Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
27-03-2006
recept
Italiaanse aardappelen uit de oven
Ingrediënten voor 2 personen:
1 kilo iets bloemige aardappelen
2 teentjes knoflook
1 eetlepel (olijf)olie
2 eetlepels Italiaanse keukenkruiden
(grof) zout, versgemalen peper
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 225°C. Schil en was de aardappelen en snijd ze in partjes.
Pel de knoflook en wrijf de aardappelen in met de knoflook.
Vet een lage ovenschaal in en wrijf die ook in met de knoflook.
Leg de aardappelpartjes in de schaal.
Bestrooi ze met de kruiden, zout en peper. Laat de aardappeltjes in het midden van de oven in ongeveer 1 uur gaar worden.
Tip(s):
Veel sneller gaat het als u dit gerecht in een koekenpan met deksel bereidt.
In plaats van het insmeren met de knoflookteentjes, kunt u de aardappeltjes ook bestrooien met knoflookpoeder
250 g wijtingfilet 250 g gamba's 75 g Noordzeegarnalen (gepeld) 100 g ham 100 g amandelschilfers 20 eetlepels kippenbouillon 2 uien 1 ei (hardgekookt) 50 g rijst 2 cl olijfolie (extra vierge) 1 teentje knoflook 1 g saffraandraadjes 1 eetlepel peterselie (fijngehakt) peper zout
De uien pellen en fijnhakken.
De knoflook pellen en fijnpletten.
De wijtingfilets en de ham in lange smalle reepjes snijden.
Het hardgekookte ei pletten en met de peterselie mengen.
De helft van de fijngehakte ui glazig fruiten in olijfolie.
De rijst, de amandelen en het grootste deel van de saffraandraadjes toevoegen en even meestoven.
Overgieten met de kippenbouillon, aan de kook brengen en een twintigtal minuten laten sudderen op een zacht vuurtje.
De soep op smaak brengen met peper en zout.
De wijtingblokjes, de reepjes ham, de reuzengarnalen, de Noordzeegarnalen, de knoflook en de resterende ui fruiten in hete olijfolie.
De gefruite wijtingblokjes, hamblokjes en zeevruchten over warme diepe borden verdelen en overgieten met hete soep.
Bestrooien met het ei-peterseliemengsel en de randen van het bord garneren met de resterende saffraandraadjes en een apart gehouden kop van een reuzengarnaal.
De bleekselderij en een ui fijnsnijden en aanstoven in boter.
De mosselen toevoegen, de pan afdekken en de mosselen laten openkoken.
Geregeld opschudden.
De mosselen uit hun schelp halen, enkele mooie exemplaren in hun schelp opzijhouden voor de garnering.
Het water en de witte wijn aan de kook brengen, zout toevoegen en hierin de Sint-Jakobsnoten, de langoustines en de in blokjes gesneden roodbaarsfilet apart eventjes pocheren (3 tot 4 minuten).
De uien, sjalotten, Spaanse peper en knoflook versnipperen.
De peterselie fijnhakken, de paprika's in blokjes snijden.
Olijfolie verhitten in een diepe pan (zo mogelijk een echte paëllapan) en hierin de groenten en kruiderijen aanstoven.
Kruiden.
Op het laatst het basilicum, tijm en laurier toevoegen.
De tomaten even laten schrikken in heet water, ze afkoelen in koud water, pellen, het vruchtvlees grof hakken, bij de groentemengeling voegen en laten meestoven.
De rijst gaarkoken in de kippenbouillon, met het saffraanpoeder.
Al het vocht moet zijn opgeslorpt.
De rijst door de groenten mengen.
De mosselen, roodbaarsblokjes en Sint-Jakobsnoten door de groenten mengen en 15 minuten in een voorverwarmde oven op 160 graden plaatsen.
Voor het opdienen de bereiding besprenkelen met het sap van 1 citroen, garneren met dragon, de mosselen in hun schelp, de garnalen en de langoustines.
Serveren in de pan.
Mousse van witte chocolade en geitenkaas verrijkt met radijs
Ingrediënten voor 4 personen
250 g chocolade (witte chocolade) 2 dl room 100 g geitenkaas (vers) 1 blaadje gelatine (van 3 g) 20 g chocoladeschilfers 2.5 dl room 3 eiwitten 1 zakje vanillesuiker 25 g pistachenoten (gepeld) 1 bosje radijsjes
Smelt de witte chocolade au bain marie.
Verwarm de room en roer er de gesmolten chocolade en de geitenkaas door.
Roer tot een glad mengsel.
Week het gelatineblaadje even in koud water, knijp het uit en los dit op in het lauwe mengsel.
Roer het mengsel koud in een kom op ijswater.
Klop de room op.
Klop de eiwitten met de suiker tot sneeuw.
Voeg de opgeklopte room en de eiwitten geleidelijk toe aan het chocolademengsel.
Zorg ervoor dat het mengsel luchtig blijft.
Roer de chocoladeschilfers en de gemalen pistachenoten erdoorheen en garneer het geheel met in plakjes gesneden radijzen.
Wrijf 4 enkele kipfilets in met peper en zout en leg ze in een ovenvaste schaal. Bedek de kip met 1 in ringen gesneden ui, 200 gr. in plakken gesneden champignons en 4 plakken ontbijtspek. Giet er 1 dl bouillon over en zet de schaal 35 minuten in een hete oven van 200C.
4 noedels (kant-en-klaar verkrijgbaar bij uw Keurslager)
1 rode paprika
250 g sperzieboontjes
3 wortels
100 g taugé
2 el vloeibare boter
2 el zonnebloemolie
2 tenen knoflook, fijngehakt
250 g Sjanghai paksoi
1/2 rode peper, fijngehakt
2 cm verse gemberwortel, geschild en geraspt
1 el Japanse sojasaus
Bereidingstijd: 0-20 minuten Was de paprika, boontjes en wortels en snijd ze in stukjes: de paprika in vieren, zaadlijst eruit, dan de kwarten in dunne reepjes snijden.
De sperziebonen toppen en vervolgens doormidden snijden.
De wortels schillen met dunschiller, doormidden en in reepjes snijden.
En de taugé wassen en laten uitlekken.
Verwarm de boter in een koekenpan en braad de noedels rondom aan.
Bak ze in circa 20 minuten gaar door ze op matig vuur regelmatig om te keren en voeg na 10 minuten een scheutje water toe zodat ze iets beter gaar worden.
Verwarm ondertussen in een wok de olie en begin met het roerbakken van de boontjes, circa een minuut.
Dan achtereenvolgens de wortel en paprikareepjes, knoflook, de in reepjes gesneden paksoi (behalve de bladeren), peper, en gember nog een minuut.
Giet de sojasaus erover en roer even goed om.
Vlak voor het opdienen van het vlees kunnen de bladeren van de paksoi en taugé erbij.
Deze hoeven alleen even omgeroerd te worden.
Serveer de groenten met de noedels en eventueel nog extra pindasaus.
De tomaten pellen, in partjes snijden, ontpitten, goed laten uitlekken en het vruchtvlees in blokjes snijden.
Enkele tomaatreepjes apart houden voor de garnering.
De courgette in zeer kleine blokjes verdelen.
De ui fijnhakken en fruiten in de hete boter.
De blokjes tomaat en courgette toevoegen alsook de geperste knoflook en de verse koriander. Gedurende 10 minuten laten stoven en dan het mengsel door een molentje draaien.
De eieren en de room toevoegen, op smaak brengen met peper en zout en opkloppen tot een glad en luchtig mengsel.
Verdelen over ingeboterde vuurvaste vormpjes en deze au bain-marie 15 minuten laten bakken in een voorverwarmde oven van 160 graden.
Laten afkoelen en de mousse voorzichtig uit de vormpjes halen.
De scampi pellen, overlangs in tweeën snijden, besprenkelen met citroensap en heel kort laten garen in een stoompan.
Op ieder bord een tomatenmousse schikken en 6 halve scampi.
Afwerken met krulsla, plakjes koriander en reepjes tomaat.
Opdienen met een vinaigrettesaus.
Heilbot met sinaasappelsaus
Ingrediënten voor 4 personen
800 g heilbotfilet 2 sinaasappelen 5 sjalotten 20 g boter (bakboter) 1.25 dl sinaasappelsap 2 dl room 1.5 dl wijn (wit/droog) 5 g suiker 2 takjes dille peper zout
De helft van de sinaasappelen persen, de rest dik schillen en in schijven snijden.
De sjalotten pellen, fijnhakken en in boter glazig fruiten.
Blussen met het sinaasappelsap, room en wijn bijvoegen en tot de helft laten inkoken.
Op smaak brengen met zout, peper en suiker.
De vis in de hete, niet meer kokende saus laten pocheren.
Enkele van de ontvelde sinaasappelpartjes mee laten opwarmen.
De vis op een verwarmde schotel schikken, overgieten met de saus.
Versieren met sinaasappelpartjes en takjes dille.
Mattentaart
Ingrediënten voor 4 personen
50 dl melk (vol) 450 g suiker 11 eieren 600 g bladerdeeg 10 g boter (bakboter) 25 dl karnemelk
Breng de melk aan de kook en voeg er de koude karnemelk bij.
Giet de gestremde melk in een neteldoek en bind de massa op.
Laat een nacht uitlekken en drogen.
Zo bekomt u een bol matten.
Pureer de droge matten in een roerzeef.
Meng de matten met de suiker en 10 eierdooiers tot een homogeen geheel.
Klop het eiwit tot sneeuw en spatel onder de matten.
Vet de taartvorm in met boter en bedek de bodem met een vel bladerdeeg van ongeveer 3 mm dikte.
Druk flink aan en doorprik met een vork.
Schep de matten op het bladerdeeg, bestrijk de randen met 1 losgeklopt ei en dek af met een tweede vel bladerdeeg.
Druk de randen stevig aan.
Knip met een schaar kerfjes in het deksel van de taart en bestrijk met de rest van het losgeklopte ei.
Laat de taart 1 uur rusten en bak ze dan goudbruin in 75 minuten op 250°C.