Zoeken in blog

Dit blog wordt regelmatig bijgewerkt - this blog will be updated regulary

Beste lezer, mocht u onverwachts grammatica foutjes tegenkomen in de reportages/verhalen op dit blog, bij deze mijn verontschuldiging, Wayn, Storyteller

Dear reader, if you encounter, unexpectedly  grammar mistakes in the reports / stories on this blog,  my apology, Wayn, Storyteller

NIEUW BOEK VAN WAYN PIETERS ''SURUCUCU' BESTELLEN ramblinwayn@home.nl

 
  • Foto
    PLOT: Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild in een wereld van intriges, moord en komt in bezit van een schatkaart. Het avontuur begint in Rio de Janeiro. Via de Mato Grosso en junglestad Manaus komt hij tenslotte terecht in Novo Mundo, Pará, waar 258 jaar geleden een goudschat begraven werd. Dit is ook het gebied van de Mundurucu-stam, met hun mysterieuze wereld en het woud van de Surucucu slangen, het metafysische van Amazonas. Het verhaal geeft een visie op de Braziliaanse samenleving en vraagt begrip voor het Indianen-vraagstuk. 

    BIOGRAFIE: Wayn Pieters (1948) werd geboren in Maastricht. Naast auteur is hij kunstschilder en singer-songwriter. Sinds 1990 bezoekt hij Brazilië, waar hij vele reizen ondernam en in 1995 een bezoek bracht aan de Xavante Indianen in de staat Mato Grosso. Zijn oom, pater Thomas, die 40 jaar in Brazilië werkte, omschreef hem ooit: ‘Op zijn reizen door Brazilië wordt hij geleid door een mystiek gevoel van broederlijke verbondenheid met ras, bloed en bodem.’

    Verschenen 2014 Verkoopprijs: € 15,95 (exclusief verzendkosten)

    Foto
    BOEK WAYN PIETERS: XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN mythologische verhalen der Xingu Indianen- midden-Brazilië vert. van uit Portugees/uitg. Free Musketeers - Het boek is verkrijgbaar bij boekhandel 'DE TRIBUNE' aan de Kapoenstraat te Maastricht
  • VOOR BESTELLING van de boeken/ to order the novels 'SURUCUCU' EN XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN via internet en INFORMATIE: FREE MUSKETEERS - klik hier
  • Kansrijk uitgeven voor iedereen! Kunt u deze promotiemailing niet lezen? Bekijk hem in uw browser. Het nieuwe boek van Wayn Pieters Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild
  • WAYN
  • BEZOEK TEVENS CULTUUR BLOG/ Visit also cultuur blog WAYN 'WAYNART' (Engels)
  • Foto
    STORYTELLER & beeld van LUIZ GONZAGA IN RIO
    Foto
  • IBISS -Instituto Brasileiro de Inovações em Sáude e Social (Braziliaans Instituut ter innovatie in de gezondheids & soiciale zorg) IBISS is actief in de favela's van Rio de Janeiro
  • Foto
    Foto
    'Einde van de neo-liberale bezetting in Brazilië!' - The end of the neo-liberal occupation in Brazil!
    Latuff 2002
    Foto
  • Stichting PRO-AMAZONAS, steunt het werk van (support the mission of padre) pater Jan Derickx in Bengui, Belém
  • BEHOUD AMAZONE GEBIED art. Volkskrant 10 feb. 2009
  • Foto

    Roman over Brazilië: over het volk, Xavante Indianen, aanwezigheid van de Vikingen, Umbanda-cultus, erotiek, geschiedenis, politiek en intriges.
    plot: In het Xavante reservaat in de Mato Grosso worden stenenplaten met Viking schrift ontdekt door archeologen. Bij de opgravingen worden Indianen en houtkappers gedood. Er volgt de moord op een Amerikaanse Indianen beschermer. Couto, een naïve inspecteur van Japanse komaf moet de zaak onderzoeken. Het wordt een tijding van intriges en moorden, haat en liefde. Het leven van de Xavante-stam loopt centraal door het verhaal, net als de stelling dat Noormannen al in Brazilië waren vóór Cabral, terwijl de Macumba/Umbanda cultus belangrijk is in het geheel.
    De roman schreef ik, geinspireerd door mijn reizen, en indrukken.
    UItgegeven in eigen beheer; BRAWABOOKS 2005 281blz. in a-4 druk
    stuur een e-mail met adres en het boek wordt toegestuurd, euro 17,00,- inc. verzendkosten, u betaald met giro op bijgevoegd reken.nr
    opbrengst voor kleinschalig project
    Wayn

    Hoofdpunten blog waynart
  • paintings ///// silent slideshow
  • xavante boy ////schildery
  • peace in the valley rec. live in Brazil 2017
  • Cowboy Jack Clement - A Girl I Used To Know
  • 'Vaya Con Dios' Paintings by Ramblin Wayn
  • BRAZILIË - BEGINTHIER.NL
  • WAYN ON YOUTUBE
  • ORIGINALS VAN RW
  • BRASIL / impressies / reisverhalen
    Op zoek naar de Ware Ziel van Brazilië - Het alternatief
    23-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIKINGEN EN BLANKE INDIANEN IN BRAZILIË / IN MEMORIE VAN PATER TUM PIETERS
    In 1958 vertrok pater Tum Pieters, toen 37 jaar, vanuit Maastricht, via Antwerpen naar Brazilië om daar zijn geestelijk, maar meer sociaal werk te verrichten. Een arbeid die steeds meer een maatschappelijke functie ging inhouden. Op latere leeftijd begint ook zijn belangstelling voor de geschiedenis van de 'Vikingen', een grotere invloed uit te oefenen op zijn gemoed. Het werd een waar leerstuk, want zijn overtuiging was concreet: de Vikingen, of afstammelingen, deden Brazil aan, lang voordat de Portugees Pero Cabral voet aan wal zette, een stelling die hem danig bleef boeien.
       Mij zelf fascineerde het onderwerp zodanig dat ik dan ook geregeld gesprekken met hem had over dit thema. Trouwens hij zag zijn standpunt gegrond door een gedetailleerd geschrift van een zekere Fransman Jacques de Mahieu: 'De Vikingen in Brazilië'.
      Over die De Mahieu weet ik het volgende te zeggen, namelijk dat de man een racist was, een collarborationist en een fervent lid van de Duitse waffen ss, en was één van de eerste die na de verloren strijd naar Juan Peron's Argentina vluctte met steun van het Vaticaan. Hij schreef verschillende boeken omtrent het esoterisme, wat hij weer vermengde met antropologie en creeërde zo zijn wetenschappelijk racisme tot een stelling. Op zijn reizen door Paraquai claimde hij zelfs dat de Guyaki  Indianen afstammelingen waren van de Vikingen. In 1974 reisde hij naar het noorden van Brazilië, de staat Piauï, waar hij het grote 'zeven steden' park toeschreef als een settlement en verwezelijking der Vikingen. Hij overleed in Buenos Aires in 1990. (Bij mijn later reisverslag aan de 'Zeven steden' in Piuaï zal zijn naam denkelijk weer vallen.)
       Dit gegeven was mij in die periode begin jaren '90 niet bekend. Doch nu heb ik dan ook bedenkingen over deze persoon, die het blanke ras superieur stelde boven welk ander volk, maar stroken in zijn opvattingen waren van belang in het onderzoek van de pater.
    Zo ver dit gegeven.
    De pater was eigenlijk een bescheiden archeoloog, en had een klein historisch museum opgezet in de stad Caçador in de zuidelijke staat Santa Catarina. Het gebouwtje was letterlijk gevuld met stenen en gebruiksvoorwerepen van de Indianen.
      De Brazilianen zelf zien er, volgens mij, niets in de geschiedenis een andere draai te geven, door de Vikingen (of andere blanken?) als eerste blanken Brazilië te laten ontdekken. Maar er waren volgens mijn oom bewijzen, zoals de kaart van cartograaf Vossius uit de 16de eeuw, die duidelijk Brasil aangeeft als /costa Danea/, de kust van de Denen.
      Vandaag de dag zijn nog veel inscripties te vinden in rotsen die dit onderbouwen. In het museum in Caçador bevinden zich stenen, gevonden aan een zijrivier van de Iguaçu rivier, die overeenkomsten vertonen met de stenen figuren aan de zonnetempel in Bolivia. Een pater, Alfredo Rohr, toendertijd directeur van het nationale instituut voor archelogisch onderzoek in Brazilië, zegt dat deze stenen authentiek zijn en zeer waarschijnlijk het werk van Indianen, die contact hadden met blanken. (enkele van deze stenen heb ik na de dood van mijn oom weten te bemachtigen en naar Nederland meegenomen.)
      In oude tijden was het mogelijk via de grote rivieren af te dalen tot aan de vindplaats van deze unieke stenen in Zuid-Amerika. De oude landkaarten vermelden Duits klinkende namen, zoal 'Storting', hetgeen in het Noors: Vergaderplaats of Parlement betekent.
      Xique-Xique is een regio waar zich dit voordoet. De vissersplaats Itacotiara, langs het strand van de Sâo Francisco rivier is het bewijs. Enkele kilometers verderop de rivier bevindt zich een 50 meter hoge rots, waar boven in Runen tekens staan, die een magische betekins wordt toegeschreven in het oud-Germaans toverritueel.
       De tekens in de rots kunnen daar alleen aangebracht zijn door Noormannen, volgens de pater. Men vindt daar ook de naam van 'ULF' de 'God van de jacht', en verder meetpunten die aangegeven zijn met pijlen, terwijl boven op de rots een beeldhouwerk van een drakenschip te zien is.
     Een belangrijk gegeven is dat het waterpeil van de Francisco rivier vroeger hoger moet zijn geweest, waardoor zich op sommige plaatsen een binnenzee gevormd had. Zonder twijfel kan men stellen dat de Noormannen daar hun schepen afmeerden en de inscripties aanbrachten om hun aanwezigheid te markeren. De naam van de rots 'Itacotiara', betekent in de plaatselijk Indianentaal:  'Beschilderde rots'.
        In Rio de Janeiro bevindt zich de 'Pedra de Gávea' waat ook inscripties werden aangebracht die overeenstemmen met die van Itacotiara. De tekens zijn meer als 20 meter lang ( ij vormen een groot discussie punt, daar tegenstanders van de stelling dit toeschrijven aan de natuur.) DE vertaling der tekens zijn 'dat er eikenhout kan worden gevonden bij het strand van grote kiezelstenen'. De schepen die gehavend de baai binnen voeren gebruikten dit soort hout voor reperatie en andere doeleindes. De grote rots,  gezien vanaf de zee, heeft het profiel van een gigantisch mensenhoofd met een baard en helm.
    Doch het blijft een uitdagende stelling, van het hoe en waarom de Vikingen deze tekens aanbrachten op een bijna niet bereikbare plek, doch de voorstanders zeggen dat de Vikingen doorzetters waren en de tijd namen voor dit werk.

    wordt vervolgd...
    Het Vikinghoofd 'pedra de Gávea' bij Rio de Janeiro 



    Pater Tum met twee van zijn stenen


    Steen gevonden langs rivier in het zuiden van Brazilië... ongeveer. 17 cm. Wie maakte deze stenen? Noors uiterlijk?

    23-10-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    18-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEKETEND VERLANGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     Pen op papier wayn 2006









    Het bed waarin zij ligt is als een verdwaald schip op een zee van geweld. Haar verlangen is weggespoelt door eenzaamheid, terug naar het land van geboorte. Ze speelt met het laken en denkt aan de tijden die gaan komen, de stormige die wegvloeien over de geest.
      Ze was nooit die vrouw, die, de liefde aanbiddend, die liefde werkelijk kon omarmen. Ze hield van lange strelen en asem van de on-macho, die haar fluisterende woorden toespeelt op zijn gitaar. Liefde is iets dat men niet zoekt, toch het wordt geboren op momenten dat men het niet verwacht. Ze gelooft in liefde op het eerste gezicht, maar dit is onwerkelijk, want liefde groeit, net als een vrucht aan een mangaboom. Ze weet dat hij ver weg is, in een ander land, met dromen der uitspattingen. zij, is alleen in het oude bed in een warme zee, waar de wind nauwelijks part heeft.
       Ze verlangt naar hem als naar een koud glas water, naar een warmte, die, de warmte haar niet kan geven. Ze is eenzaam in haar belevenis, haar dromen zijn als kalm water, haar gedachten nadien als een openbaring.
       Ze wil opstaan maar is neerslachtig. Ze mijmert verder, maar waar zijn de feeën? Waar zijn de sprookjes die haar zouden moeten vervoeren naar andere sfeeren? Waarom zijn wegen soms zo kwetsbaar, onduidelijk, de wegen der zigeuners, die de toekomst zo mooi doen lijken. De weg is bepaald, allang vóór ze kon denken aan liefde.
    Haar liefde is de minnenzanger, zeeman, vluchteling, een avonturier, die ze alleen wil hebben om 'hem'. Zijn warmte en andere ogenkleur. De liefdesgoden roepen haar naam; ze is verward, en de stem van haar geliefde is donker, doordrenkt met whiskey en zware tabak.
      Zijn beeld is een spiegel, een waterglans, maar ze houdt van hem.
     Niets kan haar weerhouden van het huilen, tranen zout als de zee, die háár, scheidt van hem.

    WAYN

    18-10-2008 om 16:34 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (1)
    11-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.STERVEN VOOR AMAZONAS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    TERESA   Indianwoman    Potlood op papier 1994   WAYN









    DORETHY  STANG
    12 februari 2005
     Het is half acht in de morgen op een afgelegen weg op 53 km van van de plaats Anapu in de staat Para. Wanneer ze de non naderen vragen de mannen: 'ben je gewapend?' Ze beaamt dit en zegt: 'Dit is míjn wapen!' en toont een bijbel, waarna ze nog enkele woorden uit de bijbel richt tot de mannen die haar later zouden vermoorden.
        De 73 jarige zuster werden gedood met 7 schoten in het hoofd. Zo kwam een einde aan het leven van een van de meest gemotiveerde verdedigers van het Amazone-woud. Sind 1970 leefde ze in de   regio en werkte met landelijke boeren in het Xingu gebied. Ze zorgde ervoor dat er werk was voor de mensen in herbebossings-projecten langs de transamazone weg en richtte zich ook op het verminderen van landconflicten.
       Ze kreeg vele doodsbedreigingen maar liet zich nooit intimideren: 'Ik zal niet weglopen en de strijd van de arme boeren hier in het hart van het regenwoud achterlaten... Ze hebben het heilige recht op een beter leven, op een land waar ze  in waardigheid kunnen leven en planten, zonder de natuur te vernietigen...'

    BRASILIÁ
    Vakbondsleider Bartlomeu Morais Da Silva, beter bekend onder de naam Brasiliá, werd gekidnapt, gemarteld en vermoord met 12 schoten door het hoofd. Zijn lichaam werd langs de Santarém-Cuiabá hoofdweg gedumpt in de buurt van het Castelo dos Sonhos districht, waar hij woonde en werkte als leider van de landarbeiders van de Altamira bond en tevens als vervangend stadsraadslid voor de PT (partij der Arbeiders).
    De Altamira vakbond had de INCRA (landelijk instituut voor kolonistaite en agrarische hervorming) en het gouverment van de staat sinds 1997 onder druk gezet om serieuze landconflicten in de regio op te lossen. De schedel van het slachtoffer, ingeslagen met een sledgehammer, werd gevonden op het busstation plein in Belo Horizonte in 1989, terwijl verondersteld was dat de schedel zich bij de lijkschouwer bevond.

    VINCENTE CAÑAS
    Cañas is een van de bekendste advocaten betreffende Indiaanse rechten in de Mato Grosso. Zijn dood op 6 april 1987 was een duidelijk voorbeeld van de landelijke rijkheid (grootgrondbezitters) en de constituële autoriteiten om groot-landbezit uit te breidden ten koste van levens der bewoners. 
    Vincente werd gedood in het huisje waar hij alleen woonde langs de oevers van de Iquê rivier, een zijarm van de Jurena, in het gebied van de Enawanê-nawê, in het centraal noordelijk deel van Mato Grosso. Het politieonderzoek in de zaak nam 6 jaar in beslag en ging gepaard met corruptie en verdijning van bewijzen.

    MIGUEL
    De 44 jarige Miguel Freitas da Silva, vader van 8 kinderen, werd vermoord op 1 september 2001. Hij was de leider van bond van landarbeiders in Ipaú. Hij werd vermoord voor zijn huisje door twee mannen op een motor, waarvan een vroeg: 'Wie is hier Miguel?'
    'Dat ben ik,' antwoorde hij, waarna de mannen hun wapens trokken en enkele malen vuurden. Twee kogels raakten hem in de borst en hij stierf op weg naar het hospitaal. Buiten dat hij een  vakbondleider was, bepleitte hij tevens zaken aangaande onteigening van onbenutte stukken grond.

    CHICO
    De moord op rubbertapper vakbondleider Chico Mendes is reeds besproken. Hij werd op 22 december 1988 vermoord bij zijn huisje in Xapuri in Acre. Zijn moordenaars waren vader Dalcy Alves da Silva en zoon Darcy, die werden veroordeeld tot 19 jaar. Darly wist te ontsnappen (denkelijk met hulp van politie) en vond onderdak in een hut van de INCRA in de staat Para, terwijl hij zelfs finaciële steun kreeg van de 'bank van Amazone' onder en valse naam. Hij werd opnieuw opgepakt in 1996, en krreg er 2 jaar en 8 maanden bij voor vervalsing van documenten.
    In december 2007, op de week af 19 jaar na de moord op Chico, rechter Manafsi e Manafsi beloonde de rancher Darly Alves da Silva met het recht de rest van zijn straf onder huisarrest uit te zitten, tot zijn vrijlating in maart 2008.

    11-10-2008 om 14:21 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    05-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TAK VAN DE JOAZEIRO BOOM DEEL 4 -slot

    MANAUS, maart 1897
    Eustaquio en Pau Indio komen aan in de bosstad op een regenachtige dag. De plaats is vol van verhalen over de nederlaag van de rebellen onder leiding van een zekere Antonio Conselheiro, de Messias, hij die duizenden volgelingen had en stierf in het plaatsje Canudos, in de woestijn van Bahia. Die volgelingen waren gewone burgers, geestelijken en bandieten, zij, die vochten tegen de barbaarsheid van de republiek van Brazilië.
    Doch er waren vier expedities nodig om het hele volk van Canudos, 20.000 mensen af te slachten! En was dit gen schande voor de Braziliaanse regering?
     Doch de elite in Manaus schreeuwden: 'Weg met de geesteszieken, de rebellen, leve de republiek!'
    Manaus was een stad vol weelde, en, zoals Eustaquio het noemde, gefortuneerd repaille in een imitatie-wereldstad.
      En, hoewel ze Belém al kenden was Manaus toch het slotnummer, zeker hier in de woestenij van Amazonas, waar bomen, water, muskieten, en... rubber de overmacht hadden. Hier in het centrum van de stad langs de 'boulevard Amazonas' zagen ze het goedgeklede schorremorrie en was goud betaal middel bij uitstek, want de rubber deed wonderen. Er waren enorme chique dubieuze gebouwen waar onderhandeld werd en waar cognac en whisky werd gedronken, ja, zelf, zelfs goede champagne. Hier waar de elektrische tram van de 'Manaus railway co' door de stad ratelde als een vrouwtjespauw en waar het veelkleurige dak van het operagebouw uitstak als een bizarre koepel.
    'Ja, een monsterlijk gedrocht!' vond Eastaquio. Het gebouw werd vorig jaar voltooid en opgezet als een versnapering voor de met Franse odeur gesoigneerde dames en hun exorbitante mannen, de machtduivels van de rubber.
      Ja, de ouwe en Pau Indio waren niet te naïef, zeker niet de eerste, die toch enige mensenkennis had en zelfs primitief kon lezen. Maar ze zagen óók de havenloze, de arme donder van Manaus, die als een lid van een verworpen kaste der Hindoes de stad herbergde. Wat niet zagen waren de velen hard zwoegende rubbertappers, de slaven van de baronnen, zij die zorgden dat de bomen werden opengereten en bloedde voor het kapitaal.
     De rubbermannen leefden in de bossen rondom de stad en verder landinwaarts. Hoe dan ook de ouwe en de Indiaan bleven twee jaar in Manaus. Ondertussen had Eustaquio een zaakje geopend aan de Avenida Itacoatiara, waar enkele dames ,iraculeuze liefdestafereeltjes teweeg brachten. Iets later was Pau, meer uit belangstelling om de zeeën op te gaan, vertrokken met het stoomschip 'SANTA CRUZ', dit vol geladen was met rubber van de 'Booth Line' naar New York. Hij keerde terug naar 7 maanden en vertelde dan uren over zijn ervaringen in de grote stad.
       Speciaal de hoeren, of 'hookers, zoals men daar pleegde te zeggen in de volksmond, die waren daar verdomd anders dan hier in Brazilië. Hij vertelde ook dat de meeste vrouwen deksels veel leken op de vrouwen die ze in het bos ontmoet hadden, die zonder rechterborst. En Eustaquio vertelde hem dat de bosvrouwen vermoedelijk afstammelingen waren van de 'Amazonas'.
      Ja, dit was hem ten oren gekomen in en gesprek met een Duitse filosoof, een wereldmens, Anton Zorn. 
         En Eustaquio zei dat die Zorn geregeld naar het hoerenhuis kwam, in ruil voor lessen in filosofie. Doch hier had Eustaquio het moeilijk mee, want zijn levensvisie was volgens hem realistischer dan die van Korn, die alles uit de boeken had en maar sprak over het 'zijn' en het 'leven', en dat die twee onderwerpen de hoogtste waarden waren van de mensheid. zoeken naar je balance en hij lulde maar over ene Immanuel Kant, een Duitse denker.
      Eustaquio werd erg gek van en zei tot Korn op een dag: '... je Kunt het bordeel alleen nog bezoeken om te neuken met een van de dames... zelfs gratis! Je Kunt je piemel in hun volle rode mond stoppen... maar stop met je gelul over het diepe van de ziel... Nondesju!. Ik ben misschien te reëel!'
    Wel beste lezer nu, dit terzijde.

    Dan op een zwoele dag liep het ook mis in Manaus. Wat gebeurde er: Pau Indio wilde namelijk op de kade een 'cimmaron' (gevluchte negerslaaf), verdedigen tegenover een rubberbaas, die nagenoeg in gezelschap was van enkele pistoleiros. Pau schoot zonder omzien twee revolvermannen naar de verdoemenis en verwonde de 'chef'. De stier was los nu hij door het corrupte vrienden-kliekje werd gezocht om te worden gelyncht.
      Ja, gelyncht, een nette uitdrukking. Misschien levend gevild, want zover waren de wettelijke statuten nog niet doorgedrongen in de namaakstad in Amazonas. Dus waren beiden weer op weg, nu samen met de negerslaaf Congon, de zwarte man die zes jaar als slaaf werkte op de plantage van Jesus Filho do Fogo, een gefrustreerde onnozele zoon van een Portugees en een Russische moeder. De arme neger werd geketend met ijzerballen zo groot als balonnen aan zijn voeten. Maar hij wist te ontsnappen met behulp van de oude smid Thomás, die zijn ketenen verbrak. De oude smid werd meteen gevild, met mieren ingewreven en opgehangen.
     Congon werd achtervolgd tot in de haven van Manaus en daar zag Pau Indio de onschuld in de ogen van de zwarte man en redde zijn leven.
         Na vele omzwervingen kwamen ze terug in het geboorteland van Eustaquio, zijn geliefd Paraiba. Daar sloten ze zich aan bij een bende 'cangaçeiros' en zij overvielen grote boerderijen en de plutocraten waren de gulle gevers en moesten dansen tussen de catussen. De angst die de bende inboezemden was compleet. Toch  bleven de hoge stekelbomen, de reuzencactussen, de elite garde van de rijkdommen, de heersers van de woestijn, de sertâo, het land waar zelfs de duivel naar water zocht.
       Ze waren meer dan 20 jaar de ruiters die onverschrokken raasden over de vlaktes van de woestijn. Eustaquio werd bendeleider en tolereerde géén wangedrang van zijn mannen, en díegene die een vrouw tot last was werd meteen opengereten met zijn 'façâo', het hakmes, of werd aan een xique-xique geprikt.
      Punt uit! Hij was een, laat ik zeggen, cassanova-bandiet, alhoewel die omschrijving misschien te sprookjesachtig is. Een van de weinige in de woestijn, maar Eustaquio was er eentje met ballen, ja, dat zei hijzelf. Hij gaf voedsel aan de armen en stal van de doorvoede. Zo was Eustaquio, de opponent van de macht en de rijke grootgrondbezitters hadden het moeilijk.
     Zij zochten naar de geschikte pistoolmannen die het geweld van de bende kon beteugelen, maar al diegenen die het probeerden werden afgeslacht. Pau reed als een ware Caraja Indiaan als rechterhand van Eustaquio aan zijn zijde op zijn wit paard, terwijl de neger Congon altijd aan de linkerzijde reed als een soort oude page. Het leven was hard, anderzijds romantisch. Nooit zouden zij het vaarwel kunnen zeggen, nooit... alleen de dood zou dit kunnen bewerkstelligen.
    Alleen de dood!

    Die dood kwam vandaag. De ouwe Eustaquio voelde dat zijn ziel klaar was om te gaan. Zijn zoon Pau Indio moest er een einde aan maken met de vlijmscherp gesneden tak van de joazeiro-boom.
      Zo geschiedde.
    Het was het jaar 1922.

    FIM




    05-10-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    04-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tak van de joazeiro boom deel 3

    En was Pau geen Indiaan? Een vreemde jongeling, gezonden om het bloed zuiver te houden in de stam en samen te gaan met de vrouwen? De oude Indiaan was wijs want hij voorspelde dat in de toekomst meer vreemde mannen met baarden, en grote beesten met woeste koppen, het gebied zouden doorkruisen. Hij was dan ook de medicijnman van de stam.
      Eustaquio en Pau konden niet veel uitrichten en, om zichzelf te beschermen, gingen ze mee naar het dorp. Die nacht moest Pau de liefde bedrijven men een jong meisje dat zich Luti noemde en de ouwe Eustaquio kreeg een oudere vrouw met een kaal hoofd, die zich als Gu-ara aanduidde. Ze kregen weer brijachtige drank te drinken, waar vóór het drinken de vrouwen nog eens driftig in spuwden. Het gegiste spul leek op bruine drap, maar smaakte zoet als honing. De nacht was warm en de mannen deden hun plicht en ze dachten weer aan de andere vrouwen waardoor ze argwanend werden. Toch hier ging het om andere redenen.
      De dag erop vond de inwijding plaats van de jongens. Ze moesten hun moed bewijzen om verder te leven en overleven in het woud. De grootste uitdaging was de mand met grote Tocandira mieren. De mieren zaten al drie dagen in de afgesloten mand zonder voedsel en waren hierdoor als kleine agressieve draken geworden. Er was een kleine opening gemaakt waar de jongens hun handen in moesten steken. De mieren vielen aan en beten de huid kapot. De jongens moesten hun moed tonen en mochten geen krimp geven. De pijn moet hevig geweest zijn en wordt vergeleken met de beet van een giftige spin.
     Tranen liepen uit de ogen van de jongelingen, tranen van dapperheid en pijn. Daarna moesten ze dansen, vierentwintig uur aan een stuk, dan zouden ze de geesten zien van hun voorouders. Ze zouden sterke mannen worden, mannen die de stam nodig had om te overleven.
      Eustaquio en Pau werden bij de hand genomen door andere vrouwen en weer kregen ze de brij te drinken en moesten ze neuken. Pau kon enkele stamwoorden begrijpen en de oude Indiaan verlangde dat ze bleven en krijgers werden voor de stam. Ze zouden de mooiste vrouwen kunnen uitzoeken en anderen roven van de vijandige stammen.

    Na een snel overleg besloten beide echter wederom te vluchten. Het was een sluwe onderneming. Het gebeurde op de dag dat ze op jacht waren met twee Tapirape's. Ver uit de buurt van het dorp doodde ze de mannen met messen en verdwenen door de jungle. Weer volgden ze de zon en leefden van vruchten die ze apen zagen eten. Ze vingen vissen, vogels, bosmuizen en hagedissen, die werden geroosterd, maar de schildpadeieren en dikke gele maden, die onder de boomschors leefden, werden rauw verorberd, want daat zat de meeste proteïne in. En Pau? Ja, die was een goede woudloper. Eenmaal wisten ze een tapir te doden met hun mes, want revolvers hadden ze niet meer, die hadden de wilde vrouwen zonder rechterborst bemachtigd. Zij maakten een vuur en smulde van het dier. Dan hoorden ze dat enkele mannen hen omsingelden. Deze hadden geweren en zagen eruit als jagers, maar zeiden goudzoekers te zijn en hun kamp was dicht in de buurt. Toen de bende zag dat ze een buidel met geld hadden, iets waar de vrouwen totaal geen belang in hadden gesteld, werd hen die afhandig gemaakt. De woeste mannen handelden vreemd: ze gaven een klein deel van het geld terug en de rest was voor de kano die ze hun zonder tegenspraak verkochten. Dus goeie mannen, ja, ook die vond men in de wilde bossen. Ze zeiden dat naar het noorden de stad Manaus lag. Ze brachten Eustaquio en Pau naar een rivier waar de kano zich bevond en zeiden dat ze die rivier moesten opvaren totdat ze de grote Madeira rivier bereikten.
      Eustaquio vertelde over de barbaarse vrouwenstam, maar de mannen zeiden niets te weten over een dergelijke stam en zouden ze het weten, dat zou het een feest worden. 'Nondesju', schreeuwde er eentje: '... een neukfestein... nondesju!' en hij krabde zich tussen zijn benen en gierde van het brullen. De waarschuwingen van Eustaquio en Pau deerde hen totaal niet en zij zouden de stam zelfs gaan zoeken, al was het alleen al maar voor de neukpartijen. Dus lieten beide mannen het er maar bij. Misschien kwamen ze de vrouwen nog wel tegen en daarom lachten ze mee met de goudzoekersbende.

    wordt vervolgd...

    04-10-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    02-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TAK VAN DE JOAZEIRO BOOM deel 2

    Op de derde dag, terwijl ze nog steeds geboeid waren met de koorden, sterk als metaal, werden ze door een van de vrouwen bezocht. Pau zag een slanke grote vrouw, die hem omtdeed van zijn boeien en hem wenkte te volgen.  Hij kwam terecht in een kleine hut, waar zich een jong meisje bevond, misschien veertien. Haar haren hingen tot haar beginnende uitholling van haar kont. Haar gezicht was als dat van een pop met kleine sproeten en haar ogen groengrijs. Haar kleine borsten leken als verboden vruchten de levens. Ze keek Pau strak aan en ontdeed zich van een klein driehoekig lerenstipje. Ze sprak woorden, die hij weer niet kon plaatsen. De andere vrouw ontklede hem en streelde zijn penis terwijl het jonge meisje ging liggen op een bed van papegaaienveren. Pau keek ontdaan naar de naakte schoonheid, en haar getinte huid zoals hij maar zelden aanschouwde.
      Ze had een tatoeage van een wolf op haar onderbuik, en rond haar geschoren vagina was een circel van tekens getatoeëerd. De oudere vrouw, misschien vijftig, gebaarde dat hij naast het meisje moest gaan liggen, waarna ze de hut verliet. Pau moest nog ontwaken uit de verrassing voordat hij zich overgaf aan zijn gevoelens en zijn piemel begon te zwellen. De kleine was wild en woest en vibreerde als een cobra onder hem. Nadat hij was klaargekomen sprong ze lenig en zelfingenomen als een kat op, schreeuwde enkele woorden en vertrok. Pau verbluft en na trillend van genot achterlatend. Later vertelde Eustaquio dat hem hetzelfde was overkomen, alleen had hij een mulattin gehad en deze bleek nog vuriger dan wat Pau hem vertelde over de kleine kat met sproetjes. De kleine Mulatta was niet niet veel ouder geweest en had boven op de ouwe zitten draaien en vreemde liedjes gezongen. In haar hand had ze een slang die ze voortdurend kuste en toen hij zijn orgasme bereikte had ze de slangenkop in zijn mond gestopt. Ze sprak een taal van war, kuste zijn voorhoofd, sprong overeind en verliet glimlachend de hut.
      Eustaquio was nog steeds bang, daar de slan van een soort was geweest dat hij niet kon thuisbrengen, zwart met witte oogjes, alleen het uiteinde van de staart was geelrood. Misschien was ze wel giftig... misschien...

    De dagen erop mochten ze doen wat ze wilden, andere vrouwen lieten zich neuken en gaven hun een dikke brijachtige drank te drinken, die hun penis steeds weer deed herleven. Het begon te lijken op een sekshemel, toch de ouwe Eustaquio had zo zijn bedenkingen en werd achterdochtig. Hij had altijd al op zijn intuïtie kunnen rekenen en dit zei hem nu dat er iets bizars aan de hand was in het dorp. Hij zag dat van de pasgeboren kinderen alleen de jongentjes gedood werden, dit door een stoot met een kapmes door het hartje. Hij was er nu zeker van, dit was een vrouwendorp, doch wie waren deze vrouwen?
      Hoe wist hij niet, maar er was iets dat hem zei dat dit zou eindigen met hun dood. Hij probeerde contact te krijgen met een blonde man die gebrekkig Portugees sprak, en zich Zug-Caro noemde, de fokstier van het dorp. Hij vertelde hem dat hij hier geboren was en zijn vader een avonturier, die ooit de bossen was ingetrokken met een expeditie om goud te zoeken en door de vrouwen werd gevangen genomen.
     De andere leden van de groep werden geofferd aan de goden en in stukken gesneden, alleen de oude Zona, een Fransman, overleefde. Dit had hij te danken aan zijn geslachtsdrift en magie, waar de vrouwen een bijzondere waardering voor hadden. Die Zona was de blonde man Zug-Caro zijn vader.
      Deze verklaring was voldoende voor Eustaquio en Pau Indio en zij besloten te vluchten en verdwenen als stille panters.
    Ze liepen alleen in de nacht en sliepen overdag. Ze verwijderden zich van het vrouwendorp in een traag tempo richting de zinkende zon.
      Ze moeten drie maanden gelopen hebben en beleefden velen avonturen. Een hiervan is het vermelden waard: dat was de nacht dat ze op een kleine stam stootte, die zich Tapirapé noemden. De mensen waren timide maar nieuwsgierig. Enkele jonge krijgers wilde Eustaquio en Pau meteen doden, daar ze zeiden dat ze ongeluk zouden brengen en spionnen waren van de 'witmannen' die ooit hun dorp naderden.
      Toen ontstond er een ruzie door onbegrip en de schraapzucht van de blanken, en de stam doodde vier mannen. De anderen vluchten op hoge vreemde dieren met grote wilde koppen en zeiden terug te komen. Doch een oude man dacht anders over Eustaquio en Pau en nodigde hen uit mee te komen naar het kamp.
      Het was de dag dat enkele jongelingen werden ingewijd tot man en krijger. Ze zouden als vreemdelingen dit moeten meemaken, want zei de oude Indiaan: '... ze zijn gezonden door de geesten...'

    wordt vervolgd....

    02-10-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    29-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TAK VAN DE JOAZEIRO-BOOM Wayn Pieters - fantastisch kort verhaal deel 1

     Pau Indio stoot de vlijmscherpe tak van de joazeiro-boom in het hart van de oude man. Hij omhelst hem terwijl het bloed uit het lichaam vloeit. Pau Indio voelt het warme kleft door zijn hemd dringen. Het kreunen van de oude Eustaquio wordt zachter en hij sterft met een glimlach in de armen van de Indiaan. De oude neger Congon kijkt huilend toe.
     Hoe lang ze zo zaten wist Pau niet meer, maar tijd is dan ook een nietszeggend gegeven geworden. In gedachten ziet Pau Indio het verleden voor zich.

     Hij gaat terug naar de dag dat hij Eustaquio ontmoette. De dag dat enkele mariscadors bij de Cuxaru rivier in het noorden van de Mato Grosso, van plan waren hem op te hangen. De pelsjagers beschuldigden hem van het stelen van boskattenhuiden. Eustaquio knalde drie jagers overhoop terwijl de anderen vluchten als gefrustreerde ratten. Ja, zo was het gegaan. Vanaf die dag was hij Eustaquio's vriend.
      Dat is lang geleden en nu overdenkt Pau dit alles. Het was de eenzaamheid van Eustaquio geweest dat hij Pau was gaan zien als een zoon. Een biologische zoon had hij nooit gekend, hoewel hij vele vrouwen had, maar dat waren eendagsvlinders geweest, vrouwen die hij nooit meer terug zag.
       Zou hij kinderen hebben? Hij dacht van wel, nou ja, gissen is zo goed als niks waard, ten minste dat zei hij steeds. Pau denk terug over de strooptochten met Eustaquio. Hun leven als roofridder, de vogelvrijverklaarde op de hoogvlakte van Goiás en later Paraiba.
     Toen, vanuit Goiás trokken ze noordelijk naar Pará waar ze verwikkeld raakten in goud-delvers-praktijken. Ze vonden zo goed als niks en besloten de buit van een hondsvot, met een gezicht vol littekens van mesgevechten te roven en gingen er mee aan de haal. Ze lachten en dronken, dansten en hoerden en kwamen terecht in het stadje Prata, een onbeduidend plaatsje waar de diamantenkoorst heerste. Als die je overvalt dan kan de duivel je niet mer helpen.
      Diamanten, een pathalogisch woord. Zij zwoegden in de diepe kuilen, vonden zo goed als geen stenen en verkochten het geroofde goud van de mes-littekenman aan een rijke Boliviaan. De vermogende mesties had een vrouw, Ester, en zij was een pauw, schoon als een begonia.
      Pau versierde en neukte haar, terwijl Eustaquio onderhandelde met de vette Boliviaan over een smerig werkje: het opruimen van enkele boeren die weigerden hun grond te verlaten, een zaakje dat niet weinig voorkwam in die tijd. Ester was bruin suikerrietsap, zacht als de pels van een boskat en Pau nam haar met genoegen en kracht. De volgende dag gingen ze erop uit om de boeren te ontmoeten. Doch doden voor de rijke Boliviaan was niet hun voornemen.
      Neen! De boeren waren arme sodemieters, halfbloeden, die met hun grote families langs die Rio Sono leefden, zij de willekeurig op een stukje grond zaten waar vermoedelijk diamanten te vinden waren.
     Zodoende een motief. De dag erop, tijdens een meningsverschil vermoorde Eustaquio de Boliviaan en enkele van zijn trawanten met gerichte schoten. Hij nam Ester mee als buit en schonk haar aan Pau Indio.
     Ze trokken hogerop richting Belém. In de stad van de manga-bomen werd Ester verwend en Pau vierde hoogtij. Eustaquio, die door Pau ook 'morchiba' werd genoemd, wat ouwe man og chef betekende, was een geboren koopman. Hij opende een hoerenknal in de stad en verdiende in de kortste keren veel geld met zijn acht vrouwen. De hoeren had hij opgetrommeld uit het straatcircuit en langs de haven in de buurt van de 'porto de sal'. Verder regelde hij de vracht van clandestiene schepen met wapens, die werden aangevoerd vanuit Frans-Guyana en afgeleverd aan het misdaadssyndicaat in Rio de Janeiro, Sâo Paulo en zelfs naar Paraquay.

    Op een avond kwam er een sinister figuur aankloppen, een zekere Ludwig von Hagen. Hij wilde zaken doen, zaken in mensenhandel. Hij had negers nodig voor fazenda's in de Mato Grosso. Lucratief handeltje, maar hier had Eustaquio geen oor naar.
      Er ontstonden woorden en een vuurgevecht. Het kwam er op neer dat de Duitser uit elkaar geschoten werd zodat zijn gezicht een brij was van bloed en onzekere componenten. De vermoorde Duitser had 'n goede relatie met de politiechef en zijn vrienden bleken huurmoordenaars uit Peru. Dus werd Belém te link en met weemoed, de lieve hoertjes achterlatend, vluchtten zij naar andere oorden en belandden in Santa Luzia.
      Ja, daar werd Ester op straat gedood door een verdwaalde kogel, hetgeen haar poppengezichtje veranderde in een monstrueus geheel.
      Wat was er aan vooraf gegaan?
     Wel. Pau Indio had het aan de stok gekregen met een bezopen politieman, die, na later bleek een hekel had aan Indianen. Hij noemde hen kinderen van hellebrokken, gedoemd om aan de takken te bengelen van de hoogste bomen in Brazilië. Pau gebruikte zijn kapmes om hem het zwijgen op te leggen, net voordat de klootzak nog kon vuren.
      Door de afwijkende dronkenmansrichting nam het projectiel een zekere wending en doodde de mooie Ester. Ze moesten weer vluchtten en besloten naar het grote woud te gaan. Zo kwamen ze na maanden van omzwervingen terecht in het gebied van de Tapajos rivier.
     Hier zagen ze op een dag een dorp van lemen hutten en andere gemaakt van rivierklei. De hutten werden bewoond door vrouwen. De meeste hadden lang kastanjebruin haar, anderen hadden hun haren opgestoken als piramides en sommige vrouwen waren donkerblond of zwart.
      Ze droegen pijlkokers en waren bedreven met pijl en boog. Er waren ook hutten die gereserveerd waren voor de weinige mannen, die ondergeschikt waren aan de vrouwen. De vrouwen hadden tatoeages die mythische tekens uitbeeldden: mannenhoofden met baarden, slangen, tijgerkoppen en wolven.
     De meeste vrouwen waren vermengd met Indiaans bloed, doch de kenmerken van blanken waren aanzienlijk. Verder waren er mulatas, zacht als otterpelsen, met gekrulde lippen, dik en zweterig. Toen Estaquio en Pau contact zochten werden ze terughoudend benaderd. Ze werden gevangen genomen en geboeid met wortelkoorden, terwijl enkele vrouwen hun pik betasten en nadrukkelijk onderzochten of er aan likten. Ze knikten goedkeurend en spraken een vreemde taal die de twee vrienden niet verstonden.
      Het viel hen op dat zo goed als alle vrouwen hun rechterborst mistte. De meeste kinderen waren meisjes en alleen enkele jongens jaagden op wild en plukten vruchten. De mannen waren merendeels Indiaans, doch enkele blanken liepen gehoorzaamd door het kamp.

    wordt vervolgd...

    29-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    24-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 15 - einde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Carlos Marighela, revolutionair, vermoord door het militaire regime in 1969










    De dag erop ga ik tot plein SÉ met de metro en één van de 10.000 passagiers bussen bij het station Dom Pedro 2, om een bezoek te brengen aan het park van Ipiranga, daar waar D. Pedro de eerste, een brief ontving van zijn vader, Koning Joâo de 6de, om terug te keren naar Portugal, maar op de plek waar nu het monument staat, liggen in een tombe zijn botten samen met die van zijn vrouw Teresa.
     De geschiedenis vertelt dat op 7 september 1822 Dom Pedro, om te herstellen van een fikse diaree aanval, over de vlakte van Ipiranga reed, toen een boodschapper hem een bundel met brieven overhandigde van zijn vader uit Portugal om terug te keren. Maar Pedro was een rebel en bleef, ik denk op de eerste plaats voor de vrouwen van het hof, en daarna voor de vrijheid van Brazilië. En hij moet geschreeuwd hebben als een waanzinnige: "Indepencia o Morto!", onafhankelijkheid of de dood. De Portugezen trokken zich, afgezien  van de bloedige gevechten en slachtpartijen van Braziliaanse patriotten in Forteleza en verzet in Bahia, zonder veel ophef terug uit Brazilië. En de egoïstische Pedro troonde zichzelf tot keizer van Brazil.
     Het beeldwerk van brons is een groots geheel en vervaardigd door de beeldenmaker Ximehes. Nú, spelen hier kinderen. Zij rennen de crypte in en uit als snelle kabouters, terwijl boven bij het monument jonge Brazilianen bezig zijn met skateboards, de geschiedenis voorbij strevend.
     In de verte ligt het pompeuze paleis, het hedendaagse museum. Ik loop rond de lanen, langs de grote palmen en bloemperken die toch en symbool zijn voor de praal die het geheel moet uitstralen, een overblijfsel van het Braziliaanse keizerrijk. Tussen die lanen dacht ik aan de invloed der geschiedenis; die van de Bandeirantes, kerk, militair gezag, dictators, de invloed van de onderdrukking die tijdens het militaire bewind hoogtij vierde, de opstand, het verzet, de revolutie in de harten van velen, die werden gemarteld en vermoord, ook hier in Sâo Paulo door het DOPS (De politie der orde, die samen met het 'eskader des doods' martelingen uitvoerden om het bewind te verlossen van hun tegenstanders in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw) waar de communistisch gezinde revolutionair Carlos Marighela werd vermoord in 1969, hij die een voorstander was van de geweldadige revolutie, maar wat moest je in Brazilië met een militaire onderdrukking? Hier was Ghandiïsme geen optie. Daar het systeem een macht had dat niet tegen te spreken was.) Al heeft alles een vleugje van romantiek, het is een verdoezelen van de realiteit en ik kijk naar de kleine Brazilianen, die lachend rond rennen ontwetend van het hele gebeuren en het zal nog en hele klus worden om de trein weer op de rails te krijgen.
    Terug op het SÉ plein staan mannen in groepjes bijeen te kletsen, of God het nu wel of niet goed voorheeft met Brazilië, dat Brazilië nu eenmaal een land is dat het altijd goed voorheeft met zijn volk, dat de regels van de grootkapitalist bekrompen woorden zijn, dat de socialistische president Lula een goede weg vaart, maar teveel naar het buitenland kijkt, maar dat de kleine omhelzingen met Castro en Venezualeense leider Chavez een goed teken zijn, doch dat de problemen in het land zelf van groter belang zijn en dat het 'fome zero' (geen honger) programma van de regering maar voor een deel werkt. (elke maand kon een deel van de armste, favela bewoners, Indianen ect, een bedrag van 50 reais ( nu 20 euro, afhalen van de bank, het systeem werkt onvoldoende en niet voor iedereen die er recht op heeft). Zo spreken de alledaagse mensen, zo spreekt het volk, de Jan met de pet.
     Bij de krantenkiosk staat een meute mensen, zij die kranten lezen zoals het links gerichte 'Folha de Sâo Paulo' en het rechtse 'Estado de Sâo Paulo', kranten die berichten over de corruptie in de stad; de slavenarbeid in Bahia, Minas Gerais en Pará; de moorden in de favela's; een vrouw die haar man, na hem enkele malen te hebben gewaarschuwd, zijn penis afsneed daar hij overspel pleegde; de Indianen in de Mato Grosso die in opstand kwamen tegen het geweld van bewapende fazendeiros; over grote banken die steeds rijker worden; protesten in fabrieken voor betere lonen; de rivieren die overstromen in Pernambuco; over drugsdealers uit de krottenwijken die met elkaar oorlog voeren, mensen laten verbranden en onthoofden; de politie die wraak neemt op een gedoden collega in een favela waar onschuldige burgers worden gedood; de Braziliaanse regering die in onmin leeft met de Amerikanen daar de Brazilianen bij aankomst op de vliegvelden zich moeten indentificeren; dat twee met messen bewapende skinheads twee mannen dwongen uit een rijdende metro te springen bij het station van Brás in Sâo Paulo; de corruptie van een der grootste melkleveranciers van Brazilië, het bedrijf 'Parmelat', wat grote vormen aanneemt; de malafide corruptie onder de politieke leiders van het land; dat het ALCA, dat staat voor de vrije handel van de Americas, (een omstreden project van de USA die het belang en macht wil hebben over de gehele latijns-Amerikaanse handel, het nieuwe imperialisme) dit grote gevolgen kan hebben voor Brazilië en geheel Latijns-Amerika; en dat het minimum om te overleven te kort schiet waardoor de armoede angstwekken toeneemt.
     Ik zoek naar de communistische georiënteerde bladen zoals 'Inverta' en het maandblad 'Verdade', doch ze zijn moeilijk te vinden in de kiosken van de stad. Deze kranten geven een vrijzinnige en meer menselijke kijk op de maatschappij, een berichtgeving die extremistisch genoemd kan worden, gevoed door Marx en Engels (doch er dient te worden opgelet voor aanbidding, oftewel: knieën-verering( de kranten maken een vuist voor de werkman, landlozen en Indianen. De opinie van de pers moet open zijn en men moet geinformeerd worden, de waarheid mag niet verloochend worden, de corruptie en macht van het kapitaal heeft zoals al vermeld, te grote onvloed op het leven in Brazilië.

    Ik loop langs de kathedraal terug naar de 'laan van de vrijheid' en de Japanse buurt 'Liberdade'. Ik drink een fles bier tussen de Japanse Brazilianen en overdenk dat heel het leven absoluut gelijk is aan 'saudade', een woord dat in Brazilië een ingrijpende betekenis heeft: weemoed, heimwee of nostalgie, het koesteren van het verlangen. Een verlangen naar 'iets':
    Bergen?
    Zee?
    Huis?
    Geluk?
    Liefde?
    Ik reis terug naar Rio de Janeiro, de stad waar ik mijn hart verloor, de stad met die andere sfeer, het andere Brazilië, dat zeker anders is dan de 'woestenij' van Sâo Paulo.
    Ik vraag me af of er overeenkomsten zijn tussen S.P en Rio.
    Neen, eigenlijk niet.
    Sâo Paulo is verdomd anders dan Rio de Janeiro.

    FIM




    24-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    21-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 14
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    OLD BEGGAR WITH BOY
    schilderij van Pablo Picasso (c) 1903











    Wilson en Bobo, twee zwervers die ik eerder ontmoette langs de Avenida Luis Antonio, waren 2 van de duizenden die druk bezig waren met het controleren van grote zwarte zakken vuilnis. Wilson was blank, in de 50, mager, gekleed in oude jeans en een trui, en geboren en getogen in de stad zelf, terwijl Bobo een stuk jonger was en ergens uit het noordoosten kwam, vanwaar wilde hij niet kwijt, hij leek meer op een Indiaan.
      Bobo was redelijk beneveld. Hij vertelde 13 jaar geleden naar Sâo Paulo te zijn gekomen op zoek naar werk en moest zijn geliefde streek verlaten. Hij sprak er niet graag over: 'Het is verleden tijd, ' zei hij zelfverzekerd, 'soms moet je dingen achterlaten door een gebeurtenis,' en hij keek me enigzins triest aan. Volgens mij had hij iets te verbergen, iets onbeantwoords, hij heette nu Bobo, verder niets, alleen Bobo. Geen documenten, geen informatie, alleen Bobo. Maar het leven op straat beviel hem wel: 'Alles wat je ziet is gemaakt door werkmensen, zelfs de vervloekte banken, alles is zweetbeton, de rijken vullen hun zakken amigo! Ik doe daar niet aan mee!'
     Hij dronk uit een grote plastiek fles, naar hij zei, gemengde Guarana (frisdrank gemaakt van amazonebessen) en suikerrietjenever, in de tussentijd had zijn compagnon Wilson in de zwarte zak enkele stukken pizza ontdekt. 'De mensen gooien alles weg, de overvloed van de maatschappij, als je goed uitkijkt lijd je geen honger, maar je moet het goed regelen,' zei een lachende Wilson, terwijl hij tevens nog enkele eetbare papajas, stukken beschimmelde kaas en enkele halfrotte bananen te voorschijn toverde.
     Adeus Amigos!

    Die nacht was mijn 'rap eyed movement' aanzienlijk. Ik droomde dat ik gezeten op een bank in het Ibirapuera park, een vrouw ontmoette met de naam Sheila, Sahela of Cynthia. Zij vertelde lerares te zijn en liet me denken aan een combinatie van Italiaanse en Japanse genen, doch bespeurde ik niet iets Libanees? Slavisch? Lang zwart haar en donkerbruine ogen, een feministe zoals zij zichzelf liefkozend noemde. Ze had een uitgesproken mening wat betrof de politiek. Het was een gigantische puinhoop, een verkeerde aanpak van regime voeren.
     Regime voeren? Dacht ik. Ze veronderstelde dat alles misschien ooit wel goed zou komen, ze bleef hopen. Mannen? Daar had ze totaal niets mee op, het waren macho's, de Braziliaanse mannen waren autoritair en hielden er meerdere vrouwen op na, een onmogelijk systeem. Ik vroeg haar of ze getrouwd was of een relatie onderhield?
    'Neen, ik houd mij op mijn eigen en als ik behoefte heb aan liefde dan versier ik er wel eentje voor en nacht, ' zei ze toch wel erg bedachtzaam. 'Hoewel het moeizaam is deze weer kwijkt te raken, en het is uitkijken voor duivelse ziektes.' Ze slurpte aan een flesje frisdrank en het bruine spul droop over haar fijne kin, hals en gleed als een cobra haar boezem binnen.
    'De beste Braziliaanse mannen zijn vissers en Indianen, de visser daar hij naar de zee ruikt en met vissen kan spreken en de Indiaan daar hij naar de aarde ruikt en verstand heeft van de slang, luiaard en gordeldier.' Ze bekeek me met amandelachtige, groot als de zaden van de cacao vrucht. Hoe moet je soms een vrouw kenschetsen? Ze leek onbeschrijfelijk en rein. Ze vroeg of ik van Braziliaanse vrouwen hield? En ik kuste haar hand, als een casanova, die ik gewoon niet was, en ze lachte met een vreemde ondertoon van geilheid. De zon warmde mij op, op een bizarre manier. Ze gaf me haar droom-telefoonnummer, zou ik nog langer in de stad blijven, voor een afspraak en misschien meer info voor mijn verhaal. Ze wist namelijk intieme plekjes in Sâo Paulo, en heupwiegend verliet ze de bank en ik merkte op hoe klein en teder ze was. Klein zoals een nakomeling der Pygmeeën en teder gelijk een vrouwtjes hert. Ze draaide zich nog eenmaal om en dan ontdekte ik dat ze naakt was en de kleur had van een dadel. Ik keek naar het vodje papier met het telefoonnummer en zag dat de cijfers vervormden tot vreemde bizarre tekens, en uit de blauwe hemel van Ibirapuera kwamen duizenden aasgieren die angstaanjagende geluiden maakten en uit de vijver stegen witte reigers op, terwijl ik in de verte een ondifinieerbare heilige mij iets hoorde teoroepen, doch ik kon hem niet verstaan.
     Links van mij kwam en horde navelzwijnen aanstormen, bereden door oude zwarte mannen en vrouwen, zij hielden grote dikke wierook stokken vast en zongen een lied dat ik ooit hoorde en mij liet denken aan een lied over een Orixa, de geest die, met de sterveling contact zocht.
     Ik werd wakker toen een wit en zwart paard verscheen. Ik stelde mij de vraag of het illusie was geweest of symbool?
    Was het niet Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, die ooit stelde: 'Het verklaren van dromen is de 'via regia' (vorstelijk weg) - naar de kennis van het onbewuste in het geestelijke leven. Hij stelde ook dat voorwerpen en aangelegenheden in dromen van volwassenen, symbolische voorstellingen zijn van seksuele organen en activiteiten. Al het puntige en langgerekte, of een voorwerp waar water uit stroomt, stelt, zinnebeeldig de penis voor, anderzijds zijn alle rondingen en kringen een definitie van de vagina.
     Mijn droom had misschien iets te maken met een onderbewust verlangen naar liefde in Sâo Paulo, een seksuele opwinding? Een waarschuwing? (schreeuwende heiligen en zwarte aasgieren?) Wat te denken van dit alles?

    Op de matras in het appartement te Bella Vista draaide ik mij andermaal om, doch het lukte mij niet terug te keren in de utopie, hoe zéér ik er naar verlangde. Terug naar de betekenis, naar meer uitleg, naar de vrouw met de dadelkleur, en... de mysterieuze betekenis van hret wit en zwarte paard.

    wordt vervolgd...

    21-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 13
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Bandeirantes-monument 
    Victor Brecheret
    hoewel ik zelf fotos maakte van het werk, vond ik deze van Brain. j. McMorrow treffender, aldus...




    Hun buurman is schoenlapper. Hij zit op een krukje bij zijn kist, met lijm en kopnageltjes bewerkt hij de voorrad schoenen. Hij lijkt mij een vakkundig iemand, waardig onder de blote hemel. Er breekt een onweer los en de hemel verduisterd, de goden beroeren Sâo Paulo. In sommige buurten vallen ijsstenen uit de hemel en bedekken zelfs het plein van de Republiek met sneeuw, dat in sommige wijken 60 centimeter bedraagt. Een natuurwonder, want nooit eerder was dit in Sâo Paulo voorgekomen op die schaal. De stad ligt op bijna 800 meter hoogte, en de wintermaanden Juli en Augustus kunnen bar zijn, met minimum temperaturen beneden de 10 graden, maar dit ijsgeweld is toch wel een uitzondering. Enkele uren later is alles weer over en de stad van Sint Paul klaart weer op, het stof is weggeveegd van het beton, net zoals uit de krottenwijken.
     
     De dag erop bezoek ik het park van 'Ibirapuera', een groot park ontworpen door Burle Marx en Oscar Niemeyer, beide communisten. Niemeyer nam de architectuur van de bouwerken voor zijn rekening. In het park is het een samenraapsel van joggers en uitslovers, die zich het zweet uit het lijf lopen. Kinderspeelplekken en en park voor blinden. Je kunt ook een fiets huren om rond te rijden op geordende wegen, als was je in een land waar trappen normaal is.
     Het plantsoen is omvangrijk, zoiets als een groot openlucht relex centrum, ten minste gezien vanuit het betonnen geheel van de stad. Eigenlijk past het niet in de stad, maar de mogenlijkheden van Sâo Paulo zijn onbegrent, men heeft geprobeerd het onwerkelijke te vermengen met het mensenlijke en een rustplaats te creëren, niet ver van de jagende auto's, scheurende bussen en opgedraaide mensen.
     Toch beton is er genoeg in het park, net zoals gras en een vijver die er bij ligt als een  rustende zwaan. Er bevinden zich enkele musea zoals dat van de moderne kunst. Vlakbij ligt het gebouw van de hedendaagse kunst waar sinds 1951 de 'Biënniale' wordt gehouden, een internationaal gebeuren. Ik bezoek het 'OCA', een witte hut, waar Oscar zijn inspiratie gehaald moet hebben uit het Amazone gebied. Het geheel lijkt op een Indiaanse Maloca, een modern ruimtelijk gebouw, waar op dat moment een tentoonstelling gaande is van Pablo Picasso met 126 werken van de kunstenaar; beelden zoals de 'de vrouw met sinaappel of appel' en schilderijen zoals: 'meisje met ontblote voeten', 'portret van een man', 'liggend naakt' en de tijd van de Spaanse burgeroorlog 'Guernica', en ook een van de laatste werken 'Jaqueline met gekruisde handen'. Af en toe zag ik licht druipende verf die van de lijnen afweek, of was het een soort irritatie van de kunstenaar geweest? Een impulsieve strijk? Of zijn leeftijd?
     Laat ik stellen dat Picasso met recht in Sâo Paulo was, waar naar mijn mening een overeenstemming vanuit ging, een samenvloeiend geheel. Dit van de woestijnbeton en de strelingen van penseelstreken, die de kunst van menselijke drang, van concrete lijnen en zachtaardige gevoelens tot uiting bracht.
     Als ik buiten de witte hut kom schijnt de zon, bij de uitgang van het park koop ik een suikerrietsap in een vies slap bekertje aan het stalletje van een dikke mulat, en bekijk het monument van de helden der revolutie, de obelisk uit 1932, een gedenkteken ter ere van deze revolutie en de 865 patriotten die stierven voor de onafhankelijkheid van de staat Sâo Paulo. De opstand was maar van korte duur en de rebellen werden afgeslacht door de regeringstroepen, ook daar zij geen medestand kregen van andere zuidelijke staten.  De helden van de Paulistas gingen ten onder in bloed en tranen.
    Een ander monument is het 'Bandeirantes-Monument', een beeldhouwerk van Victor Brecheret en moet de titel hebben als verbroedering der rassen, en ík? Ik word droevig, want het monument stelt 37 pioniers voor, die onder aanvoering van een zekere Martin de Aguillar het binnenland introk, om de Indiaan tot slaaf te maken.

    In de avond uren rijd ik door de straten van de stad, die verlicht is, een andere wereld. Bij het Praça de Sé zijn de vuren ontstoken, mensen maken zich klaar voor de nacht en in de zij-straten wordt voedsel verdeeld onder de daklozen. Zij zullen dekens en karton nodig hebben want ondanks februari zullen de temperaturen deze nacht dalen naar 16 graden.
     Het nachtleven wordt zichtbaar, de favela lichten gaan branden en Sint Paulus heeft wederom tergende uren, de politie werk in overvloed en weer anderen slapeloze nachten daar hun geldopties niet kloppen. Dus, denk ik maar, dat de arme sloeber die, beschermd tegen wind en regen onder dik karton of oude vodden ligt, het beter heeft, zonder geldzorgen. Hún gedachten gaan uit naar het zich beraden hoe aan voedsel te komen.

    wordt vervolgd...

    20-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    17-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 12

    Bij het station van Sâo Joachim neem ik de metro die verschillende lijnen heeft, zoals de 'linha azul', blauwe lijn, die een goede verbinding vormt in de stad en heeft een terminal: Tucurivi, in het verre noorden van de stad. De ander in Jabaquara, vanwaar tevens een bus naar Santos te krijgen is. De andere grote lijn is die van oost naar west, van Barra Fundo naar Corinthians en passeert Brás, de wijk waar nu de armen wonen die vanuit het noordoosten van Brazil kwamen: bouwvakkers, fabriekswerkers en buschauffeurs. Daar heerst de mentaliteit van ieder voor zich, ver van de weelderige wijk Cerqueira César in het zuidwesten van de stad.
     Maar wie is gelukkig? Ik stap uit in de buurt Luz, bij het antieke treinstation 'Estaçâo da Luz', dat in 1901 werd gebouwd door Britten, toen alles werd geiïmporteerd vanuit Glasgow, niet alleen het ontwerp, maar tot de kleinste schroefjes, een waar prestige project.
     Hier rond het station van Luz, dit gezien wordt als een van de beruchtste roodlicht buurten, zijn de hoeren bijzonder actief. Het is een kwaadsprekerij dat de eerder genoemde jezuïeten pater Manoël de Nobrega de Koning van Portugal smeekte om hoeren naar Brazilië te sturen, daar de Portugezen Indiaanse vroewen als bijzit namen (Indiaanse vrouwen wiens ziel de paters juist wilde redden).
     De Portugese kolonisten zouden beter hoeren kunnen nemen, die waren bij voorbaat al verloren en veroordeeld en hadden toch geen waarde voor de  wereld. AI! Een ander bewijsvoering is die van de Poolse en Marokaanse joden die handelden in blanke slavinnen, die men 'polacas' en 'francesinha's' noemden en gedropt werden in Manaus en havensteden in geheel Brazilië, dus ook in Santos, en dit is niet ver van Sâo paulo.
     Nu zijn de vrouwen afstammelingen van generaties en de meisjes komen als paddestoeltjes uit de betonnen woestenij. Zij zijn onmisbaar in de stad van de Sint Paul, onontbeerlijk in het soms stikkende en frustrerende leven van de sterveling. De vrouwen zijn een troost voor de emotionele pijnen, de room op de koffie van de eenzame, de 'caipirinha' (coctail van suikkerrietjenever, suiker, limoen en ijsblokjes) op haar best, hoewel men moet opletten deze niet te strerk te drinken.
     Maar er is ook een andere kant, die van het macabere, de kinderprostitutie. In Sâo paulo zijn er tienduizenden, kinderen jonger dan 14 die als lustobject dienen. De kinderhoertjes zijn zo gewild dat vele ouder meisjes zich jonger doen voorkomen. Het geld speelt een grote rol, vaak met toestemming van de familie, meestal om te overleven en blootgesteld aan gevaren. De knaptse meisjes staan op de vliegvelden en de kleintjes worden meestal gebruikt voor het masturberen. Dit gaat niet alleen op voor deze regio van Brazilië, maar ook het noordoosten, waar steden als Fortaleza en Natal gewild zijn bij de perverse toeristen. De kinderprostitutie komt betreurenswaardig voort uit de economische puinhoop, het verval van de samenleving, en voeding der wanhoop.

    Op het 'Largo do Sâo Francisco' ontmoet ik een Guarani vrouw met haar twee kinderen, een meisje en een jongen. De vrouw zit op het mozaïek van de stoep en knikt alleen maar op mijn vragen. Zij blijkt doofstom en haar mooie Indiaanse glimlach is bekoorlijk; haar dochtertje trekt behendig aan de broekzak van een passant; op de grond staat een korfje voor een bijdrage want ze leeft van de mensenvriend der mozaïek straten. 100 meter verder zit een echtpaar samen geestelijke liederen te zingen. Beide gezonden door de Heer, zij komen uit Porto Alegre, een stad een het zuiden van Brazilië, en hoofstad van de staat Rio Grande do Sul. Ze zingen een lied speciaal voor mij, een ode aan de Senhor, ja, het lijkt allemaal oprecht en ongedwonegn en ik waardeer nu eenmaal muziek met een eerlijke vorm.
    Tussen de Guarani vrouw en de zingende paradijsvereerders, staat het bronzen beeld met het opschrift 'De eeuwige Kus'. Het moet en Fransman uitbeelden die een indiaanse vrouw omhelst. Het beeld is van William Zadig, een Zweedse kunstenaar die voor de eerste wereldoorlog naar Brazilië kwam, en in dit beeld denkelijk zijn inspiratie vond door 'De Kus', een schepping van de Fransman August Rodin. Aan de overzijde, een doorgang naar de José Bonifácio straat wonen mensen tussen oude kartonnen dozen en zakken vol kantoorpapier. Ze koken hun potje bonen en argumenteren. Zij handelen in papier dat van kantoren komt en vergaren verder van alles. Ik zie een oude zwart-wit poster van Elvis in gevangenis kledij en van Maria met kindje Jezus en ook de heilige Franciscus van de dieren is present. Een kleine jongen trekt verwoedt aan een sigaretten peuk als was het de reinste canabis, en een vrouw is een en al opwinding, alsof ze één van haar drukste dagen beleefd.
     Maar de mensen leven gewoon als ieder ander, alleen hun problemen zijn uigebreider en openlijker. Doch hoe dan ook zij zien zich beschut door plastiek, en geeft karton geen warmte? Men mag hun het uitschot van de stad noemen, maar daar hebben zij schijt aan, zij zijn de vleselijke schilderijen van Sâo Paulo.

    wordt vervolgd...


    'De eeuwige kus' van William Zadig op het Franciscus plein


    Zingende gelovigen uit Porto Alegre


    'Two prostitutes in S.P'  - pen/olie  op papier- Wayn

    17-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    11-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TUSSENTIJDS BERICHT VAN STORYTELLER
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    BESTE LEZER,
    DAAR IK MOMENTEEL EEN MULATA UIT RIO OP BEZOEK HEB IS MIJN 'BLOG-UP-DATE' IETS VERTRAAGD...

    SCHILDERIJ VAN ANASTACIA (ZWARTE SLAVIN)  MAKER ONBEKENT
    FOTO GENOMEN IN HET 'NEGERMUSEUM' TE RIO 

    WAYN

    11-09-2008 om 16:23 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 11
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Morumbi favela





    Ík zit liever aan de overzijde van het museum in het klein 'parque Siqueira Campos', waar een 45.000m2 weelderig Atlantisch bos zich ontplooit. Waar verschillende boomsoorten te vinden zijn, een soort rustplek midden in de stad, zoiets als een afzonderings ruimte in een  hospitum vol met biddende monniken. Op een bank word ik geplaagd door een rups, schitterend getekend met geelzwarte kleuren, en ik vraag me af of het een vuurrups is. Terecht brengt ze me een ferme steek toe, nadat ik, per ongeluk mijn arm op haar tedere lijfje drukte waardoor ze zonder uitstel een vocht afscheidde dat een irriterende jeuk veroorzaakte en bultige rode plekken. Ik hoop dat zij het overleefd heeft nu ze tussen het gras kronkelt, want de druk van mijn arm was beduidend. Ik neem mij voor in de toekomst alerter te zijn wat betreft rupsen, die enigzins de dwang hebben om parkbanken te beklimmen.
     Op dezelfde bank ontmoet ik de oude Bastiâo, een kleine magere mulat, gekleed in een versleten linnenbroek en hemd, en op zijn grijze haren een base-ball pet. Hij zegt 81 geleden geboren te zijn. Ook blijkt hij een verteller wanneer we spreken over discriminatie; zijn vader gaf hem vaak te verstaan dat er in Sâo Paulo verdomd veel discriminatie voorkwam, ja, verdomd veel.
     (Twee Afro Brazilianen vertellen.Uit het boek Blacks and Whites in S.P van George Andrews): 'Er waren in die tijd (1920) bijna evenveel zwarten als Italianen in Sâo Paulo, maar ze leefden in een sfeer van totale desintegratie... De immigranten werkten in fabrieken en commercie. Het enige werk voor de zwarten was het schoonmaken van huizen en kantoren, en alledaagse werkjes. Wij waren allemaal werkloos. Het was gebruikelijk om de zwarte karren door de stad te zien duwen, zich ophopend in de Bocaiuva straat, met hun emmers en borstels, wachtend op het moment om hier een huis te zuiveren en daar een vloer te schrobben.'
     Bastiâo: ' De zwarten moesten zich er tussen in wringen, zoals ze vandaag zeggen. Zij moesten verschillende werkbronnen realiseren, zoals portiers, tuiniers, huisbedienden, stratenvegers, autowassers... Al die beroepen die voorheen niet bestonden werden door de zwarten vewezenlijkt: schoenpoetsers, kranten verkopers, dagwerkers, al die banen die zij  bedachten om te overleven, want de fazendeiros (grootboeren) wilde geen zwarte inhuren...'
     In het 1944, herinnert Bastiâo zich, was de periode dat zwarten in sommige buurten niet welkom waren: 'Ja, mijn zoon, het was net als in Zuid-Afrika, apartheid, verdomme! Je gelooft het niet, of wel soms?' Hij krabt zich tussen zijn benen en spuugt op de grond.
    'Neen mijn zoon, open je ogen en je ziet de verschillen, de bewuste onderdrukking, zwart zijn is meestal armoede, al leven wij in een zogenaamde gekleurde gemeenschap. Sâo Paulo is voor de blanke. Kijk de banken, allemaal in handen van blanken. Alle buitenlandse firma's doen het goed. In Brazilië is meer te koop dan je denkt, het is land voor de uitbuiters, snap je...'
    Hij tovert een stuk zwart tabakskoord uit zijn broekzak, snijdt er een stuk vanaf, en pruimt met zorgelijke blik. Hij verteld over de veranderingen in de stad, de modernisering, zodat er geen ruimte meer is voor versleten mensen zoals hij.
     'Vroeger was het een rotzooi, maar vandaag is het niets beter, de afvalhopen zijn voor de armen.' Hij zegt dat hij moet leven van 240 reais per maand (nu bijna 100 euro). En ik vroeg mij dan ook ten stelligste af hoe mensen daarvan konden leven! De werkeloosheid neemt toe en uit onderzoeken blijkt dat in groot Sâo paulo de werkeloosheid 20% bedraagd. Om in Brazilië menselijk te kunnen leven zou het minimum loon 6 maal meer moeten zijn: 1450 reais, dit volgens een opiniepeiling van de communistische krant INVERTA. Dit voor de nodige voeding, huur, educatie, kelding, ect. Het is dan ook geen geheim dat gevangenissen uitpuilen daar de criminaliteit een direct gevolg is van het corrupte beleid. In Sâo Paulo blijkt de gevangenis populatie 5 maal hoger dan in Rio de Janeiro, en de afgelopen 3 jaar werden 329 gevangenen vermoord in de bajes. Er bestaat in Brazilië geen doodstraf, maar binnen de muren van de lik wordt dit in praktijkt gebracht, het is luguber leven in de bomvolle cellen, en dat de politie niet vrijuit gaat is onomstotelijk bewezen. Met regelmaat wordt de term zelfmoord gebruikt als de wetsdienaars gevangen met het hoofd tegen de muren slaan, zodat deze bezwijken aan de verwondingen. Misschien dwaal ik af, maar helaas; zo ís de situatie.
     Ik neem afscheid van de kleine vriendelijke tabakpruimende Batiâo en slenter terug over de Avenida Paulista.

    Neen, Sâo Paulo leek niet op het Brazilië zoals ik het had ondervonden op mijn reizen door de binnenlanden en in Rio de Janeiro, neen, hier was een energiek proefproces gaande en dit voor de kapitalistische verwording van een elite groep.

    wordt vervolgd....

    11-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 10
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Schilderij van Di Cavalcanti India mulata  1934














    Ik verlaat het appartement en loop andermaal richting Avenida Brigadeiro Luis Antonio, een lange weg die aan ene kant uitkomt op het middelpunt van de stad, de 3 kilometer lange Avenida Paulista. Banken en kapitaal, de rijkdom en overvloed, hoge gebouwen met daartussen in nog enkele oude panden waar vroeger de koffiebaronnen gehuisvest waren. Nu zijn deze ingenomen door o.a McDonalds, die zich bewust is van de markt.
     Hier is het financiële hart van Sâo Paulo, van Brazilië wel te verstaan, hier worden veel beslissingen genomen, want het zijn de bankiers die het geld controleren dat in Sâo Paulo rondgaat. Zij bepalen of er geld besteedt kan worden aan de bouw van huizen, publieke scholen, ziekenhuizen en voorzieningen zoals rioleringen. Zij bepalen de hoogte of verlaging van de leningen, zij zijn de rationele geldduivels die weten waar de honingdrank te vinden is. Dan zijn er de grote industriëlen die op de consumenten markt de prijzen bepalen, tevens de overheids-diensten, die de hoeveelheid en variëteit van de plaatsen bepalen waar de bevoorrading moet plaatsvinden. Dit zijn de notabelen die bepalen wat er economisch gaande is in de stad en staat van Sâo Paulo.
     Doch er is een andere vloek voor Brazilië, die van de bureaucratie, het ambtenaren systeem. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar in Brazilië zijn méér dan 8 miljoen ambtenaren. Vaak hebben zij geen betekenis voor de samenleving. Ik meen te zeggen dat ze obstakels zijn in het bestuursapparaat. Zij drijven mensen tot waanzin. Er zijn gevallen bekent dat met steun van een corrupte burgemeester, imitatie apen als wethouders in de raad terecht komen. Meestal zijn dit mensen uit familie kring, of vrienden. Het is als een lunapark-systeem, een onbevreesd geknoei, zij die zich vasthouden aan de hoorns van de duivel. Allen vangen een fiks salaris en zijn niet bekwaam voor de functie, te onbetrouwbaar om de medemens te helpen. Erger is dat het ambtenaren systeem jaarlijks een slordig bedrag van 50 miljard euro uit de staatskas weet te plukken, zodat het jaarbudget zo goed als opgeslokt wordt. Daardoor is er géén ruimte voor de meer nodige zaken, zoals betere staatsziekenhuizen, openbare scholen en woningen. De papierwinkel van Brazilië is een grote fabriek geworden, zodat een stempel voor een document geld kost, evenals de lange weg, die de naam bureaucratie te boven gaat. Dit alles is in het voordeel van enkelingen, de hongerigen naar het kapitaal.

    Op de Avenida Paulista is het rumoerig, en de goed geklede, naar Franse odeur ruikende vrouwen paraderen langs de arme donders met kunstbenen en tumors, langs stinkend verkeer en duizenden bussen. Voorbij het MASP, het kunstmuseum van de stad, waar ik ooit een bezoek bracht en werk zag van Velazquez tot Gaugin, van Hals tot Van Gogh en Renoir tot H. Bosch,  waar mensen met arrogante koppen langs de kunstwerken liepen, consternatie alom, want waren dit niet stuk voor stuk grote namen?
     Doch ze pasten uitstekend tussen de muren van dit enigermate log gebouw, waar ook werk van de Braziliaan Di Cavalcanti prijkte. Kunstwerken, maar ik dacht aan die straatkunstenaar in Rio die met zijn voeten schilderde, en ik dacht: wat ís kunst? Wie bepaald de waarde van ART? Hoe kan men 'kunst' eigenlijk definiëren, is het wel te plaatsen? Is de hoop stront van de straathond ook niet kunst als een  autodidact vol overgave er een lijstje omplaatst? Kunst is een vorm, tussen gevoel en uitdrukking, het persoonlijk van de mens vereenvoudigd in zíjn interpretatie.
     Verderop naast het gebouw staat een groep Umbandisten, aanhangers van genoemde Umbanda cultus, te zingen en trommelen, gekleed in witte gewaden met tulbanden. Sommige mannen lijken op travestieten met hun geschinkte gezichten en de zwarte vrouwen op Afrikaanse leidsvrouwen, of slavinnen van het hof, en de blanke op middeleeuwse diensters in ruime rokken. Ze vragen aandacht voor zendtijd op de televisie, want ieder wil zijn aandeel in de wereldstad, geen uitzondering zou ik denken, want hier, in het Chicago van Brazilië is alles nauw verbonden met macht.
     De intelligentie wordt bepaald door geld, en de werkers zijn de ploeterende ossen, de arbeidersbevolking met hun gepijnigde handen. Zonder hen is de wereld een zooitje, geloof mij, zonder de eeltige handen, kromme ruggen en zwetende hoofden, is de wereld een verloren paradijs voor de plutocraat!

    wordt vervolgd...

    06-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 9

    Wat is de toekomst voor de velen jongeren die nu op straat leven, in opvanghuizen, als er geen goede nazorg bestaat? Ze zullen in het systeem belanden van meer dan 100 jaar geleden: slavernij of gewongen arbeid, wat nu al op tamelijke grote schaal plaatsvindt in de Braziliaanse binnenlanden, op afgelegen fazenda's van grootgrondbezitters. Vaak met medeweten van de politie die corruptie niet schuwt, als het gaat om zwerfkinderen. Zo worden kinderen van nu, de moderne slaven van het toekomstige Brazilië.
     Ik put uit gegevens betreffende de tuchtschool van het FEBEM (stichting van de staat voor het welzijn van jongeren in Sâo Paulo, opgericht in 1976 en beschermd door de politiek ideologie van het toenmalig militaire systeem.). Er doen zich geregeld grote problemen voor, met rebellie en geweld, waarbij medegavangen de kelen worden doorgesneden, en de jongeren hun ongenoegen demonstreren in de tehuizen. Bij deze opstanden worden de overvolle gebouwen ontruimd en de jongeren over gebracht naar andere instellingen. Een affaire vond plaats eind 2003. Er moesten tijdelijk 250 jongeren overgeplaats worden van het complex van Franco da Rocha naar het internaat U15 en U12 van Tauapé, tot, volgens de directeur van de Da Rocha instelling, 5 deugdelijke gebouwen klaar waren. Bij aankomst in het internaat kregen de jongens geen lichamelijk onderzoek zoals de gewoonte was, zij werden de 'bandieten van Franco da Rocha' genoemd, verplicht over de grond te rollen, en tegelijkertijd te schreeuwen: 'hier in Tauapé liggen en rollen de mensen.'
    Alle jongeren werden mishandeld en duidelijk waren de verwondigen te zien. Vervolgens werden ze in kamertjes gestopt zonder bedden en kleren, waar zij enkele dagen op de grond moesten blijven zitten en naar de muur staren. Het werd hun verboden te praten. Ook het luchten werd hen onthouden en bezoek niet toegestaan. Toen de moeders weer werden geoorloofd hun zonen te bezoeken, slechts 10 minuten onder zware bewaking, waren de jongens dik gekleed ondanks de warmte en werd hen verboden hun wonden te laten zien. Doch de moeders zagen dat hun kinderen flink waren toegetakeld, ze zagen bovendien wat hun was aangedaan. Maar de zogenaamde functionarissen noemden het 'bestuur' staatscontrole,en zeiden dat de jongens al in die toestand verkeerden toen zij in Da Rocha verlieten. Er werd een onderzoek ingesteld door het ECA, het instituut voor kinderen en jongeren. Deze organisatie hield toezicht op jeugdige gedetineerden en bezochten Tauapé op 22 januari 2004, maar de resultaten zullen hier niet vermeld kunnen worden wegens het ontbreken van verdere gegevens.
     Ik wil hiermee aanduiden, dat het systeem van gevangenissen, niet alleen jeugdinrichtingen, een chaos is, dat lijdt onder druk van het ontoerijkend systeem, van overvolle cellen en opstanden. Deze rebellies monden uit in bloedbladen, tegen bewakers, medegevangen en niet in het minst tegen zichzelf.

    Ik kijk naar Nilo die zijn deegbroodje met vlees eet, ondertussen slurpend aan een glas 'guava' drank. Buiten draaft een zwarte Bahiaanse voorbij met tulband en witte rok, de dochter van moeder 'Oxum' ( in de umbanda cultus staat zij voor al het vrouwelijk handelen, ze is de godin van de riviren en wind), behangen met rode en blauwe kralen. Maar de man die zijn versierde kar trekt gevuld met karton en papier en op zijn hoofd een soort helm met hoorns is net zo toverachtig. Hij lacht en danst tussen het juk, terwijl muziek uit een kleine transistor komt. De clown van de straat, de optimist, en het doet mij goed dit te zien, de optimistische lachende man in de woestenij van Sâo Paulo, die gelukkig zijn last trekt.
     Ik verlaat het eethuisje en zie verderop een zwart meisje dansen voor een striptent. Sporadisch gekleed in pornografisch leer, uitstulpende borstjes en glimmende donkere benen. Het doet mannen stilstaan, zich omdraaien, en fluisteren. Ze heeft de lach die iets anders verraad dan het verkopen van kokosnoten. Iets verderop hebben mensen weer andere dingen aan hun hoofd en bekijken aanplakborden vol met vactures. De zwervers liggen te slapen onder de bomen in het park of langs het trottoir. Zij dulden alleen hún leven en misschien dromen zij over een ander leven, een reïncarnatie in de vorm van een roofvogel of intelligente rat. Zij zouden wel de resten van de McDonalds, Japanse, Duitse, Franse, Arabische, en Italiaanse eethuizen verorberen of desnoods paardevijgen vreten of struisvogeleieren, maar nooit deelnemen aan het kapitalistische geraas van het buitenlands imperialisme. En zou de dronkaard, die in een coma zijn roes uitslaapt onder het viaduct, onderhevig zijn aan een waardeloze droom of een visioen der narren? Zou hij weten dat zijn leven misschien beter is dan dat van de tiran, zij die een andere opinie hebben aangaande het leven? Wie veroordeeld wie? In Rio zei ooit een alcoholist tegen mij: 'God zal oordelen, mijn vriend, alleen God!'
     En ik zei hem nog niet alles in de handen van God te leggen, dat de mens ook zelfverantwoording moest dragen, waarop de man fel werd en antwoordde: 'God is de rechtvaardiging en ik wacht op zijn antwoord! Ik leef mijn leven en Hij stond toe dat ik hierin verviel, nu wacht ik op een teken!  Miscchien haalt hij mij ooit uit de rotzooi! Misschien -talvez- een woord dat de Braziliaan koestert, want het is omgeven met illusie. Was soms het hele leven niet één grote klucht? Werd bij de geboorte al niet bepaald welke richting de rivier stroomde?
    Maar was het niet de Franse filosoof Sartre die zei: 'De mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt. Dat is het eerste principe van het existentialisme.'
    En wat maakt de mens van zichzelf? Is dat niet iets om over na te denken?
    Via de Avenida Joâo slenter ik terug naar het centrum, langs trommelende hippies, henna tatoeëerders, hoertjes, popcornverkopers, met woorden duellerende zangers uit het noordoosten en levende standbeelden in de vorm van mythishie figuren, zilverachtig gegrimeerd, als hingen zij aan draden vanuit het paradijs. Langs de multi-culturele symbiose op weg naar de buurt Liberdade waar ik opnieuw japanners, Chinezen en Koreanen groet, allen Brazilianen. Ik koop 2 schoteltjes met Jacafruit,  waarvan de vruchten aan de boom tot 40 liko zwaar kunnen worden en gevuld zijn met zoet witgeel vruchtvlees, en loop langs de Umbanda moeder, die uitgebreid, als ging zij een groot diner beginnen aan een tafeltje zit met kaarten en schelpen. Ik groet de kaarsenverkoopsters, de vrouw met de manga's, sinasappelen, Papaya en bananen en loop de kerk binnen. Ik denk aan liefde, ruik de dampen van het kaarsvet dat door een imponerende metershoge schoorsteen de hemel bereikt. Ik zie  de mannen met rubberlaarzen die de ruimtes van het vet zuiveren en loop verder om te gaan rusten in Bella Vista, vijf hoog, tussen de afstammelingen van Italiaanse immigranten.
     Maar ik ben onrustig, neem een douche en kijk uit het raam van het appartement en bedenkt dat van bovenaf gezien lopende mensen overeenkomen met apen, zich voortbewegend met vreemde massieve bewegingen, looge figuren die over het asfalt schuiven. Net zoals de zwarte man die zijn oud karretje met kromme wielen voorttrekt, die géén koffie met likeurtje na heeft, die zijn handeltje voorttrekt langs de voorbij snellende auto's, zwaaiend van links naar rechts, af en toe bagage verliezend, het weer opraapt en verder zwalkt. Zou hij dronken zijn? Of misschien wel vermoeid door her eeuwige trekken van zijn wagentje? Het klein zwartwittte hondje dommeld tussen de dozen en papier, onwetend van het lot van zijn deelgenoot, van wie de bestemming onduidelijk is, en niet meer zo jong lijkt; hij heeft geleefd, overleefd, zou hij zijn roeping gemist hebben, of wás dit zijn roeping? Alleen om de plutocraat een beeld te geven dat de vooruitgang van de wereldstad maar schijn is? Voor sommigen!

    wordt vervolgd...

    02-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 8
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Straatjongeren in Sâo Paulo






    Via de grote avenida Ipiranga kom ik bij het plein van de Republiek, waar schilders, hippies en muziekanten te vinden zijn, waar de schaduw van bomen een welkome plek aangeeft, dit is in de nachtelijke uren een slaapplaats voor eenzame zielen. Nu was er een protestmars gaande tegen dierenproeven, het misbruik van de farmaceutische industrie, het was dierenmishandeling en hoogverraad, klomk het uit de luidspeaker op de wagen. En ik zag honderden mensen met hun honden van uiteenlopende rassen: duitse herders, doberman pinchers, bouviers, deense doggen en poedelhondjes met strikjes die werden gestreeld door een travestiet. Straathonden zijn in de minderheid, zij hebben geen baas, ze zijn de afvalvreters van de stad, de mengelingen van allerlij soorten, zoals een buldog op herderspoten, of een elipsvormige teef met korte pootjes en hangende tepels.
     De trotse paarden van de politie proesten nerveus, maar zijn verdoemd tot de woestenij van Sâo Paulo, de hoefijzers zijn goed geslagen, om het grimmige verharde wegdek te trotseren, waar af en toe vuurspetters te zien zijn. Hun voorouders hadden Arabisch of Perzich bloed, Pinzgauer of Norisch, vrienden van ridders, tertaren en zigeuners. De Mustangs en Tarpans draafden ooit over de uitgestrekte vlaktes en steppen van Amerika en Azië.
     Levensgezel van cowboys, Indianen, Klamukken en Boerjeten. Zij trokken huifkarren en brachten reizigers over bergen, naar ondenkbare plekken. Andere rassen zwoegden op de velden en dansten zelfs in de arena's. Hier in Sâo Paulo worden ze gebruikt als stadspaarden van de politie. Woestijnpaarden. Ik zou moeten huilen. In gedachten verzonken loop ik richting avenida Sâo Joâo waar ik een broodje eet in een snackbar alwaar de kleine Nilo me aanspreekt. Hij heeft honger en dorst. Hij zegt elf jaar te zijn, een magere negerjongen, weggelopen van huis ergens in een voorbuurt van de stad. Nu zwerft hij al acht maanden door de straten van het centrum, hij wil niet meer terug naar huis, daar zijn vader hem zal vermoorden, dus kiest hij voor de straat.
     'Mijn vader is een beest,' zegt hij nogal achteloos. 'Drinkt de hele dag, slaat mijn moeder en verkracht mijn oudere zusjes geregeld.'
    Neen, terug naar huis wil hij niet meer: ' Als ik een pistool had zou ik hem vermoorden!' Hij kijkt mij vastberaden aan. Ik geloof hem.
     Soms leeft hij met enkle andere jongeren samen en vormen een groepje. Zij slapen in portieken en roven om te overleven. Waarschuwingen om op te letten voor de politie, vat hij nogal koeltjes op en heeft al zijn aandacht gevestigd op het eetbare in zijn hand.
     Informatie bevestigd dat 1 op de 20 kinderen in grote steden zoals Sâo Paulo of Rio op straat leven gescheiden van hun ouders. Zij weten door handigheid vaak te overleven en uit de handen van politie te blijven, maar soms is de wet hen te slim af en komen ze terecht in bewaarhuizen. Gevaarlijke corrupte instellingen waar menselijkheid ver te zoeken is. Afgesloten ruimtes waar sadistische toezichthouders martelen. Dit zijn vaak mannen die de militaire dictatuur doorstaan hebben en weer jongeren opleiden tot deze baarbaarse baantjes, die vaak grenzen aan het sadisme. De situatie betreffende het jongerenbeleid is zorgwekkend. Zwart zijn en jong betekent een onzekere toekomst. In de orfenato's, weeshuizen, die kinderen weten te bereiken, opvangen en behoeden tegen verdere ondergang, blijkt dat 90% van de kinderen zwart is. Dit geld tevens in de criminaliteit. Het gaat zo ver dat sommigen denken, dat een klein zwart kind, per definitie als gevaarlijk kan worden bestempeld.

    wordt vervolgd...

    01-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (1)
    20-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 7

    In de nachtelijke uren dronk ik een fles bier en rum op een terrasje in Bella Vista. Een kelnerin noemde mij amor en vroeg of ik nog iets wilde drinken. Voor mij is het een stelligheid, ik kom dan in een gemoedstoestand waarin je, je gedachten kunt laten zweven, dat je even kunt denken dat de wereld soms een arena is, vol van clowns, leeuwentemmers, dansende paarden en aardige lilliputters en dat alles in de wereldstad wel meevalt.
     Drink nog een suikerrietjenever, schrijver! ga, mijn gedachte, ga, weg van de aardse beslommeringen. De wens gaat in vervulling dat de buikdanseressen in het maanlicht en wierook hun show opvieren. Alleen voor de eenzame ik. Omgekeerd vertroebelt dit beeld als de geest somber wordt in vechtende nijlpaarden, hanen en pittbull-terriërs, kanibaliserende alligators en gladiatoren die zich naar het leven staan. Die hedendaagse gladiatoren zijn de gewone mensen die alles geven, gedreven door armoede, de maatschappij trotserend met hun net en drietand, wat soms hun dood betekent. Terwijl de Keizer als een glimlachende veelvraat vanuit zijn hoge zetel druivensuiker vreet en slikkend toekijkt. Wanneer de geest aangetast wordt door overschatting en denkt dat vrouwen naar je lachen, terwijl zij je eingenlijk minachten.
    Kijk, de verlichte straten, de dronken personen met kostbare of ordinaire auto's, die ze met macho-achtig gebaar parkeren, oogjes knippend naar de hoeren. Stoeipoezen hangen aan hun arm, het nachtleven van de stad is in volle gang, in het intieme van het maanlicht. Maar onder de viaducten en in de portieken liggen de murw geslagen dagdromers; zij die zich overgegeven hebben aan de tijd. Enige rust hebben ze nodig, veel drank en spiritus. Huilende wolven zijn hoorbaar, maar er zijn geen wolven in Sâo Paulo, of het moet die enen zijn die ik ooit zag in de grote dierentuin van de stad, daar bij Jabaquara, met meer dan 2500 dieren, de grootste verzameling ter wereld. God waar is de 'Lobo', de wolf! Zal hij overleven? Doch hier in Sâo Paulo, de betonwoestijn, leven wolven. Geloof mij, andere schepsels, vermomd als mens, betonwolven, weerwolven, géldwolvenzij die te onderscheiden zijn van de straathonden. De suikerrietjenever brandde in mijn keel en ik voelde mij enigzins moe.
     
    De dag erop was ik weer in de buurt van het Sé plein en baande me een weg door de massa, hier waar ik luisterde naar het tikken van de duiven op het beton, waar de wolkenkrabbers niets anders zijn dan zuilen in een door mensenhanden gecreëerde betonnen woestijn, een gebroken aspect der natuur, een tijd karakteriserend waarin dat alles nog koorstachtiger zou worden. De anaconda zou zich hier zeker niet thuis voelen, hoewel ze sluw is en van klimmen en bomen houdt, zoals een brulaap in het regenwoud. Maar klimmen in betonbomen zou haar huid vernielen en een gewisse dood betekenen. Zo is het ook met de mens, die niet gewend is te leven in een grote stad.
    Sâo Paulo is een metropool, een streving naar meer, anders dan Rio waar alles iets gemoedelijker toegaat, gelegen tussen de zee en natuur. De Carioca (inwoner van Rio) als onbevangen mens, de Inwoner van Sâo Paulo (paulista) als de organisator, de manager, zakenman, puntjes op de i, hier heerst het organiseren, alles is duidelijker, meer Amerikaans. Tussen Sâo paulo en Rio bevindt zich een grote kloof, want de stad van de paulistas is een stad met een klemtoon, vandaar misschien de absurde rivaliteit tussen de carioca en paulista?
     Op het viaduct van santa Efigéncia ontmoet ik mensen die om geld smeken: bedelaars, een verstandelijk gehandicapt meisje dat accordeon probeert te spelen, een lepra man, de vrouw met haar enorm olifantbeen, of die met het grote keelgezwel. Daar ligt de man op zijn rug zonder benen en armen, die scheeuwt om hulp van de heiligen en de gewone mensen. De verworpelingen van de stad, hier tussen de verkopers van onnozele attributen, zoals opgedraaide plastiek hondjes, die rondjes draaien midden op het viaduct, kaartlezers met tulbanden, een man met een slang, een fles water en een dode nephand die hij bizar over het de grond laatkruipen. Bestaat er een woord dat een definitie kan geven van dit contrast?
     In St. Efigénia hangen hoeren rustend tegen de muren van het okergeel antieke kerkje. Ik ga het bidshuis binnen, en zittend op een bank sluit ik mijn ogen, ik ga eeuwen terug in de tijd, naar de barbaarsheid, de vereringen van liturgische gezangen van engelen en de geur van Arabisch gomhars en boetetranen. Waarom kan fantasie soms het realistische overtreffen? Waarom zijn de naasten die zo ver weg zijn soms zo dicht bij? Het kerkje is vol met ornamenten en bloemen. Beelden waarvan ik herken: de patroonheilige van Brazilië 'Nossa Senhora Aparecida, de zwarte madonna, daar is Lazarus, St. Antonius, Franciscus van Assisi, Santa Lucia, Johannes van het kruis, de heilige Sebastiaan en Johannes Bosco. Maar trots staan daar velen anderen, te veel om op te noemen, trots staan ze in de nissen, de miljoenen heiligen van Brazilië, beelden die moeten symboliseren. Het roept eenzaamheid op en verlangen, onontkoombare meditatie en voor vele mensen zijn de beelden geen beelden meer, ze zijn verworden tot versteende zielen. Tot poppen van het stoffelijke, sprekende en huilende marionetten, en zouden ze antwoordt kunnen geven?
     Als ik weer buiten kom kijken grote donkere ogen me aan, de bijna verwoestende blikken van vrouwen met lippen als opgekruld marsepijn. En is het allemaal niet zo bescheiden, zijn de hoertjes niet het evenbeeld van Maria Magdalena, de zondares uit het nieuwe testament?
     De vriendin en bewonderaarster van Jezus, zij, die in het huis van Simon de farizeeër de voeten van Jezus waste met haar tranen, droogde met haar haren en zalfde met olie? Maria Magdalena die aangeroepen wordt in relatie tot seks en verlokking, schoon en lieflijk gelijk de Huri (uit arabisch= gazelle-ogig, prostitue) in het paradijs van Mohammed?

    wordt vervolgd...


    het viaduct van St. Efigéncia


    ... en Maria Magdalena wast Jezus zijn voeten     (onbekent werk)

    20-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    18-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo paulo deel 6
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Langs de Avenida Paulista







    Een ander euvel is het hygïenisch vraagstuk, het is dikwijls een puinhoop, want het afwaterings systeem is een probleem dat enorme vormen aanneemt daar de krottenwijken niet aangesloten zijn op rioleringen. In Groot-Sâo Paulo blijkt dat minder dan 1/5de deel van al het rioolwater niet voldoende gezuiverd wordt. De rest wordt terloops gefiltreert of vloeit meteen in de rivieren Pinheiro en Tiete. Die verworden snel tot stinkend water, slijmerige vloeibare wegen waar zelfs de bloedzuiger het moet ontgelden, doch waar de waterratten feest vieren en dansen op de oevers en onder de bruggen.
     Hier in Bella vista ontmoet in veel blanken en hun afkomst veraadt het gegeven. De Italianen hebben hun buurt geheiligd, maar zie hoe Bixiga achteruit gaat; veel armoede en verpaupering. De arbeiderswijken zijn niet meer gezegend door de heilge Paulus, armoede is troef. Als men al een baan heeft dan is dat weelde. Van de andere kant komen nog steeds velen van het het arme noordoosten, zij die gedwongen zijn door honger het droge land te ontvluchten en hun heil te zoeken in steden als Rio de Janeiro en Sâo Paulo: het rijke zuidoosten, een vervlogen hoop op werk en woning. Zij vallen als neergehaalde witte reigers in de ransteden en de favela's der betonnen woestijn. Ze zijn de 'Joâo Niguem' (letterlijk: Jan Niemand, een uitdrukking die de kleine man afschildert) van de steden.

    Als ik met de lift naar beneden ga, ontmoet ik zo goed als niemand. Ik lijk wel in een verlaten gebouw te zijn. Allleen de blonde buurvrouw, met het noord Italiaanse bloed, kom ik wel eens tegen samen met haar wit poedeltje. Onder in de vestibule ligt af en toe de conciërge in een stoel; zijn taak is denkelijk de veiligheid van het gebouw, nou ja.
     Aan de overzijde ligt een buurt waar de veiligheid garant moet staan. Daar bevinden zich de chique panden, gecamoufleerd door hoge electrisch beveiligde hekken. Hier wonen de beter bemiddelden, en lijken de ratten niets te vreten te vinden. Afwijkingen zijn aanzienlijk in Brazilië, de grens tussen beiden is heel apert. Het is geen kletskoek. Zo is het systeemmatisch opgebouwd: de kasten van Brazilië. Maar gelukkig kun je al voor 5 reais (dus 1, 50 euro; 2004) goed eten in Brazilië, zo ook in Sâo Paulo. Onder aan het gebouw waar ik verblijf ligt een eethuis, een gezellige boel met druk pratende mensen en een mooie serveerster. Daar ik geen vlees eet krijg ik roereieren met tomaten, een kom met farofa (geraspe maniok) ditmaal met uien, een bak rijst en zwarte bonen. Het eten van de werkman, of de arme donder die vijf reais bij elkaar kon krijgen. Maar de buurt Bixiga is het pizza mekka bij uitstek. Mijn god! De deegbrodenhuizen zijn niet te tellen; de ronde broden, mag ik ze zo noemen? lijken soms wel op creaties van kunstenaars, en hebben een typische reuk.
     Ik bezocht een pizzahuis aan de Avenida Brigadeiro Luis Antonio en de ouwe ober was een vermaard man. Hij was de oudste bediende in Sâo Paulo, perfect gekleed in een wit jasje met een vlinderstrikje, als of hij een presentator van een feestavond was. Hij was beleefd en gewoon te gelijk. Het oude restaurant had dan ook een typische sfeer; een fictieve mengeling van Sâo Paulo en Chicago, al lijkt mij dit nu te ver te gaan, maar een foto van Al Capone aan de muur zou niet gek staan. Soms moest jezelf de sfeer creëren. Het was elf uur in de avond en de lange rijen met tafels werden bezet door hongerige, corpulente zakenmensen, mannen en vrouwen die geweldige schotels met pizza naar binnen schrokten, met goed gevulde glazen (let wel) getapt! bier, dat men hier 'Chop' noemt. Ik moest mij enigzins aanpassen aan dit spagetti-huis. Achter de Brigadeiro laan ligt de Rua 13 de Maio, waar zich vele cafés bevinden en het nachtleven zich afspeelt als was het een kindercircus. De tenten zitten vol klanken. De muziek varieert van de noordoostelijke Forró tot Samba en van Blues tot Hardrock, van moderne Country muziek tot het hartstochtelijke Chorro en de ritmes der verlichting voor de jongeren, Rap en Hiphop, waar het verzet tegen het regime voelbaar is.

    wordt vervolgd
     

    18-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 5
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Japanse wijk "Liberdade" 










    De leer 'Seicho-No-Le', betekend letterlijk: 'Huis van de Groei (Japanse geloofsgemeenschap die wordt gevoed door een mengeling van Shintoïsme, Boeddisme en Christendom) is sterk en de Japanse taal wordt frequent gesproken, de mentaliteit staat voorop, ze blijven de kinderen van het land der 'rijzende zon', maar ze zijn óók Brazilianen met hun eigen Japanse krant, de onschijnbare werkelijkheid, zij bezitten hun eigen immigratiemuseum aan de Rua de Joaquim, waar te zien is hoe de Japanners een bijdrage leverden aan de koffie-cultuur in Brazilië, een cultuur die opzien baarde, want de staat Sâo Paulo was de vorige eeuw de koffiestaat bij uitstek.
     Vroeger waren er reusachtige plantages zoals die van koffie-keizer Francisco Schmidt, met niet minder dan 32 fazendas (landgoed) en 8 miljoen bomen. Deze Herr? Schmidt liet de Italiaanse immigranten werken als paarden terwijl intussen de Samurai mentaliteit van de Japanners de culuur deed groeien. In de wijk "Liberdade" vrijheid, bevinden zich, zoals ik al eerder meldde, ook Chinezen en Koreanen, de 'amarelo' (gele), wat het Aziatische aspect verduidelijkt.
      De Koreanen zijn de laatste immigranten van de stad, hoewel dit woord nooit gebezigd mag worden in deze metropool. Op de hoek van het 'Liberdade' plein ligt een katholieke kerk, die van 'Santa Cruz dos enforcados' (Heilig Kruis der Opgehangen). Hier speelt zich een geloofsaanbidding van allure af. Mannen op hun knieën die beelden omhelzen en kussen, vrouwen in achtenswaardige devotie. 's Maandags worden hier duizenden kaarsen opgestoken om zonden te verdrijven, de duivel te verbannen, en om het geheel te laten vloeien in het geluk, ver weg van de ellende waar velen zich in bevinden, mijlen weg van de 'enforcado', wat letterlijk 'ophangen' betekent en dat verwijst naar de executies die ooit werden voltrokken op het plein.

    Mijn logeeradres is in de Rua Pedroso, op de 5de verdieping van een gebouw, gelegen in de buurt Bella Vista, ook wel "Bixiga' genoemd (Blaas, een naam die de buurt overhield aan de tijd dat hier rond 1900 pens werd verkocht op de markt). Hier waren Italiaanse immigranten het sterkts vertegenwoordigd, zoals blijkt uit de meer dan 1 miljoen Paulistas (inwoners van de S.P), die afstammelingen zijn van Italianen. Die hebben zich weer vermengd met ander levensgroepen in de stad, en zo ontstond die geweldige kleuring van mensen en culturen. Het appartement waar ik verblijf wordt bewoond door 3 jonge gasten die werken voor Embratel, dat staat voor het Braziliaanse telecombedrijf.
     Joâo, is zoon van mijn vriendin in Rio, mullat, openhartig en fantasievol, Gustavo komt uit het binnenland van Sâo Paulo, is hel blank en van bemiddelde ouders, en de derde, Giliard komt uit het binnenland van het mooie Minas Grerais, is meer rebels, houdt van drinken en zei dat z'n twee kamergenoten veel leken op evangelisten (drinken en roken niet).
     De drie gaven me de gelegenheid een tijdje te logeren in hun kamer. De huren in deze appartementen zijn duur, in dit geval inclusief 700 reais (210 eur.). Qua comfort zijn deze appartementen comfortabel vergeleken met de miljoenen armen die  wonen in de zogenaamde 'Cortiças' (bijenkorven), of 'Cabeças de Porco' (varkenskoppen), grote oude panden, die vaak duur en onvoldoende onderhouden zijn en met slechte voorzieningen. De arme gezinnen leven letterlijk bovenop elkaar met soms een enkle w.c. Het onmenselijke is een gewoonte geworden, maar wat moet de paria? Het woonprobleem in Sâo Paulo is groot (1/3 de van de bevolking leeft in favela's of cortiças in pure armoede). De mensen beginnen te lijken op mieren op zoek naar stroop. Aan de rand van de stad groeien de favela's weelderig, heden meer dan 1300, waar méér dan enkele miljoenen mensen leven. Doch de favela is soms een vluchtplek voor drugsdealers en stedelijke marginalen, zij die hun toevlucht zoeken in de slums. Daar vind je de jongeren die opgeleid worden tot koeriers, velen van hen komen aan hun einde door politiekogels, dit een einde maakt aan een geradbraakt leven, een leven op de puinhopen van het overtollige van de grootkapitalist, die, hoe dan ook, de paria gebruikt gelijk een mislukking der mensheid.
     Doch de grootkapitalist ziet het verkeerd want er is een samenhorigheid tussen dit bezitloze, die in de luxe snoepwinkel van de kapitalist een uitzondering is. Het is een duidelijk feit dat de anarchistische kleuren soms blinken in de krottenwijken, al was het alleen maar door de nadrukkelijk afwezigheid van einig bestuursapparaat.

    wordt vervolgd...

    17-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    14-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 4
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Cathedraal op het plein SÉ









    Niet ver van het SÉ plein bevindt zich het suikerwitte Patio de Colegio, een danig gerestaureerd gebouw, maar van de oorspronkelijke kapel zijn alleen nog de muren overeind. Het blijft historie, binnen bevindt zich een kleine ruimte gewijd aan De Anchieta en men ziet een nog jonge missionaris op een schilderij, zijn arm ligt gemoedelijk over de schouder van een Indiaanse jongen, de Jezuïet straalt geluk uit en lijkt voldaan van zijn werk. In en glazen vitrine bevindt zich een oude versleten pij van de zielwinner, en in een andere kijkkast één oude knekel, die ooit werd opgegraven, naar Portugal verscheept en weer terug kwam naar Brazilië. Het zijn relieken die de oude sentimenten boven moeten halen, hier waar alles een kleurschakering moet zijn van een triest verleden in betrekking tot het Indiaanse volk.
     De paters waren niet alleen die heiligen,neen! Ze waren ook iniatiefrijk en in naam van God werd soms een bespottelijke beslissing genomen.  Toch de stammen hadden hoe dan ook respect voor de missionarissen; ze waren een soort druïden, en vreemd genoeg droegen de Indianen zelfs de toewijding van hun eigen 'page's' (medicijnmannen) over aan de Jezuïeten. Die waren tevens beschermers geworden van de stammen tegen de ruwe excessen van kolonisten. Doch was het niet Nobrega die zei: 'Zij hebben (Indianen) geen zekerheid over enige god en zij geloven iedereen die hun zegt dat hij een god is... Enkele letters zullen hier voldoende zijn, want zij zijn een onbeschreven blad. Wij hoeven slechts zoveel we willen de noodzakelijke deugden op te schrijven en ijver te betonen en ervoor te zorgen dat de Schepper aan deze schepselen van Hem bekent is.'
     Zie de woorden van het leerhoofd Nobrega uit de geschriften, die ook verklaren dat de Indianen in feite 'superieur' zijn aan de christenen, daar zij met een beter moreel leven en zich houden aan de wetten der natuur. Het beschermen van de stammen, maar ook het kerstenen, het tot eigen maken van de stammen, is een boek dat nooit gesloten zal worden, al was het alleen  al om de verworvenheden van onze tegenwoordige geest. Deden de Jezuïeten goed? Of waren zij in hun goedheid betrokken bij de listen van de duivel? Toch de geest zweeft nog immer rond op de plek waar alles begon. Buiten zie ik verbijsterd de inwoners van Sâo Paulo, de Paulistas voorbij gaan, waarvan de meesten niet weten, wat er zich daadwerkelijk heeft afgespeeld.
     Via de Rua Direito en de straat van de heilige Bento loop ik naar het Sâo Bento plein, daar waar de kerk pronkt naast het klooster. Het interieur van de kerk lijkt een cremetaart en de gebrandschilderde ramen zijn groots en de icoon van Onze liev vrouw van Kaspakovskaia is een schittering, terwijl heiligenbeelden in de nissen dromerig kijken naar de mensen in de middengang, waar een Benedictijner pater zijn hand op hun hoofden neerlegt, de zegen van Bento. In de voorportiek van de kerk worden verse broden, zoete koeken, relikwieën en souveniers verkocht tegen hoge prijzen, oppertunisme. Kerk en geld, een thema dat ter discussie staat, zoals mens en honger, en de arme kreupele voor de kerk houdt zijn hand omhoog, terwijl de havenloze ziek wegkwijnt onder de smog van de stad.
     Ik loop terug via de Rua Sâo Bento waar schreeuwende mannen je brillenzaken proberen in te lokken, waar velen mensen staan als levende aanplakbiljetten met adressen waar men terecht kan voor een baan, waar de 'camelos', de informele straatverkopers, veelal afkomstig uit de krottenwijken hun waar aanbieden: kleding, kantoorartikelen, ledertassen en piraat-c.d's voor één real. Ik slenter de koffiezaak binnen, waar de zwarte koffie delicieus is, maar voor mij bitter (zonder suiker waardoor de mensen mij voor gek versleten). Maar mijn geest gaat weer functioneren en bij een klein stalletje koop ik amazonenoten en loop de buurt Liberdade in. Hier hebben de Japanners hun tehuis, straten gevuld met exotische lampionnen en eethuizen waar Sushi en Sukiyaki te krijgen is. In een cafe bestel ik een fles bier terwijl oude Japanners zwijgend aan tafeltjes zitten, als nakomelingen van het Samurai tijdperk, en anderen slurpen aan de kom waar ze met stokjes in wroeten. Hier waar de oude wijs zijn, ten miste dat lijkt mij, want de bejaarde Japanners zijn hier langgeleden neer gestreken. De eerste al in 1908 toen de Kasato Maru afmeerde in de haven van Santos (havenstad op 75 kilometer van S.P, die belangrijk was voor de ontwikkeling van de stad. Santos was ooit de grootste koffie-export haven ter wereld.) met 830 jappaners op zoek naar een nieuw leven samen met hun goden: Izanagi, Izanami, Amateras de zonnegodin, en Juari de voedingsgod. Nu leven er meer als 600.000 in Sâo Paulo. Ze leven van handel en andere zaakjes en er zijn hier honderden winkeltjes, hotels, hoerenhuizen en Judo en Karate scholen.

    wordt vervolgd...

    14-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/10-13/10 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 14/05-20/05 1979

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


  • INSIDE BRAZIL a broader view of Brazil

  • Gastenboek/Livro da visita
  • Al onze geliefde herdenken
  • Goedemorgen
  • Wens u nog een fijne dag
  • Goedemorgen
  • Wens u nog een fijn weekend

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek ------ Mensagem em baixo


  • DEVROLIJKEBLOGGERS

  • Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • BUS-OVERVAL IN DE GOIAS NACHT slot van reisverslag Xavantes via noordoosten
  • ARAGUAINA en de CARAJA INDIANEN
  • SETE CIDADES deel 6
  • SETE CIDADES -----DEEL 5
  • historie-SETE CIDADES deel 4
  • SETE CIDADES deel 3
  • DE GEHEIMEN VAN DE '7 STEDEN' DEEL 2 HISTORIE
  • reisimpressie '97/'98: DE GEHEIMEN VAN DE 'ZEVEN STEDEN' - DEEL 1 PIRIPIRI, PIAUI, NOORDOOST BRAZIL
  • PADRE CICERO
  • MOSSORO
  • OP WEG NAAR MOSSORO, RIO GRANDE DO NORTE
  • OP WEG NAAR NATAL
  • CANGUARETAMA, RIO GRANDE DO NORTE deel 2
  • CANGUARETAMA, RIO GRANDE DO NORTE
  • JOÂO PESSOA EN CAMPINA GRANDE PART 2
  • JOÂO PESSOA EN CAMPINA GRANDE
  • SALVADOR DEEL 3
  • SALVADOR: SLAVERNIJ - impressie
  • SALVADOR - Wat zijn ex-voto's?
  • Beelden van 'Lavagem do Bonfim'
  • SALVADOR: -LAVAGEM DE BOMFIM- 1
  • SALVADOR, Cidade Alta 2
  • SALVADOR deel 2: de bovenstad -Cidade Alta-
  • SALVADOR Geschiedenis/ deel 2
  • NOORDOOSTEN VAN BRAZIL DEEL 2: SALVADOR-1/geschiedenis
  • OP WEG NAAR HET NOORDOOSTEN VAN BRAZIL‹ Deel 1: ILHEUS, BAHIA 1998
  • Chico Mendes werd 31 jaar geleden vermoord en inspireert de strijd tegen de agribusiness in Acre
  • God
  • In Rio vergelijkt ex-president Lula de regering Bolsonaro met Duits nazisme
  • Idioterie van een zogenaamde president
  • Instorting der gezondheidzorg in Rio
  • Waterloos
  • Fatale ontbossing Amazonia
  • Help-Ons!
  • Ribeirinhos Amazonia
  • ziekbeeld
  • amazonas lamenteerd
  • Gij gelooft het of niet
  • enawene nawe Indians
  • Itaborai, RJ bar music
  • Vier Guajajara Indianen vermoord in Maranhão in minder dan twee maanden
  • nogmaals een idioot
  • xavante indios audio opname/foto's
  • Indianen neergeschoten langs de weg
  • brand in Pantanal van Mato Grosso do sul
  • Guajajara-leider gedood in hinderlaag van houthakkers tegen inheemse bevolking in Maranhão
  • OBRIGADO
  • Er zijn geen herinneringen of invloeden in de as van de Amazone.
  • Kalunga een volk in het noordoosten van Goias - historie
  • Illegale houthakkers blijven Amazon vernietigen en kolonisten bedreigen
  • VIKING STEEN NItEROI, RJ
  • olietragedie aan de noordoostkust van Brazilië
  • Genaamd
  • Explortatie en sexueel misbruik van kinderen en jongeren op ilha do Marajó
  • Brazil highways drive Amazon development -- and destruction amazon
  • censuur door de regering
  • HUMAN RIGHTS Report of resistance: inheritance of the military dictatorship in the slums of Rio de Janeiro
  • olie ramp vervuild zee en stranden
  • Inheemse gezondheid is een bedreigde verovering
  • Tot heden 20 kinderen neergeshoten in Groot-Rio
  • Eerste Braziliaanse heilige non, Sr. Dulce wijdde haar leven aan de arbeidersklasse
  • evangelische kerken in het Amazonegebied, katholieke bezorgd.
  • De meerderheid van de Brazilianen verdedigt de bescherming van bossen waar geïsoleerde Indianen wonen
  • Noordoostkustolie bedreigt 600 babyschildpadden
  • Boek toont het gezicht van Paulo Freire als manager
  • Paus opent bijeenkomst in Rome betreffende Amazonas en zegt dat vuur ontstoken werd door belangen die vernietigen
  • Mensen willen bedrogen worden 5 oktober 2019 | brazilienieuws
  • cacique Raoni genomineerd voor lid van de grootste milieubeschermingsorganisatie ter wereld
  • Para os leitors Brasileiros - POEMA DE UM VIAGANTE
  • uitspraak van een idioot
  • De opkomst van ellende in Brazilië
  • amazonas blues
  • onca parda aangereden doch vlucht het bos in
  • Het land dat zich niet wil bewapenen (bron Brazil Nieuws)
  • 55 moorden in gevangenissen in manaus, amazonas
  • Barão de Cocais: een tikkende tijdbom
  • Kabinet van de Portugese letteren in Rio De Janeiro - dec. 2010
  • Kaiapo - painting
  • CONDOOMFABRIEK, AMAZONAS /herh. 2008
  • Inheemse Araweté, tijdens een bijeenkomst in het conferentiecentrum van Altamira in Para Amazonas
  • BOEK WAYN PIETERS - SURUCUCU (Amazonas roman)
  • Een van de vele gevechten tegen milieu vervuiling.... Amazonia
  • COLUMN: 'AVONDWANDELING IN 4 MONOLOGEN' WAYN 2000
  • Uitgelicht De groene favela - De achterkant van de mooie plaatjes van het Amazonegebied
  • ZIGEUNERS VAN BRAZILIË door Atico Vilas-Boas da Mota (vertaling/bewerking uit Engels door Wayn)
  • DE ZIGEUNERS (Kort verhaal door Wayn Pieters) 1998
  • HET LAND VAN DE ABACAXI - kort verhaal door Wayn Pieters van Rijsselt
  • Het vuile spel van verkiezingen.... en het volk? mijn dank aan BRAZIL NIEUWS©
  • Wie gaat Brazil Redden? GOD?
  • audioBook Grotten der oudheid, Lagoa Santa, MG, Brazil
  • Brand verwoest nationaal museum in Rio
  • Venezolaanse vluchtelingen aangevallen in Roirama
  • Gevaarlijke Politiek in Brazil
  • EERSTE CONTACT MET DE TXUCARRAMÃE DOOR DE BROERS VILLAS BOAS
  • kleine partij PSTU wil revolutie in verkiezing
  • Inheemse mensen rapporteren en verzetten zich tegen 'officiële' gegevens over de impact van Belo Monte dam
  • 63.880 gewelddadige moorden per jaar
  • archeologische ontdekkingen in Amazonas
  • Indiaan van het Hol /the last of a tribe
  • Enawene Nawe Indianen, Mato Grosso, Brazil / Video
  • Crimi in Rio
  • De tragedie van Araguiaia / boek Vlinders en Weerwolven
  • Het bloedbad van Eldorado do Carajás (herrinering) 1996
  • gelycht in Borba, Amazonia - Barbaarsheid
  • moord op journalist Vladimir Herzog 1975
  • In Minas Gerais, arbeiders van ''sem-terra'' bezetten fazenda van kapitalist
  • burgemeester contra quilombo and capoeira in Rio
  • JURUJUBA - Niteroi, RJ
  • Krokodillenvlees in de supermarkt in Amazonas
  • ONTBOSSING
  • Onrecht WK! - brood en spelen ! De idioterie van het ''voetbaltoneel'' heeft aanvang genomen. En het volk?
  • Klimaatcrisis SP kust
  • vandalisme in São Gonçalo, Rio de J
  • opgenomen voor Amnesty in Brasil
  • Militaire troepen op pad rond favelas in west zone van Rio
  • Op zoek naar drugs en wapens in communiteiten in west Rio
  • The number of violent deaths in Brazil corresponds to thirty times that of Europe for the same period.
  • Guanabara baai bij Niteroi - Rio
  • The aftertaste of Whiskey
  • MET DE NA-SMAAK VAN WHISKEY ========Column door Wayn
  • drughandelsuitbreiding ''rode commando'' Niteroi
  • Het volk zal (wederom) lijden
  • Rondonia
  • Oprotten Temer! Een Gevaarlijke Idioot.
  • Wie is de winnaar van dit conflict? Brasil in crisis.
  • Sâo Gonçalo, RJ
  • Zeer schadelijk voor mens en milieu – de soja-import uit Brazilië
  • Eldorado dos Carajás (onbestrafte moorden)
  • Munduruku-indianen demonstreren in Brasilia
  • LAMPIÂO PART 2
  • LAMPIÃO, BANDIET OF WELDOENER part 1
  • Rio de Janeiro -column van Wayn
  • Indian day Brazil 19 april
  • Twintig doden bij uitbraakpoging Braziliaanse gevangenis
  • Met Lula in gevangenis zakt Brazilië verder weg in een diep ravijn van zwakke democratische instituties
  • Lula de bak in... militaire leiders liggen op de loer
  • COMMUNISTISCH GETINDE GAZET VAN BRAZIL
  • verkapte samenleving
  • JHONATAN and STORYTELLER
  • No wisecrack - Rio de Janeiro/Amazonas by Latuff © music by Ramblin Wayn ©
  • Rio full moon
  • Enawene Nawe Indians Mato Grosso, Brazil
  • xingu indian dance brasil
  • langs de Avenida Brasil Rio de Janeiro video
  • Twee slangen gevangen in Rio
  • Aposentado com câncer não consegue se tratar em hospital público Nem com laudo a internação é aceita
  • violence in Rio de Janeiro
  • laffe daad in Rio, overval, man gedood 5 jarig zoontje getuige
  • Oorlog in Rio
  • Braziliaanse politicus Marielle Franco op straat vermoord
  • giftige modder
  • amazonas
  • botafogo, rio
  • OPSTAND IN bRAZIL
  • RIO BRANCO deel 15 slot
  • RIO BRANCO deel 15 'AYAHUASCA'
  • RIO BRANCO deel 14 Het zwoegen der Rubbertapper
  • RIO BRANCO deel 13
  • CHICO MENDES 5 - COLUMN VAN WAYN: HOUDING VAN DE KERK
  • CHICO MENDES deel 4
  • CHICO MENDES deel 3
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel12 - Het verhaal van CHICO MENDES deel 2
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel11 - Het verhaal van CHICO MENDES
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 9
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 10
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 8
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 7
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 6
  • ...naar RIO BRANCO, ACRE deel 5
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 4
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 3
  • ...naar RIO BRANCO, ACRE deel 2
  • VIA CUIABÁ, CÁCERES, PORTO VELHO NAAR RIO BRANCO, ACRE
  • protest tegen hervormingen sociale zekerheid
  • voorpagina krant 'Sâo Gonçalo' nabij Rio
  • Deze President, Temer, Doet Brazil Bloeden
  • militair-fascistische coup NU 53 JAAR GELEDEN: gevangenis voor de folteraars!
  • Lagoa Santa grotten (audioBook)
  • GEZONDHEIDS EXPEDITIE VOERT OPERATIES UIT IN AMAZONAS
  • Nieuwe bedreiging voor de Xingu natuur en mens
  • Doden door politiestaking in Braziliaanse grootstad Vitória
  • Bijna 3.000 kinderen verstoken van school door vuurgevecht in favela
  • straatkinderen Brazilië
  • op straat leven
  • REBELLIE GEVANGENISSEN
  • Guarani Kaiowá Indianen - Zonder traditionele land en kinderen sterven door honger
  • begraven in ondiepe kuilen in Manaus
  • 10 doden in gevangenis in de staat Rio Grande do Norte
  • The Truth - videos channel -youtube WAYN
  • strijdt tussen broeders
  • de naakte berg van Pará
  • diamantmijn beroofd
  • 33 gevangenen gedood door vergelding in Roirama
  • 56 personen werden vermoord tijdens opstand in gevangenis te Manaus in Amazonas
  • HERINNER CHICO MENDES (remember Chico) 1944-1988
  • De corrupte president Temer bereidt coup tegen de afbakening van inheems land
  • xavante indios
  • The Truth - Brazil videos channel -youtube
  • PROTESTEN tegen bezuiniging
  • gevecht tegen illegale houtkappers in Amazonia

    Bij de inhoud zijn alleen de laatste 200 items weergegeven, mocht u zoeken naar onderwerp doe dit via 'zoeken in blog' op de linkerbalk.
    Het 14-delig verslag van mijn bezoek aan de Xavante stam  kunt u opzoeken IN DE LINKER zoek BALK
    Berichten die niet getoond worden zijn bereikbaar via het archief via de pijltjes onder aan het blog

    storyteller

    Brasil links
  • brazilie.favorietje.nl
  • reisverhalen-zuidamerika.2link.be

  • brazilie.jouwpagina.nl

  • Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lancia2
    blog.seniorennet.be/lancia2
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    leukeplaatjesvanbetsy
    blog.seniorennet.be/leukepl
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    didi2
    blog.seniorennet.be/didi2

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!