Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
chaos in mijn hoofd neemt me mee naar een doolhof van gevangen zijn de weg gaat steil omhoog tot niet meer kunnen dolend niet weten waar hijgend geen adem meer alleen een leeg gevoel ga ik verder met niet weten
tot ik voor een afgrond sta vertwijfeld vraag ik aan mezelf wat doe ik nu
ik kan je niet beloven om me in het stilzwijgen te begraven nadat jij en ik je weet wel wat met je vinger streelde je mijn zinnen bespeelde je mijn intens verlangen en liet je me smeken om veel meer mijn vuur wakkerde aan en hitsig als ik was brak de wellust in mij uit je sensuele prikkels maakten van mijn lichaam een speeltuig van genot in het bos wist je me te strikken en ik schreeuwde mijn explosie uit
zes het zegt je niets gewoon een zes rijmt zelfs op prinses en toch is zes zo heel bijzonder als je kunt voelen en weet wat ze bedoelen gaat een wereld open met een beetje geduld en wat goede wil vertellen die zes een heel verhaal
wat begreep ze van de prille lente de bloesems van het nieuw begin speciaal voor haar bijeen gezocht als voedsel voor haar ziel
wat anderen wist te bekoren bracht bij haar een wrang gevoel de herinnering stond met zijn hamer klaar klopte al het loslaten er weer in
het leek alsof het gisteren was die vreselijke dag begin april al de stuk gesprongen vaatjes als meststoffen voor haar verdriet
kon ze ooit ontsnappen uit de emoties van de pijn de krop bleef steken in de keel het slikken deed weer zeer
onder de boom van niet geweten stond ze met schuldgevoelens in haar hand je kon er niets aan doen - galmde het in haar oren - toch bleef de wroeging pijnlijk naast haar staan
je wist me te bekoren alleen al je naam bracht mijn fantasie op hol de verleiding was te groot ik kon niet anders dan hunkerend van verlangen de vruchten van je aanbod plukken
likkebaardend tongstrelend proefde ik van het genot watertandend vroeg ik om meer ik smolt voor je ijskoud gevoel
zo voldaan keek ik met een glimlach naar de bevrediging in de namiddagzon heb ik je tot ziens gezegd
het smachten blijft bestaan vol verlangen kijk ik uit naar de volgende keer
in het tuintje van de tederheid droomde ze vol verlangen van een leven met zijn twee fladderend had ze gevlogen als een vlinder in het rond nu eens werd ze bedrogen, soms liep de liefde van haar weg in haar nachten met de eenzaamheid hadden tranen soms vrij spel
tederheid zag haar huilen nam haar in zijn passie mee in zijn tuin liet hij haar dromen speelde liefdevol met haar een spel even zou ze gaan geloven in een leven niet meer alleen
voorzichtig liet hij haar ontwaken was er een gevoel van spijt ? keek heel even, ging dan verder wou niet weten wat er zou gebeuren als ze eenzaamheid weer in de ogen keek
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren