Als je een kalender en zakagendas nodig hebt voor het volgende jaar, zo vanaf half november, dan krijg je er geen. Als het eind december is krijg je er enkele in je bus. Soms is de nieuwe kalender en zakagenda makkelijker, mooier of handiger is. Veel kans dat je opnieuw begint met de identificatiegegevens in te vullen en de eerste afspraken. De eerste week van het nieuwe jaar is dit achter de rug.
Wat je in de regel niet gratis krijgt zijn de grotere scheurkalenders. Zeker de meer artistieke of de scheurkalenders met artistiek naakt. Deze laatste zie je nu in aangepaste versie: naaktfotos van bijvoorbeeld de bestuursleden. Die kalenders worden door de plaatselijke verenigingen verkocht voor het goede doel. Iets wat we ons moeilijk konden voorstellen twintig jaar geleden.
De dagscheurkalenders vond ik als kind bijzonder grappig. Thuis of bij de grootouders mocht je dan een blaadje afscheuren. Met wat geluk zelfs enkele blaadjes als ze vergeten waren de vorige blaadjes af te scheuren.
Met wat zoekwerk vond ik dat in 1915 de eerste uitgave was van De Druivelaar, de populaire Belgische dagscheurkalender (Franstalige tegenhanger Le Sablier). Naast de vermelding van maand, dag, jaar vind je er ook de heiligen van die dag, weerspreuken, volkswijsheden, de uren van zonsop- en ondergang en de maanstanden. En niet te vergeten op de keerzijde de mopjes. Nogal eens vonden we ze maar melig. En toch lazen we ze, al was het maar om te kunnen zeggen: een flauwe mop.
Verloren Maandag: 7 januari
Nagenoeg enkel in Antwerpen en omgeving viert met Verloren Maandag op de eerste maandag na Driekoningen.
Thuis, op het werk, in het café eet men warme worstenbroden (bladerdeeg en meestal twee worsten) of warme appelbollen en soms een andere variant. In de etalages van de warme bakkers zie je ze liggen. Je verwarmt ze thuis even op. In vele cafés krijgen de stamgasten gratis een worstenbrood. Het Antwerpse schepencollege smult er ook elk jaar van.
Verloren zou er op wijzen dat vroeger die dag niet gewerkt (en ook niet betaald) werd. De bazen men verwijst in de eerste plaats naar de havenbazen - trakteerden op Verloren Maandag hun personeel met worstenbrood en bier. Dikwijls gebeurde dit in cafés die ook eigendom waren van deze bazen en waar het loon in het handje werd uitbetaald. Er zijn nog andere mogelijke verklaringen: je vindt ze op Google en Wikipedia.
A merry Christmas and a Happy New Year was het opschrift van de eerste kerstkaart van 1840. Hetzelfde jaar als A Christmas Carol van Charles Dickens. 1000 van die kaarten werden op de markt door Henry Cole, de eerste directeur van het Victoria en Albert Museum in Londen. Hij vond de tijd niet om persoonlijke kerstwensen te versturen. Enkel handtekening te zetten en het adres. Het succes van deze aanpak was vlug enorm in de meeste landen. De oudste kerstkaarten in Nederland stammen uit het einde van de negentiende eeuw. Om deze oudste kerstkaart te bekijken (ontwerper John Horsley) surf je best naar de voortreffelijke en vernieuwde site van Volkscultuur: http://www.volkscultuur.nl/kb.php?doc=51676 of naar Google afbeeldingen (typ christmas card 1840) http://images.google.be/imgres?imgurl=http://postalheritage.org.uk/exhibitions/christmas/images /First-Xmas-card.jpg&imgrefurl=http://postalheritage.org.uk/ exhibitions/christmas/firstcard &h=312&w=500&sz=47&hl=nl&start=2 &tbnid=BfT-tgpXF9PnxM:&tbnh=81&tbnw=130&prev=/images%3Fq%3D christmas%2Bcard%2B1840%26gbv%3D2%26svnum%3D10%26hl%3Dnl%26sa%3DG
De laatste evolutie waren de e-cards. Velen geven toch de voorkeur aan persoonlijk geschreven kaarten.
Toen ik een deel van Mallorca (westkust met o.a; Puerto Soller) verkende in het kader van wandelvakanties, kwam ik onder de indruk van de eeuwenoude olijfbomen. Ze behoorden ongetwijfeld tot het erfgoed van deze natuurlandschappen. Ik vroeg me af of ze nog veel vruchten droegen. De ene olijfboom al meer dan de andere. Een olijfboom kan zeer oud worden en lang vruchten dragen. Ze zijn zeer fotogeniek en ze lijken op spoken gehuld in brede mantels. Voor wandelaars zijn ze aangename verpozingen. Je kunt erover fantaseren en vragen stellen. Zoals de klassieke W-vragen: wie heeft ze geplant, wanneer, waarom enz. Op heel wat vragen kan je niet onmiddellijk een pasklaar antwoord vinden. Je kunt de eigenaars bevragen. Niet makkelijk want je ziet ze meestal niet. De plaatselijke bevolking weet er eigenlijk ook niet veel over. Dan maar zoeken op internet. Daar leerde ik dat sommige olijfbomen duizenden jaren oud kunnen worden. Dat de olijfboom al in de oudheid een aparte status had. Op het Forum Romanum staat ze naast de vijgenboom en de wijnrank op de enige plaats die met zand is aangemaakt.
Tot mijn verbazing las ik dat er een hele commercie (men spreekt van een lucratieve zwarte markt) aan de gang is in bepaalde delen van Italië (en ik vermoed ook in Mallorca). De zeer oude olijfbomen worden meer en meer uitgegraven en voor veel geld verkocht als sierboom.
Info op internet: Puglia is de belangrijkste olijfregio van Italië en telt naar schatting 50 miljoen olijfbomen. Het is de eerste regio die een wet uitvaardigt om die natuurlijke rijkdom te beschermen. Wie meer dan vijf bomen verwijderd uit zijn olijfgaard, mag zich aan forse boetes verwachten. Puglia lanceerde een promotie-campagne om het verbruik van olijfolie van oude bomen te stimuleren. Deze bomen zijn een onderdeel van onze geschiedenis, cultuur en identiteit," (Michele Losappio, milieuminister van Puglia).
Voor mij een mooi voorbeeld dat oud kostelijk is, in de verschillende betekenissen van het woord...
Spreek je van diabeten - dementerenden en gehandicapten?
Zorgverleners uit de zorgsector zijn gevoelig voor het taalgebruik voor de mensen waarmee zij werken. Spreek met hen liefst niet over dementerenden maar over personen met een dementie, niet over diabeten maar over personen met diabetes. Soms vind ik dat ze wat overdrijven omdat ze de indruk geven dat we door een bepaald taalgebruik een stempel zetten op deze mensen met een ziekte of een handicap. In de meeste gevallen is dit niet zo.
Maar het kan toch soms hard aankomen voor de betrokkenen, zoals uit het volgende voorval dat ik zelf meemaakte.
Context: de jaarlijkse feestelijke maaltijd voor de leden van een raad van bestuur (met partner) van een zorginstelling. De secretaris van de raad had de feestaannemer er vooraf attent op gemaakt dat een persoon diabetes heeft en dat hij daarom een aangepaste maaltijd moet krijgen. Iedereen zit aan tafel. De gastvrouw verwelkomt iedereen en stelt het menu voor. Als slot vraagt ze: Ik heb vernomen dat er hier een diabeet is die een aangepast menu moet krijgen. Waar zit de diabeet?
Ik had plaatsvervangende schaamte. Zulke vraag publiek stellen getuigt niet van goede smaak. Iedereen van de groep vond dit niet gepast. Ik denk niet dat er iemand van het gezelschap zal terug komen naar dit restaurant.
Ik was aan het surfen op Internet over diabetes. Ik kwam op een blog van een groep http://blog.diabetes-vdv.be/ en die hadden het onder elkaar over diabeten. Om maar te zeggen dat het in de ene situatie kan en in een andere situatie minder gepast is. Dat geldt ook voor termen als dementerenden en gehandicapten. Spreek het liever voluit: personen met een dementie, personen met een handicap, mensen of personen met diabetes.
71 ste Boekenbeurs - Antwerpen (Antwerp Expo Jan Van Rijswijcklaan)
Hou je ook van boeken? Hoeveel boeken heb je thuis? Hoe vaak lees je een boek? De Vlamingen hebben slechts langzaam en vrij laat een boekcultuur opgebouwd. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling met Nederland. Als er een boek thuis was, was dit gegarandeerd Ons Kookboek van de Boerinnenbond. Nog altijd op de markt en omwille van zijn volledigheid en eenvoud voor de doorsnee keuken een prima handleiding om te kokkerellen. Ook koks met grote naam zingen de lof van dit monument.
De plaatselijke, openbare bibliotheek is enorm veranderd en heeft onmisbaar aan kwaliteit gewonnen. Naast boeken, tijdschriften, kranten, leeshoeken, DVDs en cd-roms zijn er internetmogelijkheden. De bibliotheek is het aangewezen middel om als plaatselijk kenniscentrum te dienen en biedt allerlei activiteiten aan jong en oud.
Nog al wat mensen gaan niet naar de boekenbeurs en houden toch van boeken. Ze vinden het daar te druk en het grote aanbod demotiveert eerder dan te stimuleren. Deze Boekenbeurs is een uniek gebeuren. Je betaalt toegangsgeld en je krijgt geen korting op de boeken. Zij die deze beurs bezoeken, hebben speciale redenen. Zij willen boeken kopen die ze kunnen inkijken en die (soms) niet liggen in de plaatselijke boekhandel of bibliotheek. Ze willen auteurs zien en bekenden. Ze willen een halve dag boeken shoppen in een voor hen aangename drukte.
De Boekenbeurs in Antwerpen zit er bijna: van op woensdag 31 oktober t.e.m. zondag 11 november 2007. Elk jaar lokt die beurs (sommigen spreken van een boekenkermis) duizenden bezoekers. De standhouders verkopen de boeken rechtstreeks en zonder korting. Zo proberen ze hun investering (personeel, huur, receptie ) terug te verdienen. Als je de Boekenbeurs in de huiskamer wil beleven surf naar http://www.boekenbeurs.be "Info daaruit: 10.000 m² boeken in Antwerp Expo. Nergens zijn er zoveel boeken en schrijvers bij elkaar te vinden en dat maakt de Boekenbeurs één van de belangrijkste culturele manifestaties van Vlaanderen. Dit jaar zijn er zo'n 115 stands van uitgevers, importeurs en boekhandelaars te ontdekken, en er komen honderden auteurs uit binnen- en buitenland op bezoek. Daarnaast word je ook dit jaar weer verwend met een uitgebreid gratis programma - de Boekenverdieping - met lezingen, auteursgesprekken en workshops."
In onze samenleving waar de computertoepassingen (er zijn ook digitale boeken en virtuele bibliotheken) zullen de echte boeken die je kunt voelen, erin kunt bladeren, kunt ruiken, kunt koesteren blijven bestaan. De Boekenbeurs draagt daartoe bij. Tot volgend jaar Boekenbeurs.
Geerdt Machiels besprak op 17 augustus 2007 in DS
(Letteren - Wetenschap) een groot project van de BBC The truth about food. zie ook http://www.bbc.co.uk/sn/humanbody/truthaboutfood/ Onlangs verscheen een bijhorend boek in vertaling: Jill
Fullerton-Smith The truth about food. Eerlijk over eten. Bruna, 240 blz.,
24,95.
Ik sprokkelde uit de bespreking enkele ideeën uit: Dikke
mensen onderschatten stelselmatig hoeveel calorieën ze binnenkrijgen. Zuivel,
en vooral het calcium dat erin zit, verhoogt de hoeveelheid vetten die langs de
darm afgescheiden worden. Grote porties verleiden tot dooreten. Tijdens het
eten televisie kijken, verhindert dat we de signalen van verzadiging van ons
lichaam opmerken. Leer broccoli eten (ook kinderen); eet soep: water dat door
groenten gemixt is geeft langer een verzadigd gevoel. Eet genoeg tomaten, dat
is goed voor de huid.
Hij besluit:
"... Veel van het onderzoek is langlopend en nog
niet afgerond. Veel proeven gebeurden met te weinig mensen om een definitief
oordeel te kunnen vellen. Maar zo werkt wetenschap. Met veel twijfels, met
vallen en opstaan. Door te leren leven met onzekerheid in een complexe wereld.
Dat krijg je tussen de regels mee en is wellicht even belangrijk als het
pleidooi om te blijven genieten van eten en drinken."
Een dikke tomaat, een portie broccoli en soep voor Geerdt
Machiels.
Historische multimediale evocatie nieuwe stijl in Le Mans.
Historische multimediale evocatie nieuwe stijl in Le Mans.
Lezers van mijn weblog weet ik dat ik het gebruik van multimedia voor toeristen bijzonder belangrijk vind. Voorbeelden in ons land zijn de historische evocaties in Bouillon (Kruistochten - Godfried van Bouillon) en Ieper (Wereldoorlog 1). Kennissen hadden ons attent gemaakt op de realisaties in Le Mans. We waren tot nog toe altijd deze stad voorbij gereden, deze keer zouden we er een tweedaagse van maken. Achteraf gezien waren we tevreden met deze keuze.
In het middeleeuwse stadsgedeelte, de Cité Plantagenêt, is de toeristische topper nummer één La Nuit des Chimères. Op vier verschillende plaatsen worden videofilms en reusachtige digitale beelden op de eeuwenoude monumenten geprojecteerd begeleid door aangepaste muziek. Poëtisch, prachtige beelden, evocatief en historisch correct (beelden uit de historische bronnen). Naar onze mening: het voorbeeld van een nieuwe stijl licht- en klankspel.
Het hemels concert: op de façade van Saint-Julien. Eerst projecties van middeleeuwse verluchte handschriften, verdures en groentapijten. Dan verschijnen de zingende engelen begeleid door middeleeuwse instrumenten. De kathedraal Saint - Julien is een van de grootste kerken in Frankrijk met op het kruisgewelf: musicerende en zingende engelen, hoogtepunten van de gotische schilderkunst.
Banket: in de voorhof van de muziekschool een multimediale evocatie van Hendrik II Plantagenet en andere feestvierders met kleurrijke attracties door troubadours en acrobaten.
Het fantastisch defilé: evocatie van de geschiedenis van Le Mans op de Romeinse muur (zeer goed bewaard) van Le Mans en huizen erboven op een scherm van 180 op 40 meter.
Het Romeins theater: dansen, gladiatoren, riddertaferelen met draken en jonkvrouwen.
Duurtijd: twee uur wandeling bewegwijzerd met toverlantaarnbeelden. Voor een voorproefje of een nasmaakje http://www.nuitdeschimeres.fr/
Taai ongerief In mijn rondgang om voorbeelden te krijgen omtrent taai ongerief (kleine zaken die wrevel, ongeduld...opwekken), kreeg ik onlangs twee voorbeelden. Ze hielden verband met de kunstmatige nagels die sommige vrouwen hebben. Je herkent deze nagels onmiddellijk: wat langer, opvallender en ze worden geregeld gedemonstreerd om ze doen opvallen. Eerste soort ongerief: aan de kassa zijn er persoonsleden met opvallende kunstnagels. Het nadeel ervan is dat ze zeer behoedzaam omgaan bij het inscannen van de producten. Ze schenken meer aandacht aan mogelijke schade aan de nagels dan aan het product en aan de klant. Sommige klanten denken dat dit de verrichtingen vertraagt. Tweede soort ongerief door de lange kunstnagels: typen op het toetsenbord van kasregisters en typmachines. Hier dezelfde opmerking: men krijgt het gevoel dat dit vertragend werkt.
Maria 's Heeren sterft in de vlammen in 1902 - Lichtstoet Antwerpen
Met oudere bewoners haalden we herinneringen op aan stoeten en processies. Enkele vrouwen vertelden ons dat ze thuis nog gehoord hadden van een meisje dat levend verbrand werd in een stoet in Antwerpen. De meeste bewoners die in het Antwerpse geboren waren, herinnerden zich iets van deze gebeurtenis. Ik beloofde te zoeken naar meer informatie via internet. Voor hen deze reconstructie... Na het verhaal kwam de fase van associëren: men had het over de Reuzen in de stoeten, maar ook over de grote branden (Inno en Switel) Maria s Heeren sterft in de vlammen in 1902 - Lichtstoet Antwerpen
"We zijn in 15 augustus 1902. Dag waarop de fameuze lichtstoet zal uitgaan. Grote praalwagens, veel volk op de wagens en nog meer volk langs de weg. Maria s Heeren was bijna achttien jaar, toen ze gevraagd werd mee te doen in de grote lichtstoet in Antwerpen. Ze was een eenvoudig, mooi naaistertje. Ze mocht helemaal van boven staan op een praalwagen 'Noors ijskasteel - Sneeuwvlokjes ' als koningin van Koning Winter. Men had haar stevig vastgebonden aan een paal zodat ze niet van de wagen kon vallen. De lichtstoet zette zich op gang. Er stond zoals altijd veel volk langs de weg. Die klapten enthousiast in de handen om de mooie praalwagen. Ze vonden de sfeer zeer geslaagd: elektrische verlichting, kaarsen en onderaan de wagen benzinelampen. De wagen kwam aan de Katelijnevest. Plots vatte de wagen vuur. Na korte tijd stond alles in brand. Iedereen die op de wagen stond sprong er af. Maria probeerde dit ook, maar ze was zo goed vastgebonden dat ze niet kon vluchten. De schaar die ze had meegekregen kon ze blijkbaar niet vinden. De omstanders hoorden roepen. Ze konden haar niet helpen, want de vlammen waren te fel en te heet en er stond geen brandweer in de directe omgeving. Iedereen begon te huilen en te jammeren. Het meisje vond de vuurdood. Enkele dagen werd ze begraven. Ze werd als een martelares ten grave gedragen. Volgens de kranten was er nog nooit zoveel volk gezien voor een begrafenis in Antwerpen. Ze kreeg een eenvoudig graf op het Schoonselhof en de naam van een straat in Borgerhout. Het stadsbestuur besliste geen lichtstoeten te laten uitgaan. "
In Antwerpen stond opnieuw de Sinksenfoor. We haalden met ouderen herinneringen op aan de kermis van hun tijd. Eerst gingen we na wat in hun tijd de toppers waren. Voor snoep waren dat: smoutebollen, warme rek, pomme d'amour, barbe à papa. Voor de attracties: botsauto's, rups, spiegelpaleis. We noteerden het volgende verhaal. De vrouw die het vertelde genoot er nog van en de anderen die luisterden ook. Na het verhaal kwamen hun herinneringen aan bod
Liften bij de botsauto's en dan naar de rups.
"Als meisje van dertien ging ik naar de kermis. Ik vond dit spannend, ook al moest ik thuis zijn voor elf uur. Ik wou vooral naar de botsauto's gaan. Dat vond ik stoer en uitdagend. Ritjes met de botsauto's vond ik duur en ik had weinig zakgeld. Ik had een oplossing vlug gevonden. Ik zou gaan liften. Ik stond op de kant en ik keek naar de jongens die stoer rondreden. Ik begon uitnodigend te liften naar een botsauto met daarin een jongen met blauwe ogen. Hij stopte. Ik ging met een bonzend hartje naast hem zitten. Mijn knieën dicht bij de zijne. We botsten zo hard mogelijk. Hoe harder de bots, hoe toffer. Met die jongen ging ik dan later naar de rups. Als het zeil naar beneden kwam, riepen we hard en we hielden elkaars hand vast. En dan kwamen er enkele kusjes. Romantisch, om nooit te vergeten. Ik vond de opeenvolging eerst botsauto's en dan de rups prima. Want bij een jongen in de rups zitten die ik van haren noch van pluimen kende, vond ik maar niks."
Opa en zijn kleinzoon: drie seconden voor een kilometer.
Opa en zijn kleinzoon: drie seconden voor een kilometer.
Onlangs hoorde ik de volgende anecdote vertellen. Een kleinzoon van het zesde leerjaar was bij zijn grootvader. Hij diende zijn grote toets voor Aardrijkskunde te leren. In zijn werkschrift over Weer en wind stond er een opdracht: Hoe ver is het onweer van je verwijderd? Er stond geen antwoord naast. Vergeten op te tekenen? Er stonden een aantal hulpvragen erbij: Wat komt er eerst de bliksem of de donder? Wat gaat er vlugger: het geluid (donder) of het licht (bliksem). En tenslotte: Je ziet de bliksem en na drie seconden hoor je de donder. Hoever is het onweer van je verwijderd?
'Opa hoe moet je dit berekenen?' Opa was niet 100% zeker van zijn stuk en zei: 'We zullen dat samen opzoeken op internet.' Hij typte na elkaar in Google - Nederlands: bliksem donder afstand. De eerste twee hits verwezen naar sites op Wikipedia, een artikel over bliksem en de andere over donder.
Oplossing: per 3 seconden tussen bliksem (zien) en donder (horen) een kilometer afstand voor het onweer. Opa was tevreden dat hij zo zijn kennis kon opfrissen en dat hij dit vlug en accuraat kon doen met internet.
Zijn kleinzoon keek niet speciaal op, want hij vindt het normaal dat zijn opa ook met de computer bezig is.
Cultureel toerisme: kunststeden en Werelderfgoed: Bayeux
Cultureel toerisme: kunststeden en Werelderfgoed
Het cultureel toerisme zit in de lift. Geen wonder dat men in Vlaanderen speciale aandacht schenkt aan de zes kunststeden: Brussel, Antwerpen, Brugge, Leuven, Mechelen, Gent. Maar we weten dat er buiten die toppers nog veel anders te beleven valt. En dat we zeker de natuurlandschappen niet mogen vergeten.
Opnieuw heeft de Unesco haar lijsten aangevuld met Werelderfgoed en de culturele objecten die in ons collectief geheugen een aparte plaats dienen in te nemen. Ik las met veel voldoening dat het Middeleeuwse tapijt in Bayeux (slag bij Hastings) daar nu op staat. In de vernieuwde tentoonstellingsruimte is dit tapijt een totaalbeleving van eerste rang. Schaf je een audiogids aan om er nog meer te kunnen van genieten. Trek er zowat anderhalf uur voor uit en neem evenveel tijd om dit stadje in Normadië te verkennen. De Tweede Wereldoorlog heeft er ook zijn sporen nagelaten. Maar het tapijt van Mathilde bleef intact.
In de examenperiode slaat men ons om de oren met slagen en mislukken. Ook de Mont Ventoux was er aan toe.
De Ventoux (waarover al ik eerder schreef) staat permanent in de belangstelling. Je zou kunnen spreken van een 'permanente' evaluatie. Deze berg is ingeschakeld in verschillende sportevenementen zoals Tour de France, Dauphiné Liberé, als voor wielertoeristen.
Deze berg is 1905 m. hoog. Ze wordt ook genoemd: de berg van de winden. Zij die er al waren zullen zich het maandlandschap herinneren en de permanente wind. En onderweg zullen ze de gedenksteen gezien hebben voor de renner Tom Simpson die er zich dood reed, door de lastige beklimming, de hitte, de vermoeidheid en de stimulerende middelen.
In Vlaanderen is deze berg vooral zeer populair geworden door de wielertoeristen, gewone en BVs. In 2007 organiseerde Sporta opnieuw dit grote wielerevenement. In 2007 noteerde men 3542 beklimmingen met 1946 deelnemers: 94.7 % slaagden in de beklimming. De oudste was 78, de jongste was 17 jaar. Sporta kondigde aan dat dit opnieuw zal doorgaan in 2008. Er is geen tweede zittijd voorzien, gezien het hoge slaagpercentage.
Toen we een tijdje geleden Nice bezochten om haar kandidatuur voor Europese culturele hoofdstad van naderij te bekijken, gingen we naar het restaurant Brasserie Flo. Dat was ons aanbevolen van verschillende kanten. We aten er lekker en we waren aangenaam verrast dat er ook Belgisch bier en Belgische gerechten geserveerd werden.
Terug in België lazen we een persbericht dat de restaurantketen Flo sinds 2005 in handen was van Ackermans Van Haren (Belgische holding). Onlangs heeft deze holding het restaurant Aux Armes (sinds 1921) in Brussel gekocht. Idem het restaurant Le Boeuf sur le Toit in Parijs. Tevens de grillrestaurants Hippopotamus en in Italië Bistro Romain. We voelen ons wel evenwel niet verplicht al deze plaatsen aan te doen. Hoewel, je weet maar nooit. Je kan onze 'voortgang' volgen op deze blog.
Verhaal opgetekend bij het project Herinneringen ophalen (OCMW Antwerpen).
"Wij gingen met ons vieren naar Scherpenheuvel met de fiets. Wij hadden van onze Nonkel Gerard (sinds drie jaar weduwnaar) geld meegekregen om kaarsen te doen branden voor 'speciale intenties'. Toen hij dit vroeg knipoogde hij drie keer na elkaar. Voor mij wat geheimzinnig, al kon ik vaag vermoeden wat hij nog graag zou willen: een gezellin. We kregen wat geld voor een koffie met pannenkoeken en om van die speciale koeken te kopen uit Scherpenheuvel. De naam ontschoot hem. 'Het waren bolletjes zei hij, geen lange koeken hoor.' Scherpenheuvel is bekend voor zijn koeken. Daar leerden we de twee soorten kennen: de lange zijn de pepernoten en de bolletjes zijn de noppen.
We kochten de koeken en gingen terug naar mijn oom. De kaarsen waren aangestoken voor de speciale intenties van Nonkel Gerard (ik knipoogde drie keer naar hem). We hadden genoten van de lekkere pannenkoeken en de warme chocolademelk. Dan gaven we ronde noppen aan hem. Dat zijn ze. zie hij tevreden 'bolletjes en geen lange koeken.' Hij haalde er een uit en hij beet er met volle tanden in. Welke koeken zijn dat? Het zijn precies stenen, zo hard. Maar Nonkel je moet ze soppen in warme koffie. Dat hebben ze verteld in Scherpenheuvel. Nonkel Gerard keek ons vragend aan. Hij zette een speciale filterkoffie. De reuk was lekker. Hij sopte de koek in de koffie. Hij proefde de koek. Wij keken met spanning toe. Prima, dat is de smaak die ik bijna vergeten was. "
We gingen met de bus naar Scherpenheuvel. De meesten van ons waren van plan een kaarsje te branden in de basiliek. Gelovig of niet. We deden uit traditie. Scherpenheuvel was in onze verwachting een grote, mooie basiliek, veel volk en kraampjes met souvenirs, beeldjes, kaarsen, koeken (de lange pepernoten en de ronde noppen) en de talrijke cafés, tearooms en restaurants. We kwamen toe. Er was wel veel volk maar geen stormloop. Het aantal kraampjes was niet zo groot als we hadden gedacht. Vroeger moeten er veel meer zijn geweest. We kochten kaarsen en we gingen die aansteken. Er was geen plaats om ze op de pinnen te steken. "Leg ze maar op die tafel of op het altaar" zei men ons, " als er plaatsjes vrij zijn is, steken we ze aan. We deden dat. We kwamen later terug en we zagen met onze eigen ogen dat onze kaarsen gewoon weggenomen werden naar buiten de kerk. We hoorden vertellen dat dit vroeger ook al gebeurde: misdienaars haalden nieuwe kaarsen op van de wachtrij en brachten ze naar de winkel, waar ze opnieuw werden verkocht. Ik voelde ik mij echt bedrogen. Kaarsjes doen branden vind ik mooi en een beetje aandoenlijk. Anderen mogen daarvan geen vuile commerce maken. Als ik een kaars koop, is dit om te branden en niet om mijn kaars door te verkopen. Ik zal geen kaarsen meer kopen. Wat denken ze wel.
Het volgende verhaal noteerden we bij het ophalen van herinneringen bij ouderen omtrent processies.
Een hond in de processie In ons dorp was de processie een heel gebeuren. Ze werd georganiseerd door de nonnetjes van de school. Die hadden de processiekleren in voorraad. De meisjes liepen in het wit. Dikwijls strooiden ze bloemblaadjes op de grond en hielden het kleed vast van de heilige. De mannen van de parochie droegen het processiebeeld en het baldakijn waaronder de pastoor liep met zon gouden ding in zijn handen (monstrans). Ik liep ook mee in het wit. Ik vond dit wel plezierig want de mensen op de straat zagen dit graag. Opeens kwam een hond blaffend naar mij en hij beet naar mijn schoenen. Ik stampte hem weg, maar hoe meer ik stampte,hoe harder hij blafte en dreigde. Ik begon te wenen van schrik. Toen kwam zuster Mia naar me toe en ze sloeg met de paraplu de hond weg.
Het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal (Stripmuseum) - Centre belge de la Bande Dessinée (Musée de la BD) in de Zandstraat 20 Brussel is een bezoek overwaard, zowel voor de strips als voor het gebouw (1903 Horta) met cafetaria. Het is gelegen in de benedenstad in het voormalig warenhuis Waucquez. België en Brussel zijn klinkende namen in de wereld van de stripverhalen. Andere auteurs die aan bod komen: Hergé, Jijé, Morris, Vandersteen, Jacobs, Sleen, Vance, Rosinski, Servais, Geerts, Martin, Berthet, Franquin, Roba, Bob en Johan de Moor. Vooral Kuifje (Hergé) is internationaal bekend. Dit museum bevat meer dan 40.000 albums in de stripbibliotheek. Geregeld zijn er tentoonstelling. Het gebouw is een juweel van licht en lichtinval, geen wonder want het voormalig gebouw koos men stoffen. Dit museum is interessant voor jong en oud en onmisbaar voor zij die geïnteresseerd zijn in de stripgeschiedenis.
Een aantal steden kennen stripmuren, of zijn minst blinde muren die beschilderd zijn met landschappen, stadsgezichten enz; soms gewoon als trompe loeuil. Brussel heeft zijn stripmuren (art mural). Ongeveer dertig striptekeningen zijn er te ontdekken in de Brusselse binnenstad. Maar geen Kuifje. Ook toeristen uit het buitenland (Japan) komen er speciaal naar toe. Pieremansstraat: Een tekening van Michel Tacq (De Patrouille van de Bevers); wat verderop een tekening van André Geerts. Eerst komt er een schets op een A4-blad, dit wordt op de muur geprojecteerd en wordt overtekend; tenslotte komt de inkleuring en beschermlaag (anti-taglaag). Er is weinig vandalisme. Om Kuifje e.a. te zien op de muren moet je naar het metrostation Stockel. Twee lange muren met personages uit de Kuifjesalbums, ook met teksten in het Brussels. Het Syldavisch, de taal uit het Oost-Europese land Syldavië, is Brussels. Er zijn rondleidingen voor
Warande Park (kortweg Warande) of Het Park van Brussel (Parc Royal ) ligt zeer symbolisch: aan de ene kant het Koninklijk Paleis en aan de andere kant het Natiepaleis met Parlement en Senaat. Dit park is 13 ha groot, symmetrisch en grenst aan de Koningsstraat, Wetstraat, Hertogstraat, het Paleizenplein. Voor een overzicht sta je best aan de grote fontein. Dan zie je dat de ontwerper het symbool van de loge (passer) heeft verwerkt in de hoofdgangen. Je ziet overal verschillende borst- en standbeelden, classicistische toegangspoorten en een muziekkiosk. Geregeld zijn er culturele activiteiten; wij genoten van een fototentoonstelling aan de hekkens van het park.
Koninklijk Paleis
Het verhaal dat als de Belgische vlag op het paleis wappert de koning aanwezig is, is niet juist. Wel dat de koning in het land is. Het paleis kende een interessante geschiedenis. Je kunt dit volgen op Wikipedia. Interessant is te weten dat koningin Paola aan Jan Fabre vroeg in de spiegelzaal op het pafond een kunstwerk te maken: Heaven of Delight. De kunstenaar bracht op het plafond een voor een de groene schubben aan van de exotische Thaise juweelkever.
Andere interessante pleinen:
Martelarenplein: plein van de Vlaamse Gemeenschap; met crypte van de gesneuvelde Belgen bij de onafhankelijkheid van België. Volop nog in restauratie.
Sint - Gorikshallen (http://www.hallessaintgery.be/ op de Zenne; hier ontstaan van Brussel (997). De Zenne werd een open riool; overwelving door burgemeester Anspach. Sedert april 1999 is in de Sint-Gorikshallen een informatie- en tentoonstellingscentrum; nadruk op het patrimonium en het leefklimaat van de Brusselaars. Bijvoorbeeld: De 'weik van t Brussels' activiteiten door de Cel Erfgoed van de Vlaamse GemeenschapsCommissie (VGC), zo onder andere om het Brusselse dialect tepromoten. In de omgeving van de Marollen zijn er opschriften in het Brussels.