Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
01-07-2005
Lama Tarthang Tulku Rimpoche
Voorbij het geloof van elke religie
ligt de waarheid van de menselijke geest.
Voorbij de macht van staten
ligt de kracht van het menselijk hart.
Voorbij de menselijke rede zijn de krachten van wijsheid,
liefde en helende energie werkzaam in het universum.
Als wij vrede kunnen vinden in ons eigen hart,
maken wij contact met deze universele krachten.
Dit is onze enige hoop.
Bovenstaande tekst is van Lama Tarthang Tulku Rimpoche,
een balling uit Tibet, die naar de Verenigde Staten ging om de wijsheid en kennis van het Tibetaanse boeddhisme voor het westen toegankelijk te maken. Hij stichtte het Tibetan Nyingma Meditation Center,
waar belangstellenden kennis kunnen maken met de Nyingma traditie van het Tibetaanse boeddhisme.
In 1969 richtte hij daar het Tibetan Aid Project op met het doel de Tibetanen te helpen bij hun pogingen hun cultuur te behouden.
Vanavond heb ik in tien minuten tijd wel vijf wonderen meegemaakt. Wonderen? Ja, wonderen. Geloof jij dan in wonderen? Ja, en ik weet ook hoe God eruit ziet. Huh? Ja, 't is een man. En dat zeg jij? Jarenlang heb je je met feministische theologie beziggehouden en nu kom je me vertellen dat God een man is? Ja, maar niet zo maar een man. Hij lijkt op Jerommeke, Superman, de man van zes miljoen, Robocob, muscles from Brussels... en hij houdt van Nederlanders. Heb jij soms gedronken? Nee hoor, alleen maar even naar de stad gefietst. En dat levert dit gebazel op? Niks gebazel Hoe zit dat nu met die wonderen? Eerst waren er lichten en toen geraas en gedruis... vervolgens een oorverdovend lawaai... en toen, toen stond er een mens op. Je hebt koorts. En de volgende zoefde rakelings langs alle duivels heen. Je kijkt teveel sciencefiction. Een ander werd ter aarde neergeworpen, maar werd onmiddelijk verheven. Waar heb je het toch over? Weet je wel hoe Superman alles kan tegenhouden? Hoe Jerommeke alles op zijn weg kan verplaatsen? En die bionische man, wat deed die ook alweer? Ach, het was wonderbaarlijk, eentje werd bijna verpletterd, maar tot op de millimeter nauwkeurig werd alles op tijd stilgezet. Zal ik maar de mannen in witte jassen bellen? Dit is echt alleen maar in Nederland mogelijk. God is echt met de Nederlanders. Zeg nu eens, waar heb je het toch over? Het verkeer: hoe fietsers en auto's hier continu elkaar net niet raken ondanks de onmogelijke manoeuvres die ze allemaal uithalen. Dat is toch een godswonder, dat is toch het bewijs dat God superman is!
Els Maeckelberghe Uit: Fier, Vrouwen - Religie - Spiritualiteit
Als alles grijs is, dan kom ik bij je en veeg het venster voor je schoon, want zonder uitzicht is er geen leven. Kom, we proberen het gewoon.
Als alles zwart is, geen hand voor ogen, steek ik een kaars aan in de nacht en pak je hand vast, dan gaan we samen en er gloort licht, heel onverwacht.
Als alles koud is, heb ik twee armen en sla die beide om je heen. God geeft ons warmte om die te delen, ook als de zon voor je verdween.
Als alles licht is, is er de blijdschap dat God toch steeds weer mensen geeft, in samen huilen en samen lachen heb je iets van zijn heil beleefd.
Al eeuwen lang houdt men zich met deze vraag bezig. Ook tegenwoordig is die weer aan de orde. De Nederlandse minister van onderwijs, Maria van der Hoeven, wil hierover een debat voeren, wat tot veel kritiek heeft geleid. Volgens haar moet erkend worden dat de evolutietheorie niet compleet is en dat we nog steeds nieuwe dingen ontdekken. Ze wil in de discussie ook de Intelligent Design theorie (ID) betrekken. Dat is een stroming in Amerika, een verkapte vorm van creationisme, die een bewust ontwerp achter het leven op aarde vermoedt. Men vindt dat een minister van onderwijs zich beter met andere zaken bezig kan houden.
Nu hield professor Cees Dekker kort geleden een lezing in Utrecht, voor een gehoor van voornamelijk studenten. En hierover las ik een artikel van Emiel Hakkenes in het dagblad Trouw van 27 mei jl. Professor Dekker noemt zich een theïstische evolutionist en is van mening dat je heel goed de evolutietheorie kan bevestigen en tegelijkertijd geloven dat God de aarde geschapen heeft.
Ik citeer nu verder uit het artikel van Emiel Hakkenes in Trouw van 27 mei 2005: Schepping en evolutie sluiten elkaar niet uit, zegt Dekker. Maar de wereldbeelden van de verstokte aanhangers van beide visies conflicteren wel. Is de mens nu geschapen naar Gods beeld of een schitterend ongeluk en dus een wegwerpproduct? Dekker rekent zich tot de theïstische evolutionisten: God is de schepper van het leven en de evolutie toont ons hoe hij dat gedaan heeft. Daarin onderscheidt Dekker zich van de creationisten die Genesis 1 letterlijk lezen, maar ook van de materiële evolutionisten die alles op toeval baseren. Een spontane oerknal is voor die laatsten het begin van onze aarde. Dekker ontkent die oerknal niet, maar ziet in de explosie van energie en deeltjes God die zegt: er moet licht zijn. Dekker: Deze theïstische visie geeft een rationeel en bevredigend perspectief.
( )Je kunt niet logisch aantonen dat geloof in God onzin is, meent Dekker. En: De kans dat de eiwitten die de basis van alle leven vormen spontaan in de juiste noodzakelijke volgorde zijn geraakt is even groot als de kans dat een volkomen willekeurige reeks letters een leesbare zin geeft: nul.De wetenschapper is grootmoedig genoeg om toe te geven dat hij ook niet alles weet. Hoe het kan dat mensen dingen kunnen die dieren niet kunnen, zoals hun eigen bestaan overdenken? Geen idee, zegt Dekker. En als God de schepper is, wie heeft God dan geschapen? Dat gaat mij boven de pet. Maar de bijbel zegt dat God er altijd is geweest, hij gaat tijd en ruimte te boven, want die heeft hij zelf gemaakt. Misschien dat ik het Hem eens kan vragen als ik voor hem sta.
----------------------------------
Op het bovenstaande ontving ik een reactie van Eric. Hij schrijft: Wat het creationisme voor sommigen zo aantrekkelijk maakt is niet in de eerste plaats het idee van een almachtig opperwezen, maar het idee dat de mens het toppunt en einddoel van de evolutie is, daarbij ziet men over het hoofd dat een relatief primitief 'schepsel' als het griepvirus blijkbaar in staat is zich te wapenen tegen zowel de natuurlijke antistoffen die de mens aanmaakt, als de verschillende afweermiddelen (lees medicamenten) die de mens ontdekt of uitvindt. Zie ook in mijn blog de column 'creationisme en evolutie' van 20 mei. De url voor deze blog is: blog.seniorennet.be/eric_l (Atentie: het laatste is geen 1, maar de letter l)
In mijn gedachten heb ik mij een beeld van U gevormd, U, Die onvoorstelbaar, Ondenkbaar, Onkenbaar Mysterie bent en wilt blijven In mijn bekrompen visie heb ik U alleen maar als Schepper gezien, U, Die ook Onderhouder en Vernietiger bent Ik heb U gehouden voor de rechtvaardige rechter die het goede beloont en het kwaad bestraft, U, Die het goede én het kwade, ja iedere eigenschap en elke tegenstelling te boven gaat In hymnen, in lofzangen heb ik gemeend U te moeten loven en prijzen, U, Die ik daarmee (ongewild) tot menselijk niveau heb neergehaald In tempels en heilige plaatsen alléén heb ik gemeend U buiten mijzelf te moeten zoeken, U, Die Alomtegenwoordig bent en in en door alles en ieder, ook door mij ,werkt In mijn gebed heb ik U Vader genoemd, U, Die ik met evenveel, ja met meer recht Moeder had kunnen noemen... In mijn gebed heb ik U om gunsten gesmeekt, U, Die Zich geen gunsten laat afdwingen U, Die Zich niet laat ompraten En door mij zó tot U te richten, heb ik U met Persoonlijkheid bekleed, U, Die niet persoonlijk kán zijn ook niet Onpersoonlijk U, Die ik (ongewild) met U moet blijven aanroepen, omdat ik mij niet beter kan uitdrukken Voorbij de zintuigen en de ratio, in ogenblikken van ontvankelijkheid heb ik Uw Aanwezigheid, Beeldloos, Vormloos en Naamloos, in Stilte mogen ervaren. Ik weet nú dat U alléén zó gekend kan worden, U, mijn diepste Zelf, Grond van mijn bestaan, Atman U, Onuitputtelijk Verband, Grond van allebestaan, Brahman
Op de Romeinse sestertius uit 147-148 staat het portret van de jonge Marcus Aurelius Antoninus als caesar.
Marcus Aurelius Antoninus werd geboren als Marcus Annius Verus, zoon van een Romeins edelman.
Zijn ouders stierven jong en zijn grootvader gaf hem een opvoeding naar de richtlijnen van de Stoïcijnse filosofie, waarin hij zich voornamelijk bezig hield met de ethica.
Hij was een neef van Keizer Aurelius en een van zijn geadopteerde zonen.
Keizer Aurelius benoemde Marcus tot zijn opvolger en veranderde zijn naam in Marcus Aurelius Antoninus. Marcus Aurelius Antoninuswas de laatste van dez.g. adoptiefkeizers.
Hij stondbekend als vredelievend, maar hij zag zich genoodzaakt het commando van zijn troepen op zich te nemen. Tijdens zijn laatste veldtochten zette Marcus Aurelius Antoninus zijn gedachten op papier. Hij was keizer van 161 180 en stierf op 17 maart 180, waarschijnlijk aan de pest.
Hier volgen een paar van zijn gedachten uit Overpeinzingen van Marcus Aurelius Antoninus.
Waarom zouden we bang zijn voor verandering? Zonder verandering kan immers niets tot bestaan komen. Wat is de natuur van het universum dierbaarder en wat staat haar nader? Kunt gij een warm bad nemen zonder dat de brandstof een verandering ondergaat?Kunt gij u voeden als het voedsel niet wordt omgezet? In welke levensbehoefte kan eigenlijk worden voorzien zonder dat daarvoor een verandering nodig is? Ziet ge dan niet in dat dit ook voor uzelf geldt, evenals het noodzakelijk is voor de natuur van het universum?
Overweeg dikwijls hoe alles in het universum met elkaar in verband staat en van elkaar afhankelijk is. Alle dingen vormen met elkaar een soort vlechtwerk en daarom is ook alles aan elkaar verwant. De volgorde waarin het ene na het andere komt, wordt veroorzaakt door de uitgaande en terugkerende bewegingen in de schepping en doordat de substantie één geest ademt.
Ik ontving een reactie van John opEen paar verhaaltjes.
Hij schrijft: Misschien vindt u onderstaand verhaaltje ook wel mooi. Dit is een verhaal van de Chassidiem* en komt uit Vuur in de duisternis van Elie Wiesel*. Deze verhalen worden telkens opnieuw verteld door andere personen, op de manier waarop zij ze hebben horen vertellen. Het commentaar aan het slot is van Wiesel.Ik voeg het erbij omdat hij in weinig woorden veel leert over het jodendom.
Ik laat het hier volgen:
Op die dag trachtte de grote Rabbi Israël Baäl Shem-Tov, die beroemd was om zijn macht over hemel en aarde, weer eens de Schepper naar zijn hand te zetten. Brandend van ongeduld had hij al dikwijls gepoogd een eind te maken aan de beproevingen van de ballingschap; deze keer stond hij op het punt dat hem dat zou lukken: door de poort die al op een kier stond, zou de Messias verschijnen en de kinderen en bejaarden troosten die hem verwachtten, en die op hem alleen wachtten. Te lang al waren ze uiteen gedreven, de mensen gingen zich weer in vreugde verenigen. Verontwaardigd ging satan bij God protesteren, en hij haalde daarbij de wetten aan - die hij onveranderlijk noemde - van de geschiedenis, van de rede en vooral van de rechtvaardigheid: waar bemoeit de mens zich toch mee? Verdient de wereld nu al de verlossing? De Messias kan alleen maar komen onder bepaalde omstandigheden: zijn die aanwezig ? Een God - die ook rechtvaardig wil zijn - moest erkennen dat deze argumenten gegrond waren: de mensheid was nog niet rijp om haar verlosser te verwelkomen. En omdat hij de scheppingsorde had verstoord, werd Israël Baäl Shem-Tov gestraft: hij werd op een afgelegen onbekend eiland gezet, gevangene van schurken of van demonen. Met hem was alleen maar zijn trouwe metgezel en zijn persoonlijke schrijver reb Tsvi-Hirsch Soifer. Deze had zijn Meester nog nooit zo in de put gezien: 'Rebbe, doe iets, zeg iets'. 'Ik kan niet. Ik kan me niet meer laten gehoorzamen. 'Maar uw geheime kennis dan, uw goddelijke gaven ? Wat is daarmee gebeurd, Rebbe ?' 'Vergeten, zei de Meester. 'Verdwenen, verstrooid.Al mijn kennis is mij ontnomen; ik herinner me niets. Hij zag zijn metgezel wanhopen, de pijn die hij erdoor voelde deed hem handelen. 'Moed, zei hij. 'Niet alles is verloren. Jij bent hier, dat is goed. Jij kunt ons redden. Je moet mij alleen maar in herinnering brengen wat ik jou heb geleerd. Een parabel, een gebed. Een kruimeltje van mijn onderwijs is genoeg. Jammer genoeg was ook reb Tsvi-Hirsch alles vergeten; net zoals zijn Meester had hij geen geheugen meer. 'Herinner jij je niets ?', riep de Baäl Shem uit. 'Echt niets ?' 'Niets, Rebbe . Behalve. 'Behalve wat ?' 'Het alfabet. 'Wel, waar wacht je op ? begin! Vlug!' Gehoorzaam zoals altijd begon de schrijver langzaam, pijnlijk, de eerste heilige letters op te zeggen die alle geheimen van het heelal omvatten: 'Aleph, beth, gimel, daleth. En de Meester, meer en meer opgetogen, zei hem na: 'Aleph, beth ,gimel, daleth. Daarna begonnen ze opnieuw vanaf het begin. En de Baäl Shem zei het alfabet met zoveel vuur op dat hij op den duur in extase kwam. En als de Baäl Shem in extase was, kon niets hem weerstaan, dat is wel bekend. Zonder het zelf te beseffen lukte het hem om van plaats en toestand te veranderen; hij verbrak de ketens, herriep de vervloeking: Meester en schriftgeleerde waren weer thuis, gezond en wel, rijker en met groter verlangen dan ooit. De Messias was niet gekomen.
Commentaar van Wiesel:
Typische anekdote, want ze bevat bepaalde grondprincipes van het Chassidisme: het wachten op de verlossing, het dwalen langs gevaarlijke en duistere wegen, de band tussen de mens en zijn Schepper, tussen de individuele handeling en haar weerklank in de hemelse sferen, het belang van gewone woorden, met het accent op de concentratie, op de vurigheid ook, op de vurigheid vooral; de opvatting dat een wonder alleen door de mens kan gebeuren,en voor de mens.
* Tegen het einde van de 17e eeuw ontstond in Oost-Europa een ultra-orthodoxe beweging onder de joodse bevolking, het chassidisme. Rabbi Israël ben Eliëzer, ook bekend als Baal Sjem Tov, wat de Heer van de Goede naam betekent, leerde de mensen dat iedereen voor God gelijk is en dat de weg naar God gaat via vroomheid, waaronder hij verstond, enthousiast bidden en de geboden naleven.
* Eliezer Wiesel werd geboren op 30 september 1928 en werd onder de naam Elie Wiesel bekend als Joods-Roemeens-Amerikaans schrijver van verschillende boeken over zijn ervaringen in de Holocaust. In 1986 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede.
Ik vind het leuk om reacties of nieuwe kopij te krijgen!
Wat nodig is voor een wonder *********** Telkens als de grote rabbi Israel Baal Sjem-Tov merkte dat zijn volk een ramp boven het hoofd hing, ging hij naar een bepaalde plek in het bos, maakte een vuur, sprak een bepaald gebed en het wonder gebeurde: het onheil werd afgewenteld. Jaren later, toen zijn leerling de befaamde Magid van Mezeritsj om dezelfde reden de hulp van de hemel nodig had, ging hij naar dezelfde plek in het bos en hij zei: "Heer van het heelal, luister naar mij. Ik weet niet hoe ik vuur moet maken, maar ik ken wel het gebed. En het wonder gebeurde. Weer een generatie later ging ook rabbi Mosje-Leib van Sassov naar het bos om zijn volk te redden en hij zei: "Ik weet niet hoe ik een vuur moet maken, ik ken het gebed niet, maar ik weet de plek, en dat moet voldoende zijn". En het was voldoende: ook hier gebeurde het wonder. In de vierde generatie was het rabbi Israel van Risjin die het dreigend onheil moest zien te voorkomen. In zijn stoel gezeten, vouwde hij zijn handen voor zijn gezicht en zei tot God: "Ik kan geen vuur maken, ik ken het gebed niet en zelfs kan ik de plek in het bos niet vinden. Al wat ik doen kan, is u dit verhaal vertellen. Dat moet voldoende zijn". En het was voldoende.
Het verschil ***** Het tij had duizenden zeesterren op het strand gedeponeerd. Ze zouden onherroepelijk omkomen eer de vloed hen weer bereikte. Een jongen pikte zeesterren op en gooide ze terug in het water. "Waarom doe je dat?", vroeg een oude man. "Het strand is kilometers lang. De meeste komen toch om. Wat voor verschil maakt het uit er een paar te redden?" De jongen keek naar de spartelende zeester in zijn hand en zei: "Nee,voor de meeste maakt het niets uit. Maar voor deze zeester wel degelijk". En hij gooide hem terug in zee. Verhaaltje uit Taiwan
De hele waarheid..... ******* Een man komt bij de hemelpoort met een hele mooie grote zware edelsteen in zijn hand. Petrus vraagt hem wat dat voor een steen is. "Dat is de Waarheid", antwoordt de man. En op dat ogenblik laat hij hem per ongeluk uit zijn handen vallen. Hij ziet hem tot zijn ontzetting steeds sneller naar de aarde vallen, totdat hij in miljoenen kleine stukjes uiteen spat. De man is vreselijk ontdaan. Petrus merkt dat en zegt: "Kalm maar, wees niet zo bedroefd. Het is zo erg niet. Nu kan iedereen op aarde een klein stukje van de waarheid hebben." "Dat weet ik wel," zegt de man. "Dáár ben ik ook niet zo ontzet over. Het erge is, dat nu iedereen zal gaan denken dat zijn kleine stukje de hele Waarheid is." Diane Lampen (uit 'Berichtenblad', maandblad van de Quakers)
Ik wil graag iets op dit blad zetten wat ik zelf mooi vind of wat stof tot nadenken geeft. Hopelijk schend ik geen auteursrechten, want van het meeste weet ik niet of die er zijn en waar ik mij hiervoor zou moeten vervoegen. Het gaat dan meestal om gedichten die ik in bv. kerkblaadjes vind. In ieder geval is het niet kwaad bedoeld en als er bezwaar komt, zal ik het direct verwijderen. Het lijkt mij dat het ook reclame kan zijn voor de schrijver!
Onze geloofsgemeenschap organiseert naast de gewone kerkdiensten ook bijzondere bijeenkomsten. Zo hadden we op 31 maart een lezing door dhr.J.M. Pameijer, priester in de Vrij Katholieke Kerk, over symboliek en getallen in de bijbel(de Kabbala).
Hier volgen enkele punten uit deze lezing:
Symbolen in de bijbel
We kennen in het christendom de 40-dagentijd . Dat zijn de dagen voor Pasen. Het getal 40 heeft te maken met het zich bezinnen op de betekenis van allerlei hooggestemde idealen. Het zijn de levensvragen die de mens altijd stelt, die in de lijdenstijd op je af komen en in de paastijd centraal staan. Tussen Pasen en Pinksteren liggen 50 dagen. 50 Duidt op de wereld van de ziel. Het gaan van 40 naar 50, verbeeldt het gaan van het aardse leven naar het geestelijke leven. Met Pinksteren wordt er geoogst wat er gezaaid is. In het Nieuwe Testament staan twee verhalen over een wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging. Ook hier gaat het over de getallen 40 en 50. In het ene verhaal waren er 4000 mensen en in het andere 5000(de nullen hebben niet zoveel te betekenen). Het gaat in deze verhalen om hemelse wijsheid en niet om het brood. Ook in het Oude Testament vinden we de getallen 40 en 50 terug. Het joodse volk leefde 40 jaar in de woestijn. De woestijn is weer een symbool van dit leven. Het volk voedde zich in de woestijn met het manna dat uit de hemel kwam vallen. Ook dit kunnen we symbolisch zien. Men zoekt nog steeds naar het letterlijke bewijs van manna, maar het gaat hier om de spirituele waarheid. Manna wordt uitgedrukt met de letters MN(Mem en Noen). M is gebonden aan het getal 40 en N aan het getal 50. Van het getal 40, het aardse, gaan we dus naar 50, de wereld van de ziel. De uittocht uit Egypte moeten we zien als een spirituele reis. Alle theologen proberen te achterhalen hoe het joodse volk door de woestijn is getrokken, maar dat is totaal niet belangrijk, het is een bewustzijnsreis. Het is het gaan van Egypte, dat gezien werd als een tweeheid(je zag bv. altijd 2 beelden bij elkaar staan), naar het land van de eenheid, het land van de Geest, het beloofde land, Kanaän. Een reis van het stoffelijke naar het geestelijke. Alle plaatsen (42) die hier genoemd worden zijn bewustzijnsnamen, geen geografische plaatsen. De 42e (6x7) halteplaats was Moab. Moab heeft het getal 49 (7x7). In Moab wonen Ruth en Boas, waaruit later de Messias zou voortkomen. Het gaat van Moab naar Bethlehem. Bethlehem heeft het getal 490 (49). Jezus voert ons naar de 500 (50) en is daarom in Bethelem geboren. We zijn allemaal op weg naar de eenheid, van 40 naar 50. In getallen liggen geheimen verborgen zegt dhr. Pameijer. Al deze verhalen hebben met het actuele leven te maken. Ze willen ons bewust maken van een nieuw leven. De ziel wil gevoed worden; we hebben afgeleerd de ziel centraal te stellen. Wij zijn lichamen die door de ziel gebruikt worden. Jung zei: De ziel heeft de omvang van het universum en dat realiseren wij ons niet. Als we dat doen gaan we anders tegen de wereld aankijken. Al die verhalen zijn verhalen van de ziel, allemaal signalen die ons van binnenuit tot leven willen brengen. Het O.- en N.Testament staan vol van dit soort symbolische verhalen. We moeten onze mogelijkheden en beperkingen ontdekken en wij hebben het vermogen hier iets mee te doen. Als we dat beseffen gaan we van de tweeheid naar de eenheid en worden wij kinderen van God.
Door een van de aanwezigen werden we erop attent gemaakt, dat het Abraham(Sara) zien als we 50 jaar worden, ook symbolisch opgevat kan worden, een overgang van 49(7x7)naar 50, naar wijsheid. Verder werd ook gewezen op de overeenkomst tussen de Hindoegoden Brahman en Saraswati en Abraham en Sara (Bram en Sara) uit het O.T. als een symbolische uitdrukkingsvorm van archetypen.
Niet in de storm maar in een bries, als geest die enkel zachtjes blies zijt Gij de mens verschenen.
En ik maar blijven wachten op tekens of een knap betoog en uw fluisteren niet achten in 't 'Goede morgen' van één - hoog.
Wat is in Nederland vrijzinnigheid eigenlijk precies?
Precies zeggen is moeilijk, maar ik kan een paar punten noemen:
Om te beginnen: Vrijzinnigen vindt men in alle godsdiensten en denominaties.
-Vrijzinnigen zijn niet dogmatisch. Zij voelen niets voor leertucht en zijn kritisch. - Vrijzinnigen kennen geen voorgeschreven geloofsbelijdenis. Een mens verandert tijdens zijn leven, ook wat betreft zijn inzicht en geloof. - Er is een denkend rekenschap geven van het geloof, een persóónlijk geloven. - Vrijzinnige christenen zeggen dat waarheid in de bijbel te vínden is. De bijbel hoeft voor hen niet de énige bron te zijn, ook in andere geschriften kan waarheid gevonden worden. - Vrijzinnigen stellen zich open op tegenover cultuur en wetenschap. - Vrijzinnigen respecteren elkaar en anders gelovigen (en niet gelovigen!).
Ik behoor tot de kleine Vrijzinnige Geloofsgemeenschap 'Aan de Regge' in het Nederlandse stadje Rijssen en ik wil proberen deze ruimte in te vullen met vrij - zinnige gedachten, gedichten, verhalen en berichten.
Postduif
***
Ik was in het onzichtbare kleine; onmeetbaar groot was ook het mijne. Eonen waren voor mij seconden, 't was of ze nauwelijks bestonden.
Mijn stof leefde miljoenen malen om telkens weer adem te halen. Eens was ik zee, eens was ik aarde, maar steeds had mijn materie waarde.
Nu in de flits van dit bewuste leven weet ik mij door mijzelf omgeven: waar ik ook zie, waar ik zal gaan, mijn eigen stof komt er vandaan.
Wat van dit lichaam zal beklijven, ik weet, mijn stof zal ergens blijven. Ook als alles is vergaan zal ik eeuwig voortbestaan.