Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
In het oog van de orkaan is het stil. Hoe chaotisch, moeilijk of pijnlijk dingen ook lijken, in de kern van je wezen is een stil punt, een leegte waarin je rust kunt vinden. Sluit je ogen en richt je aandacht naar binnen. In eerste instantie observeer je de speldenprikjes flikkerende lichtjes die door je oogleden naar binnen komen. Je trekt je dieper in jezelf terug en het wordt donkerder als je de grote ruimte in het hart van je wezen betreedt. Het is er aardedonker, maar biedt een rijkdom aan mogelijkheden. Het is de heilige schoot van waaruit alle dingen worden geboren. Dit is de plaats waar je vrede zult vinden.
Verdriet klampte zich aan me vast - mag ik bij je blijven - Geschrokken deed ik een stap opzij, duwde hem weg van mij Zingend volgde ik mijn weg, zo gelukkig zonder het verdriet.
Een schouderklopje deed me zwijgen, achter mij stond het verdriet Plots schoot het als een pijl, drong diep, heel diep in mij Ik zal steeds bij je zijn, soms sluimerend, soms heel intens maar zonder mij - vergeet het maar - dat laat ik niet gebeuren
verdwaasd liepen ze naast elkaar twee geesten vertrokken wit in het gelaat pijn maakte van hen bondgenootjes
strompelend ver weg was kracht wisten ze zonder woorden hoe boze man het gevecht zou winnen
ze trachtte te begrijpen, te proeven van het onvermogen dat hem buitensloot zijn verdriet ging als een speer dwars door haar heen spartelend probeerde ze te zwemmen in de beek van overstroomde tranen
hij merkte niet hoe haar kopzorgen eindeloos heen en weer liepen botsten met het onbegrijpelijke het schuldgevoel het hoofd boog en een sorry mompelde
twee geesten zo verweesd tuimelden in de kuil van nooit geweten
Vergeten stond in het rood geschreven in het grote boek van haar herinnering
Lopend op de wolken fantaseerde ze over toekomst toen de liefde voor het eerst zijn pijlen schoot Hij en zij - tot in de eeuwigheid Een droom die stuk sprong in haar angst om zich te binden
Jarenlang probeerde ze niet te denken Pijn nestelde zich in haar gedachten Ze verschrompelde tot een vrouwtje - echt niet meer te herkennen Geschrokken door het onverwachte kwam ze na al die jaren haar eerste liefde zo maar tegen Niet wetend liep hij haar voorbij
Haar hart was nog vol verlangen maar twijfel had haar in zijn greep Waarom durfde ze niet gewoon te vragen : Zeg eens, ken je mij niet meer
Je mag je ongerustheid doven Ik heb begrip gevonden Ergens op zolder tussen vergeten en we zullen zien sprong ze uit de doos van opgeruimd staat netjes Ik heb met haar gepraat Ze gaf me een bloemenkrans met goede hoop Met haar pareltjes van wijsheid liet ze me een stukje toekomst zien Haar kuiswoede heeft het web van niet meer kunnen weggeveegd Vol schaamte koos afgeschreven het hazenpad Geborgenheid sloot me in de armen van de goede zorgen
Je voelt je afgeschreven Je wordt gedumpt achter gelaten als een stukje "het kan ons niet schelen" Loze beloften waaien weg met de wind van niet volbracht Je bumper zit vol deuken van verloren zelfvertrouwen Je geloof in de mens wordt een puinhoop van afgebrokkeld steengruis De wereld zonder structuur het weglopen van duidelijkheid brengt je denken in de war
Ik zie het, je bent bang nog even en je verdrinkt in je verdriet
Septemberzon geeft me vleugels Ik word betoverd door zijn kracht Brandend van verlangen geeft zijn stralenkrans me moed Ik laat me dragen op zijn gouden koord speel met de schaduw van de zonneschijn Het zwoele heeft de nacht vaarwel gezegd maar het licht geeft warmte vrij spel Hemelsblauw, niet te geloven het begint weer te zomeren Ik voel me geborgen, zo ontzettend blij Genietend van deze septemberdag zing ik het lied van dank je wel
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren