Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
er vallen woorden uit de lucht sneeuwwit bedekt met een laagje rijm en door de streling van de zon schitteren ijskristallen alsof sterren verbroederen met het winterlicht
ze hebben koud huiveren in de ijsgevulde dagen vragen of hartstocht nog bestaat want de weg is zo gevaarlijk glad bevroren passie sterft eenzaam op de grond
ik heb geen antwoord klaar denk aan het Licht dat weldra komt en hartverwarmend een plekje in de mensen vindt ik neem de woorden in mijn handen adem levenslucht heel dicht bij hen laat ze behoedzaam ontdooien en wacht hoopvol op het Licht
het kind dat zich ankert aan de oever van het niet begrijpen kijkt met lede ogen naar de stormkracht van het water hoop wordt meegezogen in een draaikolk van niet meer kunnen
in een stroom van weemoed gevuld met parels gedrenkt in eenzaamheid laat hij zich drijven richting grote zee melancholie wacht geduldig tot hij verkilt en verkrampt van onmacht in de boot van droefenis zijn geest laat rusten
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren