Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
Ze blijven steeds bij je, herinneringen aan de pijn Je littekens, je raakt zo nooit meer kwijt diep van binnen zijn er scheurtjes groot en klein steeds weer voel je het leed het niet weten waarom, al je onmacht en verdriet hoop - geprikt als een ballon - zoveel kwetsuren die je raken alles wat voor goed verdween je stapelt het op, tot één groot litteken
je draagt het met je mee, je hele leven lang het maakt me bang
In het land van niet begrijpen staat de deur plots op een kier Niet begrijpend gluren ze naar buiten naar een wereld van gevonden Twijfelend van niet weten kijken ze elkaar vragend aan
Durven ze de stap te zetten niet meer zoekend naar het waarom
Verontrustend kwam je naar me toe niet schrikken hoorde ik je zeggen
Lief ventje toch wat had ik met je te doen het nieuws dat je me kwam vertellen ik wist het reeds voelde zelfs zo veel pijn hoe zou jij dan reageren ?
je kon het niet geloven dacht dat het een grapje was het was alsof je kleine beetje kunnen zo maar voor je neus werd weggemaaid
wat doe je er mee het brengt je van je stuk alsof echt niets nog is zoals voorheen ik wou dat ik je troost kon schenken je helpen in je verwerken van . . . ik probeer het wel maar ergens ben jij het toch die het moet maken sla eens met je gebalde vuist op tafel en schreeuw : verdorie toch ik ga er voor
Goed gevoel ging even slapen Geluk dacht ik muis er vlug vandoor Wanhoop zag een kans Verdriet klopte reeds aan de deur Hopeloos kwam aangelopen Twijfel zei laat mij erbij Pijn riep maar niet zonder mij Onmacht wou zeker niet ontbreken En ook met zwakte in het spel Voelde ellende zich de beste
Kracht dacht dit mag niet gebeuren Sterkte was het met hem eens Gevecht toonde zich op zijn best Zekerheid stak ook een tandje bij Liefde dacht hier hoor ik thuis Tederheid kuste het gevoel
Eindelijk kwam het geluk terug Warmte groeide in de ziel
Mijn vadertje wordt stilaan oud De zwakte van zijn hart, woorden die niet altijd willen zo veel andere klachten het maakt me soms een beetje bang Met kleine beetjes laat hij me voelen dat alles ooit een einde kent
Mijn vadertje waar is die grote sterke man Je mocht hem alles vragen mijn vadertje hij deed zo veel
Vadertje, ik heb het moeilijk nu je kwaaltjes blijven komen en ouderdom steeds ouder wordt Eens komt de dag, ik weet het wel ik vraag het je, blijf nog heel lang bij mij
Vadertje ook ik heb mijn problemen het je vertellen, neen dat kan ik niet want weet je vadertje ik zal mijn verdriet wel dragen wil niet dat jij je zorgen maakt om mij
Ik zei vaarwel Met een harde klap sloot ik de deur van je bestaan Het niet begrijpen maakte plaats voor berusten Ik proefde de smaak van aanvaarden en wist dat ik verder moest
Na al die jaren begon ik eindelijk weer te leven Ik groeide als een bloem die weer mocht bloeien
Helaas het noodlot kreeg me in zijn greep Nooit gedacht Stilletjes gehoopt dat geluk zou blijven stralen Alleen, niet begrijpen kent geen vaarwel Zonder meelij klopte hij aan mijn deur niet wetend deed ik open Hij plukte mijn tweede bloem liet ze verdorren tot een bijna niets
Mijn ik kan het niet begrijpen Het bonken in mijn hoofd kwelt mijn razernij Ooit - hoop ik - komt een dag dan schop ik niet begrijpen in zijn graf
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren