Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
ze dronk teugen van de fantasie leefde even in een andere wereld de werkelijkheid bleef buiten wachten de betovering wist haar te bekoren
het leek alsof ze in een sprookje was en danste op de tonen van de melodie ze was het jonge meisje dat de hoofdrol speelde en voelde zich ook een beetje anders
het kind in haar kwam tot leven ze straalde in het even vergeten het groot zijn viel van haar af nu mocht ze klein zijn in haar denken
straks stapte ze weer in het alledaagse maar het kind wekte haar uit een diepe slaap de vreugde stond haar op te wachten ze huilde zelfs tranen van geluk
wat ik je nog wil vragen is hoe het nu met je gaat raak je uit je verwarde spinsels of blijf je kleven in het kluwen van het web zie je een stukje helderheid vage streepjes hemelsblauw of blijven donderwolken bedreigend dicht bij jou
kun je een gaatje vinden in de chaos van je brein weet je jezelf te bevrijden raak je wegwijs uit je zijn wat doe je met je toekomst kleurt hij wit of toch nog zwart of blijf je liever zweven in de tint van parelgrijs
zoveel vragen zul je denken maar ook ik moet je iets vertellen wat ik je straks wil zeggen zijn de spinsels die ik spin ook de pijn zo diep in mij en al de rest dat vertel ik je later wel
raak me niet aan vandaag het doet alleen maar pijn
wat zeg ik nu ik zou het niet eens voelen zo verstrengeld met mijn pijn dat niets me nog kan raken zelfs jij kunt mijn smart niet dempen laat staan begrijpen
maar als je het wel kon liet ik je likken aan mijn lijf stukken uit me bijten mocht je me kussen en in het heetste van het samenspel kon je gemakkelijk in me glijden ik zou je ontvangen dat weet je wel
maar ik zit verkrampt in het pijnlijk voelen zo akelig dichtbij schiet het zijn pijlen en weet me te raken als nooit voorheen
voor de spiegel staat een arme sukkelaar ik die dacht stilaan te berusten zie in het gelaat de krampen van de pijn
ze voelde zich niet goed vandaag zwarte raven vlogen heen en weer kwamen gevaarlijk dicht bij haar gemoed angst had zijn jas reeds uitgedaan kippenvel geselde haar lijf rillend probeerde ze het gevoel te dempen
er hing iets in de lucht het rook naar uitgespuwde miserie verdriet dat langs de stekels van de pijn een doornhaag rondom haar bouwde hoe ze ook probeerde om zich te bevrijden de schrammen sneden steeds dieper in haar zijn
dan kwam de eerste donderslag de lucht kleurde gevaarlijk donkerzwart een beklemmende stilte geselde haar ziel hartenpijn vluchtte schielijk uit haar mond met haar ogen viel ze op de werkelijkheid
haar moederhart vierendeelde toen zwarte letters haar vertelden hoe eenzaam kinderpijn kan zijn
heerlijk weertje, dacht het meneertje weet je wat ik ren naar buiten pluk de mooiste bloemen voor mijn vrouwtje verras haar met een ruiker op de keukentafel in de vaas
ach niet doen, fluisterden de bloemen we zijn pas ontloken proeven van het nieuwe leven willen bijen horen zoemen en pronken in de lentezon
breng je vrouwtje tot bij ons wedden dat ze zal genieten als ze ons in volle bloei zo gelukkig in de tuin ziet staan
vreemde oude man eenzaam in zijn dagen gekluisterd met een ketting van de pijn vastgeroest in het verleden maakt kronkelingen in de jaren zo moeilijk te vergeten
dromend wordt hij wakker angstzweet staat naast zijn bed verbaasd dat dromen blijven komen weet de schrik met zichzelf geen raad
voorzichtig probeert hij van zich af te schudden losmaken wat zo pijnlijk aan hem kleeft stilaan komen korsten op de wonden klimt hij uit een diepe put
het heden staat hem op te wachten vangt zijn laatste tranen op met de vleugels van berusten droppen in de woeste zee om voor eeuwig te verdwijnen in de vergeetput van het verleden
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren