Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
doodse stilte op het krakend veld waar voetstappen de herinnering achterlaten van de huivering wekkende taferelen beelden priemen in de ogen nu ze de poort van Auschwitz de rug toekeren
stilaan komt de fluister terug de gruwel van afgeschoren mensenhaar de torenhoog opeengestapelde brillen laten de emoties praten en brengen kilte in het mensenhart
nu nog vertelt een ex-gevangene zijn verhaal straks zijn het alleen de barakken die nog spreken maar pagina tien in het geschiedenisboek is plots meer dan zomaar een geschreven blad
geschreven naar aanleiding van een krantenartikel op 24-01-07 (Jongeren bezoeken Auschwitz . . . )
je kunt me niet meer raken al je slechtnieuws pijlen vliegen nu terug naar het land van ergernis ik heb een schild van onzichtbaar staal gekocht ben er voorzichtig ingekropen
zie maar hoe ik lach en leef vrolijk dansend in het avondrood wil niet meer horen wat zo kwetst en me doet verlangen naar de nacht wil dat je denkt dat ik geniet en me laat gaan in dit bijzonder spel
je ziet gelukkig niet hoe ik komedie speel daarvoor is mijn schild mijn beste vriend wat ik diep vanbinnen in me voel dat weet alleen mijn echte ik
waarom spookt door de kamer met witte lakens van geen antwoord hij blijft plagend rond je fladderen laat je denken niet meer los de vraag zweeft naar het weten schudt vol ongeloof zijn hoofd waarom wordt een niet begrijpen verdriet krijgt hier vrij spel het gebeuren probeert te verwerken waarom krijgt geen zekerheid
ik hield van jou het klinkt cliché maar toch ik had je lief je was mijn redder in de nood de trooster van mijn boze dromen verzorgde vol liefde mijn kapotte knie en hoe dikwijls maakte je niet speciaal voor mij gebakken aardappeltjes met tonijn je hielp me als het nodig was zo veel deed je voor mij maar vooral was je mijn moeder
nu ik zelf moeder ben denk ik nog veel meer aan jou ik mis je iedere dag en heel soms vraag ik me af hield ik wel genoeg van jou misschien deed ik je wel eens pijn dacht ik het beter te weten zei ik je niet genoeg "ik zie je graag"
nu mijn hart schreeuwt om het jou nog eens te zeggen weet ik niet of mijn woorden een bootsman vinden want veel te vroeg ben je aan de overkant gaan wonen
morgen klinkt bang komt zo angstig dichterbij lang geleden boorde hoop zich in de grond maar toch je weet maar nooit
morgen komt witte jas je halen krampachtig wacht je in de gang tussen andere verwrongen gestalten angstzweet neemt zijn zakdoek klamme handen worden drooggewreven
morgen weeft zijn herinnering neemt je mee naar die allereerste keer
bonkend hart brengt je terug in het heden en wacht tot morgen die dame je vertelt wat je zelf reeds heel goed beseft
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren