ZESTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc10, 38-42 Vers 40c : 'Zeg haar dat ze me moet helpen.' Dat zijn de woorden van Marta over Maria tot Jezus gericht. Dit is een staaltje van gebrek aan communicatie tussen Marta en Maria. Jezus zou dit gebrek aan een open communicatie tussen de zussen moeten oplossen. Dat doet Hij dus niet. Hij richt zich rechtstreeks tot Marta en zegt haar in feite dat Maria kiest voor het echte contact en dat is het énige dat zo nodig. Hugo Dierick,Rosier 2000 A.
VIJFTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 10,25-37 Vers 33: ' Toen kwam een Samaritaan die op reis was , bij hem; hij zag hem en kreeg medelijden.' Hoe wordt men naaste van iemand ? Niet door redenering, niet door allerlei beschouwingen te maken maar door dichtbij te komen, naast, je laten raken, mede-stander te worden, mede-lijden toe te laten. In feite is ons hart spontaner dan ons verstand. Hoe ga ik daar mee om ?
DERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 9,51-62: Vers 57b-58: Iemand zei tot Jezus:' Ik zal U volgen waar Gij ook heen gaat. Jezus sprak tot hem : De vossen hebben holen en de vogels hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten. Typerend voor Jezus toch: Jezus gaat in feite nooit ergens naar toe. Hij is altijd onderweg naar mensen en van het ene contact komt het andere. Nooit heeft Hij gezegd dat Hij was aangekomen. Alleen als Hij over zijn Vader sprak, had zijn verblijven iets definiteifs, een thuiskomen. Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen
TWAALFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 9,18-24: Vers 20: ' Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben? Nu antwoordde Petrus: De Gezalfde van God.' Wie het kort kan zeggen, heeft het meestal beter begrepen dan wie meer woorden moet gebruiken. Wat is in een woord ? Gezalfde ? In de taal die Jezus sprak was Gezalfde : Messias. En in de taal die de evangelisten gebruikten om hun evangelies te schrijven was Gezalfde: Christus. In feite betekenen al die woorden precies hetzelfde. Hoe zouden wij dat nog anders kunnen zeggen in onze gewone woorden: DOORDRONGEN Van God. Gezalfd dus. Was dat niet het speciale, het specifieke, het aparte van die Man van Galilea ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen.
VEERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 10,1-12.17-20 Vers 20: 'Toch moet ge u niet verheugen over het feit dat de duivels aan u onderworpen zijn, maar verheugt u omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.' Jezus wil aan zijn leerlingen ook bijbrengen hoe ze best reageren op het 'succes' dat ze behalen als ze in Zijn naam spreken en handelen. Precies zolas Jezus deed. Hij heeft nooit de aandacht op Zijn macht gevestigd maar op het geloof van degene die Hem om een gunst vroeg. Altijd opnieuw: Uw geloof heeft u gered ! Uw vertrouwen heeft het 'wonder' mogelijk gemaakt ! (H)erkennen wij dat ook in onze contacten met gelijk wie ? Zonder vertrouwen lukt er toch niets. Hugo Dierick, Rosier 26, 2000 Antwerpen.
ELFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 7, 36 - 8,3: Een vrouw die in de stad bekend stond als een zondares. Vers 50,b: 'Uw geloof heeft u gered.' Water over Jezus' voeten laten vloeien, ze met uw haren afdrogen, zijn voeten zoenen, zijn voeten olieën. Wie deed zoiets ? Alleen die vrouw die in de stad bekend stond als een zondares. En Jezus prijst in haar dat ze zoveel vertrouwen, geloof in Hem heeft waardoor ze zo dicht bij Jezus kon komen , dichter dan gelijk wie ! Wie zo authentiek bemint, wordt even authentiek vergeven en mag gaan in vrede.
NEGENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 7,1-10: Genezing van de knecht van de officier. Vers 6b: 'Ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak komt.' Wij hebben die uitspraak van die officier (Romeinse honderdman) opgenomen in onze eucharistie als we voor het communiceren zeggen: Ik ben niet waaardig dat Gij tot mij komt. Wie van ons heeft zich ooit wel eens niet gestoord aan die uitspraak die als een aanslag leek op onze eigenwaarde ? Natuurlijk ! Maar eerlijk gezegd als we Jezus willen volgen in zijn liefhebben waar we ook van dromen dan denk ik dat we lang kunnen wachten voor we daar klaar voor zijn.? Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen
HEILIGE DRIE-EENHEID Joh 16,12-15 Vers 15: 'Hij zal u verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het mijne is.' Als je niet meer kunt zeggen : Dit hoort alleen de Vader toe of alleen de Zoon of alleen de Geest, beleef je dan niet die éénheid waarvoor Jezus zo vaak overspreekt. Dan is één zijn (mogen allen één zijn) alles geven, alles krijgen en daar gemeenschappelijk van leven zonder aan versmelting ten onder te gaan. Is dit niet de uitdaging van ons leven: het einde van onze beslotenheid. Is dat niet de volle waarheid waarnaar wij uitkijken en meteen de volheid van leven? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen.
Pinksteren Zonder Pinksteren ( zonder Roeach Akodesch wat letterlijk betekent: 'ADEM DEZE HEILIGHE' en wat uiteindelijk vertaald werd als Heilige Geest) lijden wij aan een gebrek aan adem. Een gebrek aan spirit beleven wij in momenten van verveling, futloosheid, bij gebrek aan enthousiasme : een bestaan waarin wij ons leven ervaren als een reeks van ' plichten' en wachten wij op bezieling. Met Pinsteren gedenken wij die plotse veandering. Pinksteren vieren is meer nog dan de herinnering gedenken ( andermaal een moeten ?) die verandering zelf beleven en toelaten in ons hart.
ZEVENDE PAASZONDAG Jo 17,20-26 Vers 24b: ' ...Opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt...' In feite staat er: Opdat zij mijn schittering mogen aanschouwen...want als God licht is dan is zijn Zoon de schittering want Hij heeft alles van de Vader gekregen. Dit is poësie-taal, taal van liefde, uitwisseling van een intense beleving van éénheid.
Als in een koppel een man tot zijn vrouw zegt: bedankt dat gij mij ons kind geschonken hebt ( of omgekeerd) is dat dan niet even schitterend ? Hoe lang is het geleden dat je die intense dankbaarheid aan elkaar gegeven hebt.
ZESDE PAASZONDAG Joh 14,23-29: De Heilige Geest zal u bijstaan Vers 27a : MIJN VREDE GEEF IK U. Als Jezus over vrede spreekt, heeft Hij het over SJALOOM , een courant woord uit zijn moedertaal. Dat woord zegt letterlijk: HEELHEID, VOLHEID. In de vertaling is het vrede geworden.Kan best ! Mag er in die' vrede' nog iets meeklinken van de oorspronkelijke betekenis? Het is de gewone begroeting waarmee joden ook vandaag nog elkaar goeie dag zeggen in de dageljjkse omgang. Het Wees-Gegroet-Maria begint trouwens zo : Sjaloom, Myriam. Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
VIJFDE PAASZONDAG Joh13,31-35: Een nieuw gebod Vers 34a': Een nieuw gebod geef Ik u : gij moet elkaar liefhebben ; zoals Ik u heb liefgehad.' Het nieuwe van dat gebod is eigenaardig genoeg dat het geen gebod kan zijn zoals we dat meestal verstaan: een moeten, een verplichting maar integendeel: het is de énige aanbeveling die Jezus ons deed: Ik heb mezelf gegeven. Kunt ge iets beters geven ? Heeft evenveel te maken met vertrouwen in mezelf als met vertrouwen in de ander, niet ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen
VIERDE PAASZONDAG Joh 10,27-30: De echte herder Vers 30: 'IK EN DE VADER,WIJ ZIJN EEN!'' Over die éénheid zijn bibliotheken vol geschreven. Prachtige literatuur want het gaat over Jezus'godzijn. Zijn we daar iets mee? Als het alleen maar woorden blijven, kunnen wij daarover alleen maar denken en discusieren en daar nooit echt uit geraken. Het enige dat ons iets kan doen is proberen te doen wat Hij ons vraagt: Hem volgen en op elk kruispunt de kant uitgaan die Hij gaat en dan zullen we onderweg ervaren of Hij al dan niet een gewone mens is. Risceren wij dat ? Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen.
TWEEDE PAASZONDAG Joh20,19-31:Verschijning aan de apostelen. VERS 29 ' TOEN ZEI HIJ TOT HEM: OMDAT GIJ GEZIEN HEBT, GELOOFT GE ?ZALIG DIE NIET ZIEN EN GELOOFD HEBBEN' De klemtoon bij geloven ligt nooit op zien maar op horen. Geloven is immers vertrouwen geven. De schaduw van geloven is altijd het twijfelen. Wie ziet, kan niet meer twijfelen noch geloven want hij ziet het en daarmee is alles gezegd. Heb ik contact met mijn twijfelen als ik geloof ? Kan ik mijn twijfelen onder woorden brengent?Probeer eens. Houdt mijn geloven daarbij stand ? Hugo Dierick, Rosier 26,Antwerpen
DERDE PAASZONDAG Joh 21,1-19. Vers:17a: 'Voor de derde maal vroeg Hij : Simon, zoon van Johannes, hebt ge me lief ? Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: Hebt gij me lief.' Hebt gij dat ooit al meegemaakt in uw relatie van verloofde, gehuwde, samenwonende ? Uw partner die u in uw ogen kijkt en vraagt:' Ziet ge me nog graag ? ' Of hebt ge dat al zelf gevraagd aan uw geliefde? Dat moet ge eens doen ! Wedden dat ge dat nog eeen tweede keer en zelfs een derde keer zult vrgen en dat ge telkens iets anders zult meemaken. Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
PASEN Lc 24, 1-12 : Hij is verrezen. Vers: 12c 'Petrus ging terug naar huis, verbaasd over wat er gebeurd was.' Eerst vond Petrus het verslag van de vrouwen maar niks. Dan liep hij naar het graf en zag precies wat de vrouwen hadden verteld en gaat verbaasd naar huis. Wat een mengeling van twijfelen en geloven. Er bestaat geen geloven zonder twijfelen. Er bestaat wel twijfelen zonder geloven. Waar horen wij thuis en waar voelen wij ons goed bij? Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
PALMZONDAG Lc 22,14-23, 56: Laatste Avondmaal Vers 19b: 'DIT IS MIJN LICHAAM, DAT VOOR U GEGEVEN WORT; DOET DIT TOT GEDACHTENIS AANMIJ.' Over de consecratiewoorden zijn ooit bibliotheken vol geschreven en werden er oververhitte discussies gehouden onder christenen. Nu na zoveel eeuwen het stof van al die verschillende interpretaies en vertalingen is gaan liggen is de tijd rijp om wat beter naar mekaar te luisteren. Van welk woord heeft Jezus zich in zijn taal bedient dat wij vertaald hebben met lichaam? Het zou best het woord ' goef' kunnen geweest zijn : persoon. Dit ben ik! Komt Hij zo meer aanwezig bij u ? Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen
VIJFDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Joh 8,1-11: De overspelige vrouw Vers 11b: ' TOEN ZEI JEZUS TOT HAAR : OOK IK VEROORDEEL U NIET; GA HEEN EN ZONDIG NIET MEER.' Schriftgeleerden, Farizeeërs en de vrouw samen in de tempel. Hoe gaan ze om met hun tekorten, fouten, zonden ? Het is zonneklaar dat ze allemaal zondaars zijn en de Schriftgeleerden en Farizeeërs wilden Jezus ook betrappen op een fout, een zonde. Dat is niet gelukt. Beseffen wij dat wij allemaal vergeven zondaars zijn en dat dit besef ons leven compleet anders maakt ?
VIERDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Lc 15,1-3,11-32 Vers 31 : ' Toen antwoordde de Vader: Jongen jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is ook ook van u.' De oudste zoon is een brave trouwe dienaar geweest van zijn vader maar hij is er niet gelukt om echt zoon te zijn. Hij is nooit echt in contact geweest met wie zijn vader wel was iemand die namelijk alles deelde met hem. Hij kan dus niet dankbaar zijn want hj beseft niet dat hij alles gekregen heeft van zijn vader? Als dat geen zonde is ? Hugo Dierick, Rosier 26 A.
TWEEDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Lc 9,28b-36 Vers 29b:' Zijn gelaat veranderde van aanblik en zijn kleren werden verblindend wit. Wij zouden zeggen : schitterend ! Want wat verrast ons het meest en bewaren wij onvergetelijk lang in ons geheugen als de schittering van een aanblik, de helderheid van schitterende ogen, de klaarheid van één woord, de uitstraling van een gelaat, de verblinding van het pure graag zien. All what I want is to remember me as having loving you. Hugo Dierick, Rosier 26 A.