Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
09-09-2005
Wie was het die de zon verzon?
Wie was het die de zon verzon toen de allereerste dag begon, die sterren aanstak voor de nacht, het eerste sneeuwvlokje bedacht, wie blies de wind zijn adem in, gaf mens en dier hun wezen, wie schreef de teksten, welke pen, voor merels en voor mezen?
Je voelt als iemand huilt of lacht of als de regens zingen, dat zich één grote lieve kracht verbergt in alle dingen
Laat de mens zijn overdenkingen niet beperken tot alleen de voorwerpen die hem omringen. Laat hij de hele natuur in haar verheven en volle majesteit overdenken. Laat hij dat schitterende lichtgevende hemellichaam beschouwen dat als een eeuwige lamp is geplaatst om het heelal te verlichten; laat de aarde hem toeschijnen als een stip vergeleken met de uitgestrekte baan die deze ster beschrijft; en laat hij zich dan verbazen als hij bedenkt hoe die wijde baan van de zon slechts weer een stip is, heel klein in vergelijking met de weg die de sterren aan het uitspansel doorlopen. Maar als ons gezichtsvermogen hier ophoudt, laat onze verbeeldingskracht dan verder reiken. Onze verbeelding zal echter eerder vermoeid raken dan de natuur bij het scheppen van steeds ruimere grenzen. De gehele zichtbare wereld is maar een nauwelijks waarneembaar stipje in de wijde schoot van de natuur. Geen denkbeeld kan de uitgestrektheid van haar ruimten benaderen. We kunnen onze denkbeelden zover mogelijk uitbreiden en toch heeft wat we voortbrengen slechts de omvang van een atoom. De natuur is een oneindig grote bol, waarvan het middelpunt overal en de omtrek nergens is. Pensées, hfdst. 22Blaise Pascal
(Pascal leefde van 1623 1662. Hij was een wiskundig genie, natuurkundige, polemist, wijsgeer en apologeet)
Deze uitspraak van Pascal deed mij denken aan het bijbelboek Job, hfdst. 38 : 4-11
Gods antwoord aan Job :
Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte? Vertel het, indien gij inzicht hebt. Wie heeft haar afmetingen bepaald? Gij weet het immers! Of wie heeft over haar het meetsnoer gespannen? Waarop zijn haar pijlers neergelaten, of wie heeft haar hoeksteen gelegd, terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden? Wie heeft de zee met deuren afgesloten, toen zij bruisend uit den moederschoot kwam? - toen Ik wolken maakte tot haar kleed en duisternis tot haar windselen; toen Ik de door Mij gestelde grens uitbrak, grendel en deuren aanbracht; toen Ik sprak: Tot hiertoe en niet verder zult gij komen, hier zal de trots uwer golven blijven staan!
Het hele hoofdstuk is mooi, maar dat wordt te lang, daarom dit kleine gedeelte uit de bijbelvertaling van het NBG uit1954 (Ik vind dit mooier dan de Nieuwe Bijbel Vertaling, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van wennen!}.
Mag ik mijn vragen hebben over God? Mag ik mijn twijfels hebben over normen? Mag ik voorzichtig zeggen wat ik denk? Mag ik mijn leven spelend leren vormen? Mag ik bij jullie zeggen: God is dood, al zie ik Hem soms wel eens in mijn leven?
Mijn twijfel, mijn onzekerheid is groot. maar mag ik toch mijn eigen leven leven? Mag ik soms struikelend mijn wegen gaan, omdat de normen van vandaag mij gelden? Ook als het niet de norm der bijbel is, waarover jullie mij zoveel vertelden?
Mag ik , al ben ik soms wat negatief, bij jullie toch meedenken en meepraten? Neem mijn onzekerheid dan maar voor lief, als jullie mij maar in mijn waarde laten. Geef mij een kans toch hier mijzelf te zijn. Geef mij een kans mijn eigen leven uit te zoeken.
Geef mij een kans om desnoods af te gaan, leer mij het leven, maar niet enkel uit de boeken. Geef mij een kans mijn eigen grens te zien. Geef mij een kans mijn eigen ruimte te verkennen. Geef mij een kans om groeiend stil te staan. Geef mij een kans mezelf te leren kennen. (Uit: Klokkenklank,officieel orgaan van de Vrijzinnig Hervormde Vrouwenfederatie in Nederland )
Enige tijd geleden kreeg ik een boek getiteld Het licht van Azië, een vertaling van dr.H.U. Meyboom uit 1910 van The Light of Asia geschreven door sir Edwin Arnold, wiens eerste uitgave verscheen in 1879. Het boekje gaat over het leven en leer van Boeddha. Deze vertaling is de vijfde druk. Ondanks het verouderd maar poëtisch taalgebruik, of misschien wel juist daardoor, was het een plezier om dit gedicht te lezen. Het hier volgende gedeelte gaat over bidden, waaraan ik al eerder een blogje wijdde. Het zijn de woorden van prins Siddartha, de latere Boeddha, wanneer hij afscheid neemt van zijn slapende vrouw Yaçodharâ om zijn roeping te volgen:
Ik kies dit deel, omdat de jammerkreet des levens en van t schepslenheir mijn oor verscheurt en deernis met de bittre smart der lijdende aard geheel mijn ziel vervult. Ik wil genezing brengen, voor zoover in zelfverzaking en in kloeken kamp nog heil te vinden is.
Want wie der Goôn heeft macht of meêlij? Wie heeft ze ooit aanschouwd? Waar hebben zij den vromen hulp verleend? Wat baatte t ooit den mensch, of hij al bad óf tooverzangen zong, of tienden gaf van koorn en olie, t blatend offerdier het leven roofde, trotsche tempels schiep, aan priesters spijs verschafte of smeekend riep tot Wishnu, Çiwa, Sûrya? Ach, niet een, die werd bevrijd van t leed, ofschoon hij steeds, nu vleiend, vreezend straks, zijn smeeklied zong, geprevel, dat als rookwalm dag aan dag ten hemel steeg. Is ooit een broeder soms aldus ontkomen aan des levens smart, aan t wee van liefde en scheiding, aan den gloed en aan de huivering der koorts, aan t staâg en droef verval der grijsheid, aan den dood, zoo schrikbaar donker, en wat daarna volgt als bij een nieuwe wentling van het rad nieuw leven nieuwe moeiten baart, de droom van t nieuw geslacht vannieuws in rook vervliegt?
Sri Ramakrishna werd geboren op 18 febr. 1836 in Kamarpukur, een plaatst ongeveer 90 km ten Noordwesten van Calcutta.Hij beoefende verschillende religieuze tradities waaronder de islam en het christendom en ontdekte dat alle religies wáár zijn. Hij verkondigde de uitspraak: yato mat, tato path, wat wil zeggen: zoveel geloven, zoveel wegen. Een van zijn bekendste leerlingen was Swami Vivekananda.
Eens, in een droom, werd Narada hoogmoedig en hij verbeeldde zich in die droom de meest toegewijde dienaar van God te zijn die men op aarde zou kunnen vinden. God merkte dat op en zei tegen hem: Narada, ik wil dat je kennismaakt met een van mijn vurigste aanbidders. Narada begaf zich naar de door God gewezen plaats en trof daar een landbouwer aan die s morgens heel vroeg opstond, God aanriep, zijn ploeg pakte en hard werkte tot aan de avond. Voor hij ging slapen wendde hij zich nog een keer tot God. Narada vroeg zich af hoe die dorpeling, die volkomen opging in zijn materiële taak en die helemaal niet leek op een toegewijde dienaar, voor God een vurig toegewijde zou kunnen zijn. Hij keerde terug en vertelde God zijn indrukken over zijn nieuwe kennis. Vervolgens zei God tot hem: Narada, neem deze beker vol olie en ga met deze beker het hele dorp door, maar let erop, dat je geen enkele druppel morst. Narada voldeed aan zijn opdracht en keerde terug. Wel, vroeg God, hoeveel keer heb je aan mij gedacht terwijl je het dorp doorliep? Niet eenmaal, hoe zou ik dat hebben kunnen doen, ik moest toch voortdurend deze tot de rand gevulde beker in het oog houden? Daarop zei God tegen hem: Als je je geest zo volledig hebt moeten concentreren om deze beker te dragen zonder een druppel te morsen, dat je mij volkomen bent vergeten, begrijp je dan de verdienste van die dorpeling die, terwijl hij het gehele gewicht van zijn gezin en zijn werk draagt, toch twee keer per dag aan mij denkt? Sri Ramakrishna
De zachte krachten zullen zeker winnen in 't eind........
Henriëtte Roland Holst werd op 24 dec. 1869 in Noordwijk (N) geboren als Henriette (zonder trema!) Goverdine Anna van der Schalk. Haar neef was Adriaan Roland Holst (1888- 1976), 'De Prins der Nederlandse dichters'. Ze was achtereenvolgens: socialiste, communiste en religieus- socialiste', en schreef o.a. de nederlandse tekst voor het strijdlied 'De internationale'. Later kreeg haar werk een meer religieus karakter. In de 2e wereldoorlog was zij actief in het verzet. Zij overleed in 1952.
.
De zachte krachten zullen zeker winnen
in t eind dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo t zweeg, zou alle licht verduistren alle warmte zou verstarren van binnen.
De machten die de liefde nog omkluistren zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen, dan kan de grote zaligheid beginnen die wals onze harten aandachtig luistren
in alle tederheden ruisen horen als in kleine schelpen de grote zee.
Liefde is de zin van t leven der planeten, en mense en diere. Er is niets wat kan storen t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten: naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.
Henriëtte Roland Holst - van der Schalk (1869-1952)
Zo vriendelijk en zo veilig als het licht, zoals een mantel om mij heengeslagen, zo is mijn God, ik zoek Zijn aangezicht, ik roep Zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen. Huub Oosterhuis
Helpt bidden niet?
In De Twentsche Courant Tubantia las ik op 17 juli jl. een artikel over de kracht van het gebed. De kop luidde: Wetenschappelijk bewijs: bidden helpt niet Dit bleek uit een onderzoek dat gepubliceerd werd door het Britse medische tijdschrift The Lancet. Gebeden voor mensen die een hartoperatie ondergingen, verhoogden hun kansen op genezing niet en maakten evenmin de kans op overlijden kleiner.
Ik citeer: Amerikaanse artsen van het Duke Universitair Medisch Centrum in North Carolina onderzochten 748 patiënten die op het punt stonden onder plaatselijke verdoving een slagaderlijke hartoperatie met een katheter te ondergaan. De groep patiënten werd verdeeld tussen mensen voor wie op afstand gebeden werden gezegd door christenen, moslims, joden en boeddhisten en mensen voor wie niemand zich tot hogere machten richtte. Na zes maanden bleek er geen wezenlijk verschil tussen de patiënten voor wie was gebeden en de andere zieken. Een vergelijkbaar aantal mensen was overleden, had een hartaanval gehad of moest opnieuw worden opgenomen in het ziekenhuis.
De website NU.nl vertelt verder: De mensen die begeleiding aan het bed hadden gehad, bleken daarvan echter wel baat te hebben. Ze waren minder gespannen en bezorgd voorafgaand aan de operatie en het aantal overlijdens in die groep was na een half jaar iets lager dan in de groep patiënten die het zonder de technieken had moeten doen.
In de bijbel zegt Jezus over bidden: Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. (Lukas 11: 9 en 10)
En: En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen. (Johannes 14: 13 en 14)
Bidden verandert de wereld niet. Maar bidden verandert de mensen en de mensen veranderen de wereld. Albert Schweitzer
* * *
P.s. Op 26 augustus las ik een artikel in Trouw van Marc van Dijk, getiteld: Oude heiligen werken ook bij moderne ziekten. Met betrekking tot het onderzoek over bidden, waarover het medisch tijdschrift The Lancet publiceerde , schrijft hij: 'Wellicht hebben de gebedsgroepen zich simpelweg niet tot de juiste heilige gewend. Hadden ze maar de beschikking gehad over het nieuwe handboek 'Geneesheiligen in de Lage Landen'. Dan hadden ze, bijvoorbeeld, geweten dat Theresia van Avila, wier hart in een visioen door een engel werd doorboord, de aangewezen heilige is bij hartfalen. Maar zijn er überhaupt nog mensen die dat weten?'
Op spiritueel gebied kan een mens alleen iets als waarheid aannemen wat hij innerlijk zo beleeft. Werkelijk bewijs komt van binnen, niet van buiten. Wie zijn overtuigingen probeert te baseren op meningen die van buitenaf komen door woord en geschrift, die kan de waarheid voor zichzelf niet vinden. Alles wat van buiten komt, mag slechts een stimulans zijn voor het eigen ervaren, doordenken en beleven, waaruit het eigen inzicht oplicht. Wie aan de letter vasthoudt, zal nooit het wezen begrijpen.
Voorbij de menselijke rede zijn de krachten van wijsheid,
liefde en helende energie werkzaam in het universum.
Als wij vrede kunnen vinden in ons eigen hart,
maken wij contact met deze universele krachten.
Dit is onze enige hoop.
Bovenstaande tekst is van Lama Tarthang Tulku Rimpoche,
een balling uit Tibet, die naar de Verenigde Staten ging om de wijsheid en kennis van het Tibetaanse boeddhisme voor het westen toegankelijk te maken. Hij stichtte het Tibetan Nyingma Meditation Center,
waar belangstellenden kennis kunnen maken met de Nyingma traditie van het Tibetaanse boeddhisme.
In 1969 richtte hij daar het Tibetan Aid Project op met het doel de Tibetanen te helpen bij hun pogingen hun cultuur te behouden.