Pesten is een aloude kwaal, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Het manifesteert zich in alle geledingen van de samenleving, zowel in de school als op de werkvloer, tussen leerlingen onderlingen, tussen leraars en leerlingen, tussen ouders en kinderen, tussen leidinggevenden en personeel. Er moet naar gestreefd worden die destructieve kwaal met wortel en tak uit te roeien.
Op de site 'Pesten op het werk' zijn er verhelderende uiteenzettingen te vinden over dat afschuwelijke fenomeen. Het leek me de moeite waard enkele delen daaruit online te plaatsen. Een eerste deel handelt over het profiel van de daders.
----------------------------------------
Volgens Dr. Ruth en Gary Namie kunnen pesters gecategoriseerd worden maar ze kunnen eender welke techniek gebruiken om hun doel te bereiken. Hun doel is simpel: het controleren van hun doelwitten en dit doen ze door een breed gamma aan pesttechnieken. Ze dienen om te beschamen, vernederen en het behandelen van het doelwit als een machteloos persoon want pesters aanzien hun doelwitten als machteloze wezens. Deze misvormde manier van denken is de enige manier waarop de pester zichzelf kan handhaven in de professionele wereld: ten koste van iemand anders. Het is aangeraden, indien U geen last heeft om Engelstalige literatuur te lezen, het boek van Dr. Ruth en Gary Namie erop na te slaan. De titel van het boek is "The Bully at Work: What You Can Do to Stop the Hurt and Reclaim Your Dignity on the Job ".
Volgens Dr. Ruth en Gary Namie zijn er vier categorieën van pesters:
1. De schreeuwer
-
Zeer stereotiep maar statistisch zeer weinig voorkomend. Zij kiezen een publieke setting om hun aanvallen te lanceren. Zij controleren door middel van angst en intimidatie. Ze bezitten niet de minste emotionele controle. Ze zijn impulsief, explosief, agressief en bedreigingen van een fysieke aard worden geuit. Egocentrisch, hebben geen voeling met anderen hun emoties. Ze zijn zeer angstig om als een bedrieger te worden ontmaskerd. Zeer bombastisch om incompetentie te maskeren. Ze bevredigen hun drang naar controle door een klimaat van angst te creëren voor een groot publiek waarvan ze verwachten dat ze zullen beven van angst.
-
• Schreeuwen, roepen, vloeken. • Blaft “IK BEN DE BAAS!” en “DOE WAT IK U ZEG! • Vergiftigt de werkplek door zijn/haar driftbuien en woede-uitbarstingen. • De reinste bullebak • Intimideert met gebaren: wijst met de vingers, gooit dingen neer of naar de mensen. • Dringt de persoonlijke of intieme ruimte binnen van het doelwit door heel dicht bij te komen staan of langs achteren stiekem te benaderen. • Onderbreekt het doelwit continu in vergaderingen. • Negeert de gevoelens van het doelwit. • Dreigt met ontslag of overplaatsing.
2. De constante criticus
-
Deze is actief achter gesloten deuren zodat hij of zij later alles kan ontkennen. Is zeer negatief ingesteld. Vitter, perfectionist tot in de kist, klager, zoeken van fouten, leugenaar. Maskeert de eigen onzekerheid met publieke bravoure. Wordt doorgaans geliefd door hoger management omdat ze “de mensen kan doen presteren”. Speelt de opvoeder. Hij of zij zal uw zelfvertrouwen trachten te ondermijnen zeker wat betreft uw professionele competenties. Ze bevredigen hun nood aan controle door een obsessie voor ieders prestaties. Als de criticus je baas is dan zal die meestal het evaluatiesysteem misbruiken om incompetentie te creëren of suggereren waar er eigenlijk geen is.
-
• Beledigingen, kleinerende opmerkingen, krachttermen gebruiken. • Continu campagne voeren over de “incompetentie” van het doelwit. • Agressief oogcontact, eist oogcontact wanneer hij/zij spreekt maar maakt het zelden als het doelwit spreekt. • Reageert negatief op opmerkingen van het doelwit met zuchten, kijken over de brillenglazen, fronsen, zure gezichten trekken. • Beschuldigt het doelwit van bepaalde vergrijpen en gefabriceerde “fouten”. • Heeft onrealistische verwachtingen van werk door onmogelijke deadlines, legt onevenredige druk en verwacht de perfectie. • Zendt signalen uit van respectloosheid door overzelfzekere lichaamstaal (aan bureau zitten met voeten op het werkblad, doelwit laten zitten en zelf staan, overhangen, … • Excessief gebruik van memo’s, e-mails, boodschappen om het doelwit te bedelven in correspondentie. • Bekritiseren van persoonlijk leven van het doelwit hetgeen volledig irrelevant is voor het werk bijvoorbeeld over uiterlijk, familie, vrienden. • Overdadig of harde kritieken uiten naar de bekwaamheid van het doelwit.
3. De slang met twee gezichten
-
Passiefagressief, indirect, heeft twee gezichten, oneerlijke manier om met mensen om te gaan. Doet zich voor als zeer vriendelijk terwijl ze u in werkelijkheid aan het saboteren zijn. De vriendelijkheid dient om informatie los te peuteren die ze later tegen u kunnen gebruiken. De glimlach verbergt de agressie. Vernietigt uw reputatie bij de hogere hiërarchie. Bevredigen hun nood aan controle door de reputatie van het doelwit te vernietigen bij anderen.
-
• Zorgt ervoor dat het doelwit niet genoeg middelen heeft (tijd, hulp, voorzieningen, ...) om het werk goed genoeg uit te voeren. • Eist dat medewerkers bezwarende “bewijzen” leveren tegen het doelwit en gebruikt hiervoor halve waarheden en leugens. Diegenen die niet meewerken worden bedreigd (de “verdeel en heers” techniek).
• Betekenisloze of smerige taken toebedelen als straf. • Maakt ongeoorloofde, onbeleefde en vijandige opmerkingen tegenover het doelwit maar is zeer rationeel in het bijzijn van anderen. • Pleegt inbreuken op de confidentialiteit; deelt privé informatie over het doelwit met collega’s en andere superieuren.
• Houdt een speciale map bij op kantoor vol met “bezwarend” materiaal om de carrière van het doelwit te saboteren zowel binnen als buiten de organisatie. • Steelt krediet voor het werk gedaan door het doelwit.
-
Slangen doen alsof ze vriendelijk zijn, maar werken u in werkelijkheid gewoon tegen. Pas op! Ze zijn egoïstisch en er moet voorzichtig mee omgegaan worden. Totaal geen vriend of mentor, de vriendelijkheid maskeert de pogingen om controle uit te oefenen. De slang komt doorgaan nog eens in drie variëteiten:
-
1. De “Backstabber” slang. Deze vertelt u één ding en gaat dan totaal iets anders achter uw rug verkondigen. 2. De “Jeckyll en Hyde” slang. Deze wisselt zeer vriendelijke perioden af met zeer agressieve uitspattingen. Dikwijls is het doelwit de enige die de twee kanten van die slang ziet en zal daarom op weinig symphatie kunnen rekenen van andere mensen. 3. De “No Problem, Don’t Bother” slang. Deze woorden zijn dan typisch wanneer de slang iets onethisch heeft gedaan. De slang verwacht dat de anderen hen helpt om de onethische plannen uit te voeren.
4. De opzichter
-
Deze is de meest transparante van de controlefreaks. Zij hebben een drang om zich te profileren als een meerdere, orders te geven en de omstandigheden waarin gewerkt wordt te controleren te controleren. Zij controleren alle middelen die je nodig hebt op je werk – genoeg tijd om je werk af te maken, opleiding om je voor te bereiden op een nieuwe taak, voorzieningen, bevestiging, geld, bemanning, samenwerkingen, ... Deze pester bevredigt zijn nood aan controle door zich te mengen in alles zodat die zich belangrijk voelt.
-
• Moedwillig het doelwit mijden in belangrijke communicatie – blokkeert briefwisseling, e-mails, memo’s, beantwoord geen telefoongesprekken. • Weigert “redelijke accommodatie” te voorzien als iemand komt met een handicap. • Weigert om interne procedures te volgen • Weigert privileges en rechten van het doelwit die een klacht hebben neergelegd wegens pesten (informeel, formeel, juridisch, ...). • Negeert het doelwit en zoekt redenen om iemand te isoleren en af te zonderen van de rest. • Zet de klokken een bepaalde tijd vooruit op het werk en straft dan iemand voor te laat komen terwijl het niet toegelaten is om voor de werkelijke tijd te vertrekken. • Verzint nieuwe regels indien dat goed uitkomt en verplicht het doelwit daaraan te gehoorzamen.
27-08-2015 om 00:00
geschreven door Gust A.
|