Zo af en toe maken wij ons wandelingetje aan de zee. Het was lang geleden. Een tijdje terug, hoe lang juist weet ik niet, liep ik een ernstige spierscheur op aan de rechter dij. Gaan ging nog. Wandelen zat er niet meer in. Je kan enkele tientallen meter lopen trekkebenen hoor maar een wandeling, al is het maar van een half uur, mag je op je buik schrijven. Lang, heel lang, kan het duren vooraleer je opnieuw totaal in evenwicht kan lopen. Heb je al eens ondervonden, dat je links een grotere stap zet dan rechts. Niet één keer maar voortdurend en niet om de zot uit te hangen. Je kan gewoon niet anders of je moet lopen zoals een juffertje met dringende behoeften. Ga zo maar een keer wandelen. Gisteren was het niet meer zichtbaar maar ik voelde toch nog dat er rechts veel minder soepelheid in zit.
Eerst reden we tot bij de fruitkweker om peren te halen. We staken dan door naar De Haan voor een wandelingetje aan het water. Altijd doen we de lengte van de dijk. Er was veel verkeer op de baan maar die bleken nog niet aangekomen aan zee. Onze auto konden we met een zee van plaats, parkeren in het straatje aan de zeekant bij het gemeentehuis. Zo komen we bijna aan het zuidelijk einde van de dijk uit. We kijken eerst hoe de wind zit en welk effect hij heeft op het zand. Het was een opkomende zuidwesterbriesje. Met één oogopslag zagen we het zand, gedreven door de wind, over de vlakte scheren. Op sommige plaatsen was die gladder geschoren dan op andere. We hadden dijk en strand niet voor ons alleen maar het scheelde niet veel.
Enkele koppels en een paar triootjes te na gesproken, konden het gevoel van verlatenheid niet wegnemen. Daarentegen was door hun aanwezigheid, de eenzaamheid doorbroken. Drie kinderen en een bende meeuwen overschreeuwden het eentonig gegrom van een behoorlijk rustige zee.
Door het nemen van fotos, moest ik zo nu en dan achterop hinkelen.
We kozen uit ervaring voor wind mee. Als je het zand over de vlakte ziet striemen, loop je best niet tegen wind in. Je kan dat wel doen als je een gesloten stofbril op je ogen parkeert, die dan af en toe beslaat door het grote verschil aan temperatuur tussen je lichaam en de buitenlucht. Dan ben je natuurlijk helemaal gezien.
Aan de hemel stond een waterzonnetje dat probeerde en erin slaagde flauwe schaduwen te creëren voor ons uit. Dan was het ongeveer half drie. .
Op de rug genomen foto's mag ik wel publiceren maar voor de zekerheid vroeg ik toch, als een bang schooljongetje, de toelating.
We zochten het hardste en gladste deel van het strand op, een veilige afstand af van de ebbe en vloedlijn. Zo werden we niet gestoord door opkomende golfjes. In de zomer, als je blootvoets door het zand baggert, ligt dat anders. Alhoewel je af en toen toch afkeer krijgt van het water, door aandrijvend bruin schuim. Dat krijg je liefst niet over je huid want dat is zicht- en voelbare polutie. Gisteren was die ook niet aanwezig. alles leek vredig en proper.
Kinderen en meeuwen en je hebt een boeiend, laawaaierig schowspel, boven de zee uit. Het grote lawijt komt van de meeuwen. Dan hoor je plots een schreeuw als het uit de hand eten pijnlijker is dan verwacht. Ook een meeuw kan zich al eens mispakken of is het dan het kind dat schreeuwt zonder dat er iets gebeurde?
Kwallen daarentegen zijn de rust zelf maar kom er niet aan of jouw rust zal eventjes vaarwel aan je zeggen, tot de jeuk helemaal over is. De ruiters hebben we niet gezien maar de duidelijke sporen wezen erop dat ze kort voorheen rustig voorbij waren gegaan in de richting van Bredene, dus tegen wind in. Die gasten zitten hoog genoeg om geen last te hebben van het zand in de ogen. Of de paarden dan met spleetogen lopen tegen het zand weet ik niet. Misschien lopen ze gewoon met hun ogen dicht. Als ze een stap te veel naar links of rechts zetten zullen ze wel een snok voelen om hen de juiste weg aan te duiden. Van wijzen kan je hier natuurlijk niet spreken hé.
Na onze, ietwat langer dan een half uur durende uitwaaibeurt, gingen we winkelen in de Aldi waar er slechts één kassadame een rustige namiddag beleefde. Van het andere personeel was er niemand te zien. Je kon ze in het magazijn horen rommelen en lachen. Waarschijnlijk waren ze bezig de speciale aankopen voor de zaterdag klaar aan het maken. De personeelsbezetting was mager. De kassabediende, die ik ondertussen zeer goed ken vertelde ons dat alle bewerkingen en de duur ervan per kassa door de computer geregistreerd worden. Dat legt wel uit waarom het personeel van Aldi altijd zo gedreven aan de slag is. Toch blijven ze altijd vriendelijk en heel beleefd. De Gerante heeft altijd wel een beetje tijd voor een kort babbeltje terwijl ze efkens haar werk laat rusten. Bij de anderen zie je dat niet. Bij hen is het 'klappen en breien'.
Eens we thuis waren hebben we een goede pot gedronken. We zijn rond twee uur vertrokken en het was toch goed na vieren toen we terug het poortje achter ons dicht trokken. En wat denk je dat er het meeste deugd deed, de uitstap of de pot achteraf? In feite kan het één niet zonder het andere. De pot is de bekroning, het orgelpunt op iets dat afzonderlijk ook deugd kan doen.
|