Op dit ogenblik, dat ik dit schrijf heb ik net een week met verwarrende gebeurtenissen achter de rug. En zo is het al mijn hele leven gegaan: wat er toch allemaal passeerde ! Een klein stukje dagboek: Alleen al die belevenissen in het geestelijke werk.
Iemand komt in de sam op mij toe: `Ik vind het niet leuk bij jullie; niemand komt nu eens naar mij toe". Dat is zoiets basaals om te ervaren en te overwinnen..... dóe iets. Ga zélf ergens op af, spreek eens iemand aan, informeer eens bij de een of ander. Echter: iemand zou kunnen zeggen: "Het is echt geen onwil, maar ik kán dit niet. Ik ben te verlegen of wat het maar is. Maar hoe dan ook: ik kan het niet opbrengen". In zo'n geval ligt er toch bij de gemeenteleden een taak. Kijk eens rond , of u iemand eenzaam ziet staan. Nieuwkomers, die u als kenner van de gemeente hoort te ' spotten', geeft u een aparte aanpak. Als het trouwe gasten zijn , net als u , eisen ze weer een andere aanpak. Raadpleeg de Heilige Geest, voor u op mensen afstapt. Wel: ik weet niet of ik het toen-en-toen zo gedaan heb, maar in iedere geval tegenwoordig wel..
Ik vind gaandeweg ook meer tijd om naast het gemeentewerk ook mijn gezin wat meer te zien. Ook een les voor jullie. Houd een en ander in evenwicht. Opgroeiende kinderen hebben hun ouders geregeld nodig. Het is je eerste gemeente: je huisgezin.
Maar toch wordt er wel aan me getrokken. Er is een bijbelschool opgericht en wie is een van de leraren....goed geraden. Bijbelscholen verdiepen de kennis van leraar en leerling. De in de sam verkregen kennis dient te worden bijgehouden. Die kennis slijt gauw weg onder alle gebeurlijkheden
En er zijn zo veel kansen om te spreken over de goede dingen van God.. Ik leg mij toe op de onderwerpen, die weinig belangstelling krijgen bij de prediking door allerlei voorgangers. Zo spreek ik bijvoorbeeld over Rizpa, ( 2 Samuel 21 v 10). Later- al weer lang terug in Nederland- deed ik dat ook eens een keer. Een van de zich tot luisteren zettenden kromp ineen, toen hij doorkreeg, waaróver het zou gaan. Hij zei , uiteraard niet hardop: " O nee hè...toch niet dat verschrikkelijke stuk". Maar later luisterde hij met instemming.
Een ander , die het via een bandje hoorde, heeft dat bandje tienmaal gedraaid. Overal liggen goudaders in Gods woord; soms heel dikke, zoals bij 'de verloren zoon'. Maar die wordt zoveel bepreekt, dat er een domineesgrapje bekend is: "De verloren zoon gaat nooit verloren", naar dat bekende liedje.
Maar vrijwel overal zijn goudaders, zelfs in 1 Kronieken 27 v 1 - 15. Soms denk ik wel eens: "Daar wil ik ook nog eens over preken". Maar....het moet natuurlkijk niet een ´maniertje' worden. De Heilige Geest moet wel vooraf toestemming geven.
Onze dochter Mieke repatrieert uit Duitsland. Haar man, werkzaam bij het leger, heeft een functie bij Philips aanvaard. Ze gaan in Eindhoven wonen.
Onze dochter Willie begint critiek op de samenkomsten van het Volle Evangelie te spuien. Zij is nu in een sam, waar erg veel over de duivel en zijn streken wordt verteld en dat irriteert haar. Nu ik dit na zovele jaren lees, zet het mij toch aan het denken. Zeker.....de duivel is de eigenlijke, grote vijand , tegen wie wij strijden moeten krachtens Ef 6 v 12, maar er moet toch een zeker evenwicht komen in de interne en externe overwegingen dienaangaande . Wij kunnen eigenlijk het beste God grootmaken en op de achtergrond van ons denken 'de zwarte'wel terdege in de gaten houden. ....maar hem niet tot een voornaam gespreksonderwerp maken. Jl. zondag heb ik een preek gehouden over Jesaja 6 en de grootheid van Jezus in verleden, heden en toekomst belicht. En geen woord over de tegenspeler. Je ziet het: ik ben ook nog steeds aan het bijschaven.
Willie is ook bezig haar aandachtsgebied te verrruimen. Nu volgt ze weer een antiek-studie. Ik denk, dat we wel even nadenkend voor ons uit hebben zitten kijken: "Wendt ook WIllie zich van het geloof af. ? Gelukkig is Ida nog actief genoeg"
Want juist in die tijd komen er van Ida nog enthousiaste berichten, hoe goed God voor haar en haar man is. Haar man heeft een nieuwe functie aanvaard , ver weg, ergens in NoordHolland Ze heeft verder allerlei plannen en ondernemingen. Ze gaat op wintersport en gaat beginnen aan een Havo-opleiding. Dat is opmerkelijk. Jaren eerder slaagde ze er in, drie maal de zelfde Muo- klas te doen. En nu opeens die arbeidslust. Nu is het wél zo: in ons dorpje deed ze dezelfde klas tweemaal. maar er waren allerlei opmerkingen van de leraars, zo in deze geest: "Nu heb je ook al een vriendinnetje de kop gek gemaakt voor dat geloof van je ouders hè". En toen ging ze maar naar een andere Mulo elders. Eigenlijk een soort geloofsvervolging.
En wat Harry betreft: zijn schoonvader koopt een flat , waar deze langharige schoonzoon kan wonen, want de goede man is met zijn dochter in haar afbraakpand in een afbraakwijk begaan, met dat peutertje tot haar last. En Harry heeft niet alleen een betere woonsituatie, maar is n u ook onderwijzer en heeft een zekere , o zo bescheiden status verworven. Zeker heeft de hulp van zijn schoonpipa hem moed gegeven. En dat haar wordt steeds meer geciviliseerd.
Zo zie je....als de ouders niet meer kunnen zorgen, door allerlei afstanden gescheiden, heeft de Heer weer behulpzame schoonouders paraat. Ik ben die mensen nog steeds dankbaar.
Och....er komt nog zoveel goed. Gebeden van jaren her worden soms op ongedachte wijze, later, soms veel later, verhoord.
Denk daar ook maar eens over na. Ik wed, dat jullie dat ook, een levensspanne overziende van enige afstand, zullen kunnen beamen: "De Heer is goed...hij verhoort...!
Vele ervaringen heb ik gehad in de loop van de jaren.
Hier volgen er zo maar enkele uit de woelige Suriname - periode: Wanneer ik op zo'n avond weer eens het donkere paadje oprijd naar de schuur, die het toneel vormt van mijn wekelijkse bijbelstudie in Pontbuiten.komt een van de vaste bezoeksters huilend op mij toe. "Het was weer zo erg met mijn man. Hij noeme mij 'strontzak`en sloeg mijn bril op mijn hoofd stuk, waarbij ik bloedend verwond werd. En maar roepen: "Jij gáat daat niet heen". Even later is de man er weer , die datzelfde scheldwoord toeroept aan mij en nog meerderen en wanneer ik met mijn gezelschap wegrijd, zijn daar weer de bedreigingen en datzelfde onwelriekende woord. N u achteraf, bedenk ik, dat je leven wel veelkleuriger wordt in de dienst van Jezus. Want wie van de Europese collega´s, die net als ik , uitgezonden werden naar ditr land, kan met dergelijke verhalen komen. Toch had ik wel even het idee, dat velen in dit land de Christenen ´uitkotsten´om nog maar eens een ruw woord te gebruiken. Er waren ook zoveel vreemde mensen hier. Deze man bijvoorbeeld was een L.P.I.- klantje, (´s Lands Psychiatrische inrichting). Maar later was er op kantoor van een zeer rode collega ook deze bedreiging: "Oppakken moeten ze het hele zootje....oppakken en op de boot terugzetten naar Nederland...al dat tuig van Jehovahs getuigen en weet ik wat niet allemaal..."..
Maar in Suriname kom je dan soms ook weer voor verrassingen te staan. We krijgen een bericht van de echtgenote van 'Str.' zal ik maar zeggen: "Komt u eens praten". Betty en ik biddend erheen. We binden de machten van satan in de naam van Jezus en na de eerste spanningen wordt het een gezegend gesprek en een paar dagen later mag ik deze man in de sam begroeten.
Ach; ik heb veel vreugde van de nieuw-ontdekte weg mogen ondervinden.... nou ja; nieuw ontdekt....in 1959 maakten wij met 'dit nieuwe' kennis. Maar soms werd het leven er ook gecompliceerd door.
We zongen toendertijd wel eens een liedje:
't Hoofd omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet.
Ik vond dat versje.... hoe het verder ging, ben ik vergeten ....wel eens een beetje défaitistisch : "Flauwekul....nú moeten wij een succes van het leven maken". Maar....met mijn bijna 86 erop terugkijkende, zeg ik toch: "Je bent hier op aarde toch wel in door de duivel bezet gebied, met alle ´bezet gebied´gevolgen van dien. 't Valt echt door de bank genomen, wel tegen. Inderdaad, Mozes zag al op 'de vergelding van het loon', ( Hebr.11 v 25 en 26). Het lijkt soms wat ' hebberig' om aan ' loon te denken. Maar in de bijbel wordt zo vaak naar het hemels loon na aardse strijd verwezen, dat ik dat ook maar doe; mij daarop oriënteren".
Trouwens...ik heb een ' wereldling' eens horen zeggen: "Jarenlang heb ik gehoopt: ' o....als het leven maar echt begint'. Maar de laatste jaren- vooral na die 'burn out'en die hartaanval - doe ik steeds meer de ontdekking: ` o gunst....!!! het leven is al lang begonnen; ik zit er midden in' ". En dat klonk zó vermoeid.
In dit vermoeiende leven is het goed om een eerlijke, dappere strijd te voeren voor koning Jezus en in de hemel van hem te horen: "Goed gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht(maagd)". Alles beter dan geen strijd hier, wel vermoeidheid en later....niemand, die je tranen droogt,(Op 7 v 17)
Betty en ik hadden al vijf kinderen naar de volwassenheid zien groeien: Jaap, Mieke, Willy, Harry, Ida. Ze waren nu allemaal volwassen en maakten in het maatschappelijke leven best redelijke sporen. - Jaap was in 1974 eindelijk uitgestudeerd. Als 28- jarige was hij aan zijn eerste baan bezig. - Mieke woonde in Duitsland . Wij wisten niet veel van haar. Maar haar man had in ieder geval een goede baan bij 'het militair'. - Willie had zélf een werkkring, wat toen gewoonte begon te worden. Haar man deed 'van alles', maar verdiende goed. Let wel; hij zat niet in de drugs, maar kocht en verkocht huizen, zo'n beetje uit liefhebberij. - Harry was op een lagere school bezig als onderwijzer in zijn eerste baan. Wat had die jongen ons een kopzorg gegeven. Maar nu had hij zich in het bestel gevoegd. - Ida was ook een modern meisje met een eigen baan.
Maar Marijke was 14. En dat was nú een jongedame, volop in de puberteit. Ze was in Suriname op de A.M.S., een school te vergelijken met onze H.A.V.O. Nu was het daar zó: er was altijd maar beperkt plaats. En de Surinaamse kinderen vóchten als het ware om zo'n plaats en wanneer zij tot de uitverkorenen behoorden, hielden zij zich best koest, bang dat zij weg zouden moeten.
Maar er waren op die school altijd wel vrije plaatsen voor ' Europese Nederlandse kinderen',die toch weer weg zouden gaan om in Nederland hun studie voort te zetten. Maar onze Marijke hield zich niet koest zoals de Surinaamse kinderen. Nee, ze was echt een opstandige puber, ook in de klas. En herhaaldelijk dreigde ze weggestuurd te worden.Ze voegde zich ook niet in de samenkomsten, trachtte daar weg te blijven. En wat dit betrof, zagen we zich een lijn aftekenen, die we bij al onze ' grote' kinderen al kenden of nog vermoedden: afwijken van het geloof. En wij....we waren tegen de vijftig...raakten een beetje vermoeid. De opvoeding van al die andere kinderen was ons niet 'in de kouwe kleren gaan zitten'. En nu begon het spul bij de oudste van onze twee nakomertjes opnieuw.
En er waren de persoonlijke problemen. Een beetje stil schreef ik op: "Nu heb ik nog maar 13 tanden of kiezen".
(Nu - dertig jaar later- zijn het er nog maar 4).
En Betty kreeg, vlak voor haar autorijd-examen weer geweldig veel last van die baarmoeder-vloeiingen..
En er waren soms van die stomme ergernissen. Tijdens de stakingen was er een protesterende bosneger gedood. Die man had van de toverdokter in zijn dorp een ' onkwetsbaarheidsdrankje' gekregen en liep in goed vertrouwen de politiekogels tegemoet. Hij wist helemnaal niet, waarom het ging, maar had in alle verwarring zijn salaris niet gekregen en kon niet naar zijn dorp terug Werd natuurlijk niets met dat drankje. Maar nu wordt hij tot ' nationale held' verheven, martelaar, gevallen in de strijd tegen het fascistisch-koloniale Nederlandse uitbuit-regime en zijn Surinaamse lakeien- hielenlikkers.
Grote en kleine ergernissen. en tegenvallers. Ach; jullie weten er alles van: - kinderen, die niet willen, zoals jij wilt. - en de eerste tekenen van de ouderdom - en tegenvallers - en maatschappelijke gebeurtenissen, die je een onveilig gevoel geven.
Maar God vraagt aan jullie, zoalas hij aan ons vroeg en vraagt, om door alles heen de hand van Jezus vast te houden. Je heb echt ook volstrekt niets te winnen hoor, met jouw hand uit die hand weg te laten glijden. Niemand kan ze uit mijn hand roven, mijn beminden, zegt Jezus, (Johannes 10 v 28). Maar je kunt er wel uit weg lopen en dan kom je in zulke slangenkuilen..!!
Houd Jezus' hand vast. Dar hebben Betty en ik door genade altijd kunnen doen
Tijdens huisbezoek ontmoet ik mensen, die vroeger veel in de sam kwamen en nu nooit meer. Natuurlijk vraag ik, hoe dat zo kómt. Het antwoord is van een verbijsterende eenvoud. "Toen we bij u kwamen daarginds in Tsjung Fa Foei Kong, deden wij dat, omdat alles tegenzat. Maar de laatste tijd is de hele situatie weer opgeklaard. Dus...is het niet meer zozeer nodig. U begríjpt...?! Maar wanneer het weer tegenzit, weten wij u te vinden, reken daar maar op".
Dit verschijnsel neem ik in Holland ook wel eens waar. Maar iedereen zal duidelijk zijn: het evangelie, waarvoor Jezus, om daar een fundament onder te leggen, aan het kruis ging, is geen levensverzekering-polis, die je na een keer claimen in de kast legt. Maar in ieder geval; ik heb het allemaal meegemaakt, al gebeurde dat hier in Suriname wel heel onverbloemd.
Iets heel anders nu:
Je weet, dat wij jarenlang onze zoon Harry met onze gebeden begeleidden, toen het mis leek te gaan met hem. Aanvankelijk leek er geen gehoor te zijn voor dat gebed. Maar hij leerde een meisje kennen, dat ergens een snaar bij hem wist te raken, die wij maar niet vinden konden Hij deed in die tijd maar zo'n beetje 'onbepaald', 'liet het leven maar op zich afkomen', zoals dat ook tegenwoordig een veelgehoorde kreet is.... ik heb nu weer een kleinzoon met deze lijfspreuk ......en daar komt meestal niets geen goeds van. Als jij geen stuur geeft aan de omstandigheden, dan geven die omstandigheden wel 'vals stuur'aan jou.. Maar dat meisje zei, toen hij in het 'huwelijk met alras een kind' zo'n beetje bleef door - freewheelen: "Ga nu terug naar de Paedagogische Academie en vraag of je die afgebroken studie weer kunt oppakken"
En dat déed hij. En het bleek mogelijk om die studie, die al 'in de prullenbak' lag, terug te plaatsen, (om in huidige computertaal te spreken). En nu is hij al 35 jaar lang leraar. En 'de dingen maar laten gebeuren' is er niet meer bij.
Soms worden onze gebeden op een onverwachte manier verhoord. Dat meisje was niet eens Christelijk, al heeft ze een grote plaats in ons hart . Maar de Heer gebruikte haar wel in het kader van de verhoring van de gebeden, die wij opzonden.
Lieve mensen; verschilllende lessen uit dit ratjetoe: - heeft u het moeilijk: naar de Heer Jezus en een gemeente van hen, die Hem liefhebben - gaat het later weer goed: blijven bij hem en bij zo'n gemeente - bent u gebleven en gaat het weer moeilijk; niet afnokken dan. De Heer kan u ook dan weer helpen. - heeft u ook zo'n zoon, die je wel achter het behang zou willen plakken, maar ach: u houdt zoveel van hem en u bidt voor hem....vertrouw de Heer maar voor een oplossing. Die komt altijd weer anders. Want de Heer God is goed.... en te vertrouwen.... maar hij is onvoorspelbaar, want zijn wegen zijn hoger dan onze wegen en zijn gedachten zijn dieper dan onze gedachten.( Jesaja 55 v 8). En hij vindt dikwijls een oplossing, waarvan wij aanvankelijk helemaal niet in de gaten hebben, dat dat de enig mogelijke is.
Doe dat nu maar: vertrouwen opde genade van de Heer.
Daag Ger
Weet je wat nu zo leuk is. Terwijl ik dit aan jullie schrijf, komt opeens de gedachte binnen: "Bel je kleinzoon eens op". (dat is weer een andere kleinzoon dan daarnet genoemd ), " want die zit in hetzelfde parket als je zoon indertijd". En we hadden zo'n fijn gesprek. Dát vind ik nu de begeleiding van de Heilige Geest van moment tot moment. G
Tijdens mijn vele gesprekken ontmoette ik ook eens een jonge, veelbelovende man, die zei: "Ik voel mij wel aangetrokken tot het Christendom en met name tot 'het volle evangelie'. Maar nu heb ik iemand ontmoet, die mij voortdurend verzoekt om daarheen te gaan. Maar die persoon, die vrouw is zo 'dubbel' Ze voedt haar dochters zo slecht op, die mogen maar ongelimiteerd vrijen en als ze er dan éen met een jongen in bed vindt, dan heet dat : de duivel. En nog veel meer van die dingen. Ik zeg maar zo: God en Jezus zijn mij goed en best...niks mis mee....maar dat grondpersoneel van hen...!!". Natuurlijk zei ik de gebruikelijke dingen: - dat de Heer hem lief had en dat God hem riep , ook door dit- door hem als gebrekkig beschreven- werktuig heen. - dat Jezus grote plannen met ieder mens had en dat ook hij naar zijn grote toekomst met Jezus en zijn Geest moest kijken en niet naar deze wat ongelukkig overkomende spreekbuis. - en meer van die dingen .
Maar mijn vrouw vertelde mij juist in die tijd van haar pastoraal werk onder de meisjes van het koor - meer discipline !, kinderen; niet zomaar verzuimen. Er moet orde in het koor zijn en die vraagt om betrouwbare opkomst - niet maar onbeperkt kwebbelen en giechelen; en daarna met vroom gelaat en nog onrustig innerlijk zingen van: "Wie tot aan het einde volhardt....". - ook geen kletspraatjes!, kinderen.... over medegemeenteleden of wie-dan-ook. Je doet er ook jezelf schade mee.
En dat geeft mij aanleiding om ook tegen mijn lezers te zeggen: "Is het wél met u....Ben je nog een leesbare brief", ( 2 Corinthe 3 v 2)
De dame, waar ik het zoëven over had, was geen erg goed leesbare brief, ( Overigens houd ik ook rekening met de mogelijkheid, dat 'onwilligen' soms wel 'een hond willen slaan en dan best wel een stok vinden'.
En de koormeisjes kunnen bij het 'zingen' niet díe goede uitstraling hebben gehad, die wel kon, als ze van te voren de dingen niet deden, die mijn vrouw terecht gispte.
Laten wij allen blijde getuigen zijn, vol van geesesvrucht: - liefde, blijdschap, vrede - goedheid, trouw - zelfbeheersing. - vriendelijkeid, geduld en mildheid
Vanmorgen repte ik mij naar huis in kil weer, waarop mijn dunne zomer-outfit niet berekend was. Een vage kennis wenkte mij en vriendelijkheid en zelfbeheersing noopten mij er toe om in al die tochtigheid plaats te nemen naast haar op een bankje . En ze vertelde mij van haar gebrek aan blijdschap en vrede, dat tot depressies leidde. Zij had naar de mens gesproken, reden tot klagen genoeg. Ze kende de Heerr wel tamelijk goed en ik vond daarin een handvat om haar van 's Heren goedheid en trouw te spreken, van zijn liefde en mildheid. Ik dacht toch wel, dat die woorden ergens 'landden'.
Zeg nu niet: "Hè...hè....wat vindt Ger zich weer mirakels goed".
Nee, zie dat nu niet zó. Ik ben al zo oud en zo lang bij de Heer en - alleen al door mijn leeftijd- ben ik gevrijwaard voor zoveel 'dubbel gedoe' en zoveel onnut gepraat. Ik wilde jullie alleen van mijn vreugde vertellen. Bid maar voor die trieste eenzame op dat bankje.
O..... er gebeurde best wel veel in Suriname in het algemeen en in de gemeente in het bijzonder. Maar steeds meer centraal kwam te staan, wat er in de huiselijke kring aan het gebeuren was.
- Suriname: er waren van de vele partijen van vóor de verkiezingen maar twee overgebleven: een Hindoestaanse partij en een Creoolse partij. De Hindoestaanse partij had per saldo iets verloren en de Creoolse partij had alles wat er verder was, opgeslokt en had de meerderheid gekregen. En ze wilde dat ook best weten ook. In het parlement werden zulke kreten gehoord als: `Nu hebben wij de MACHT en die zullen wij helemaal en helemaal gebruiken ook". Het was een roes van overwinning, die al de turbulente ontwikkelingen in volgende jaren in kiem in zich droeg.
- En- min of meer beducht- gingen velen emigreren naar Nederland. Dat was vreselijk gremakkelijk. Je had een Nederlands paspoort of kon dat zonder meer aanvragen. Als je maar zes jaar overheidsdienst had, dan werden je reiskosten en die van je gezin betaald en daarnaast ook zes maanden doorbetaling van je salaris gegarandeerd. En in die tijd kon je in Nederland goed rondkijken. En vele bedrijven hadden hun arbeidsvoorwaarden aan die van de overheid aangepast. En zo hadden wij elke week in de gemeente hele rissen mensen, die afscheid namen. De gemeente leek wel leeg te lopen, maar vulde gelukkig wel weer aan. Het vertrekken van ' geoefenden' en het binnenstromen van 'ongeoefenden' werkte wel ongunstig in op de kwaliteit. Naast de verslechterende politieke omstandigheden, maakte deze emigratie de toestand steeds meer beklemmend voor ons, als 'Europees gezin'.
- Maar het meest zorg barende was toch wel de ontwikkeling van Betty's gezondheid. Hevige vloeiingen uit haar baarmoeder matten haar af en soms had zij ook een vreemd , dof gevoel in het hoofd. En- nog in Nederland zijnde- had zij al last gehad van tia's.
Je begrijpt: omstandigheden, die tégen waren. Nu - na al die jaren- vergelijk ik onze toestand wel eens met die van de discipelen in de dagen van Jezus' 'neergang'. Zij hadden hun Meester gevolgd in jaren van voorspoed. maar nu groeide de vijandschap en werd Jezus als het ware 'toegezogen' naar Jeruzalem. En hij deed van die vreemde, onbegrijpelijke uitspraken. Maar ze waren hem in tijden van glorie trouwgebleven en ze bleven dat ook nú, in tijden van tegenspoed.
( Behalve die ene, die als een rat wachtte op zijn kans om het zinkende schip te verlaten).
En zo bleven wij ook trouw aan de Heiland, Betty en ik. We hadden tijden van glorie gekend, van genezingen en verhoringen. maar wij konden de Meester niet loslaten, nu het onbehaaglijker en dreigender werd.
Zo is het toch ook met jullie.Jullie kennen dat toch ook: "Meester, waarheen zullen wij gaan ? U hebt woorden van eeuwig leven", (Joh 6 v 68 )
Ach....en later heb je daar ook nooit spijt van, van dat 'je aan Jezus vastklampen, wat er ook gebeurt'.
Geleidelijk aan vloeit 1973 over in 1974. Nog altijd in Suriname.
Van de kinderen in Holland nog steeds intensieve berichten, althans van Ida en Willire. Jaap schrijft nooit, Harry zelden. Nou ja...jongens hè. Maar dat Mieke nooit van zich laat horen, is pijnlijk. Maar ze is ergens ontstemd over . We zitten dat maar uit.
Maar , zoals gezegd: wat we via Ida en Willie horen, duidt op een hevig ´van alles meemaken´daarginds van ál de onzen.. - Ida begint aan een HAVO- studie....en voor het werk van haar man verhuist ze naar de kop van Noordholland. Maar later blijkt, dat ze daar geen aansluiting bij een gemeente van gelovigen kunnen vinden. En ze kopen een boot en die houdt ze elk weekend bezig - En Willie doet van allerlei cursussen. Nu is ze weer op pottenbakken. En ze heeft een nieuwe baan. En ze maakt een sterfgeval mee in de schoonfamilie. En zij en haar man gaan nog weer een keer naar een ' One way day'. (Dat was een voorloper van de later door de E.O. georganiseerde massa-bijeenkomsten. Ben Hoekendijk, toen een bekende naam in onze kringen, organiseerde deze dagen. Net op tijd, toen de E.O,. met een nieuwe formule kwam, trok hij zich uit dit werk terug. Maar de Pinksterconferentie bleef hij organiseren en dat feest is nog een hoogtepunt voor ' Opwekking', dat uit Bens activiteiten voortkwam). Wij herademden. Ze kwamen althans nog ergens....en Ida zou 'ook nog wel ergens komen'. Wisten wij veel, dat Ida's man al helemaal was ingeweven in een net van geïntereseerdheid voor 'vliegende schotels' en dergelijke afleidende ideeën. Nee, nu haal ik weer wat door elkaar. Het was Willies man. Nu ja...we zijn nu - in 2008- al weer zo'n eind verder. En die twee- nu ex- mannen zijn al weer vervagende herinneringen geworden.
Maar behalve die 'Europese nieuwtjes' zijn er ook in Suriname dingen genoeg. - Mariëtta floreert niet zó in dit land. Ze heeft wel lieve vriendinnen, maar dan raakt ze weer min of meer overspannen, doordat de juf hen de hele dag maar laat 'hoofdrekenen'. Nooit vergeet ik haar verdrietige 'roep om hulp': " Ik moet ook 's nachts altijd maar hoofdrekenen". - Marijke floreeret wat ál te goed in dit land. Ze preekt srenang als de beste en komt met kreten als: "Suriname los van Holland, van de koloniale onderdrukkers".
Maar over de echte ' makkes' een volgend keer.
Voor al deze zaken hebben we veel afgebeden. Niet alles liep goed. Tot op de huidige dag blijven er dingen onverhoord. Andere dingen kwamen in orde. Willie is tegenwoordig een geregelde kerkganger. Renate is een ferme moeder van een krachtig gezin geworden en wéet niet meer van haar obsessie van toen.
( Even een flash back: in 1966 had ik een zware , mentale inzinking en lag op zeker moment kreunend met mijn hoofd in de schoot van mijn vrouw. Mieke en Willie kwamen binnen en vroegen iets onbenulligs. Ik hoor nog de noodkreet van mijn vrouw: "Ik zit hier met mijn man, die bezig is gek te worden en jullie vallen mij lastig met zóiets". Toen was dát een nood en we baden. In 1974 was dat met Renate echt óok een nood en we baden)
Maar het hoofddoel van het gebed is toch ook: contact houden en een relatie opbouwen met God en Jezus en hun Heilige Geest en de verhoring- op welke wijze dan ook- vertrouwend aan de Heer overlaten.
Direct terug uit de heerlijkheid van die vacantie was daar weer de dagelijkse gang van zaken.
Heel in de verte, ik herhaal van heel, heel ver weg, dacht ik wel eens aan een hoogtepunt in het leven van de Heer Jezus.
Weet je nog van zijn verheerlijking op de berg. En toen hij van die berg afdaalde, wachtte hem daar beneden zo'n absolute anti-climax.
Nu was het zó met Betty en mij. Aan een grote groep mensen hadden wij daar op Aruba en Curacao, met Bonaire als neutraal verbindingsstuk, het blijde nieuws van het evangeie mogen vertellen. Ik had gedoopt, de mensen hadden ons dankbaar gekust bij ons vertrek, Betty had op haar manier vertroost en Bonaire had toch ook op weer een andere manier van Gods uitreddingen getuigd..
En toen we weer terug waren van Zanderij in ons huis daar in de Nickeriestraat was het eropeens allemaal weer: - de auto was kapot - gedoe in de gemeente, Gods kinderen toch...! - domme vragen in de bediening: "Kan broeder een beetje voor mij bidden, dat ik wat geld krijg om te roken". - de zoveelste stelende dienstbode - tweedrachtzaaierij op kantoor - rare parlementsverkiezingen, waarbij je - dus ook wij, (Europese Nederlanders), op twee partijen kon stemmen....en toen wonnen weer andere partijen dan wij hadden gekozen, Betty, (hier tot ' Seplije' herdoopt) en ik. - Terreur door de overwinnaars in de verkiezingen - toch ook wel weer een wonder: toen Betty bad met een persoon, die nooit meer sprak na een schok, begon die vrouw opeens te praten - begrafenis leiden van een onbekende - storingen in de landelijke voedselvoorziening - onze hond loopt iemand omver, die naar het ziekenhuis moet voor herstel.
Maar bovenal: die roddel...!. . Er is een kwaadaardige roddel, door een vijandige adviseur verspreid: "Hij is in zijn jacht naar correcties voor de belastingen een keer een dame nagelopen tot in haar slaapkamer toe". Dat wordt dan al gauw: "Dring nu voortaan geen slaapkamers meer binnen. De mensen zijn daar erg gevoelig op hier". En een nieuwe roddel: "Meneer - een zeer vooraanstaand adviseur - vertelt mij, dat hij je buiten de deur heeft moeten zetten, toen je al te brutaal doorvroeg. Een paar dagen later, toen je dan wat ingebonden had, heeft hij je maar weer toegelaten" . Ook weer volkomen uit de lucht gegrepen. En als je je dan verweert: "Maar meneer X verzint zoiets toch maar niet". Leg dan eens uit, dat iedereen hier zo maar wat roept en dat dit ' roepen' dan als regel bij de hoorders weer het ene oor in en het andere oor uit gaat; dat de verhalen groot zijn, maar niet eens bedóeld om geloofd te worden. Maar ik heb dan weer te maken, met mensen, die de sfeer van dit land heel niet kennen en die met al hun verstand soms even héel onverstandig bezig zijn..
Ik denk aan de versregels: " Indien gij kunt verdragen dat een schelm het woord door u gesproken, verdraait, vervalst en dan voor goede munt verkwanselt aan een zot:"... ...................... ( met na vele ' indiens' als conclusie: "Dan zijt gij een mán" ) en ik verdraag maar weer....
En al dat stof, dat op mij neerdaalt, stof van de zonde, de ergernis om al die nare gebeurtenissen, wil Jezus van mij nemen. Ik hoef dat stof alleen van mijn voeten te verwijderen, zodat 'de slang', de duivel; , die stof eet, ( Gen 3 v 14), niet via al dat stof, mij in mijn voet bijt.
Door mij aanvaarding van Jezus ben iik al , wat mijn positie betreft, ( die ik natuurlijk wél wáar moet maken), rein. ( Johannes 13 v 10). Maar die voeten, elke dag weer bevuild met het stof van de wereld, dat maar op mij neerdwarrelt en tot zonde van irritatie leidt....dat doe ik elke avond of zoveel eerder als nodig is, weg.
En zo houd ik het vol, daarginds in Suriname...en ook nú nog.
Na dat feest op Aruba zouden we naar de volgende eilanden, Bonaire en Curacao, gaan. Maar op Aruba had Betty´s altijd fragiele gezondheid geleden. Ze was goed ingesteld geraakt op het vochtig-warme weer in Suriname. De droge hitte moest echter weer helemaal wennen. Maar ze werd maar meegesleept, de Hooiberg op en nóg een keer snorkelen. En ze wilde niet altijd `Nee`zeggen. Maar toen we op Bonaire aankwamen, was ze al op weg om ziek te worden. En daar was er opeens een heel aardse tegenvaller. Het geld was op, een beetje te veel uitrgegeven bij Henderson en al die andere verrukkelijke zaken in Aruba. Maar toen opeens bleek, dat we in onze 'vouchers'een stille reserve hadden. Ik ga dat nu niet uitleggen, maar opeens kregen wij zomaar geld en konden wij met een verruimd gemoed naar Curacao. We dankten de Heer, hoewel we hadden kunnen zeggen: " Onverwachte meevaller". Maar voor een ' kind van God' zijn 'meevallers voor de wereld' iets heel anders. Hij kijkt anders tegen het leven aan en noemt die voorvallen ' glimlachjes van God'.. En dat is ook éen van de redenen, dat Spreuken 15 v 15 kan zeggen: "Voor de blijmoedige is het altijd feest".
Curacao dus. Daar vonden we vrienden van jaren geleden terug, geloofsgenoten, die sterk voor ons baden en ons binnenhaalden in hun gemeente , waar ook weer een kring van bidders om ons heen stond. En Betty's onwelzijn en oververmoeidheid werd door al die gebeden en die warm-koesterende deken van liefde genezen en diezelfde avond stond ik daar weer te preken . En Betty ook daar weer op een muziekinstrument.
En verder herinner ik m ij van dat verrukkelijke verblijf nog een grandioze doopdienst in die lauw-warme zee onder die stralend blauwe hemel, met vele badgasten, die het allemaal gadesloegen.
We hadden daarginds moeilijkheden, ziekten, tegenslagen enz meegemaakt. Maar we kwamen echt 'uit de verf' en konden daar meer tot ontplooiing komen in onze dienst van de Heer.
Verrijkt en gelukkig stapten wij weken later uit het vliegtuig , weer terug op Surinaame bodem.
Met de Heer zo'n rijk leven .
Zeker: "Het leven is geen vreed'alhier, geen wapenstilstand vragen. Het leven is: de kruisbanier Kloekmoedig voorwaarts dragen.
Men struikelt wel en wonden krijgt men dikwijkls: dicht'en diepe...... Maar 't is geen weerbaar man , die wijkt of hem de dood beliepe....
Het leven is geen vreed' alhier, geen wapenstlstand vragen. Het leven is: de kruisbanier tot in Gods handen dragen.
Daar was het dan: een échte vacantie. In 1971: Blakka Wattra In 1972: Stoelmanseiland. Maar nu...1973...: Aruba, Bonaire, Curacao. We hadden woningruil geregeld met mensen op Aruba. Toen we er aan kwamen, hadden we op geestelijk gebied al enkele adressen, waar we terechtr konden. Maar denk nu nier, dat we op aards gebied helemaal ' zónder' wilden zitten. Nee, we hebben daar ginds in Aruba en later ook in Bonaire en Curacao genoten van snorkelen, toeristische items en van het toevallig juist tóen gevierd 25- jarig regeringsjubileum van Koningin Juliana.
Maar het meest feestelijke blijft toch wel in mijn herinnering al die bijbelstudies, doopplechtigheden, preken en zo, waarin wij beiden een werkzaam aandeel mochten hebben.
Een heerlijk publiek, wat meer ontwikkeld, dan waar we in Suriname mee te maken hadden. En de vragen, die ze stelden ! In die tijd merkte ik, dat ik het meest in mijn element was, wanneer ik vragen kon beantwoorden.
Veel en veel later..... jullie weten daar alles van ......kreeg ik volop de gelegenheid om schriftelijk vragen te beantwoorden. Maar; mondelinge vragen: daar zou ik steeds nog graag wat meer oefening in hebben.
Het ging allemaal zo relaxed in die eenvoudige huiskamers. Op een avond had ik een gehoor, dat grotendeels uit jonge knapen bestond. Ik voelde me als een vis in het water. Ik geef graag onderricht aan kinderen, doe dat nog steeds op kinderclubs. Deze jongens waren dan wel iets ouder...twaalf...dertien..Maar de sfeer was zo ontspannen, dat éen van hen zei: "Ik zou ook wel bij Jezus willen horen".
Zijn vrienden dromden om hem heen. En toen ze hoorden, hoe dat ging: 'een eenvoudig gebed uitspreken en dan had je althans een begin', wilden al die frisse, bijna- en net - tieners wel. En dat ging allemaal zo ontspannen, zo zonder enige pressie, Ik blijf dat altijd nog als een heel gelukkig levensmoment zien. De jongens konden worden opgevangen in kringen, waar ze verder verteld kregen over de Heer Jezus. Ik heb veel gezaaid in alle jaren van mijn bekering en daarvoor gold:: "Wie in tranen op weg gaat, dragend de buidel met zaad".... want het werk ging dikwijls met tranen van teleurstelling gepaard. Maar deze avond was een 'voorsmaak', van wat aan al Gods kinderen is beloofd: "Hij zal thuiskomen met gejuich, dragend de volle schoven", ( Psalm 126 v 6).
In Suriname vertelde onze hindoe werkvrouw ons eens het volgende: " Kennissen van mij hadden twee jongens, die niet deugden. Nadat ze voor de zoveelste keer weer eens hadden vastgezeten , kwam de familieraad bijeen. En als slotoordeel viel: "Iedereen wat bijdragen in de kosten van het vliegticket. En dán: naar Nederland naar de ww.. We moeten ze kwijt. Er komt niets van terecht".
En de twee braafheden werden op transport gesteld naar hun verbanningsoord.
Toen ik dit verhaal hoorde , dacht ik aan iets analoogs uit de 19 de eeuw. Toen werden in Nederland jongens, die niet wilden deugen, waarmee écht niets te beginnen viel, min of meer gedwongen door de familie om soldaat te worden in ' de oost'. En nu zag je dus iets dergeliojks gebeuren, maar wel met Nederland als ' bagno'.
Maar al werden er dan wel eens een paar naar Nederlansd gestuurd, in Suriname bleven er genoeg over. Ook wij kregen met inbraken en diefstallen te maken en dat was knap frustrerend. Even vooruitlopend: telkens moest ik een nieuwe fiets kopen, omdat de oude was gestolen. Naast inbraken waren ook dieverijen aan de orde van de dag. En op een gegeven moment was ik het allemaal zo beu, dat ik besloot te vertrrekken..
Overigens; wij zagen ook wel, dat slechtigheid toch uiteindelijk niet loont. Een man, die ons op ons eerste adres het leven zuur gemaakt had met allerhand pesterijen, kon het onkruid van het ' lelijke dingen doen' uiteindelijk niet ' in zijn achtertuintje houden'. Vandaar waaide het slechte zaad over naar zijn voortuin . Tenslotte werd hij gearresteerd wegens malversaties.
Allerlei lessen uit deze lukrake belevenissen.
Wat kunnen ook Christenen zich onveilig voelen in een chaotische maatschappij. Dat blijkt wel uit mijn ' m'n birezen pakken', toen ik er uuiteindelijk niet meer tegenop kon.
En dat doet mij dan weer denken aan de naaste toekomst van de wereld. Voordat de grote toekomst met de terugkomst van de Heer Jezus Christuas begint, komt er eerst een tijd van algemene ontreddering en verwildering wereldwijd. Dan gebeuren er nog wel ergere dingen dan ' deugnieten naar verre lansden verbannen'. waarheen moet je ze nog stúren.? Nu zingen we: "Vluchten kan niet meer". Dan zal het zo worden: "Maar wegsturen ook niet". Niemand zal jouw lastpakken er nog bij willen hebben.
Dan kan je ook niet meer vluchten naar een land, waar althans niet alles, wat los en vast zit, gestolen wordt. Want zulke landen zullen er niet meer zijn.
Laten wij de zachtheid en mildheid van het geloof in Jezus opzoeken, en daardoor sterk en gehard zijn voor de tijden, die komen, maar gelukkig ook weer voorgoed voorbijgaan.
O ja...dit nog : houden jullie je ' achtertuin' goed bij. De beste manier om je voortuin schoon te houden. Ik heb nog eens een verhaal over een ' geestelijk leidsman' gehoord , waarin gezegd werd: " Een engel opde kansel, maar een duivel in huis". Maar tenslotte liep het met zijn bediening ook mis.
Nu is dit wel heel extreem. En ik wil niets zeggen ten nadele van al die miljoenen zielenherders, die braaf hun pad gaan. Maar voor ieder geldt: waakzaam.
Het leven bestaat uit allerlei deel-gebeurtenissen. Ik noem er nu maar weer eens enige op:
- de houding van de adviseurs tegen de belasting-accountants. Die was hier in Suriname zo anders dan in Holland. Ze speelden hier veel meer 'op de man'. Bij het voetballen zie je dat ook. Wanneer er een sterspeler is, wordt hij dikwijls bij het ontwikkelen van een mooie actie gehinderd, doordat hij stiekem 'pootje wordt gehaakt'. En voor de adviseurs waren wij, Hollandse accountants, natuurl;ijk 'sterspelers'. En zo waren zij voortdurend bezig om mijn persoon te belasteren, sommigen tenminste. Ik zou tot de slaapkamers van dames zijn doorgedrongen, was éen zo'n verhaal. Schaamteloos gelogen, maar ik merkte al gauw dat in deze , wat andere maatschappij, leugens het goed doen als dagelijkse, luchtige kost. Soms stonden er ook over ministers verhalen in de pers, die je de haren te berge deden rijzen en die in Nederland zeker tot strrafprocessen zouden hebben geleid, gesteld dat daar iets dergelijks zou zijn voorgekomen. Maar hier gingen al deze verhalen over en weer met een glimlach gepaard. Ze werden als 'sterke verhalen' - eigenlijk niet eens met de bedoeling serieus te worden genomen- verteld en als zodanig ook met een glimlach afgedaan. Maar wij, buitenlanders, zonder geworteld-zijn in het land, leden er echt veel schade van. Juist wij waren kwetsbaar en dat wisten sommige adviseurs terdege te gebruiken. En ik had het er knap lastig mee, niet alleen in mijn gemoed, maar ook in dienstverhoudingen.
Nu ja....later - in de internet-tijd - lwam ik op forums soms ook heel rare aanvallen tegen. Maar ik knipperde niet met mijn ogen. Ik had in Suriname een heel stevige training gehad. Zo maken ervaringen in de 'wereldlijke sfeer' je ongeweten gereed voor het goed beleven van ervaringen in de 'geestelijke sfeer' later. Hierbij teken ik wel weer aan, dat in het verleden geleerde lessen ook wel weer eens vergeten worden. Zo was er onlangs weer eens een ' ongelikte' internet-aanval en ik was zó bezeerd, dat God te hulp moest snellen. En dat deed hij weer voortreffelijk door een lief woord van een andere gebruiker. Echter; het geheel bekijkende, zeg ik toch: Er loopt een aanwijsbaar zijnde gouden draad door alle mogelijke belevenissen.
Met mijn auto had ik steeds ellende. Er waren geen goede mécaniciens voor deze wat chique car. Daar kwam nog bij, dat soms onderdelen, klokjes, benzinemeters en zo, nog helemaal goed, werden vervangen door mindere exemplaren, waarna men van het geroofde goede sier maakte. En die mindere vervangingen raakten dan weer in de kortste tijd defect. En zo ´bleef het werk in de wereld´. Echter: de ergernis, die deze gebeurtenissen in ´de wereld van alle dag´veroorzaakten !. Later heb ik ook in de ´wereld van de Geest´enorme ergernissen mee moeten maken. Het was zelfs zo, dat medegelovigen zeiden: "Hoe heb jij Jezus vast kunnen houden". Dan antwoordde ik steeds : "Door Gods genade". Dat was wel juist. Maar nu- achter zo vele gebeuretenissen staande- zie ik ook weer die 'gouden draad': de harde training in de Surinaamse maatschappij maakte mij ook geestelijk meer weerbaar.
We zijn in dat moeilijk te bereizen land toch nog wel eens uitgegaan. Ons werk voor de Heer hield ons zo in Paramaribo gevangen. En mijn doodnormale werk op kantoor kwam daarbij.
Maar in 1973 tracteerden wij ons toch eens op een reisje naar Stoelmanseiland.
Al die vreemde namen hier. Niet ver van ons vandaan was de 'Hoer Helenakreek', mogelijk omdat een dame dit adres had voor haar werkzaamheden.
En nu dus Stoelmanseiland. In de 19 de eeuw was sergeant Stoelman op weg om het binnenland te verkennen. Hij voer de Marowijne op . Toen het avond begon te worden, was het hoog tijd om het voor die dag gezien te houden. Hij sprong aan land op wat wel op een eiland leek en het later ook bleek te zijn en zei tegen zijn mannen: "Hier maken wij kamp". En zodoende....
Met z'n vieren er heen. Met zo'n klein vliegtuig over de 'boerenkool'. Want daarop lijkt zo'n oerbos wel van boven. Landen op 'Stoelman'. Het was wel erg natuur al. Wat was je ver van Paramaribo. Veel naakt. Maar het wende al gauw.
Zwemmen met de latente schrik voor pirengs, de kleine, moorddadige roofvissen, waarvan ik veel had gehoord. O, die schrik, toen ik iets aan mijn tenen voelde. Maar er bleek niets aan de hand.
Daarna de tochten; de soelahs met al die wervelende watermassa's. In het hostel wild eten, net geschoten in het bos.
Maar het voornaamste, wat ik me nog herinner, was een vreemd verschijnsel in de dorpen, die we bezochten.. Ik zag daar kinderen met vreemd uitgestulpte navels. Die groeiden soms als een behoorlijke tak op hun buik. Doodeng.
Men vertelde mij, dat het de schuld was van de toverdokters, die in deze wilde contreien grote invloed hadden. Er was daar een idee, dat jonge kinderen geen vis mochten eten, terwijl het toch het voornaamste voedsel daar was. De tovenaars zaten daarachter. Mij werd verteld, dat die uitstulpende navels een gevolg waren van vitaminegebrek door het niet eten van het voornaamste volksvoedsel: vis. Als de kinderen een bepaalde leeftijd hadden bereikt, mocht het dan wel en dan herstelde dat nare euvel zich weer.
Maar ze hoeven mij nooit meer te vertellen, dat de zendelingen maar weg moeten blijven uit de verre binnenlanden, omdat zij de oorspronkelijke traditie helpen vernietigen.
Want ik had deze heidenkinderen toch zo gegund, dat er mensen, van Jezus vertellende, ook die nare fabels uit de wereld geholpen hadden.
Nee, het binnenland en de onbereikte streken zijn niet gelukkig. Ook daar hebben ze Jezus nodig en ik ondersteun gaarne al die zendelingen, die geen plekje op aarde onbezocht laten en overal, naast het evangelie van Jezus, ook raad geven in dergelijke toestanden.
Zoveel nood in de arme kringen van Suriname. Betty en ik deden alles voor onze werkster, die in een cirkel van armoede gevangen zat. Ze woonde in een krottenwijk, waar de huizen zo dicht op elkaar stonden, dat de politie daar niet graag kwam vanwege de volkomen onoverzichtelijkheid. Je begrijpt dat er in het huisje van onze dienstbode niet veel stond, dat begerenswaardig was. Maar toch nog hadden buurtbewoners bij haar ingebroken en iets van dat weinige gestolen.
Ze kreeg ook eens een groot papier, waarop stond, dat zij voortaan in aanmerking kwam voor kinderbijslag. Ik moest haar uitleggen, wat er stond, maar toen was ze ook opgetogen. Ik liep voor haar vele bureaus af, tot ik eindelijk 'de groene kaart' voor haar te pakken had. Maar alles was alleen een verkiezingsstunt geweest. Later hoorde niemand meer iets hiervan.
Onze dienstbare had een dochter. En dat meisje wilden wij vooruithelpen en betaalden een typecursus voor haar. Maar ook dat liep weer mis. Het lijkt wel, of de mensen in die achterstandpositie met duizend armen alsmaar werden teruggetrokken in hun onoverstijgbare blijvende isolement.
We namen ons echt wel goedwillende dienstmeisje ook wel mee naar de samenkomt. Maar ze was bang voor de sfeer van al die onbekende mensen, die toch uit iets minder armzalige en hopeloze kringen kwamen dan zijzelf. Op het laatst ging ze gewoon uit ons huishouden dingetjes stelen. Het leek wel, of ze zich bij ons 'onmogelijk wilde maken', om zo van al dat vreemde, waarbij ze niet wilde passen, af te komen.
Let wel: we hebben ons geéstelijk ingespannen om deze leventjes te redden uit dat moeras, waarin generatie na generatie gevangen zat van de wieg tot het graf. Maar ook ons bezig zijn in de 'hemelse gewesten voor dit gezin hielp hen niet.
Zo hoeft het echter niet altijd te gaan. Later, terug in Nederland, ontmoette ik eens een jongen uit dergelijke milieus, die zich ook helemaal niet thuis voelde tussen jeugd uit andere wijken. Maar hij déed er iets aan. Hij beleed: "Ach broer....ik kom uit 'de zeven steegjes'...u begrijpt...."..
Hij kon en wilde althans iets benoemen. En toen voelde je een punt, waarop je contact kon krijgen. We hadden een gesprek. Ik heb hem later weer uit het oog verloren. Maar ik heb goede hoop, dat hij de weg uit zijn neerzuigende milieu vandaan, heeft kunnen vinden.
Nog kom ik onbereikbaren tegen. Er is een man, die telkens op mijn weg komt. Ik spreek vriendelijke woorden, maar hij gaat elke gesprek uit de weg, reageert niet. Maar er zijn ook mensen, die hun barre ellende vrijuit tegen mij bekennen. En later bedanken zij ontroerd voor de sterkende woorden.
Zo kunnen wij allemaal in het leven staan.
1 Cor 9 v 22 leert ons, dat het Paulus ook niet altijd lukte om mensen te laten juiichen: "Hij ( Jezus) trok mijn ziel uit de put, Uit modder, diep en zwart. Hij zette mijn voet op de rots En reinigde mijn hart. Hij gaf mij een lied in de mond En 'k loof hem vroeg en spa. Hij trok mijn ziel uit de put, o halleluja'.
Hoor maar, hoe Paulus wat 'kleintjes' zegt: " Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden , om in elke situatie ALTHANS E N K E L E N te redden"". Hem lukte het ook niet altijd.
Doe net als Paulus en wij: Tracht alles voor iedereen te zijn; in hulp, in meegevoel, in meedenken. Psalm 126 v 6 zegt het zo mooi: " Wie in tranen op weg gaat, dragend de buidel met zaad, zal thuiskomen met gejuich, dragend de volle schoven".
Betty en ik hebben ook met tranen soms, Gods evangeliewoord gezaaid. Maar nú al draag ik juiichend volle schoven, wanneer iemand zegt: "Jouw preek in 1978, was het begin van mijn bekering". (gezegd tegen mij in 1998).
Zo kan het ook u gaan.
Maar: wanneer u zélf door muren van misverstand en mentaliteitsverschillen van 'de anderen'gescheiden bent, breek door die muren heen. Missxchien woont u 'geestelijk' 'in de zeven steegjes'. Misschien in de natuurlijke zin van het woord. Misschien én géestelijk en in de dagelijkse werkelijkheid. Steek uw hand uit en roep: "Help".En Jezus trekt u uit de ;put.
Lang geleden werd er eens een profetie over mij uitgesproken, waarin onder andere deze zinsnede voorkwam: "Je zult versteld staan over de zonderlinge antwoorden, die je gaat krijgen". Natuurlijk ga je dan vragen: "Waar dan en wanneer". En de rest van de profetie maakt niets duidelijk: "Ook de eilanden zul je bezoeken". En over die 'eilanden' hoor je dan later, althans in mijn verhaal over een poosje. Maar de profetie liet het nog in het duister.
Wel, in Suriname maakte ik genoeg zonderlinge dingen mee voor de rest van mijn leven. Aan de lopende band misverstanden. Zo bezoek ik een vrolijk feest. de feestgever heeft de 97½ de verjaardag van zijn grootmoeder gekozen om weer eens zo'n echt Surinaams feest te bouwen tot 'bam', tot zolang, eigenlijk ver in de kleine uurtjes, her feest verloopt. En op zo'n feestr ontmoet je dan allerlei rare situaties. mensen proberen je hun familieband uit te leggen, maar door de verwarde familieverhoudingen heet ieder weer anders dan eigen volk. En dan komt er weer iemand op je toe, die met 'dubbele tong'vraagt: "Ik heb hier nog een consumptiebon voor een doosje lu-lu-lucifers. Kan ik daar ook een kroket op krijgen". Ach, ik zou een hele serie van deze kleine verhalen nodig hebben, om alle gebeurtenissen alleen al van zo'n avond vast te leggen. Maar aan het eind van de avond zitten Betty en ik te schateren van het lachen in onze auto.
En echt hartelijk lachen mag echt wel eens, want er zijn zo veel nare dingen. Zo is er een keer een vergaderinge van geestvverwanten en daar worden zulke vreselijke dingen tegen elkaar gezegd, dat je denkt: "Maar waar is hier nu het geloof in Jezus in zijn doorwerking".
Ik leen geld aan iemand en hij is kwaad wanneer ik het terugvraag. "Wij beschouwen hier geleend geld als gegeven".
Maar ach, beste mensen, neem van mij aan, dat ik onze Surinaamse tijd toch niet verknoeid acht. Wat heb ik daar samen met mijn vrouw en ook afzonderlijk en wat heeft zij- idem -veel over de Heer kunnen vertellen.
Wij hebben gezaaid en geloven zeker, dat het woord van de Heer niet ledig wederkeert, maar dat het zal doen, wat hem behaagt en dat volbrengen wat hij wil.
Wat was er nu eigenlijk aan de hand en waar ging het nu over bij de staking. Er was een ambtenarenbond, die meer loon eiste. Andere bonden wilden sympathie betuigen. Er was ook een wat wilde stemming, erg ´links´. De overwinning van de Communisten in Vietnam was al weer even achter de rug. Maar nu waren er in Afrika ook succesvolle communistische opstanden. Net was in een groot land, Angola, de Portugese kolonist verjaagd en ook in Mozambique en daar waren allemaal 'linkserige' regeringen gekomen.
Jonge mensen dachten: "En nou wij". En zij gaven ophitsende krantjes uit, zoals ´de rode Surinamer´. En er was nog een bron van onrust. In Nederland was de tiijd van agitatie, de zestiger jaren , achter de rug. En vele onderwijsgevenden waren vandaar overgekomen naar Suriname en brachten hier de ideeën, die in Nederland uitgediend raakten, nu de 'saaie'zeventiger jaren waren begonnen.
En al die dingen werkten in op de algemene onlust . En je zult in dergelijke situaties altijd zien, dat de duivel ingrijpt en de zaak laat escaleren op een manier, die niemand had voorzien. Het begon ermee, dat bakkerskarren werden geplunderd. En toen gingen er twee van die houten scholen in de brand.... in Suriname waren toen nog ovrwegend houten grbouwen. ....en toen vielen de eerste doden. En met het bloed van de slachtoffers werd op de muren geschreven: "Wraak voor onze doden".
En toen was er die nacht, dat er een molotovc-cocktail werd geworpen in het totaal houten gebouw van de belasting-inspectie. Dat gebouw was een loods, in de periode 1940-1945 door de Amerikanen daar neergezet en nooit vervangen door een degelijk gebouw. En de inhoud: papier en nog eens papier, de gezamelijke belasting-gegevens van heel Suriname.
De vlammen moeten op het hoogrepunt dertig meter hoog zijn opgelaaid. Toen ik de volgende dag ging kijken naar de smeulende puinhopen, viel éen ding mij in het bijzonder op. Weten jullie nog, ... ja, ik vertelde dit pas vorige week ....dat de inspecteur tegen mij na ´de rampokpartij ' had gezegd: `Zó´n geluk: ze zijn de trap niet opgrweest". En nu keek ik naar die trap en....ik vond hem in zijn geheel terug....in enkele seconden in zijn geheel verbrand en als zwarte as in de vorm van een trap liggend op de witte as van de formulieren..
Alleen de 'chef de bureau was aanwezig om de wacht te houden bij de puinhoop. Hij klaagde mij zijn nood: "Ach...meneer Gerritse: zó'n nationale ramp...en niemand is geweest om te kijken of iets te zeggen: de gouverneur is niet geweest..... en de minister van Finnanciën niet...en de directeur van de belastingen niet....".
Ik zei: "Maar.....IK ben er toch !!!
"Stelde niets voor...wie was ik ??? Maar hij nam mijn hand in de zijne en zei zo echt warm: "Ja....ú wás er !!!!
Een Surinaams toneelstukje voor twee heren. Maar de indruk is bij mij onuitwisbaar gebleven.
Nadien bloedde de staking dood.Een loonsverhoging zo hier en daar. Was daar nu al die onrust voor geweest. Al die barricaden, die 's middags bij de siësta verlaten lagen en daarna waren ze er weer allemaal;: de politie en de betogers en het over de straat verspreide glas, waar ik door Gods goedheid dan onbeschadigd doorheenlaveerde op weg naar de een of andere meeting of naar een bidstond, waar de hulp van God werd afgesmeekt.'De geest was even uit de fles geweest en keerde daar weer in terug.
Na mijn 1976-vertrek, in 1981, is er een heuse coup geweest en een militaire dictatuur. Suriname werd steeds meer een echt Zuid-Amerikaans land.
Er zijn genoeg auto's vernield in die woelige dagen. Maar onze auto bleef gespaard. En ons werk in dienst van de Heer ging door. En dat gaat nog steeds door, in weerwil van allerlei stormen.
De Heer heeft ons geen rustige reis beloofd, maar wel een behouden aankomst.
....en terwijl wij bezig zijn met aller.lei huiselijke dingen, voor namelijk over Mariëtta: - ze verliest van die typische kleine kindereigenaardigheden, bijvoorbeeld: de dingen moeten altijd eender staan in de kamer - ze wordt minder panisch voor de tandarts - ze gaat beter om met het gepest op school, dat haar zo kwelde - ze geeft Marijke meer 'lik op stuk´
..... en terwijl ik steeds meer ´versurinaams´ in mijnb woordgebruik; als iemand mij om geheimhouding vraagt, antwoord ik zo echt in de bloemrijke sfeer vasn het land: "Deze lippen zullen verzegeld zijn....en als zij komen met een MES....dan nóg...zullen deze lippen zwijgen". ....en terwijl ; ach.....honderd dingen meer, groeit er gaandeweg in dit onbezorgde land met zijn heerlijke temperatuur, een wrevel.
Op kantoor gaan revolutionaire gesprekken beginnen, die er altijd weer op neerkomen, dat de 'bakra's'weg moeten, dat zijn dus de Nederlanders. En er is stakingsgeroep.
En voor je weet, dat het allemaal zo uit de hand gaat lopen, ligger er overal op straat bazrricades, wordt ons kantoor geblokkeerd, is Marijke ongwild stakingsbreker, want alle scholen liggen plat en ze gaat uit verveling maar helpen in het ziekenhuis. Maar daar zijn dan ook weer mensen kwaad over, want het ziekenhuispersoneel staakt ook.
En dan gaat het van kwaad tot erger. De inspectie van de belastingen, waar alle gegevens van het hele land liggen opgeslagen, wordt bestormd. Voor de ogen van de inspecteur en zijn staf worden allerlei stukken uit kasten gerukt en op de grond vertrapt, of met de handen verscheurd.
Wanneer de rampokkende menigte weer vertrekt, kom ik daar binnen, terwijl iedereen nog diep- geschokt bij elkaar staat, ook de hoogste omes.
Een van de personeelsleden vraagt mij : "Zoudt u niet een gebedje voor ons willen doen ?" Maar ik heb er de leiding niet toe. Of misschien niet de durf. Mogelijk heb ik ergens een kans laten liggen. Maar al die dingen zijn een paar dagen later al weer verleden tijd. Want wat er dan met de inspectie gebeurt....nee, dat vertel ik in een volgend verhaal.
Alleen dit nog: terwijl ik door de massa's papieren over de vloer van de inspexctie waad, merk ik opeens, dat ik ongelijk sta. Ik kijk....en ik blijk te staan op een van de dikke rapporten van mijn hand, waarvoor ik daarginds beroemd was. Nu is het vloerbedekking geworden.
De inspecteur heeft zichzelf hervonden, komt glimlachend op me toe: "Er stond een dikke, grote vrouw voor me, Met haar sterke handen verscheurde ze een hele bos aanslagen tegelijk, terwijl ze riep: "Wij pinaren in dit land, ( sterven van de honger) en dat zullen jullie merken".
Daarna blij: "De schade is best te herstellen. Het werkelijk kostbare goed lag boven.Maar ze gingen de trap niet op. Als ze dat toch gedáan hadden.....!!!"
Ziekten, bezoek, tieners, de politiek, de intriges.
De kaleidoscoop van gebeurtenissen.
Betty heeft altijd een delicate gezondheid gehad. Allleen in de eerste jaren van de opwekking,-1959-1964- (ze was toen ook nog zo heerlijk jong), is er een tijd geweest van voortdurende overwinning, een tijd zonder beproevingen en verzoekingen op dit gebied, een tijd, die de Heer ons gunde. Maar daarna was het weer volop strijd om ons te leren, dat het goed is, om door strijd heen te overwinnen.
In Suriname werd mijn vrouw gekweld door vloeiingen. De toestand , waarin zij het huis verliet, is niet te beschrijven. Maar in de auto mompelde ze: " Als ik het podium maar haal en achter het orgel kan terechtkomen, red ik het". En warempel , wanneer ik dan uit de zaal naar haar keek , zag ik het al: ze had zich wéer gezond gespeeld. En wat is zij met haar spel velen tot zegen geweest.
En dan is er weer de vreugde over Willie, die op bezoek gaat komen. De toebereidselen !! De lekkere dingen, die Betty bij elkaar haalt. Marijke riep wel eens, ongeduldig naar de koelkast kijkende: "Wanneer gaan wij daar nu eindelijk mee aan de slag". Maar ja....winkelen was in dit land een probleem. Je wist niet altijd of bepaalde lekkernijen er later zouden zijn, dus Betty moest wel ' voorraad maken'. (De vooruitziende, wijze huisvrouw uit Spreuken 31).
En ik werkte ondertussen veel met tieners. Altijd heb ik daartoe veel gerichtheid gevoeld om het evangelie uit te leggen aan jonge mensen. Later heb ik daar naar hartelust van kunnen genieten bij Heavenly quality en nóg ben ik zo bezig. Zo maakt de Heer je gereed voor toekomstige taken. Ook nu voel ik nog, dat ik gereed word gemaakt voor latere taken. Je zou kunnen zeggen: " Kerel ,doe niet zo mal. Je bent 85. Je hebt het nagenoeg gehad.".
Maar ik heb het idee, dat het werk in de tijd ná mijn sterven gewoon doorgaat tot in eeuwigheid toe.
De politiek was in Suriname een horreur. Ieder maakte maar ruzie met elkaar en het ging er soms heftig aan toe. Maar het was ook wel een beetje ' Spielerei'. Je moest niet alles serieus nemen. In het algemeen denk ik ook wel, dat je dat hele aardse leven ook niet al te gespannen moet bezien. Er is niet eens veel écht nieuw. ' Bommen en granaten' is al jarenlamng mijn samenvatting van willekeurige nieuwsberichten. Laten we ons maar houden bij de hemelse waarheden, die voor ons állen de aardse werkelijkheden gaan vervangen.
Ook in de samenwerking tussen Christenen waren er soms nare toestanden. Later in Nededrland heb ik daar ook het nodige van meegemaakt. maar ik heb gemerkt, dat God altijd alles, ook de slechte dingen, weer goed dacht, (Genesis 50 v 20).
Dit lijkt nu allemaal maar de aaneengerijde gebeurtenissen van een aantal maanden. Op dat moment viel er geen lijn in te ontwaren. Maar: - door de beproevingen van ziekte heen- ik had in die tijd (door spanningen op het werk) pijnen op de borst- brachten allerlei verhoringen ons verder op de weg van de Heer - Willie's aanstaande bezoek zou ons contact met de kinderen verstevigen, zoals later bleek....en dat is ook een goede zaak in de ogen van de Heer. - mijn tienerwerk bereidde mij voor op de vraagbeantwoordig van 3000 tienervragen in later jaren. - de verwikkelingen in staat en christelijke kring leerden ons beiden,. steeds meer uit te zien naar ons hemelse vaderland en te leren inzien, dat wij hier op aarde geen 'blijvende stad' hebben, (Hebr 13 v 14).
En zo bleken al deze gebeurtenissen te passen in Gods grote plan met ons. En zo kan het ook voor u zijn. Zie het zó en het maakt je positief.
En wat gebeurde er veel; - Marijke en Mariëtta hadden een tijd van hevige twisten - Ida maakte ons blij met haar berichten, dat zij zo genoot van allerlei preken - Ida deed ons medeleven, toen zij bedroefd schreef,dat haar schoonmoeder was overleden - Wij hielden ons hart weer eens vast, omdat Harry , nu vader van een baby-jongetje, weer eens zonder werk was - wij hadden zorg over Betty's gezondheid. Een tia maakte haar linkerarm tijdelijk stijf.
We baden veel: - en de tijd van onderling ongenoegen tussen onze jongste dochters maakte plaats voor ' een elkaar verdragen' - Ida , om wie we zo blij waren, raakte toch , na een verhuzing, de koers van het geloof kwijt. - Harry kreeg een goede baan voor het leven - Betty's gezondheid herstelde zich.
Zo vele gebeden worden verhoord. Maar ook zoveel blijde zekerheden vervluchtigen weer.
Maar wij blijven onvermoeid doorgaan, terwijl en toch duizenden dingen gebeurd zijn en tienduizenden gebeden opgezonden en verhoord zijn of nog zullen worden verhoord.
Er is dít blijde weten: "Wij hebben Vaders Zoon aan boord En 't veilig strand voor 't oog"