in Nederland hun studie voort te zetten. Maar onze Marijke hield zich niet koest zoals de Surinaamse kinderen. Nee, ze was echt een opstandige puber, ook in de klas. En herhaaldelijk dreigde ze weggestuurd te worden.Ze voegde zich ook niet in de samenkomsten, trachtte daar weg te blijven. En wat dit betrof, zagen we zich een lijn aftekenen, die we bij al onze ' grote' kinderen al kenden of nog vermoedden: afwijken van het geloof. En wij....we waren tegen de vijftig...raakten een beetje vermoeid. De opvoeding van al die andere kinderen was ons niet 'in de kouwe kleren gaan zitten'. En nu begon het spul bij de oudste van onze twee nakomertjes opnieuw.
En er waren de persoonlijke problemen. Een beetje stil schreef ik op: "Nu heb ik nog maar 13 tanden of kiezen".
(Nu - dertig jaar later- zijn het er nog maar 4).
En Betty kreeg, vlak voor haar autorijd-examen weer geweldig veel last van die baarmoeder-vloeiingen..
En er waren soms van die stomme ergernissen. Tijdens de stakingen was er een protesterende bosneger gedood. Die man had van de toverdokter in zijn dorp een ' onkwetsbaarheidsdrankje' gekregen en liep in goed vertrouwen de politiekogels tegemoet. Hij wist helemnaal niet, waarom het ging, maar had in alle verwarring zijn salaris niet gekregen en kon niet naar zijn dorp terug Werd natuurlijk niets met dat drankje. Maar nu wordt hij tot ' nationale held' verheven, martelaar, gevallen in de strijd tegen het fascistisch-koloniale Nederlandse uitbuit-regime en zijn Surinaamse lakeien- hielenlikkers.
Grote en kleine ergernissen. en tegenvallers. Ach; jullie weten er alles van: - kinderen, die niet willen, zoals jij wilt. - en de eerste tekenen van de ouderdom - en tegenvallers - en maatschappelijke gebeurtenissen, die je een onveilig gevoel geven.
Maar God vraagt aan jullie, zoalas hij aan ons vroeg en vraagt, om door alles heen de hand van Jezus vast te houden. Je heb echt ook volstrekt niets te winnen hoor, met jouw hand uit die hand weg te laten glijden. Niemand kan ze uit mijn hand roven, mijn beminden, zegt Jezus, (Johannes 10 v 28). Maar je kunt er wel uit weg lopen en dan kom je in zulke slangenkuilen..!!
Houd Jezus' hand vast. Dar hebben Betty en ik door genade altijd kunnen doen