Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
ze voelde zich de prooi een lokaas van het verdriet er werd aan haar geknaagd gescheurd tot lijden toe haar hart bloedde rode tranen als stroomstoten haar kraakten bitter was de smaak van het pijnlijk treffen van hulpeloos gevoel
ze was geketend door de pijn de gevangene van haar smart opgesloten in haar gouden kooi trachtte ze tralies te doorbreken ze wou niet weten van de luxe om haar heen als haar ziel kapot ging van ellende
wees maar niet bang vandaag snijd ik geen sneden uit je ziel te vaak heb ik je gekwetst samen met het verdriet bracht ik je diepe pijn nu spreken woorden van berouw
de tafel heb ik voor je gedekt zes stoelen knusjes bij elkaar eentje voor een vriendschap heel speciaal een ander brengt je een staaltje hoop ook het geluk mag niet ontbreken samen met een schaterlach zit er ook nog het goed gevoel
de zesde stoel speciaal voor jou is een mengelmoes van alle stoelen hoor je hoe de borden roezemoezen en de glazen klinken van plezier vanavond krijgt verdriet geen kans dit is de tafel van niet denken
de streling aan het lijf weet niet wat eerst te aaien hunkerende borsten tong proeft van de tepel hete adem zoent kust verwarde vreugdetranen zoekend in het wilde weg ontbloot en zonder schroom kussen op verborgen plekjes vurig van verlangen knetterende vonken tot de climax komt
en ze als twee lepeltjes zich wentelen in de slaap
hoe kan ik je zeggen wat ik voel als het hoofd het mij niet vertelt gedachten springen op en neer maken een puinhoop van mijn zijn orde maken in het brein waar warboel meester is maakt angst nog zo veel dieper
ik ben anders dan de rest weet verdomme goed hoe dat voelt wil zo graag lopen in de rij waar gewoontjes in zijn vuistje lacht soms word het me te veel wankel ik heel even en hel ik over naar de verkeerde kant dan barsten alle emoties uit mijn lijf wil ik mijn anders zijn verslaan
tot je me troostend in je armen neemt wiege-sussend lieve woordjes fluistert en rust weer even in me kruipt
dan kijkt thuis me in de ogen raar gevoel bekruipt mijn maag regelmaat is verdwenen planning weet het niet schema vindt geen weg weekend is als elastiek rekbaar duurt een eeuwigheid
mooi is slechts van korte duur werkelijkheid weer zo dichtbij verder ga ik ik kan niet anders maar onrust knaagt ik zie hoe het jonge leven grabbelt in zijn onkunde en kiezen moeilijk moeilijk maakt
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren