Laten wij eerst eens zien, wat het Oude Testament zegt, dat ons iets wijzer kan maken omtrent die grootse gave van 'God de Heilige Geest':
In Genesis 2 v 9 wordt ons verteld van de 'boom van kennis van goed en kwaad'.
"In het midden van de hof stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad".
Jullie kennen allemaal de geschiedenis. Adam en 'Manninne' aten onbekommerd van de levensboom . Maar het ging fout , toen ze ook van de boom van kennis van goed en kwaad aten , tegen het uitdrukkelijke verbod van God in. Ze kregen toen wel kennis van goed en kwaad, maar op een heel verkeerde manier, een manier , die ten dode voerde. Het níet eten van die boom, het alleen eten vasn de levensboom, zou hun ook kennis van goed en kwaad hebben gegeven. maar in gehoorzaamheid aan God zou dat een goede kennis zijn geweest, die ten leven voerde.
Ik ontleen hieraan een eerste gedachte: Kennisverwerving in de goede zin eist : gehoorzaamheid aan God en je voeden met alle goede, van God komende gaven.
Nu bén je al op weg met bekering , wedergeboorte en doop in de Heilige Geest. Je eet al van de levensboom, je wilt niets liever dan gehoorzaam zijn aan God. De gave van kennis kan nu in je gaan groeien als deel van de vrucht van de Geest.
In 2 Kronieken 1 v 10 lezen wij, dat Salomo aan God vraagt: "Schenk mij wijsheid en inzicht (kennis)...".
En deze eenvoudige vraag om wijsheid en kennis om het grote volk te leiden, dus om ten dienste van de gemeenschap te staan, verheugt de HEER zeer. Rijkdom, schatten en roem worden niet gevraagd, maar door de genade van de HEER bovendien gegeven, (v 12).
Uit deze tweede tekst leren wij, dat wijsheid en kennis vaak in éen adem worden genoemd. Wij zouden deze twee begrippen zó kunnen omschrijven: - wijsheid, een innerlijke gesteldheid van het hart - kennis; een blijken daarvan naar buiten.
Zo had ook Jozef een innerlijke wijsheid, die hem in Egypte langs allerlei klippen van verzoeking en verleiding heenvoerde. En de kennis, die hij van God kreeg over allerlei zaken, was mede een naar buiten treden van de wijsheid. Het slot was een geweldige promotie: van gedetineerde tot onderkoning. Een volgende les: kennis, de gave van kennis, activeert je gedachtenleven ten zeerste en zal je op de duur niet alleen geestelijk voordeel, maar mogelijk ook materieel voordeel opleveren . Wij weten allen, dat onze honderdmiljard hersencellen met de meeste van hen weer met 70 doorschakelingen naar andere hersencellen tot veel meer in staat zijn, dan waarvoor ze op dit moment gebruikt worden. Eigenlijk zijn onze hersenen zó geschapen, dat ze geschikt zijn om tot in eeuwigheid bij te leren. Niemand mag als argument aanvoeren: "Maar met de dood gaan ze toch te niet". In de opstanding krijgen wij op enigerlei manier die hersenen weer terug om ze echt goed te gaan gebruiken.
De gave van kennis is een mogelijkheid om dingen veel scherper te weten, een voorschot als het ware op een aspect van onze heerlijke toekomst met de Heer.
Wanneer je met de Heer wandelt in de tuin van hemelse verrukkingen van 'de vrucht van de Geest', zal je steeds meer merken, dat je gedachten meer capaciteiten krijgen, altijd met als grote doel: andere mensen van dienst zijn.
Volgende keer verder.
Alleen nog even een terloopse, buiten de eigenlijke gedachtengang staande opmerking: Salomo, over wie ik zoí«ven iets vertelde, ging veel later toch helemaal fout. Hoever je ook komt met de Heer, wees altijd waakzaam, dat de vijand de boel toch weer niet door jouw onachtzaamheid in de vernieling helpt.
Wanneer je met de Heilige Geest 'gedoopt' en bij verder werken daarmee ook 'vervuld' wordt, dan gelden voor jou ook de volgende tekstgedeelten: 2 Corinthe 1 v 21 en 22: " Het is God, die u en ons Christus als fundament geeft, die ons allen heeft gezalfd, heeft gewaarmerkt als zijn eigendom en ons als voorschot de Heilige Geest gegeven heeft".
En ook geldt: Efeze 1 v 13 en 14, (gedeeltelijk): "...in Christus bent u door uw geloof, gemerkt met het stempel van de Heilige Geest, die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis...".
Hier worden heerlijke dingen gezegd: - jullie innerlijk is door de Heilige Geest afgeschermd van kwade indrukken van buiten als zijnde: iets kostbaars voor God - door de Heilige Geest worden jullie aangemerkt als een 'bijzonder bezit'; de afdruk van een zegelring gold toendertijd als van nagenoeg dezelfde juridische waarde als een handtekening. - de Heilige Geest is een zegel, betekenende : eeuwige garantie voor de toekomst. - de Heilige Geest geeft een teken van authenticiteit, echtheid. Het is een 'waarmerk'.
Let nog even op dat woord 'GEZALFD' uit 2 Corinthe. Dat heeft ook weer samenhang met die tekst uit 1 Johannes 2 v 20: "U bent echter gezalfd door de Heilige, u allen weet dat". Johannes spreekt hier tot mensen van de volstrekte 'incrowd': mensen, die het niet bij de doop ín de Heilige Geest hebben gelaten, maar die daarmee aan het wérk zijn gegaan. Voor die mensen is het een zalving tot 'vervuld zijn met de Heilige Geest' geworden.
Jullie....doe iets met die wonderbare 'doop'....laat die door gebed, aanbidding enz enz groeien...groeien.
Bedenk tenslotte dít: - de vervulling met Gods Geest is alleen maar een voorschot op steeds toenemende heerlijkheid in dít en het eeuwige leven - je staat er steviger mee tegenover de verleidingen van buiten. Sexuele plaatje, onverwacht verschijnende op de t.v. brengen je minder in opschudding. Er is iets als een beschermende muur rond je gekomen - je weet je veel zekerder het eigendom van God . Allerlei twijfels wijken - het straalt van je af, die vervulling; mensen gaan merken, dat je iets hébt.
" Van ver ben ik naar jou toegekomen, vrouwe Israel. Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen (4) Ik breng je weer tot bloei. Je zult weer dansen in de rei en de tamboerijnen laten rinkelen".
Vervang dat 'vrouwe Israel' nu eens door je eigen naam. Denk niet, dat alles maar tegen anderen, ergens ver weg, in een andere tijd wordt gezegd. nee...het is niet voor ánderen en tóen en dáar. Het wordt allemaal gezegd tegen ú... en híer en nú.
Zeg ook niet: " Ik ben al zestig....ik hoef niet meer zo nodig 'te dansen in de rei' en met mijn rinkelbel te rinkelen".
Nee, of je achttien bent of tachtig; hoe ver je ook weg bent gedwaald van de Heer of hoe ver je je ook bij hem vandaan voelt ondanks al je pogen om dichtbij hem te komen...altijd geldt:, dat God ons lief heeft met een eeuwige liefde, die er al was, toen wij alleen nog maar van eeuwigheid in zijn grote plan bestonden, eeuwigheden voor wij metterdaad geboren werden.
En evenals die Vader uit het verhaal van 'de verloren zoon 'altijd maar op de wacht stond, tot zijn zoon ooit eens uit verre streken zou terugkomen en zoals het wezenlijke van de liefde niet is, dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij óns heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onzse zonden, (1 Johannes 4 v 10)....zo bepaalt deze tekst er ons ook weer bij, dat God de Eerste is, die ook het initiatief neemt. En onze zonden kunnen zijn eeuwige liefde niet uitblussen.
En wanneer wij hem gaan volgen en wanneer wij niet meer uit zijn hand weglopen..... want: niemand kan ons uit zijn hand roven. Maar...wij kunnen er wel zelf uit weg lopen. ...dan vergezelt zijn liefde ons: - niet alleen in dit leven - maar ook, wanneer wij onze ogen aan gene zijde opslaan in Abrahams schoot, zoals Lazarus - of misschien nog wel heerlijker, zoals de medegekruisigde, die 's avonds al met Jezus in het paradijs was.
En als we zeggen: "Ik heb het eigenlijk toch wel gehád", dan geeft God aan hen, die zich tot hem keren, een nieuwe bloei en.... ja.... dan kómt het ...dan dansen wij weer in zijn blije reien of wat ons maar aan feestelijks aanspreekt. En de tamboerijnen klinken of wat wij verder maar aan blijs kunen bedenken.
Jullie weten, dat de toevoer van nieuwe bijbelstudies van www.heavenlyquality.nl stil ligt door het kraken en vernielen van die website. Maar na enig beraad dacht ik: "Ik ga gewoon verder op 'Vlaanderen'. Komt HQ dan nog weer terug, dan voed ik die uit België
En hier komt dan de eerste bijbelstudie 'nieuwe stijl':
Ik had het op HQ over 'Goddelijke liefde, uitkomende in oud-testamentische bijbelteksten.. Ik koos er zestien uit, waarvan ik in twee bijbelstudies op HQ er acht behandeld had.
Aan de beurt zijn nu de door mij als 9 t.m.12 behandelde:
Jesaja 63 v 9: " In alle nood van zijn volk was hij (God)j ook zéf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen alle jaren door".
En hoevelen van de mensen, die in Jezus geloven als hun Behouder , Bevrijder, Verlosser, Zaligmaker, hebben dat al ervaren, wanneer ze op hun leven terugkijken. Die machtige Goddelijke liefde, die wij deelachtig zouden willen worden en die wij deelachtig kúnnen worden, waneer wij ons geloofsleven door de genade van God bekroond mogen zien met de doop in de Heilige Geest.....die Goddelijke liefde maakte, dat hij als het ware met ons meeleed, toen wij - bijvoorbeeld - dat vreselijke verlies moesten verwerken. We dachten misschien, dat wij het alléen deden,....nee: hij was het, die zijn engelen zond om ons te helpen, al weten wij meestal niet, hóe ze dat doen.
O ja; éen keer werd de sluier even van mij weggetrokken: Ik was eens vreselijk bedroefd over een tegenslag. En in mijn slaap snikte ik het even uit. En toen hoorde ik opeens een zo heerlijk gezang, begeleid door een zó hemelse muziek, datr ik voelde: " De engelen zijn hier om mij te troosten".
En héerlijk: al mijn verdriet liep weg als door een soort douche-afvoer.
Maar de Heer in zijn Goddelijke liefde kan soms zo'n medelijden hebben, geen machteloos medelijden , maar máchtig medelijden: mededogen,
En zo heeft hij mijn vrouw en mij na al 84 jaar gedragen.
Lui; de andere drie teksten een volgende maal.Als ik eenmaal aan de práat kom !
Al mijn materiaal voor deze bijbelstudie ontleende ik aan een desbetreffend topic in 'www.heavenlyquality.nl'
Ik was zo dom om dit materiaal niet tevens op te slaan in 'mijn documenten'.
Dezer dagen werd 'HQ' gekraakt door iemand met boze bedoelingen.
Op dit ogenblik trachten techneuten zoveel mogelijk van de verdwenen tekst terug te winnen.
Als 'Bijbelstudie'daar niet bij is, ben ik alles daarvan kwijt.
Ik hoop en bid, dat 'Bijbelstudie' zo ongehavend mogelijk uit de strijd komt.
Volgende week weet ik misschien al meer
Hebben jullie misschien zélf vragen voor mijn andere blog 'Geloofsaangelegenheden'...stel ze via de 'e-mailknop'. Bij 'voeg toe'kijk ik namelijk zelden om de teller zuiver te houden op het wérkelijke aantal inputs.
Mogelijk zou door jullie vragen uit verlies winst worden geboren.
BIJBELSTUDIE 61(nog weer even anders gezegd dan bij 5
God de Heilige geest; het vijfde symbool: water.....LEVEND water.
Johannes 7 v 27-39: ................ Op de laatste dag....het HOOGTEPUNT van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: "Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken!" 'Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft', "zo zegt de Schrift". Hiermede doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofdden zouden ontvangen; de Geest wás er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. ................. Jesaja had ook al gezegd in 44 v 3: "Ik (God) zal water uitgieten op dorstige grond, waterstromen over het droge land. Ik zal mijn geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen".
En Ezechiël had in hoofdstuk 47, ( de tempelbeek) ook al gesproken van levendmakend water.
En kenwoorden in al die heerlijke teksten zijn: - herstel, vernieuwing, verfrissing - nieuw leven - voldoening ....verlangen wordt vervuld, dorst naar God wordt gelest.
Stel je toch eens voor, lieve allemaal....
Jullie hebben gedronken van de goede woorden van Jezus. En wat is het gevolg?: hoogtepunt op hoogtepunt. Jullie worden zélf fonteinen van levend water. Uit je hart, waaruit in het veleden zoveel verkeerde dingen stroomden, komen steeds meer woorden van liefde, blijdschap, vrede en vriendelijkheid. Steeds meer wijken ongeduldige opmerkingen, harde oordelen, slechte en trouweloze woorden uit jullie mond. Dat alles krijgt een extra impuls, zodra de Heilige Geest helemaal vást bij jullie komt wonen.
Weet je nog, hoe dorstig de grond van je ziel was. Nu is die grond doordrenkt met water van de Heilige Geest. Nu mogen jullie op jullie beurt goede woorden doorgevan aan de intens droge gronden van anderen. Jesaja kon die zegen alleen voor nazaten en telgen voorzien. Die zegen is er híer en voor nú en voor júllie. Immers: Jezus is tot de majesteit van God verheven en dat was de voorwaarde voor het doorbreken van de Heilige Geest.
Jullie kunnen het meemaken, hoe- naar het visioen van Ezechiël dat water met zijn innerlijke reproductiekracht steeds maar meerder wordt; jullie kunt het meemaken, hoe overal waar jullie woord komt, bomen van hoop en moed opschieten. Zo zullen jullie zien, hoe heil en goedertierenheid júllie volgen, zoals David dat al uitjubelde in psalm 23 v 6. Jullie zullen de zee van de mensenmeningen verfrissen met nieuwe blijde geluiden, zoals Ezechiël het al zag: gezonde, grote vissen in een zoet geworden zoutzee.
Ga dan, lieve lezers, niet millimeteren: "Hoort 'spreken in tongen' er nu wel bíj. Kan het niet zonder dat?".
"U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd. En wie profeteert heeft macht over zijn geest, want Gods is niet een God van wanorde maar van vrede. Zo is het in alle gemeenten van de heiligen".(1 Corinthe 14 v 31-33).
Hoe de profetieën ook zijn, 'gewoon' of 'een openbaring', altijd zijn ze te kennen aan deze begrippen: onderwijzing en bemoediging, lering en opwekking. En wie zijn die 'ieder': Alle profeten , dus ook de profetessen. Want in hoofdstuk 11 v 5 is immers sprake van vrouwen, die profeteren.
En nu: "Wie profeteert heeft macht over zijn geest".
Het zal best eens in Korinthe zijn voorgekomen, dat een profeet geen voorrang wilde geven aan een openbaring of ook op een ongelegen tijdstip, midden onder de preek bijvoorbeeld, ging profeteren, omdat hij zei: "Ik moet spreken omdat de Heilige Geest mij hiertoe dwingt". En ook nu zou dit verschijnsel zich kunnen voordoen. Maar het is een fout verschijnsel. Niemand dwingt een profeet om te profeteren. Ik zou haast zeggen: "De Heilige Geest is veel te 'chique' voor zulke manipulaties". Het zou kunnen voorkomen, dat een zich-zelf-misleidende profeet uitroept: "Ik móet spreken...ander zou ik de Heilige Geest bedroeven of zelfs uitblussen". Dat kan inderdaad. (Ef 4 v 20 en 1 Thess 5 v 19). Maar het kan niet, doordat men dwars door de gemeenteregelmaat heen 'moet' profeteren. Al die 'moeters' zullen er voor dienen uit te kijken, dat ze niet juist door dat 'moeten ' de geest bedroeven of uitblussen.
Geen verwarring en chaos in de gemeente. De profeten worden niet zó door de Heilige Geest gegrepen, dat zij ten koste van alles móeten profeteren. De Heer gebruikt een vrijwillig volk, welks éigen geest meewerkt en niet onder dwang staat. Ja; een dwingend 'à tort et à travers' de aandacht vragende en tumult of wanorde verwekkende profeet zal onder het beslag zijn van iemand, die wél dwingt, een demon.
Nee: de gave van de profetie ontneemt de profeten niet de controle over hun eigen geesten. God is niet de auteur van onzalige verwarringen.
God heeft een afkeer van elke vorm van wetteloosheid, losbandigheid en disharmonie. Men behoort zich in de gemeente te voegen naar de gestelde regels.
God is een God van vrede, (Rom 15 v 33, 16 v 20 en 1 Thess 5 v 23).
De gemeente mag niet door tot de leiding geroepen mensen overgegeven worden aan rusteloze geesten, die altijd iets anders zoeken of die menen voorrang te hebben.
God wil een goede sfeer, geen grofheid, geen verdeeldheid, geen chaos en geen onrust.
Komt het voor, dat er zulke onrust ontstaat, dan dienen de leidende broeders( en zusters) een voorbeeld te zijn van vriendelijkheid, die alle leden van de gemeente bekend is, (Filipp 4 v 5). In een voorkomend geval van ordeverstoring door een 'foute' profetie wordt er door de leiding niet gekwetst of gekrenkt, maar met volop zelfbeheersing terechtgewezen, zoder enige ongepastheid.
Harmonie, ordelijkheid, rust, vrede en zelfbeheersing van alle leden zijn voor de buitenstaanders een magneet.
In die tijd ging het er in allerlei gemeente zo voortreffelijk toe. Daarop mocht Corinthe geen negatieve uitzondering maken.
"Maar indien aan een ander, die daar gezeten is, een openbaring ten deel valt, moet de eerste zwijgen". (1 Corinthe 14 v 30)
Wij hebben hier te maken met een gebeuren, dat tegenwoordig niet zoveel meer voor zal komen, dat 'zwijgen' dan.
In de gemeente van Corinthe was het een levendige boel. Er werd veel geprofeteerd. Maar in de Volle Evangelie Gemeenten, die ik in 2005 meemaak, is profetie maar mondjesmaat. In Corinthe gebeurde het vaak, dat de profeten hun troostrijke woorden spraken. Maar opeens was er dan een gemeentelid , dat een profetie van hoger orde had.
Het was dan echt iets anders dan een opbeurend woord. Het was echt zo'n AHA- erlebnis, waarbij gedacht werd: "Maar dít is toch anders; - hier worden verborgenheden van het koninkrijk van God ontsluierd - hier wordt nu werkelijk iets gezegd, waarbij wij in deze bekommerde tijden onze hoofden omhoog mogen heffen, omdat onze verlossing eraan komt, (Lucas 21 v 1....."....Kijk en dan behoorden die druk profeterende Corinthiërs te zwijgen, want hier kwam een openbáring.
Maar wanneer in onze gemeenten zo'n openbaring doorkomt, dan hoeven de anderen niet te zwijgen, want meestal zíjn er geen anderen, komen er maar éen of enkele profetieën door met ruime tussenpozen.
Paulus had soms van die openbaringen. Hij kon dan zeggen: "Zie , ik deel u een geheimenis mee", (15 v 51). De openbaring van het geheim van het Koninkrijk der hemelen door Paulus' mond, (Ef 3 v 3-5) geeft tot op de dag van heden velen vreugde.
De volkomen openbaring van het geheim van God zal ook tot ons komen door de mond van profeten, (Openb 10 v 7).
De Geest van de waarheid zal ons de toekomst verkondigen, (Johannes 16 v 13). Naast de 'gewone' profetieën, reeds zo vol van 'het getuigenis van Jezus', zo troostrijk, vermanend en bemoedigend, is er dus ook een hogere vorm van profetie.
Paulus was zo begaafd in de sfeer van God, dat hij kon zeggen: "Ik zal komen op openbaringen des Heren", ( 2 Cor 12 v 1).
Wat is er dus allemaal mogelijk?!
Broers en zussen ; ik gun jullie van harte, dat je durf krijgt om profetische woorden te spreken. En misschien zal het dan zelfs wel eens een keer kunnen voorkomen, dat de Heer je gebruikt om iets van de grote toekomst te ontsluieren. Zeg dan niet: "Alles ís al ontsluierd".
Spreek nederig en vertrouwend. Wíj zullen luisteren.
Weer een volgend symbool van de Heilige Geest is: WATER....LEVEND WATER...!!!
In Johannes 7 v 37-39 spreekt Jezus over stromen van levend water van de Heilige Geest, die uit jullie binnenste zullen vloeien.
En in Jesaja 44 v 3 profeteert Jesaja over het levend water van de Heilige Geest, dat God zal uitgieten over dorstig land door middel van de mensen, die telgen zullen zijn en nazaten van het volk, dat dán, in die tijd leeft, jullie dus.
En Ezechiël ziet in hoofdstuk 47 een klaterende rivier, die overal zegen en vruchtbaarheid en leven verspreidt.
En jullie, gered door Jezus, bekeerd, wedergeboren, gedoopt in de Heilige Geest , door Gods geest gezalfd tot een constante vervulling met die Geest(1 Johannes 2 v 20), (de meesten van jullie zijn nog 'in aanbouw', ach : wij allen zijn nog 'under construction').... ...jullie mogen dat water van de Heilige Geest doorgeven als overvloedige stromen, die dorstig land drenken en droge aarde bevochtigen, die overal vruchtbomen van kostelijke gedachten laten ontluiken, die elk bitter-zout water zoet maken en vol leven.
Eens waren jullie zelf poelen, waar het water niet doorstroomde.(Ez 47 v 11). Jullie klaagden over duizend dingen, lees de laatste vragenverzameling, (van blz 19), maar eens door.
Nu al en steeds sterker, zul je dezelfde vragen van anderen gaan beantwoorden, jullie zullen die anderen te drinken geven uit jullie altijd maar meerdere overvloed. Zo kan jullie toekomst met de Heer Jezus en de van hem uitgaande Heilige Geest zijn.
SYMBOLEN: Een volgend symbool van de Heilige Geest is: VUUR.
Wanneer Mozes, de schapen van zijn schoonvader Jetro hoedende, het brandende braambos ziet,(Exodus 3 v 2), dat door het hemelse vuur van 'God, de Heilige Geest' niet verteerd wordt, omdat dat vuur van een andere orde is dan onze aardse werkelijkheid, is die vuurverschijning de aanzet tot een grote verandering.
Dat is een algemeen verschijnsel van dat hemelse vuur. Wanneer het in jouw leven verschijnt, tilt het je op naar Gods hoogten; vanuit de zichtbare wereld krijg je steeds meer begrip voor de hemelse werkelijkheden. Vanuit de aardse sfeer word je geleidelijk aan overgeplaatst naar de hemelse sfeer, evenals dat branden braambos de aanzet vormde tot de verhuizng van Israel naar Kanaän vanuit Egypte.
En wanneer dat volk dan onderweg gaat, is het vuur van de Heer, zijn Heilige Geest, een vuurkolom in de nacht om ze de weg te wijzen, Exodus 13 v 21.
Evenzo is de Heilige Geest jouw trouwe leidsman bij het bereiken van het beloofde land van Gods koninkrijk.
En evenals de Israelieten God hoorden spreken vanuit een laaiend vuur, (Deuteronomium 5 v 24), zo mag jij door de stem van Gods Heilige Geest, steeds meer tot inzicht komen aangaande Gods geweldige persoonlijkheid.
De doop met de Heilige geest is als een vuur, dat je loutert, (Maleachi 3 v 3).
Al die dingen, in het Oude Testament reeds afgebeeld, zijn er voor jou, voor hier en voor nu, wanneer jij je bekering en wedergeboorte verder uitbouwt door de genade van God tot doop met de Heilige Geest.
Door de Heilige Geest, gesymboliseerd door vuur, brengt God jou tot zuivering, reiniging en loutering.
Profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden: 'Werkelijk....God is in uw midden".
Ik pas deze tekst nu wat aan de tijd, waarin wij leven, aan. Allereerst zullen in onze samenkomsten niet altijd ongelovigen binnenkomen, maar meestal 'zoekers' en mensen, die in een andere samenkomst zijn teleurgesteld of iets dergelijks. Dan: zich ter aarde werpen en uitspraken doen, is er in onze tijd en in ons land niet zozeer bij. Maar toch zal iedereen, die de zegen en de vrijmoedigheid krijgt om te profeteren, kunnen getuigen, zoals ook ik dit kan getuigen, dat er mensen naar de profeet toekomen en zeggen: "U vertelde precies, wat mij op dat moment bewoog. Het was precies, wat ik aan raad nodig had.
Ik wil mij bij deze gemeente aansluiten, waar Gods Geest zo duidelijk inspireert".
Een heerlijke ervaring, die ik iedereen gun. Daarom deze oproep: Strek jullie uit naar deze gave in voortdurende voorzichtigheid, waakzaamheid en alertheid. En je zult gaan van zegen tot zegen.
Profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden: 'Werkelijk....God is in uw midden".
Ik pas deze tekst nu wat aan de tijd, waarin wij leven, aan. Allereerst zullen in onze samenkomsten niet altijd ongelovigen binnenkomen, maar meestal 'zoekers' en mensen, die in een andere samenkomst zijn teleurgesteld of iets dergelijks. Dan: zich ter aarde werpen en uitspraken doen, is er in onze tijd en in ons land niet zozeer bij. Maar toch zal iedereen, die de zegen en de vrijmoedigheid krijgt om te profeteren, kunnen getuigen, zoals ook ik dit kan getuigen, dat er mensen naar de profeet toekomen en zeggen: "U vertelde precies, wat mij op dat moment bewoog. Het was precies, wat ik aan raad nodig had.
Ik wil mij bij deze gemeente aansluiten, waar Gods Geest zo duidelijk inspireert".
Een heerlijke ervaring, die ik iedereen gun. Daarom deze oproep: Strek jullie uit naar deze gave in voortdurende voorzichtigheid, waakzaamheid en alertheid. En je zult gaan van zegen tot zegen.
In de jaren vóor Jezus , de jaren waauit we nog zoveel kunnen leren aangaande de continuïteit van de Godsopenbaring, werd de PRIESTER zo gezalfd, volgens Exodus 29 v 21; werd de KONING zo gezalfd volgens 1 Samuel 16 v 13, werd de PROFEET zo gezalfd volgens 1 Koningen 19 v 16. Altijd weer met zalfolie. En tenslotte werd de Heer Jezus, die al deze kenmerken in zich verenigde, gezalfd met de Heilige Geest, wat vanuit de onzienklijke wereld gebeurde, toen de Heilige Geest, in de gedaante van een duif op Hem neerdaalde bij de doop in de Jordaan.
En in de tegenwoordige tijd dragen wij die gemeenschap met God de Heilige Geest over bij het bidden voor zieken, die niet meer naar de gemeente kunnen komen, omdat zij te ziek zijn. En dan zalven wij die zieke met olie, als een voorstelling van dëze gedachte:(Jacobus 5 v 14) "Je kunt niet meer komen in de gemeente en onder de zalving van de heilige gemeenschap zijn. Daarom komt die heilige broeder- en zusterschap nu naar jou toe en de olie, die wij -bijvoorbeeld- op jouw voorhoofd aanbrengen, is als het ware 'de gemeente'.
En in het algemeen leert de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden uit Matth 25 v 4 ons: Allen kun je wel olie in je lamp hebben, de doop met de Heilige Geest. Maar is die olie van de doop met de Heilige Geest wel genoeg om deze tijd van rust en voorbereiding door te komen en voldoende olie over te hebben, wanneer de kreet weerklinkt: "De Heer Jezus is in aantocht. Maar voor hij komt, is er de vreselijke wanorde van de antichrist". De olie van de doop in de Heilige Geest lijkt wel weg te lekken uit de kruiken, wanneer de spankracht verloren gaat in tijden van rust en afwachting en voorbereiding.
De 'Geest van God' komt niet door kracht en geweld, (Zacharia 4 v 6), maar met zulke heerlijke woorden en begrippen als: - toerusting, goddelijke bekwaamheid, innerlijke kracht - toewijding, afzondering, eruitgeroepen worden/zijn - genezing, verlichting, openbaring - oplichting van de al bekende waarheden, die opeens als nieuw worden.
Zacharia zag het al zo mooi. - hij ziet zeven lampen - ...en hij ziet ook twee olijfbomen, (4 v 2 en 3)
En uit het vervolg blijkt dan, dat het goed is, wanneer een mens steeds weer vervuld wordt met de Heilige Geest in een voortgaande stroom. En een belangrijke uitspraak volgt daarná: "Niet door eigen kracht of macht zal een mens slagen....maar met de hulp van Gods Geest, (6).
Ik heb wel eens verteld, dat ik vroeger plannen ontwierp om de Heer te dienen. Die eigen plannen werden nooit wat. Maar nu is het zo, dat ik mij bij mijn nieuwe werkzaamheid- HQ dus- erg gelukkig voel. En voortdurend opent 'God de Heilige Geest' nieuwe vergezichten. Deze tekst geldt dus niet alleen voor Zerubbabel, de persoon, die hier besproken wordt, maar voor mij en voor JOU.
En dan zegt de Heer Jezus van zichzelf: "Jesaja zegt: 'De Geest van de Heer rust op mij want: hij heeft mij gezalfd: - om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden - om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken - en aan blinden het herstel van hun gezicht - om onderdrukten hun vrijheid te geven - om een genadejaar van de Heer uit te roepen' ".
En wanneer iedereen dan op het puntje van zijn stoel zit van spanning, (20), voegt onze Heer en Heiland daaraan toe: "Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan".
Kijk; de Heer Jezus zegt van zichzelf, dat hij met 'God de Heilige Geest' is gezalfd.
En jullie; sommigen dragen nog steeds dat armbandje: WWJD, (wat zou Jezus doen). Wel, hier heb je nu iets: Hij werd vervuld met de Heilige Geest. Daarnaar gaan jullie ook ijveren.
Híj bracht het goede nieuws aan alle mensen, die dachten , rijk te zijn , maar in wezen zo ontstellend arm waren Júllie zullen ook mensen tegenkomen, die met veel aplomb beweren: "De wetenschap gaat alles oplossen", maar jullie weten, hoe arm ze eigenlijk zijn. En jullie brengen ze het goede nieuws, dat Jezus zich gegeven heeft aan het kruis om onze zonden uit te boeten.
Jezus maakte gevangenen vrij. En jullie gaan door jullie liefdevolle en bescheiden-vriendelijke, maar krachtige woorden mensen halen uit zelfgebouwde gevangenissen van drogredenen.
Jezus herstelde aan blinden het gezicht. En jullie zullen verbaasd staan over de geestelijke blindheid van allerlei mensen, die zo blind zijn, dat ze jullie voor lui met een I.Q. van 70 uitmaken, voor mensen met de hersenen van een garnaal, voor...noem maar op... ik heb het allemaal naar mijn hoofd geslingerd gekregen, tot 'naar, miezerig, zielig mannetje ' toe. En aan jullie de taak om door de kracht van de Heilige Geest bij sommigen de 'schellen van de ogen te laten vallen'.
Voor vandaag kan het zo wel weer. Ga maar gauw 'het genadejaar van de Heer' uitroepen, met die uitnodiging: "Zorg, dat je erbij komt".
Steeds meer tekening in de onderlinge verhouding tussen: - studies over 'God de Heilige Geest' - studies over 'de Geestesgaven'.
Ik doe al telkens twee studies over het eerste onderwerp. Van nu aan doe ik ook twee studies over het tweede onderwerp, wanneer dit althans uitgebreid is. Wanneer dat met twee studies niet voldoende is behandeld, ga ik later dóor. Want 'profetie' is een zaak, waarover veel is te zeggen.
We waren in 1 Corinthe 14. We gaan na vers 1 nu verder met vers 3: "Iemand, die profeteert , spreekt tot ménsen...." (dus niet zoals met klanktaal: tot God) "....en wat hij zegt, is opbouwend, troostend en bemoedigend".
....en vers 4 gedeeltelijk: "....iemand, die profeteert, doet dit ten bate van de gemeente"
Waarom is een goede profetie áltijd opbouwend? Er wordt gersproken namens God en dat is namens alles , wat goed is. Immers: God is rijk aan barmhartigheid en ontferming,(Jacobus 5 v 11) en van zulk een opdrachtgever kan alleen iets opbouwends komen.
Er zijn wel eens profetieën, die angst aanjagen, die de aanwezigen terneerdrukken, die de blijdschap, de vrede en de rust roven...mensen, die zulke profetieën uitspreken, zijn op dat ogenblik géen goede herders van de kudde...of zij behoren zelfs niet bíj de kudde: - ik hoorde eens een trouw lid van de gemeente een heel rare profetie uitspreken, waarmee niemand iets kón; op dat moment was hij toch echt fout bezig - ik hoorde eens iemand, die toevalliog 'zoeens aan kwam waaien', een heel enge profetie uitspreken, die ons allen schrik aanjoeg. Die persoon hoorde echt niet bij onze gemeente. - Ook hoorde ik eens iets opwindends, alsof de Heer spoedig zou komen. Er was wel enige deining, maar al snel dacht de gemeente aan dat woord uit 2 Thessalonicenzen 2 v 2: "Verlies niet meteen uw verstand en raak niet in paniek wanneer een profetie, een uitspraak of een brief, die door 'ons', (Paulus) ZOU zijn geschreven, het voorstelt of de dag van de Heer op het punt staat aan te breken".
Maar zelfs als de profetie vermanend zou zijn, dan nog....God is altijd vol liefde. Hij staat áltijd positief ten opzichte van zijn volk. Zijn vermaningen zijn altijd gericht op: - een rein hart, een goed geweten en een ongeveisd geloof, (1 Tim 1 v 5).
Een profetie van Godswege zal altijd bewerken, dat: - de gemeenschap met God wordt hersteld - dat vrede, gerechtigheid en blijdschap worden hervonden. Het 'lichaam van de Heer' wordt niet groot en sterk, niet ópgebouwd door striemende verwijten, neerkomend als zweepslagen. Het heeft behoefte aan: - opbeurende beloften - terechtwijzende vermaningen - heilrijke uiteenzettingen.
Wat is het heerlijk om een profeet te zijn, opbruisende van levend water, die in het algemeen niet éen persoon dient, maar het geheel van de samenzijnden. Geen nieuwe leringen in de profetie, geen grote lijnen; dat is voorbehouden aan degenen, die als herders en leraars de gemeente dienen.
Een enkele maal slechts zal de nieuwtestamentische profetie, die er vooral is ten dienste van de gemeente, een toekomstig wereldgebeuren aankondigen, maar ik heb dit nog niet meegemaakt. Wel hoorde ik woorden zoals: - Amsterdam zal in brand staan - Nederland zal verzakken, (toen het aardgas was ontdekt), maar nooit hoorde ik een echt groot 'zeggen' over de toekomst. Maar het kan altijd wel eens een keer gebeuren, wanneer de Heer dit nodig en zinvol oordeelt: "God, de HEER doet niets, zonder dat hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten". Het zal dan wel iets 'wezenlijks' zijn. Zo heb ik nooit gehoord, dat de tsunami van onlangs werd geprofeteerd. Daaruit zou men kunnen opmaken, dat deze gebeurtenis, hoe vreselijk ook, niet van cruciaal belang was voor het handelen van God in deze wereld.
Hoe dienen de profeten te zijn?: daarover 1 Timotheüs 3 v 2-7. Ik vind het wat lang om dat hier uit te schrijven. Doe zelf ook maar eens iets. En bestudeer dat gedeelte goed. Richt je ook daarnaar, voor zover op jou van toepassing of later van toepassing wordend.
Er komt een zekere regelmaat in BIJBELSTUDIE. Ik heb nu tweemaal over aspecten van 'God de Heilige Geest' gesproken en ga nu over tot de derde Geestesgave, (denk erom, dat deze rangschikking een menselijk bedenksel is).
Profeteren dus.
Ook hier weer is 1 Corinthe 14 ons uitgangspunt. We zitten al direct midden in de stof bij vers 1. "Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie".
Toen ik enige tijd geleden schreef over 'klanktaal' heb ik deze tekst niet genoemd, omdat de volle klemtoon moest vallen op 'klanktaal'. Maar nu wordt het plaatje meer compleet. De enthousiaste gemeente in Corinthe had zich vooral geworpen op de gave van klanktaal, maar was daarin een beetje doorgeschoten. Ze spraken volop klanktaal, niet alleen om zichzelf op te bouwen, maar ook in de gemeente, waar niemand er iets van begreep, ook zijzelf niet. Nu kon dat wel- ten dele- ondervangen worden door de 'gave van vertolking'. Die heb ik hiervoor al behandeld. Maar Paulus zegt dus eigenlijk:
"Ja ja....dat jullie graag in klanktaal spreken....dat weet ik nu wel: maar leg je nu toch eens toe op profetie!" Maar waarom legt de apostel nu toch zo de nadruk op :profetie ?
Let eerst even híerop. Er moet naar alle gaven gestreefd worden, met begerig verlangen dient men zich naar de gaven van de Geest uit te strekken. Géen lijdelijkheid, geen passief idee van: "Och...mocht het mij eens te deel vallen". Nee, activiteit ook hierin. De gaven van de Geest zijn latent in elke met Gods Geest gedoopte aanwezig. Ik gebruik het woord van Napoleon wel meer: "Elke soldaat heeft de maarschalksstaf in zijn ransel".(of was het een van zijn legeraanvoerders, die dit zei ?)
De charismata, de Geestelijke gaven, zijn onontbeerlijk in de strijd, die wij hebben tegen de overste van deze wereld, die met zíjn wet van zonde en dood nog steeds tracht 'de lakens uit te delen'. Met de Geestesgaven bekleed, kunnen wij de overwinning behalen op de onzichtbare vijanden.
Maar waarom wordt 'profetie' zo naar de voorgrond gehaald?
Tot in eeuwigheid zal de geredde mens blijven geloven en hopen, zo hoorden wij in 1 Corinthe 13. Het geloof hecht zich aan het gepredikte woord van God. Maar behalve in de bijbel kunnen wij dit woord ook aanvullend vinden in de profetie, door datgene, wat de Heilige Geest door de hedendaagse profeten openbaart. Het geloof is uit het horen door het woord van Christus, (Romeinen 10 v 17). Maar evenals in Gods woord vinden wij dit woord van God in het door de Heilige Geest ingegeven woord van de profeten. Naast het woord voedt ons ook de profetie, die natuurlijk in geen enkel opzicht met de geest van de bijbel in aanvaring mag komen en steeds stichtend en opbouwend dient te zijn. Dat een en ander een zware verantwoordelijkheid op de schouders van de profeten legt, behoeft geen betoog, Maar die verantwoordelijkheid mag ons toch niet doen terughuiveren bij ons streven náar. Ook de 'eeuwige hoop' zal zich blijven hechten aan de toezeggingen van God. Geloven en hopen zijn dus verbonden met het profetisch woord. Dat gaat alle eeuwigheden zo door. Steeds meer gedachten van God zullen aan de geredden geopenbaard worden, ook in de tijd, dat Hij 'alles en in allen' zal zijn.
Voor vandaag genoeg, Ger
O ja...nog dít: ewvenals zovele malen val ik terug op door J.E.v.d.Brink ontwikkelde gedachten. Ik zeg dit niet altijd, maar noem het nu maar weer eens even. G
'God de Heilige Geest', getekend onder het beeld van 'een duif'.
Lukas 3 v 22: "Toen Jezus was gedoopt en aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de Heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer en er klonk een stem uit de hemel: 'Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde".
God had tevoren Johannes de Doper al op dit gebeuren voorbereid en had bij die gelegenheid tegen hem gezegd: (Johannes 1 v 33) "Wanneer je ziet, dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene, die doopt met de Heilige Geest".
En dwars door alle twijfel heen, die er eigenlijk niet zou moeten zijn, maar die er toch wel eens is, is er altijd 'God de Heilige Geest', die , naar het woord van Romeinen 8 v 16, ons versterkt en motiveert. "Hijzelf verzekert onze geest, dat wij Gods kinderen zijn"
En later zegt de Heer Jezus tegen zijn discipelen, wanneer hij ze uitzendt voor een 'stage-opdracht', (Math 10 v 16): "Bedenk wel: ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif.
Welke gedachten kunnen wij aan deze verschijningsvorm van de Heilige Geest ontlenen: - Hij openbaart zich als een duif. Dan is het ook goed, dat wij het vreedzame van een duif in ons wezen hebben, niet als iets opgelegds, maar behorende bij ons wezen, zodat wij zelfs in irritatie-opwekkende situaties vriendelijk en zachtmoedig kunnen blijven. (Dat wil niet zeggen, dat een duif in de natuur, zoals wij die allemaal kennen, nu zulk een braaf dier is, maar ik bedoel met deze woorden 'de duif', zoals die overdrachtelijk een betekenis heeft gekregen).
En wat is het goed om vervuld te zijn met die Geest van God. Die begon direct aan Jezus te verzekeren, dat God vreugde in Hem vond.
En ook aan ons wil de Heilige Geest, wanneer wij met die Geest gedoopt zijn en wanneer Hij op ons gebleven is, doordat wij Hem niet bedroefd hebben, telkens maar weer influisteren: "Jij bent Gods kind, een jongere , geestelijke broer of zus van de Heer Jezus", een enorme versterking.
En dan wil die Heilige Geest ons door zijn gaven ook versterken en de gave van 'het onderscheiden van geesten' geven, zodat we zo scherpzinnig zijn als- naar het idee van mensen- een slang is.
Maar ook zo onschuldig en rein als in de volksvoorstelling een geïdealiseerde duif is. Wat zullen jullie dat nodig hebben. 'De wereld' kan zo kwetsend zijn, zoals jullie dat zelf wel eens ervaren in Forum, geloofsvragen, wanneer aanhangers van de evolutietheorie, ontkenners van de Drieëenheid en ander stokpaardberijders jullie soms fors onderuithalen en zoals ik weer andere voorbeelden tegenkom elders: - wie dat sprookje bedacht heeft van die wrede kruisiging, moet toch wel een I.Q. hebben van ver beneden de honderd. - en zovele woorden meer, waarmee ik in ander verband te maken krijg.
En om dan scherpzinnigheid te krijgen, zodat je beleefd de kern in de redenering kunt aanpakken, zonderdat je ook maar enigszins gekwetst bent, dat zijn allemaal van die heerlijke geschenken , die God de Heilige Geest met zich voert. O, wat zijn wij onze Heer Jezus dankbaar, dat Hij ons die Geest als geschenk aanbiedt.
Onder welke symbolen wordt 'God de Heilige Geest' getekend.
Even een opmerking vooraf; je zou kunnen zeggen: "Ik hoor nu zoveel over 'God de Heilige Geest' vertellen. Ik vergeet haast: 'God de Vader' en 'God de Zoon'.
In antwoord daarop het volgende: Er is tussen God de Vader , God de Zoon en God de Heilige Geest volkomen gelijkheid: allemaal de Drieënige God. Maar er is toch ook een rangorde te bespeuren. 'God de Zoon' opent in opdracht van 'God de Vader' de weg van Hém naar óns: "Ik heb lust om uw wil te doen, o God", (Psalm 40 v 9) 'God de Heilige Geest' werkt dan weer van de mens naar God toe; Hij geléidt ons tot de Vader. Maar 'God de Vader' is toch het stralende middelpunt. Dit is tevens een aanwijzing , hoe wij in het leven hier op aarde de verhouding man-vrouw hebben te zien: volkomen gelijkheid en toch ook weer een rangorde. In een ideaal huwelijk zal de vrouw toch in cruciale omstandigheden, waar belangrijke beslissingen moeten vallen of waar een vastigheid moet blijken, haar hoofd tegen de borst van haar man laten rusten en aan hem de uiteindelijke beslissing of kracht tot troosten toevertrouwen.
Maar goed: terzake: wanneer ik veel aandacht aan 'God' in zijn openbaringsvorm als 'God de Heilige Geest' schenk, dan kunnen jullie altijd bedenken : "Ger heeft het over God".
In dat ontzaglijk visioen van 'de dorre doodsbeenderen' hoort Ezechiël God zeggen;(Ezech. 37 v 9): "Kom uit de vier windstreken , wind en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven". En dan worden de 'lichamen met adem gevuld'(v 10) Dat zegt iets over gelovigen van nú.Wanneer de Heilige Geest je doopt en vult, dan pas kom je tot echt geestelijk leven. Geniet van de Geest als eerste gave van God. Hij....de gever van levenskracht, bekwaamheid en moed om te handelen. Hij....de onzichtbare, de onverwachte...als de wind, (Joh 3 v . Hij....de souverein heersende, de hemelse, de bovennatuurlijke, (Hand 2 v 1, dat geluid van een geweldige stormwind) Hij.....waarvan wij de gevolgen kunnen zien, zonder dat wij de oorsprong kunnen nagaan (Exodus 35 v 31): uitzonderlijke talenten, wijsheid, vakmanschap, inzicht op allerlei gebied (Lukas 1 v 67): profetie
Genoeg voor vandaag maar weer. En tegelijk dít inzicht: "Voortaan maar twee studies over de Heilige Geest 'an sich' en daarna weer een van de talloze gaven ván die Geest.
Tot dusver is steeds het gebruik om iets te vertellen over 'God de Heilige Geest' en om daarna weer een van de Geestesgaven te behandelen.
Ik heb nu als eerste behandeld de gave van 'het spreken in tongen', de gave van klanktaal en ben nu toe aan de volgende Geestesgave: de gave van vertolking.
Ter verduidelijking: de rangschikking, die ik volg, is een menselijk bedenksel. In de bijbel staan de Geestesgaven dan weer eens zus, dan weer eens zo gerangschikt.
Maar in ieder geval: ze komen allemaal aan de beurt, als ik tijd van leven heb.
De gave van vertolking van tongen, de gave van het vertalen van klanktaal in 2004 -termen, ( welke vertaling ik echt wel mooi vind).
Wat is dat: even de voorgeschiedenis.
De gemeente van Korinthe was een enthousiaste gemeente, waar al de gaven, die de Heilige Geest bracht, ijverig werden beoefend. Daarbij viel allereerst de aandacht op het spreken in tongen, (spreken in klanktaal). Een heerlijke Geestesgave, eigenlijk helemaal voor persoonlijk gebruik bestemd. Je kon jezelf er zo fijn mee stichten, mee opbouwen in geestelijke zin. Dat kon iedereen doen op zijn eigen 'meditatieheuvel' of in zijn eigen bidvertrek of wanneer hij een lange voettocht maakte of bij alle gelegenheden, waar hij of zij alleen was.
Maar wat deden nu die volijverige en overenthousiaste Korinthiërs???... nu ja ik zeg er geen kwaad van; de vlammen sloegen er daar uit van opwinding; waren alle gemeenten in alle landen in alle tijden maar zo 'betrokken'. Wat deden ze dus?....ze begonnen in de gemeentesamenkomsten in tongen te spreken en God te loven en te prijzen en te aanbidden, in een taal, waardoor zíj wel gesticht werden, maar die zij niet begrepen, want alleen God begrijpt die klanken. Maar de andere samenkomstbezoekers?....die hadden er niets aan, die werden er maar onrustig van, omdat het hún geen baat bracht.
Maar God in zijn grote goedheid heeft de vertolking, de vertaling van klanktaal als een Geestesgave gegeven.
En daarom zegt Paulus in 1 Korinthe 14: "In de gemeentesamenkomsten is het niet goed in 'klanktaal' te spreken, tenzij je het ook uitlegt, Want dan is het net zo goed als profetie,... de derde te behandelen gave ...dan kan je aan de gemeente verklaren in voor hen verstaanbare woorden, hoe je de Heer hebt aanbeden, toen je zoëven in klanktaal sprak. (5)
Het zal in Korinthe ook wel voorgekomen zijn, dat mensen in klanktaal spraken, maar dat ze wisten, dat er een ander gemeentelid was, die de durf had om de gave van vertolking te gebruiken. Dan konden ze in klanktaal spreken, wetende, dat hun 'vertaler' het wel zou uitleggen. Maar het kwam natuurlijk ook voor, dat er niemand die gave van vertolking durfde te gebruiken. En daarover zegt Paulus in vers 28: "Als zo iemand er niet is, dan moet je in de gemeente niet in tongen spreken, want dan is het wéer zo, dat niemand het kan begrijpen en is het zonder nut"
En wanneer de gemeenteleden dan beslist ín de gemeente van hun blijdschap over de klanktaal uiting wilden geven, dan was het maar beter om te bidden, dat je er ook zelf de uitleg bij mocht geven.( v 13).
Wat is voor ons voor nú het belang. - allereerst is het zo, dat je best op je meditatieheuvel, na je woorden in klanktaal aan de Heer kunt vragen: "Heer...mag ik nu ook voor mijzelf weten, wat ik heb gezegd door middel van de gave van ' vertaling van klanktaal', die U mij ook wilt geven". - maar veel meer komt het volgende voor, dat in de gemeente iemand een profetie durft uit te spreken, maar zich eerst wil vrijmaken van allerlei storende invloeden. Dan doet hij dat vaak door in klanktaal te spreken. Maar strikt genomen, behoort hij er dan direct daarna de vertolking , de vertaling ,bij te geven, die dan natuurlijk iets totaal anders is dan de daaropvolgende profetie. Immers de profetie is een woord voor mensen en klanktaal is een woord naar God toe.
Mensen, een belangrijke en zegenrijke gave, waarover echter niet zo veel meer te zeggen valt, in tegenstelling tot de later te behandelen profetie.
Laatste opsomming van 'kwaliteits'namen van 'God de Heilige Geest'.
De Heilige Geest is een Geest van wijsheid en openbaring, Ef 1 v 17: "Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen".
Zoveel dingen worden hier in éen tekst genoemd - er is een rangorde, die ook kan bestaan bij gelijkheid: God de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest....ze zijn alle drie God. Maar God de Zoon werkt van de Vader naar ons toe, God de Heilige Geest werkt van ons naar God de Vader toe. God de Vader is uiteindelijk 'de vader van alle luister'. En wanneer wij een geest van inzicht, (van wijsheid) hebben, doorgronden wij steeds meer van alles, wat geopenbaard is, om tenslotte hem, de 'vader van de luister' te kennen. Zien jullie, wat de grootse gevolgen zijn van vervuld worden met de Heilige Geest?!
Efeze 3 v 20: "Aan hem , die door de kracht (van God de Heilige Geest)die in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken....aan hem komt de eer toe in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen".
Dus: er werkt een kracht in je, die eens, bij de voleinding van de tijden in volheid zal doen, waar hij nu al mee is begonnen: het bewerken van dingen, die wij nu nog niet eens kunnen bedenken, zo heerlijk zijn ze.
Hebr 9 v 14: De Heilige Geest is de eeuwige Geest, die Jezus sterkte tot zijn alles te bovengaande taak om zich op te dragen als offer zonder smet om ons geweten: - te reingen van daden , die tot de dood leiden - te heiligen voor dienst aan de levende God.
Die Heilige Geest, wil ons ook sterken om aan andere mensen tot zegen te zijn.
Hebr 9 v 10 spreekt van de Geest van genade. Het is genade, dat God door zijn Heilige Geest dit alles in ons wil werken. Daarom past ons alleen maar lofprijzing, wanneer wij de steeds krachtiger werking van de Heilige Geest in ons waarnemen.
1 Petrus 4 v 14: "Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent, dat de Geest van God in al zijn luiser, (zijn heerlijkheid) op u rust.
Het zal voorkomen, dat je gehoond wordt als een fanaticus, als een mens, die- vroeger geleefd hebbende- anderen zou hebben vervolgd... dit overkwam mij laatst .....of duizend andere dingen om Christus' wil Maar dan mag je weten, dat de luisterijke, heerlijke Geest van God op je rust.