Zoeken in blog

Dit blog wordt regelmatig bijgewerkt - this blog will be updated regulary

Beste lezer, mocht u onverwachts grammatica foutjes tegenkomen in de reportages/verhalen op dit blog, bij deze mijn verontschuldiging, Wayn, Storyteller

Dear reader, if you encounter, unexpectedly  grammar mistakes in the reports / stories on this blog,  my apology, Wayn, Storyteller

NIEUW BOEK VAN WAYN PIETERS ''SURUCUCU' BESTELLEN ramblinwayn@home.nl

 
  • Foto
    PLOT: Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild in een wereld van intriges, moord en komt in bezit van een schatkaart. Het avontuur begint in Rio de Janeiro. Via de Mato Grosso en junglestad Manaus komt hij tenslotte terecht in Novo Mundo, Pará, waar 258 jaar geleden een goudschat begraven werd. Dit is ook het gebied van de Mundurucu-stam, met hun mysterieuze wereld en het woud van de Surucucu slangen, het metafysische van Amazonas. Het verhaal geeft een visie op de Braziliaanse samenleving en vraagt begrip voor het Indianen-vraagstuk. 

    BIOGRAFIE: Wayn Pieters (1948) werd geboren in Maastricht. Naast auteur is hij kunstschilder en singer-songwriter. Sinds 1990 bezoekt hij Brazilië, waar hij vele reizen ondernam en in 1995 een bezoek bracht aan de Xavante Indianen in de staat Mato Grosso. Zijn oom, pater Thomas, die 40 jaar in Brazilië werkte, omschreef hem ooit: ‘Op zijn reizen door Brazilië wordt hij geleid door een mystiek gevoel van broederlijke verbondenheid met ras, bloed en bodem.’

    Verschenen 2014 Verkoopprijs: € 15,95 (exclusief verzendkosten)

    Foto
    BOEK WAYN PIETERS: XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN mythologische verhalen der Xingu Indianen- midden-Brazilië vert. van uit Portugees/uitg. Free Musketeers - Het boek is verkrijgbaar bij boekhandel 'DE TRIBUNE' aan de Kapoenstraat te Maastricht
  • VOOR BESTELLING van de boeken/ to order the novels 'SURUCUCU' EN XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN via internet en INFORMATIE: FREE MUSKETEERS - klik hier
  • Kansrijk uitgeven voor iedereen! Kunt u deze promotiemailing niet lezen? Bekijk hem in uw browser. Het nieuwe boek van Wayn Pieters Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild
  • WAYN
  • BEZOEK TEVENS CULTUUR BLOG/ Visit also cultuur blog WAYN 'WAYNART' (Engels)
  • Foto
    STORYTELLER & beeld van LUIZ GONZAGA IN RIO
    Foto
  • IBISS -Instituto Brasileiro de Inovações em Sáude e Social (Braziliaans Instituut ter innovatie in de gezondheids & soiciale zorg) IBISS is actief in de favela's van Rio de Janeiro
  • Foto
    Foto
    'Einde van de neo-liberale bezetting in Brazilië!' - The end of the neo-liberal occupation in Brazil!
    Latuff 2002
    Foto
  • Stichting PRO-AMAZONAS, steunt het werk van (support the mission of padre) pater Jan Derickx in Bengui, Belém
  • BEHOUD AMAZONE GEBIED art. Volkskrant 10 feb. 2009
  • Foto

    Roman over Brazilië: over het volk, Xavante Indianen, aanwezigheid van de Vikingen, Umbanda-cultus, erotiek, geschiedenis, politiek en intriges.
    plot: In het Xavante reservaat in de Mato Grosso worden stenenplaten met Viking schrift ontdekt door archeologen. Bij de opgravingen worden Indianen en houtkappers gedood. Er volgt de moord op een Amerikaanse Indianen beschermer. Couto, een naïve inspecteur van Japanse komaf moet de zaak onderzoeken. Het wordt een tijding van intriges en moorden, haat en liefde. Het leven van de Xavante-stam loopt centraal door het verhaal, net als de stelling dat Noormannen al in Brazilië waren vóór Cabral, terwijl de Macumba/Umbanda cultus belangrijk is in het geheel.
    De roman schreef ik, geinspireerd door mijn reizen, en indrukken.
    UItgegeven in eigen beheer; BRAWABOOKS 2005 281blz. in a-4 druk
    stuur een e-mail met adres en het boek wordt toegestuurd, euro 17,00,- inc. verzendkosten, u betaald met giro op bijgevoegd reken.nr
    opbrengst voor kleinschalig project
    Wayn

    Hoofdpunten blog waynart
  • paintings ///// silent slideshow
  • xavante boy ////schildery
  • peace in the valley rec. live in Brazil 2017
  • Cowboy Jack Clement - A Girl I Used To Know
  • 'Vaya Con Dios' Paintings by Ramblin Wayn
  • BRAZILIË - BEGINTHIER.NL
  • WAYN ON YOUTUBE
  • ORIGINALS VAN RW
  • BRASIL / impressies / reisverhalen
    Op zoek naar de Ware Ziel van Brazilië - Het alternatief
    02-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TAK VAN DE JOAZEIRO BOOM deel 2

    Op de derde dag, terwijl ze nog steeds geboeid waren met de koorden, sterk als metaal, werden ze door een van de vrouwen bezocht. Pau zag een slanke grote vrouw, die hem omtdeed van zijn boeien en hem wenkte te volgen.  Hij kwam terecht in een kleine hut, waar zich een jong meisje bevond, misschien veertien. Haar haren hingen tot haar beginnende uitholling van haar kont. Haar gezicht was als dat van een pop met kleine sproeten en haar ogen groengrijs. Haar kleine borsten leken als verboden vruchten de levens. Ze keek Pau strak aan en ontdeed zich van een klein driehoekig lerenstipje. Ze sprak woorden, die hij weer niet kon plaatsen. De andere vrouw ontklede hem en streelde zijn penis terwijl het jonge meisje ging liggen op een bed van papegaaienveren. Pau keek ontdaan naar de naakte schoonheid, en haar getinte huid zoals hij maar zelden aanschouwde.
      Ze had een tatoeage van een wolf op haar onderbuik, en rond haar geschoren vagina was een circel van tekens getatoeëerd. De oudere vrouw, misschien vijftig, gebaarde dat hij naast het meisje moest gaan liggen, waarna ze de hut verliet. Pau moest nog ontwaken uit de verrassing voordat hij zich overgaf aan zijn gevoelens en zijn piemel begon te zwellen. De kleine was wild en woest en vibreerde als een cobra onder hem. Nadat hij was klaargekomen sprong ze lenig en zelfingenomen als een kat op, schreeuwde enkele woorden en vertrok. Pau verbluft en na trillend van genot achterlatend. Later vertelde Eustaquio dat hem hetzelfde was overkomen, alleen had hij een mulattin gehad en deze bleek nog vuriger dan wat Pau hem vertelde over de kleine kat met sproetjes. De kleine Mulatta was niet niet veel ouder geweest en had boven op de ouwe zitten draaien en vreemde liedjes gezongen. In haar hand had ze een slang die ze voortdurend kuste en toen hij zijn orgasme bereikte had ze de slangenkop in zijn mond gestopt. Ze sprak een taal van war, kuste zijn voorhoofd, sprong overeind en verliet glimlachend de hut.
      Eustaquio was nog steeds bang, daar de slan van een soort was geweest dat hij niet kon thuisbrengen, zwart met witte oogjes, alleen het uiteinde van de staart was geelrood. Misschien was ze wel giftig... misschien...

    De dagen erop mochten ze doen wat ze wilden, andere vrouwen lieten zich neuken en gaven hun een dikke brijachtige drank te drinken, die hun penis steeds weer deed herleven. Het begon te lijken op een sekshemel, toch de ouwe Eustaquio had zo zijn bedenkingen en werd achterdochtig. Hij had altijd al op zijn intuïtie kunnen rekenen en dit zei hem nu dat er iets bizars aan de hand was in het dorp. Hij zag dat van de pasgeboren kinderen alleen de jongentjes gedood werden, dit door een stoot met een kapmes door het hartje. Hij was er nu zeker van, dit was een vrouwendorp, doch wie waren deze vrouwen?
      Hoe wist hij niet, maar er was iets dat hem zei dat dit zou eindigen met hun dood. Hij probeerde contact te krijgen met een blonde man die gebrekkig Portugees sprak, en zich Zug-Caro noemde, de fokstier van het dorp. Hij vertelde hem dat hij hier geboren was en zijn vader een avonturier, die ooit de bossen was ingetrokken met een expeditie om goud te zoeken en door de vrouwen werd gevangen genomen.
     De andere leden van de groep werden geofferd aan de goden en in stukken gesneden, alleen de oude Zona, een Fransman, overleefde. Dit had hij te danken aan zijn geslachtsdrift en magie, waar de vrouwen een bijzondere waardering voor hadden. Die Zona was de blonde man Zug-Caro zijn vader.
      Deze verklaring was voldoende voor Eustaquio en Pau Indio en zij besloten te vluchten en verdwenen als stille panters.
    Ze liepen alleen in de nacht en sliepen overdag. Ze verwijderden zich van het vrouwendorp in een traag tempo richting de zinkende zon.
      Ze moeten drie maanden gelopen hebben en beleefden velen avonturen. Een hiervan is het vermelden waard: dat was de nacht dat ze op een kleine stam stootte, die zich Tapirapé noemden. De mensen waren timide maar nieuwsgierig. Enkele jonge krijgers wilde Eustaquio en Pau meteen doden, daar ze zeiden dat ze ongeluk zouden brengen en spionnen waren van de 'witmannen' die ooit hun dorp naderden.
      Toen ontstond er een ruzie door onbegrip en de schraapzucht van de blanken, en de stam doodde vier mannen. De anderen vluchten op hoge vreemde dieren met grote wilde koppen en zeiden terug te komen. Doch een oude man dacht anders over Eustaquio en Pau en nodigde hen uit mee te komen naar het kamp.
      Het was de dag dat enkele jongelingen werden ingewijd tot man en krijger. Ze zouden als vreemdelingen dit moeten meemaken, want zei de oude Indiaan: '... ze zijn gezonden door de geesten...'

    wordt vervolgd....

    02-10-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    29-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TAK VAN DE JOAZEIRO-BOOM Wayn Pieters - fantastisch kort verhaal deel 1

     Pau Indio stoot de vlijmscherpe tak van de joazeiro-boom in het hart van de oude man. Hij omhelst hem terwijl het bloed uit het lichaam vloeit. Pau Indio voelt het warme kleft door zijn hemd dringen. Het kreunen van de oude Eustaquio wordt zachter en hij sterft met een glimlach in de armen van de Indiaan. De oude neger Congon kijkt huilend toe.
     Hoe lang ze zo zaten wist Pau niet meer, maar tijd is dan ook een nietszeggend gegeven geworden. In gedachten ziet Pau Indio het verleden voor zich.

     Hij gaat terug naar de dag dat hij Eustaquio ontmoette. De dag dat enkele mariscadors bij de Cuxaru rivier in het noorden van de Mato Grosso, van plan waren hem op te hangen. De pelsjagers beschuldigden hem van het stelen van boskattenhuiden. Eustaquio knalde drie jagers overhoop terwijl de anderen vluchten als gefrustreerde ratten. Ja, zo was het gegaan. Vanaf die dag was hij Eustaquio's vriend.
      Dat is lang geleden en nu overdenkt Pau dit alles. Het was de eenzaamheid van Eustaquio geweest dat hij Pau was gaan zien als een zoon. Een biologische zoon had hij nooit gekend, hoewel hij vele vrouwen had, maar dat waren eendagsvlinders geweest, vrouwen die hij nooit meer terug zag.
       Zou hij kinderen hebben? Hij dacht van wel, nou ja, gissen is zo goed als niks waard, ten minste dat zei hij steeds. Pau denk terug over de strooptochten met Eustaquio. Hun leven als roofridder, de vogelvrijverklaarde op de hoogvlakte van Goiás en later Paraiba.
     Toen, vanuit Goiás trokken ze noordelijk naar Pará waar ze verwikkeld raakten in goud-delvers-praktijken. Ze vonden zo goed als niks en besloten de buit van een hondsvot, met een gezicht vol littekens van mesgevechten te roven en gingen er mee aan de haal. Ze lachten en dronken, dansten en hoerden en kwamen terecht in het stadje Prata, een onbeduidend plaatsje waar de diamantenkoorst heerste. Als die je overvalt dan kan de duivel je niet mer helpen.
      Diamanten, een pathalogisch woord. Zij zwoegden in de diepe kuilen, vonden zo goed als geen stenen en verkochten het geroofde goud van de mes-littekenman aan een rijke Boliviaan. De vermogende mesties had een vrouw, Ester, en zij was een pauw, schoon als een begonia.
      Pau versierde en neukte haar, terwijl Eustaquio onderhandelde met de vette Boliviaan over een smerig werkje: het opruimen van enkele boeren die weigerden hun grond te verlaten, een zaakje dat niet weinig voorkwam in die tijd. Ester was bruin suikerrietsap, zacht als de pels van een boskat en Pau nam haar met genoegen en kracht. De volgende dag gingen ze erop uit om de boeren te ontmoeten. Doch doden voor de rijke Boliviaan was niet hun voornemen.
      Neen! De boeren waren arme sodemieters, halfbloeden, die met hun grote families langs die Rio Sono leefden, zij de willekeurig op een stukje grond zaten waar vermoedelijk diamanten te vinden waren.
     Zodoende een motief. De dag erop, tijdens een meningsverschil vermoorde Eustaquio de Boliviaan en enkele van zijn trawanten met gerichte schoten. Hij nam Ester mee als buit en schonk haar aan Pau Indio.
     Ze trokken hogerop richting Belém. In de stad van de manga-bomen werd Ester verwend en Pau vierde hoogtij. Eustaquio, die door Pau ook 'morchiba' werd genoemd, wat ouwe man og chef betekende, was een geboren koopman. Hij opende een hoerenknal in de stad en verdiende in de kortste keren veel geld met zijn acht vrouwen. De hoeren had hij opgetrommeld uit het straatcircuit en langs de haven in de buurt van de 'porto de sal'. Verder regelde hij de vracht van clandestiene schepen met wapens, die werden aangevoerd vanuit Frans-Guyana en afgeleverd aan het misdaadssyndicaat in Rio de Janeiro, Sâo Paulo en zelfs naar Paraquay.

    Op een avond kwam er een sinister figuur aankloppen, een zekere Ludwig von Hagen. Hij wilde zaken doen, zaken in mensenhandel. Hij had negers nodig voor fazenda's in de Mato Grosso. Lucratief handeltje, maar hier had Eustaquio geen oor naar.
      Er ontstonden woorden en een vuurgevecht. Het kwam er op neer dat de Duitser uit elkaar geschoten werd zodat zijn gezicht een brij was van bloed en onzekere componenten. De vermoorde Duitser had 'n goede relatie met de politiechef en zijn vrienden bleken huurmoordenaars uit Peru. Dus werd Belém te link en met weemoed, de lieve hoertjes achterlatend, vluchtten zij naar andere oorden en belandden in Santa Luzia.
      Ja, daar werd Ester op straat gedood door een verdwaalde kogel, hetgeen haar poppengezichtje veranderde in een monstrueus geheel.
      Wat was er aan vooraf gegaan?
     Wel. Pau Indio had het aan de stok gekregen met een bezopen politieman, die, na later bleek een hekel had aan Indianen. Hij noemde hen kinderen van hellebrokken, gedoemd om aan de takken te bengelen van de hoogste bomen in Brazilië. Pau gebruikte zijn kapmes om hem het zwijgen op te leggen, net voordat de klootzak nog kon vuren.
      Door de afwijkende dronkenmansrichting nam het projectiel een zekere wending en doodde de mooie Ester. Ze moesten weer vluchtten en besloten naar het grote woud te gaan. Zo kwamen ze na maanden van omzwervingen terecht in het gebied van de Tapajos rivier.
     Hier zagen ze op een dag een dorp van lemen hutten en andere gemaakt van rivierklei. De hutten werden bewoond door vrouwen. De meeste hadden lang kastanjebruin haar, anderen hadden hun haren opgestoken als piramides en sommige vrouwen waren donkerblond of zwart.
      Ze droegen pijlkokers en waren bedreven met pijl en boog. Er waren ook hutten die gereserveerd waren voor de weinige mannen, die ondergeschikt waren aan de vrouwen. De vrouwen hadden tatoeages die mythische tekens uitbeeldden: mannenhoofden met baarden, slangen, tijgerkoppen en wolven.
     De meeste vrouwen waren vermengd met Indiaans bloed, doch de kenmerken van blanken waren aanzienlijk. Verder waren er mulatas, zacht als otterpelsen, met gekrulde lippen, dik en zweterig. Toen Estaquio en Pau contact zochten werden ze terughoudend benaderd. Ze werden gevangen genomen en geboeid met wortelkoorden, terwijl enkele vrouwen hun pik betasten en nadrukkelijk onderzochten of er aan likten. Ze knikten goedkeurend en spraken een vreemde taal die de twee vrienden niet verstonden.
      Het viel hen op dat zo goed als alle vrouwen hun rechterborst mistte. De meeste kinderen waren meisjes en alleen enkele jongens jaagden op wild en plukten vruchten. De mannen waren merendeels Indiaans, doch enkele blanken liepen gehoorzaamd door het kamp.

    wordt vervolgd...

    29-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    24-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 15 - einde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Carlos Marighela, revolutionair, vermoord door het militaire regime in 1969










    De dag erop ga ik tot plein SÉ met de metro en één van de 10.000 passagiers bussen bij het station Dom Pedro 2, om een bezoek te brengen aan het park van Ipiranga, daar waar D. Pedro de eerste, een brief ontving van zijn vader, Koning Joâo de 6de, om terug te keren naar Portugal, maar op de plek waar nu het monument staat, liggen in een tombe zijn botten samen met die van zijn vrouw Teresa.
     De geschiedenis vertelt dat op 7 september 1822 Dom Pedro, om te herstellen van een fikse diaree aanval, over de vlakte van Ipiranga reed, toen een boodschapper hem een bundel met brieven overhandigde van zijn vader uit Portugal om terug te keren. Maar Pedro was een rebel en bleef, ik denk op de eerste plaats voor de vrouwen van het hof, en daarna voor de vrijheid van Brazilië. En hij moet geschreeuwd hebben als een waanzinnige: "Indepencia o Morto!", onafhankelijkheid of de dood. De Portugezen trokken zich, afgezien  van de bloedige gevechten en slachtpartijen van Braziliaanse patriotten in Forteleza en verzet in Bahia, zonder veel ophef terug uit Brazilië. En de egoïstische Pedro troonde zichzelf tot keizer van Brazil.
     Het beeldwerk van brons is een groots geheel en vervaardigd door de beeldenmaker Ximehes. Nú, spelen hier kinderen. Zij rennen de crypte in en uit als snelle kabouters, terwijl boven bij het monument jonge Brazilianen bezig zijn met skateboards, de geschiedenis voorbij strevend.
     In de verte ligt het pompeuze paleis, het hedendaagse museum. Ik loop rond de lanen, langs de grote palmen en bloemperken die toch en symbool zijn voor de praal die het geheel moet uitstralen, een overblijfsel van het Braziliaanse keizerrijk. Tussen die lanen dacht ik aan de invloed der geschiedenis; die van de Bandeirantes, kerk, militair gezag, dictators, de invloed van de onderdrukking die tijdens het militaire bewind hoogtij vierde, de opstand, het verzet, de revolutie in de harten van velen, die werden gemarteld en vermoord, ook hier in Sâo Paulo door het DOPS (De politie der orde, die samen met het 'eskader des doods' martelingen uitvoerden om het bewind te verlossen van hun tegenstanders in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw) waar de communistisch gezinde revolutionair Carlos Marighela werd vermoord in 1969, hij die een voorstander was van de geweldadige revolutie, maar wat moest je in Brazilië met een militaire onderdrukking? Hier was Ghandiïsme geen optie. Daar het systeem een macht had dat niet tegen te spreken was.) Al heeft alles een vleugje van romantiek, het is een verdoezelen van de realiteit en ik kijk naar de kleine Brazilianen, die lachend rond rennen ontwetend van het hele gebeuren en het zal nog en hele klus worden om de trein weer op de rails te krijgen.
    Terug op het SÉ plein staan mannen in groepjes bijeen te kletsen, of God het nu wel of niet goed voorheeft met Brazilië, dat Brazilië nu eenmaal een land is dat het altijd goed voorheeft met zijn volk, dat de regels van de grootkapitalist bekrompen woorden zijn, dat de socialistische president Lula een goede weg vaart, maar teveel naar het buitenland kijkt, maar dat de kleine omhelzingen met Castro en Venezualeense leider Chavez een goed teken zijn, doch dat de problemen in het land zelf van groter belang zijn en dat het 'fome zero' (geen honger) programma van de regering maar voor een deel werkt. (elke maand kon een deel van de armste, favela bewoners, Indianen ect, een bedrag van 50 reais ( nu 20 euro, afhalen van de bank, het systeem werkt onvoldoende en niet voor iedereen die er recht op heeft). Zo spreken de alledaagse mensen, zo spreekt het volk, de Jan met de pet.
     Bij de krantenkiosk staat een meute mensen, zij die kranten lezen zoals het links gerichte 'Folha de Sâo Paulo' en het rechtse 'Estado de Sâo Paulo', kranten die berichten over de corruptie in de stad; de slavenarbeid in Bahia, Minas Gerais en Pará; de moorden in de favela's; een vrouw die haar man, na hem enkele malen te hebben gewaarschuwd, zijn penis afsneed daar hij overspel pleegde; de Indianen in de Mato Grosso die in opstand kwamen tegen het geweld van bewapende fazendeiros; over grote banken die steeds rijker worden; protesten in fabrieken voor betere lonen; de rivieren die overstromen in Pernambuco; over drugsdealers uit de krottenwijken die met elkaar oorlog voeren, mensen laten verbranden en onthoofden; de politie die wraak neemt op een gedoden collega in een favela waar onschuldige burgers worden gedood; de Braziliaanse regering die in onmin leeft met de Amerikanen daar de Brazilianen bij aankomst op de vliegvelden zich moeten indentificeren; dat twee met messen bewapende skinheads twee mannen dwongen uit een rijdende metro te springen bij het station van Brás in Sâo Paulo; de corruptie van een der grootste melkleveranciers van Brazilië, het bedrijf 'Parmelat', wat grote vormen aanneemt; de malafide corruptie onder de politieke leiders van het land; dat het ALCA, dat staat voor de vrije handel van de Americas, (een omstreden project van de USA die het belang en macht wil hebben over de gehele latijns-Amerikaanse handel, het nieuwe imperialisme) dit grote gevolgen kan hebben voor Brazilië en geheel Latijns-Amerika; en dat het minimum om te overleven te kort schiet waardoor de armoede angstwekken toeneemt.
     Ik zoek naar de communistische georiënteerde bladen zoals 'Inverta' en het maandblad 'Verdade', doch ze zijn moeilijk te vinden in de kiosken van de stad. Deze kranten geven een vrijzinnige en meer menselijke kijk op de maatschappij, een berichtgeving die extremistisch genoemd kan worden, gevoed door Marx en Engels (doch er dient te worden opgelet voor aanbidding, oftewel: knieën-verering( de kranten maken een vuist voor de werkman, landlozen en Indianen. De opinie van de pers moet open zijn en men moet geinformeerd worden, de waarheid mag niet verloochend worden, de corruptie en macht van het kapitaal heeft zoals al vermeld, te grote onvloed op het leven in Brazilië.

    Ik loop langs de kathedraal terug naar de 'laan van de vrijheid' en de Japanse buurt 'Liberdade'. Ik drink een fles bier tussen de Japanse Brazilianen en overdenk dat heel het leven absoluut gelijk is aan 'saudade', een woord dat in Brazilië een ingrijpende betekenis heeft: weemoed, heimwee of nostalgie, het koesteren van het verlangen. Een verlangen naar 'iets':
    Bergen?
    Zee?
    Huis?
    Geluk?
    Liefde?
    Ik reis terug naar Rio de Janeiro, de stad waar ik mijn hart verloor, de stad met die andere sfeer, het andere Brazilië, dat zeker anders is dan de 'woestenij' van Sâo Paulo.
    Ik vraag me af of er overeenkomsten zijn tussen S.P en Rio.
    Neen, eigenlijk niet.
    Sâo Paulo is verdomd anders dan Rio de Janeiro.

    FIM




    24-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    21-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 14
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    OLD BEGGAR WITH BOY
    schilderij van Pablo Picasso (c) 1903











    Wilson en Bobo, twee zwervers die ik eerder ontmoette langs de Avenida Luis Antonio, waren 2 van de duizenden die druk bezig waren met het controleren van grote zwarte zakken vuilnis. Wilson was blank, in de 50, mager, gekleed in oude jeans en een trui, en geboren en getogen in de stad zelf, terwijl Bobo een stuk jonger was en ergens uit het noordoosten kwam, vanwaar wilde hij niet kwijt, hij leek meer op een Indiaan.
      Bobo was redelijk beneveld. Hij vertelde 13 jaar geleden naar Sâo Paulo te zijn gekomen op zoek naar werk en moest zijn geliefde streek verlaten. Hij sprak er niet graag over: 'Het is verleden tijd, ' zei hij zelfverzekerd, 'soms moet je dingen achterlaten door een gebeurtenis,' en hij keek me enigzins triest aan. Volgens mij had hij iets te verbergen, iets onbeantwoords, hij heette nu Bobo, verder niets, alleen Bobo. Geen documenten, geen informatie, alleen Bobo. Maar het leven op straat beviel hem wel: 'Alles wat je ziet is gemaakt door werkmensen, zelfs de vervloekte banken, alles is zweetbeton, de rijken vullen hun zakken amigo! Ik doe daar niet aan mee!'
     Hij dronk uit een grote plastiek fles, naar hij zei, gemengde Guarana (frisdrank gemaakt van amazonebessen) en suikerrietjenever, in de tussentijd had zijn compagnon Wilson in de zwarte zak enkele stukken pizza ontdekt. 'De mensen gooien alles weg, de overvloed van de maatschappij, als je goed uitkijkt lijd je geen honger, maar je moet het goed regelen,' zei een lachende Wilson, terwijl hij tevens nog enkele eetbare papajas, stukken beschimmelde kaas en enkele halfrotte bananen te voorschijn toverde.
     Adeus Amigos!

    Die nacht was mijn 'rap eyed movement' aanzienlijk. Ik droomde dat ik gezeten op een bank in het Ibirapuera park, een vrouw ontmoette met de naam Sheila, Sahela of Cynthia. Zij vertelde lerares te zijn en liet me denken aan een combinatie van Italiaanse en Japanse genen, doch bespeurde ik niet iets Libanees? Slavisch? Lang zwart haar en donkerbruine ogen, een feministe zoals zij zichzelf liefkozend noemde. Ze had een uitgesproken mening wat betrof de politiek. Het was een gigantische puinhoop, een verkeerde aanpak van regime voeren.
     Regime voeren? Dacht ik. Ze veronderstelde dat alles misschien ooit wel goed zou komen, ze bleef hopen. Mannen? Daar had ze totaal niets mee op, het waren macho's, de Braziliaanse mannen waren autoritair en hielden er meerdere vrouwen op na, een onmogelijk systeem. Ik vroeg haar of ze getrouwd was of een relatie onderhield?
    'Neen, ik houd mij op mijn eigen en als ik behoefte heb aan liefde dan versier ik er wel eentje voor en nacht, ' zei ze toch wel erg bedachtzaam. 'Hoewel het moeizaam is deze weer kwijkt te raken, en het is uitkijken voor duivelse ziektes.' Ze slurpte aan een flesje frisdrank en het bruine spul droop over haar fijne kin, hals en gleed als een cobra haar boezem binnen.
    'De beste Braziliaanse mannen zijn vissers en Indianen, de visser daar hij naar de zee ruikt en met vissen kan spreken en de Indiaan daar hij naar de aarde ruikt en verstand heeft van de slang, luiaard en gordeldier.' Ze bekeek me met amandelachtige, groot als de zaden van de cacao vrucht. Hoe moet je soms een vrouw kenschetsen? Ze leek onbeschrijfelijk en rein. Ze vroeg of ik van Braziliaanse vrouwen hield? En ik kuste haar hand, als een casanova, die ik gewoon niet was, en ze lachte met een vreemde ondertoon van geilheid. De zon warmde mij op, op een bizarre manier. Ze gaf me haar droom-telefoonnummer, zou ik nog langer in de stad blijven, voor een afspraak en misschien meer info voor mijn verhaal. Ze wist namelijk intieme plekjes in Sâo Paulo, en heupwiegend verliet ze de bank en ik merkte op hoe klein en teder ze was. Klein zoals een nakomeling der Pygmeeën en teder gelijk een vrouwtjes hert. Ze draaide zich nog eenmaal om en dan ontdekte ik dat ze naakt was en de kleur had van een dadel. Ik keek naar het vodje papier met het telefoonnummer en zag dat de cijfers vervormden tot vreemde bizarre tekens, en uit de blauwe hemel van Ibirapuera kwamen duizenden aasgieren die angstaanjagende geluiden maakten en uit de vijver stegen witte reigers op, terwijl ik in de verte een ondifinieerbare heilige mij iets hoorde teoroepen, doch ik kon hem niet verstaan.
     Links van mij kwam en horde navelzwijnen aanstormen, bereden door oude zwarte mannen en vrouwen, zij hielden grote dikke wierook stokken vast en zongen een lied dat ik ooit hoorde en mij liet denken aan een lied over een Orixa, de geest die, met de sterveling contact zocht.
     Ik werd wakker toen een wit en zwart paard verscheen. Ik stelde mij de vraag of het illusie was geweest of symbool?
    Was het niet Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, die ooit stelde: 'Het verklaren van dromen is de 'via regia' (vorstelijk weg) - naar de kennis van het onbewuste in het geestelijke leven. Hij stelde ook dat voorwerpen en aangelegenheden in dromen van volwassenen, symbolische voorstellingen zijn van seksuele organen en activiteiten. Al het puntige en langgerekte, of een voorwerp waar water uit stroomt, stelt, zinnebeeldig de penis voor, anderzijds zijn alle rondingen en kringen een definitie van de vagina.
     Mijn droom had misschien iets te maken met een onderbewust verlangen naar liefde in Sâo Paulo, een seksuele opwinding? Een waarschuwing? (schreeuwende heiligen en zwarte aasgieren?) Wat te denken van dit alles?

    Op de matras in het appartement te Bella Vista draaide ik mij andermaal om, doch het lukte mij niet terug te keren in de utopie, hoe zéér ik er naar verlangde. Terug naar de betekenis, naar meer uitleg, naar de vrouw met de dadelkleur, en... de mysterieuze betekenis van hret wit en zwarte paard.

    wordt vervolgd...

    21-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 13
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Bandeirantes-monument 
    Victor Brecheret
    hoewel ik zelf fotos maakte van het werk, vond ik deze van Brain. j. McMorrow treffender, aldus...




    Hun buurman is schoenlapper. Hij zit op een krukje bij zijn kist, met lijm en kopnageltjes bewerkt hij de voorrad schoenen. Hij lijkt mij een vakkundig iemand, waardig onder de blote hemel. Er breekt een onweer los en de hemel verduisterd, de goden beroeren Sâo Paulo. In sommige buurten vallen ijsstenen uit de hemel en bedekken zelfs het plein van de Republiek met sneeuw, dat in sommige wijken 60 centimeter bedraagt. Een natuurwonder, want nooit eerder was dit in Sâo Paulo voorgekomen op die schaal. De stad ligt op bijna 800 meter hoogte, en de wintermaanden Juli en Augustus kunnen bar zijn, met minimum temperaturen beneden de 10 graden, maar dit ijsgeweld is toch wel een uitzondering. Enkele uren later is alles weer over en de stad van Sint Paul klaart weer op, het stof is weggeveegd van het beton, net zoals uit de krottenwijken.
     
     De dag erop bezoek ik het park van 'Ibirapuera', een groot park ontworpen door Burle Marx en Oscar Niemeyer, beide communisten. Niemeyer nam de architectuur van de bouwerken voor zijn rekening. In het park is het een samenraapsel van joggers en uitslovers, die zich het zweet uit het lijf lopen. Kinderspeelplekken en en park voor blinden. Je kunt ook een fiets huren om rond te rijden op geordende wegen, als was je in een land waar trappen normaal is.
     Het plantsoen is omvangrijk, zoiets als een groot openlucht relex centrum, ten minste gezien vanuit het betonnen geheel van de stad. Eigenlijk past het niet in de stad, maar de mogenlijkheden van Sâo Paulo zijn onbegrent, men heeft geprobeerd het onwerkelijke te vermengen met het mensenlijke en een rustplaats te creëren, niet ver van de jagende auto's, scheurende bussen en opgedraaide mensen.
     Toch beton is er genoeg in het park, net zoals gras en een vijver die er bij ligt als een  rustende zwaan. Er bevinden zich enkele musea zoals dat van de moderne kunst. Vlakbij ligt het gebouw van de hedendaagse kunst waar sinds 1951 de 'Biënniale' wordt gehouden, een internationaal gebeuren. Ik bezoek het 'OCA', een witte hut, waar Oscar zijn inspiratie gehaald moet hebben uit het Amazone gebied. Het geheel lijkt op een Indiaanse Maloca, een modern ruimtelijk gebouw, waar op dat moment een tentoonstelling gaande is van Pablo Picasso met 126 werken van de kunstenaar; beelden zoals de 'de vrouw met sinaappel of appel' en schilderijen zoals: 'meisje met ontblote voeten', 'portret van een man', 'liggend naakt' en de tijd van de Spaanse burgeroorlog 'Guernica', en ook een van de laatste werken 'Jaqueline met gekruisde handen'. Af en toe zag ik licht druipende verf die van de lijnen afweek, of was het een soort irritatie van de kunstenaar geweest? Een impulsieve strijk? Of zijn leeftijd?
     Laat ik stellen dat Picasso met recht in Sâo Paulo was, waar naar mijn mening een overeenstemming vanuit ging, een samenvloeiend geheel. Dit van de woestijnbeton en de strelingen van penseelstreken, die de kunst van menselijke drang, van concrete lijnen en zachtaardige gevoelens tot uiting bracht.
     Als ik buiten de witte hut kom schijnt de zon, bij de uitgang van het park koop ik een suikerrietsap in een vies slap bekertje aan het stalletje van een dikke mulat, en bekijk het monument van de helden der revolutie, de obelisk uit 1932, een gedenkteken ter ere van deze revolutie en de 865 patriotten die stierven voor de onafhankelijkheid van de staat Sâo Paulo. De opstand was maar van korte duur en de rebellen werden afgeslacht door de regeringstroepen, ook daar zij geen medestand kregen van andere zuidelijke staten.  De helden van de Paulistas gingen ten onder in bloed en tranen.
    Een ander monument is het 'Bandeirantes-Monument', een beeldhouwerk van Victor Brecheret en moet de titel hebben als verbroedering der rassen, en ík? Ik word droevig, want het monument stelt 37 pioniers voor, die onder aanvoering van een zekere Martin de Aguillar het binnenland introk, om de Indiaan tot slaaf te maken.

    In de avond uren rijd ik door de straten van de stad, die verlicht is, een andere wereld. Bij het Praça de Sé zijn de vuren ontstoken, mensen maken zich klaar voor de nacht en in de zij-straten wordt voedsel verdeeld onder de daklozen. Zij zullen dekens en karton nodig hebben want ondanks februari zullen de temperaturen deze nacht dalen naar 16 graden.
     Het nachtleven wordt zichtbaar, de favela lichten gaan branden en Sint Paulus heeft wederom tergende uren, de politie werk in overvloed en weer anderen slapeloze nachten daar hun geldopties niet kloppen. Dus, denk ik maar, dat de arme sloeber die, beschermd tegen wind en regen onder dik karton of oude vodden ligt, het beter heeft, zonder geldzorgen. Hún gedachten gaan uit naar het zich beraden hoe aan voedsel te komen.

    wordt vervolgd...

    20-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    17-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 12

    Bij het station van Sâo Joachim neem ik de metro die verschillende lijnen heeft, zoals de 'linha azul', blauwe lijn, die een goede verbinding vormt in de stad en heeft een terminal: Tucurivi, in het verre noorden van de stad. De ander in Jabaquara, vanwaar tevens een bus naar Santos te krijgen is. De andere grote lijn is die van oost naar west, van Barra Fundo naar Corinthians en passeert Brás, de wijk waar nu de armen wonen die vanuit het noordoosten van Brazil kwamen: bouwvakkers, fabriekswerkers en buschauffeurs. Daar heerst de mentaliteit van ieder voor zich, ver van de weelderige wijk Cerqueira César in het zuidwesten van de stad.
     Maar wie is gelukkig? Ik stap uit in de buurt Luz, bij het antieke treinstation 'Estaçâo da Luz', dat in 1901 werd gebouwd door Britten, toen alles werd geiïmporteerd vanuit Glasgow, niet alleen het ontwerp, maar tot de kleinste schroefjes, een waar prestige project.
     Hier rond het station van Luz, dit gezien wordt als een van de beruchtste roodlicht buurten, zijn de hoeren bijzonder actief. Het is een kwaadsprekerij dat de eerder genoemde jezuïeten pater Manoël de Nobrega de Koning van Portugal smeekte om hoeren naar Brazilië te sturen, daar de Portugezen Indiaanse vroewen als bijzit namen (Indiaanse vrouwen wiens ziel de paters juist wilde redden).
     De Portugese kolonisten zouden beter hoeren kunnen nemen, die waren bij voorbaat al verloren en veroordeeld en hadden toch geen waarde voor de  wereld. AI! Een ander bewijsvoering is die van de Poolse en Marokaanse joden die handelden in blanke slavinnen, die men 'polacas' en 'francesinha's' noemden en gedropt werden in Manaus en havensteden in geheel Brazilië, dus ook in Santos, en dit is niet ver van Sâo paulo.
     Nu zijn de vrouwen afstammelingen van generaties en de meisjes komen als paddestoeltjes uit de betonnen woestenij. Zij zijn onmisbaar in de stad van de Sint Paul, onontbeerlijk in het soms stikkende en frustrerende leven van de sterveling. De vrouwen zijn een troost voor de emotionele pijnen, de room op de koffie van de eenzame, de 'caipirinha' (coctail van suikkerrietjenever, suiker, limoen en ijsblokjes) op haar best, hoewel men moet opletten deze niet te strerk te drinken.
     Maar er is ook een andere kant, die van het macabere, de kinderprostitutie. In Sâo paulo zijn er tienduizenden, kinderen jonger dan 14 die als lustobject dienen. De kinderhoertjes zijn zo gewild dat vele ouder meisjes zich jonger doen voorkomen. Het geld speelt een grote rol, vaak met toestemming van de familie, meestal om te overleven en blootgesteld aan gevaren. De knaptse meisjes staan op de vliegvelden en de kleintjes worden meestal gebruikt voor het masturberen. Dit gaat niet alleen op voor deze regio van Brazilië, maar ook het noordoosten, waar steden als Fortaleza en Natal gewild zijn bij de perverse toeristen. De kinderprostitutie komt betreurenswaardig voort uit de economische puinhoop, het verval van de samenleving, en voeding der wanhoop.

    Op het 'Largo do Sâo Francisco' ontmoet ik een Guarani vrouw met haar twee kinderen, een meisje en een jongen. De vrouw zit op het mozaïek van de stoep en knikt alleen maar op mijn vragen. Zij blijkt doofstom en haar mooie Indiaanse glimlach is bekoorlijk; haar dochtertje trekt behendig aan de broekzak van een passant; op de grond staat een korfje voor een bijdrage want ze leeft van de mensenvriend der mozaïek straten. 100 meter verder zit een echtpaar samen geestelijke liederen te zingen. Beide gezonden door de Heer, zij komen uit Porto Alegre, een stad een het zuiden van Brazilië, en hoofstad van de staat Rio Grande do Sul. Ze zingen een lied speciaal voor mij, een ode aan de Senhor, ja, het lijkt allemaal oprecht en ongedwonegn en ik waardeer nu eenmaal muziek met een eerlijke vorm.
    Tussen de Guarani vrouw en de zingende paradijsvereerders, staat het bronzen beeld met het opschrift 'De eeuwige Kus'. Het moet en Fransman uitbeelden die een indiaanse vrouw omhelst. Het beeld is van William Zadig, een Zweedse kunstenaar die voor de eerste wereldoorlog naar Brazilië kwam, en in dit beeld denkelijk zijn inspiratie vond door 'De Kus', een schepping van de Fransman August Rodin. Aan de overzijde, een doorgang naar de José Bonifácio straat wonen mensen tussen oude kartonnen dozen en zakken vol kantoorpapier. Ze koken hun potje bonen en argumenteren. Zij handelen in papier dat van kantoren komt en vergaren verder van alles. Ik zie een oude zwart-wit poster van Elvis in gevangenis kledij en van Maria met kindje Jezus en ook de heilige Franciscus van de dieren is present. Een kleine jongen trekt verwoedt aan een sigaretten peuk als was het de reinste canabis, en een vrouw is een en al opwinding, alsof ze één van haar drukste dagen beleefd.
     Maar de mensen leven gewoon als ieder ander, alleen hun problemen zijn uigebreider en openlijker. Doch hoe dan ook zij zien zich beschut door plastiek, en geeft karton geen warmte? Men mag hun het uitschot van de stad noemen, maar daar hebben zij schijt aan, zij zijn de vleselijke schilderijen van Sâo Paulo.

    wordt vervolgd...


    'De eeuwige kus' van William Zadig op het Franciscus plein


    Zingende gelovigen uit Porto Alegre


    'Two prostitutes in S.P'  - pen/olie  op papier- Wayn

    17-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    11-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TUSSENTIJDS BERICHT VAN STORYTELLER
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    BESTE LEZER,
    DAAR IK MOMENTEEL EEN MULATA UIT RIO OP BEZOEK HEB IS MIJN 'BLOG-UP-DATE' IETS VERTRAAGD...

    SCHILDERIJ VAN ANASTACIA (ZWARTE SLAVIN)  MAKER ONBEKENT
    FOTO GENOMEN IN HET 'NEGERMUSEUM' TE RIO 

    WAYN

    11-09-2008 om 16:23 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 11
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Morumbi favela





    Ík zit liever aan de overzijde van het museum in het klein 'parque Siqueira Campos', waar een 45.000m2 weelderig Atlantisch bos zich ontplooit. Waar verschillende boomsoorten te vinden zijn, een soort rustplek midden in de stad, zoiets als een afzonderings ruimte in een  hospitum vol met biddende monniken. Op een bank word ik geplaagd door een rups, schitterend getekend met geelzwarte kleuren, en ik vraag me af of het een vuurrups is. Terecht brengt ze me een ferme steek toe, nadat ik, per ongeluk mijn arm op haar tedere lijfje drukte waardoor ze zonder uitstel een vocht afscheidde dat een irriterende jeuk veroorzaakte en bultige rode plekken. Ik hoop dat zij het overleefd heeft nu ze tussen het gras kronkelt, want de druk van mijn arm was beduidend. Ik neem mij voor in de toekomst alerter te zijn wat betreft rupsen, die enigzins de dwang hebben om parkbanken te beklimmen.
     Op dezelfde bank ontmoet ik de oude Bastiâo, een kleine magere mulat, gekleed in een versleten linnenbroek en hemd, en op zijn grijze haren een base-ball pet. Hij zegt 81 geleden geboren te zijn. Ook blijkt hij een verteller wanneer we spreken over discriminatie; zijn vader gaf hem vaak te verstaan dat er in Sâo Paulo verdomd veel discriminatie voorkwam, ja, verdomd veel.
     (Twee Afro Brazilianen vertellen.Uit het boek Blacks and Whites in S.P van George Andrews): 'Er waren in die tijd (1920) bijna evenveel zwarten als Italianen in Sâo Paulo, maar ze leefden in een sfeer van totale desintegratie... De immigranten werkten in fabrieken en commercie. Het enige werk voor de zwarten was het schoonmaken van huizen en kantoren, en alledaagse werkjes. Wij waren allemaal werkloos. Het was gebruikelijk om de zwarte karren door de stad te zien duwen, zich ophopend in de Bocaiuva straat, met hun emmers en borstels, wachtend op het moment om hier een huis te zuiveren en daar een vloer te schrobben.'
     Bastiâo: ' De zwarten moesten zich er tussen in wringen, zoals ze vandaag zeggen. Zij moesten verschillende werkbronnen realiseren, zoals portiers, tuiniers, huisbedienden, stratenvegers, autowassers... Al die beroepen die voorheen niet bestonden werden door de zwarten vewezenlijkt: schoenpoetsers, kranten verkopers, dagwerkers, al die banen die zij  bedachten om te overleven, want de fazendeiros (grootboeren) wilde geen zwarte inhuren...'
     In het 1944, herinnert Bastiâo zich, was de periode dat zwarten in sommige buurten niet welkom waren: 'Ja, mijn zoon, het was net als in Zuid-Afrika, apartheid, verdomme! Je gelooft het niet, of wel soms?' Hij krabt zich tussen zijn benen en spuugt op de grond.
    'Neen mijn zoon, open je ogen en je ziet de verschillen, de bewuste onderdrukking, zwart zijn is meestal armoede, al leven wij in een zogenaamde gekleurde gemeenschap. Sâo Paulo is voor de blanke. Kijk de banken, allemaal in handen van blanken. Alle buitenlandse firma's doen het goed. In Brazilië is meer te koop dan je denkt, het is land voor de uitbuiters, snap je...'
    Hij tovert een stuk zwart tabakskoord uit zijn broekzak, snijdt er een stuk vanaf, en pruimt met zorgelijke blik. Hij verteld over de veranderingen in de stad, de modernisering, zodat er geen ruimte meer is voor versleten mensen zoals hij.
     'Vroeger was het een rotzooi, maar vandaag is het niets beter, de afvalhopen zijn voor de armen.' Hij zegt dat hij moet leven van 240 reais per maand (nu bijna 100 euro). En ik vroeg mij dan ook ten stelligste af hoe mensen daarvan konden leven! De werkeloosheid neemt toe en uit onderzoeken blijkt dat in groot Sâo paulo de werkeloosheid 20% bedraagd. Om in Brazilië menselijk te kunnen leven zou het minimum loon 6 maal meer moeten zijn: 1450 reais, dit volgens een opiniepeiling van de communistische krant INVERTA. Dit voor de nodige voeding, huur, educatie, kelding, ect. Het is dan ook geen geheim dat gevangenissen uitpuilen daar de criminaliteit een direct gevolg is van het corrupte beleid. In Sâo Paulo blijkt de gevangenis populatie 5 maal hoger dan in Rio de Janeiro, en de afgelopen 3 jaar werden 329 gevangenen vermoord in de bajes. Er bestaat in Brazilië geen doodstraf, maar binnen de muren van de lik wordt dit in praktijkt gebracht, het is luguber leven in de bomvolle cellen, en dat de politie niet vrijuit gaat is onomstotelijk bewezen. Met regelmaat wordt de term zelfmoord gebruikt als de wetsdienaars gevangen met het hoofd tegen de muren slaan, zodat deze bezwijken aan de verwondingen. Misschien dwaal ik af, maar helaas; zo ís de situatie.
     Ik neem afscheid van de kleine vriendelijke tabakpruimende Batiâo en slenter terug over de Avenida Paulista.

    Neen, Sâo Paulo leek niet op het Brazilië zoals ik het had ondervonden op mijn reizen door de binnenlanden en in Rio de Janeiro, neen, hier was een energiek proefproces gaande en dit voor de kapitalistische verwording van een elite groep.

    wordt vervolgd....

    11-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 10
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Schilderij van Di Cavalcanti India mulata  1934














    Ik verlaat het appartement en loop andermaal richting Avenida Brigadeiro Luis Antonio, een lange weg die aan ene kant uitkomt op het middelpunt van de stad, de 3 kilometer lange Avenida Paulista. Banken en kapitaal, de rijkdom en overvloed, hoge gebouwen met daartussen in nog enkele oude panden waar vroeger de koffiebaronnen gehuisvest waren. Nu zijn deze ingenomen door o.a McDonalds, die zich bewust is van de markt.
     Hier is het financiële hart van Sâo Paulo, van Brazilië wel te verstaan, hier worden veel beslissingen genomen, want het zijn de bankiers die het geld controleren dat in Sâo Paulo rondgaat. Zij bepalen of er geld besteedt kan worden aan de bouw van huizen, publieke scholen, ziekenhuizen en voorzieningen zoals rioleringen. Zij bepalen de hoogte of verlaging van de leningen, zij zijn de rationele geldduivels die weten waar de honingdrank te vinden is. Dan zijn er de grote industriëlen die op de consumenten markt de prijzen bepalen, tevens de overheids-diensten, die de hoeveelheid en variëteit van de plaatsen bepalen waar de bevoorrading moet plaatsvinden. Dit zijn de notabelen die bepalen wat er economisch gaande is in de stad en staat van Sâo Paulo.
     Doch er is een andere vloek voor Brazilië, die van de bureaucratie, het ambtenaren systeem. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar in Brazilië zijn méér dan 8 miljoen ambtenaren. Vaak hebben zij geen betekenis voor de samenleving. Ik meen te zeggen dat ze obstakels zijn in het bestuursapparaat. Zij drijven mensen tot waanzin. Er zijn gevallen bekent dat met steun van een corrupte burgemeester, imitatie apen als wethouders in de raad terecht komen. Meestal zijn dit mensen uit familie kring, of vrienden. Het is als een lunapark-systeem, een onbevreesd geknoei, zij die zich vasthouden aan de hoorns van de duivel. Allen vangen een fiks salaris en zijn niet bekwaam voor de functie, te onbetrouwbaar om de medemens te helpen. Erger is dat het ambtenaren systeem jaarlijks een slordig bedrag van 50 miljard euro uit de staatskas weet te plukken, zodat het jaarbudget zo goed als opgeslokt wordt. Daardoor is er géén ruimte voor de meer nodige zaken, zoals betere staatsziekenhuizen, openbare scholen en woningen. De papierwinkel van Brazilië is een grote fabriek geworden, zodat een stempel voor een document geld kost, evenals de lange weg, die de naam bureaucratie te boven gaat. Dit alles is in het voordeel van enkelingen, de hongerigen naar het kapitaal.

    Op de Avenida Paulista is het rumoerig, en de goed geklede, naar Franse odeur ruikende vrouwen paraderen langs de arme donders met kunstbenen en tumors, langs stinkend verkeer en duizenden bussen. Voorbij het MASP, het kunstmuseum van de stad, waar ik ooit een bezoek bracht en werk zag van Velazquez tot Gaugin, van Hals tot Van Gogh en Renoir tot H. Bosch,  waar mensen met arrogante koppen langs de kunstwerken liepen, consternatie alom, want waren dit niet stuk voor stuk grote namen?
     Doch ze pasten uitstekend tussen de muren van dit enigermate log gebouw, waar ook werk van de Braziliaan Di Cavalcanti prijkte. Kunstwerken, maar ik dacht aan die straatkunstenaar in Rio die met zijn voeten schilderde, en ik dacht: wat ís kunst? Wie bepaald de waarde van ART? Hoe kan men 'kunst' eigenlijk definiëren, is het wel te plaatsen? Is de hoop stront van de straathond ook niet kunst als een  autodidact vol overgave er een lijstje omplaatst? Kunst is een vorm, tussen gevoel en uitdrukking, het persoonlijk van de mens vereenvoudigd in zíjn interpretatie.
     Verderop naast het gebouw staat een groep Umbandisten, aanhangers van genoemde Umbanda cultus, te zingen en trommelen, gekleed in witte gewaden met tulbanden. Sommige mannen lijken op travestieten met hun geschinkte gezichten en de zwarte vrouwen op Afrikaanse leidsvrouwen, of slavinnen van het hof, en de blanke op middeleeuwse diensters in ruime rokken. Ze vragen aandacht voor zendtijd op de televisie, want ieder wil zijn aandeel in de wereldstad, geen uitzondering zou ik denken, want hier, in het Chicago van Brazilië is alles nauw verbonden met macht.
     De intelligentie wordt bepaald door geld, en de werkers zijn de ploeterende ossen, de arbeidersbevolking met hun gepijnigde handen. Zonder hen is de wereld een zooitje, geloof mij, zonder de eeltige handen, kromme ruggen en zwetende hoofden, is de wereld een verloren paradijs voor de plutocraat!

    wordt vervolgd...

    06-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 9

    Wat is de toekomst voor de velen jongeren die nu op straat leven, in opvanghuizen, als er geen goede nazorg bestaat? Ze zullen in het systeem belanden van meer dan 100 jaar geleden: slavernij of gewongen arbeid, wat nu al op tamelijke grote schaal plaatsvindt in de Braziliaanse binnenlanden, op afgelegen fazenda's van grootgrondbezitters. Vaak met medeweten van de politie die corruptie niet schuwt, als het gaat om zwerfkinderen. Zo worden kinderen van nu, de moderne slaven van het toekomstige Brazilië.
     Ik put uit gegevens betreffende de tuchtschool van het FEBEM (stichting van de staat voor het welzijn van jongeren in Sâo Paulo, opgericht in 1976 en beschermd door de politiek ideologie van het toenmalig militaire systeem.). Er doen zich geregeld grote problemen voor, met rebellie en geweld, waarbij medegavangen de kelen worden doorgesneden, en de jongeren hun ongenoegen demonstreren in de tehuizen. Bij deze opstanden worden de overvolle gebouwen ontruimd en de jongeren over gebracht naar andere instellingen. Een affaire vond plaats eind 2003. Er moesten tijdelijk 250 jongeren overgeplaats worden van het complex van Franco da Rocha naar het internaat U15 en U12 van Tauapé, tot, volgens de directeur van de Da Rocha instelling, 5 deugdelijke gebouwen klaar waren. Bij aankomst in het internaat kregen de jongens geen lichamelijk onderzoek zoals de gewoonte was, zij werden de 'bandieten van Franco da Rocha' genoemd, verplicht over de grond te rollen, en tegelijkertijd te schreeuwen: 'hier in Tauapé liggen en rollen de mensen.'
    Alle jongeren werden mishandeld en duidelijk waren de verwondigen te zien. Vervolgens werden ze in kamertjes gestopt zonder bedden en kleren, waar zij enkele dagen op de grond moesten blijven zitten en naar de muur staren. Het werd hun verboden te praten. Ook het luchten werd hen onthouden en bezoek niet toegestaan. Toen de moeders weer werden geoorloofd hun zonen te bezoeken, slechts 10 minuten onder zware bewaking, waren de jongens dik gekleed ondanks de warmte en werd hen verboden hun wonden te laten zien. Doch de moeders zagen dat hun kinderen flink waren toegetakeld, ze zagen bovendien wat hun was aangedaan. Maar de zogenaamde functionarissen noemden het 'bestuur' staatscontrole,en zeiden dat de jongens al in die toestand verkeerden toen zij in Da Rocha verlieten. Er werd een onderzoek ingesteld door het ECA, het instituut voor kinderen en jongeren. Deze organisatie hield toezicht op jeugdige gedetineerden en bezochten Tauapé op 22 januari 2004, maar de resultaten zullen hier niet vermeld kunnen worden wegens het ontbreken van verdere gegevens.
     Ik wil hiermee aanduiden, dat het systeem van gevangenissen, niet alleen jeugdinrichtingen, een chaos is, dat lijdt onder druk van het ontoerijkend systeem, van overvolle cellen en opstanden. Deze rebellies monden uit in bloedbladen, tegen bewakers, medegevangen en niet in het minst tegen zichzelf.

    Ik kijk naar Nilo die zijn deegbroodje met vlees eet, ondertussen slurpend aan een glas 'guava' drank. Buiten draaft een zwarte Bahiaanse voorbij met tulband en witte rok, de dochter van moeder 'Oxum' ( in de umbanda cultus staat zij voor al het vrouwelijk handelen, ze is de godin van de riviren en wind), behangen met rode en blauwe kralen. Maar de man die zijn versierde kar trekt gevuld met karton en papier en op zijn hoofd een soort helm met hoorns is net zo toverachtig. Hij lacht en danst tussen het juk, terwijl muziek uit een kleine transistor komt. De clown van de straat, de optimist, en het doet mij goed dit te zien, de optimistische lachende man in de woestenij van Sâo Paulo, die gelukkig zijn last trekt.
     Ik verlaat het eethuisje en zie verderop een zwart meisje dansen voor een striptent. Sporadisch gekleed in pornografisch leer, uitstulpende borstjes en glimmende donkere benen. Het doet mannen stilstaan, zich omdraaien, en fluisteren. Ze heeft de lach die iets anders verraad dan het verkopen van kokosnoten. Iets verderop hebben mensen weer andere dingen aan hun hoofd en bekijken aanplakborden vol met vactures. De zwervers liggen te slapen onder de bomen in het park of langs het trottoir. Zij dulden alleen hún leven en misschien dromen zij over een ander leven, een reïncarnatie in de vorm van een roofvogel of intelligente rat. Zij zouden wel de resten van de McDonalds, Japanse, Duitse, Franse, Arabische, en Italiaanse eethuizen verorberen of desnoods paardevijgen vreten of struisvogeleieren, maar nooit deelnemen aan het kapitalistische geraas van het buitenlands imperialisme. En zou de dronkaard, die in een coma zijn roes uitslaapt onder het viaduct, onderhevig zijn aan een waardeloze droom of een visioen der narren? Zou hij weten dat zijn leven misschien beter is dan dat van de tiran, zij die een andere opinie hebben aangaande het leven? Wie veroordeeld wie? In Rio zei ooit een alcoholist tegen mij: 'God zal oordelen, mijn vriend, alleen God!'
     En ik zei hem nog niet alles in de handen van God te leggen, dat de mens ook zelfverantwoording moest dragen, waarop de man fel werd en antwoordde: 'God is de rechtvaardiging en ik wacht op zijn antwoord! Ik leef mijn leven en Hij stond toe dat ik hierin verviel, nu wacht ik op een teken!  Miscchien haalt hij mij ooit uit de rotzooi! Misschien -talvez- een woord dat de Braziliaan koestert, want het is omgeven met illusie. Was soms het hele leven niet één grote klucht? Werd bij de geboorte al niet bepaald welke richting de rivier stroomde?
    Maar was het niet de Franse filosoof Sartre die zei: 'De mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt. Dat is het eerste principe van het existentialisme.'
    En wat maakt de mens van zichzelf? Is dat niet iets om over na te denken?
    Via de Avenida Joâo slenter ik terug naar het centrum, langs trommelende hippies, henna tatoeëerders, hoertjes, popcornverkopers, met woorden duellerende zangers uit het noordoosten en levende standbeelden in de vorm van mythishie figuren, zilverachtig gegrimeerd, als hingen zij aan draden vanuit het paradijs. Langs de multi-culturele symbiose op weg naar de buurt Liberdade waar ik opnieuw japanners, Chinezen en Koreanen groet, allen Brazilianen. Ik koop 2 schoteltjes met Jacafruit,  waarvan de vruchten aan de boom tot 40 liko zwaar kunnen worden en gevuld zijn met zoet witgeel vruchtvlees, en loop langs de Umbanda moeder, die uitgebreid, als ging zij een groot diner beginnen aan een tafeltje zit met kaarten en schelpen. Ik groet de kaarsenverkoopsters, de vrouw met de manga's, sinasappelen, Papaya en bananen en loop de kerk binnen. Ik denk aan liefde, ruik de dampen van het kaarsvet dat door een imponerende metershoge schoorsteen de hemel bereikt. Ik zie  de mannen met rubberlaarzen die de ruimtes van het vet zuiveren en loop verder om te gaan rusten in Bella Vista, vijf hoog, tussen de afstammelingen van Italiaanse immigranten.
     Maar ik ben onrustig, neem een douche en kijk uit het raam van het appartement en bedenkt dat van bovenaf gezien lopende mensen overeenkomen met apen, zich voortbewegend met vreemde massieve bewegingen, looge figuren die over het asfalt schuiven. Net zoals de zwarte man die zijn oud karretje met kromme wielen voorttrekt, die géén koffie met likeurtje na heeft, die zijn handeltje voorttrekt langs de voorbij snellende auto's, zwaaiend van links naar rechts, af en toe bagage verliezend, het weer opraapt en verder zwalkt. Zou hij dronken zijn? Of misschien wel vermoeid door her eeuwige trekken van zijn wagentje? Het klein zwartwittte hondje dommeld tussen de dozen en papier, onwetend van het lot van zijn deelgenoot, van wie de bestemming onduidelijk is, en niet meer zo jong lijkt; hij heeft geleefd, overleefd, zou hij zijn roeping gemist hebben, of wás dit zijn roeping? Alleen om de plutocraat een beeld te geven dat de vooruitgang van de wereldstad maar schijn is? Voor sommigen!

    wordt vervolgd...

    02-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 8
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Straatjongeren in Sâo Paulo






    Via de grote avenida Ipiranga kom ik bij het plein van de Republiek, waar schilders, hippies en muziekanten te vinden zijn, waar de schaduw van bomen een welkome plek aangeeft, dit is in de nachtelijke uren een slaapplaats voor eenzame zielen. Nu was er een protestmars gaande tegen dierenproeven, het misbruik van de farmaceutische industrie, het was dierenmishandeling en hoogverraad, klomk het uit de luidspeaker op de wagen. En ik zag honderden mensen met hun honden van uiteenlopende rassen: duitse herders, doberman pinchers, bouviers, deense doggen en poedelhondjes met strikjes die werden gestreeld door een travestiet. Straathonden zijn in de minderheid, zij hebben geen baas, ze zijn de afvalvreters van de stad, de mengelingen van allerlij soorten, zoals een buldog op herderspoten, of een elipsvormige teef met korte pootjes en hangende tepels.
     De trotse paarden van de politie proesten nerveus, maar zijn verdoemd tot de woestenij van Sâo Paulo, de hoefijzers zijn goed geslagen, om het grimmige verharde wegdek te trotseren, waar af en toe vuurspetters te zien zijn. Hun voorouders hadden Arabisch of Perzich bloed, Pinzgauer of Norisch, vrienden van ridders, tertaren en zigeuners. De Mustangs en Tarpans draafden ooit over de uitgestrekte vlaktes en steppen van Amerika en Azië.
     Levensgezel van cowboys, Indianen, Klamukken en Boerjeten. Zij trokken huifkarren en brachten reizigers over bergen, naar ondenkbare plekken. Andere rassen zwoegden op de velden en dansten zelfs in de arena's. Hier in Sâo Paulo worden ze gebruikt als stadspaarden van de politie. Woestijnpaarden. Ik zou moeten huilen. In gedachten verzonken loop ik richting avenida Sâo Joâo waar ik een broodje eet in een snackbar alwaar de kleine Nilo me aanspreekt. Hij heeft honger en dorst. Hij zegt elf jaar te zijn, een magere negerjongen, weggelopen van huis ergens in een voorbuurt van de stad. Nu zwerft hij al acht maanden door de straten van het centrum, hij wil niet meer terug naar huis, daar zijn vader hem zal vermoorden, dus kiest hij voor de straat.
     'Mijn vader is een beest,' zegt hij nogal achteloos. 'Drinkt de hele dag, slaat mijn moeder en verkracht mijn oudere zusjes geregeld.'
    Neen, terug naar huis wil hij niet meer: ' Als ik een pistool had zou ik hem vermoorden!' Hij kijkt mij vastberaden aan. Ik geloof hem.
     Soms leeft hij met enkle andere jongeren samen en vormen een groepje. Zij slapen in portieken en roven om te overleven. Waarschuwingen om op te letten voor de politie, vat hij nogal koeltjes op en heeft al zijn aandacht gevestigd op het eetbare in zijn hand.
     Informatie bevestigd dat 1 op de 20 kinderen in grote steden zoals Sâo Paulo of Rio op straat leven gescheiden van hun ouders. Zij weten door handigheid vaak te overleven en uit de handen van politie te blijven, maar soms is de wet hen te slim af en komen ze terecht in bewaarhuizen. Gevaarlijke corrupte instellingen waar menselijkheid ver te zoeken is. Afgesloten ruimtes waar sadistische toezichthouders martelen. Dit zijn vaak mannen die de militaire dictatuur doorstaan hebben en weer jongeren opleiden tot deze baarbaarse baantjes, die vaak grenzen aan het sadisme. De situatie betreffende het jongerenbeleid is zorgwekkend. Zwart zijn en jong betekent een onzekere toekomst. In de orfenato's, weeshuizen, die kinderen weten te bereiken, opvangen en behoeden tegen verdere ondergang, blijkt dat 90% van de kinderen zwart is. Dit geld tevens in de criminaliteit. Het gaat zo ver dat sommigen denken, dat een klein zwart kind, per definitie als gevaarlijk kan worden bestempeld.

    wordt vervolgd...

    01-09-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (1)
    20-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 7

    In de nachtelijke uren dronk ik een fles bier en rum op een terrasje in Bella Vista. Een kelnerin noemde mij amor en vroeg of ik nog iets wilde drinken. Voor mij is het een stelligheid, ik kom dan in een gemoedstoestand waarin je, je gedachten kunt laten zweven, dat je even kunt denken dat de wereld soms een arena is, vol van clowns, leeuwentemmers, dansende paarden en aardige lilliputters en dat alles in de wereldstad wel meevalt.
     Drink nog een suikerrietjenever, schrijver! ga, mijn gedachte, ga, weg van de aardse beslommeringen. De wens gaat in vervulling dat de buikdanseressen in het maanlicht en wierook hun show opvieren. Alleen voor de eenzame ik. Omgekeerd vertroebelt dit beeld als de geest somber wordt in vechtende nijlpaarden, hanen en pittbull-terriërs, kanibaliserende alligators en gladiatoren die zich naar het leven staan. Die hedendaagse gladiatoren zijn de gewone mensen die alles geven, gedreven door armoede, de maatschappij trotserend met hun net en drietand, wat soms hun dood betekent. Terwijl de Keizer als een glimlachende veelvraat vanuit zijn hoge zetel druivensuiker vreet en slikkend toekijkt. Wanneer de geest aangetast wordt door overschatting en denkt dat vrouwen naar je lachen, terwijl zij je eingenlijk minachten.
    Kijk, de verlichte straten, de dronken personen met kostbare of ordinaire auto's, die ze met macho-achtig gebaar parkeren, oogjes knippend naar de hoeren. Stoeipoezen hangen aan hun arm, het nachtleven van de stad is in volle gang, in het intieme van het maanlicht. Maar onder de viaducten en in de portieken liggen de murw geslagen dagdromers; zij die zich overgegeven hebben aan de tijd. Enige rust hebben ze nodig, veel drank en spiritus. Huilende wolven zijn hoorbaar, maar er zijn geen wolven in Sâo Paulo, of het moet die enen zijn die ik ooit zag in de grote dierentuin van de stad, daar bij Jabaquara, met meer dan 2500 dieren, de grootste verzameling ter wereld. God waar is de 'Lobo', de wolf! Zal hij overleven? Doch hier in Sâo Paulo, de betonwoestijn, leven wolven. Geloof mij, andere schepsels, vermomd als mens, betonwolven, weerwolven, géldwolvenzij die te onderscheiden zijn van de straathonden. De suikerrietjenever brandde in mijn keel en ik voelde mij enigzins moe.
     
    De dag erop was ik weer in de buurt van het Sé plein en baande me een weg door de massa, hier waar ik luisterde naar het tikken van de duiven op het beton, waar de wolkenkrabbers niets anders zijn dan zuilen in een door mensenhanden gecreëerde betonnen woestijn, een gebroken aspect der natuur, een tijd karakteriserend waarin dat alles nog koorstachtiger zou worden. De anaconda zou zich hier zeker niet thuis voelen, hoewel ze sluw is en van klimmen en bomen houdt, zoals een brulaap in het regenwoud. Maar klimmen in betonbomen zou haar huid vernielen en een gewisse dood betekenen. Zo is het ook met de mens, die niet gewend is te leven in een grote stad.
    Sâo Paulo is een metropool, een streving naar meer, anders dan Rio waar alles iets gemoedelijker toegaat, gelegen tussen de zee en natuur. De Carioca (inwoner van Rio) als onbevangen mens, de Inwoner van Sâo Paulo (paulista) als de organisator, de manager, zakenman, puntjes op de i, hier heerst het organiseren, alles is duidelijker, meer Amerikaans. Tussen Sâo paulo en Rio bevindt zich een grote kloof, want de stad van de paulistas is een stad met een klemtoon, vandaar misschien de absurde rivaliteit tussen de carioca en paulista?
     Op het viaduct van santa Efigéncia ontmoet ik mensen die om geld smeken: bedelaars, een verstandelijk gehandicapt meisje dat accordeon probeert te spelen, een lepra man, de vrouw met haar enorm olifantbeen, of die met het grote keelgezwel. Daar ligt de man op zijn rug zonder benen en armen, die scheeuwt om hulp van de heiligen en de gewone mensen. De verworpelingen van de stad, hier tussen de verkopers van onnozele attributen, zoals opgedraaide plastiek hondjes, die rondjes draaien midden op het viaduct, kaartlezers met tulbanden, een man met een slang, een fles water en een dode nephand die hij bizar over het de grond laatkruipen. Bestaat er een woord dat een definitie kan geven van dit contrast?
     In St. Efigénia hangen hoeren rustend tegen de muren van het okergeel antieke kerkje. Ik ga het bidshuis binnen, en zittend op een bank sluit ik mijn ogen, ik ga eeuwen terug in de tijd, naar de barbaarsheid, de vereringen van liturgische gezangen van engelen en de geur van Arabisch gomhars en boetetranen. Waarom kan fantasie soms het realistische overtreffen? Waarom zijn de naasten die zo ver weg zijn soms zo dicht bij? Het kerkje is vol met ornamenten en bloemen. Beelden waarvan ik herken: de patroonheilige van Brazilië 'Nossa Senhora Aparecida, de zwarte madonna, daar is Lazarus, St. Antonius, Franciscus van Assisi, Santa Lucia, Johannes van het kruis, de heilige Sebastiaan en Johannes Bosco. Maar trots staan daar velen anderen, te veel om op te noemen, trots staan ze in de nissen, de miljoenen heiligen van Brazilië, beelden die moeten symboliseren. Het roept eenzaamheid op en verlangen, onontkoombare meditatie en voor vele mensen zijn de beelden geen beelden meer, ze zijn verworden tot versteende zielen. Tot poppen van het stoffelijke, sprekende en huilende marionetten, en zouden ze antwoordt kunnen geven?
     Als ik weer buiten kom kijken grote donkere ogen me aan, de bijna verwoestende blikken van vrouwen met lippen als opgekruld marsepijn. En is het allemaal niet zo bescheiden, zijn de hoertjes niet het evenbeeld van Maria Magdalena, de zondares uit het nieuwe testament?
     De vriendin en bewonderaarster van Jezus, zij, die in het huis van Simon de farizeeër de voeten van Jezus waste met haar tranen, droogde met haar haren en zalfde met olie? Maria Magdalena die aangeroepen wordt in relatie tot seks en verlokking, schoon en lieflijk gelijk de Huri (uit arabisch= gazelle-ogig, prostitue) in het paradijs van Mohammed?

    wordt vervolgd...


    het viaduct van St. Efigéncia


    ... en Maria Magdalena wast Jezus zijn voeten     (onbekent werk)

    20-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    18-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo paulo deel 6
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Langs de Avenida Paulista







    Een ander euvel is het hygïenisch vraagstuk, het is dikwijls een puinhoop, want het afwaterings systeem is een probleem dat enorme vormen aanneemt daar de krottenwijken niet aangesloten zijn op rioleringen. In Groot-Sâo Paulo blijkt dat minder dan 1/5de deel van al het rioolwater niet voldoende gezuiverd wordt. De rest wordt terloops gefiltreert of vloeit meteen in de rivieren Pinheiro en Tiete. Die verworden snel tot stinkend water, slijmerige vloeibare wegen waar zelfs de bloedzuiger het moet ontgelden, doch waar de waterratten feest vieren en dansen op de oevers en onder de bruggen.
     Hier in Bella vista ontmoet in veel blanken en hun afkomst veraadt het gegeven. De Italianen hebben hun buurt geheiligd, maar zie hoe Bixiga achteruit gaat; veel armoede en verpaupering. De arbeiderswijken zijn niet meer gezegend door de heilge Paulus, armoede is troef. Als men al een baan heeft dan is dat weelde. Van de andere kant komen nog steeds velen van het het arme noordoosten, zij die gedwongen zijn door honger het droge land te ontvluchten en hun heil te zoeken in steden als Rio de Janeiro en Sâo Paulo: het rijke zuidoosten, een vervlogen hoop op werk en woning. Zij vallen als neergehaalde witte reigers in de ransteden en de favela's der betonnen woestijn. Ze zijn de 'Joâo Niguem' (letterlijk: Jan Niemand, een uitdrukking die de kleine man afschildert) van de steden.

    Als ik met de lift naar beneden ga, ontmoet ik zo goed als niemand. Ik lijk wel in een verlaten gebouw te zijn. Allleen de blonde buurvrouw, met het noord Italiaanse bloed, kom ik wel eens tegen samen met haar wit poedeltje. Onder in de vestibule ligt af en toe de conciërge in een stoel; zijn taak is denkelijk de veiligheid van het gebouw, nou ja.
     Aan de overzijde ligt een buurt waar de veiligheid garant moet staan. Daar bevinden zich de chique panden, gecamoufleerd door hoge electrisch beveiligde hekken. Hier wonen de beter bemiddelden, en lijken de ratten niets te vreten te vinden. Afwijkingen zijn aanzienlijk in Brazilië, de grens tussen beiden is heel apert. Het is geen kletskoek. Zo is het systeemmatisch opgebouwd: de kasten van Brazilië. Maar gelukkig kun je al voor 5 reais (dus 1, 50 euro; 2004) goed eten in Brazilië, zo ook in Sâo Paulo. Onder aan het gebouw waar ik verblijf ligt een eethuis, een gezellige boel met druk pratende mensen en een mooie serveerster. Daar ik geen vlees eet krijg ik roereieren met tomaten, een kom met farofa (geraspe maniok) ditmaal met uien, een bak rijst en zwarte bonen. Het eten van de werkman, of de arme donder die vijf reais bij elkaar kon krijgen. Maar de buurt Bixiga is het pizza mekka bij uitstek. Mijn god! De deegbrodenhuizen zijn niet te tellen; de ronde broden, mag ik ze zo noemen? lijken soms wel op creaties van kunstenaars, en hebben een typische reuk.
     Ik bezocht een pizzahuis aan de Avenida Brigadeiro Luis Antonio en de ouwe ober was een vermaard man. Hij was de oudste bediende in Sâo Paulo, perfect gekleed in een wit jasje met een vlinderstrikje, als of hij een presentator van een feestavond was. Hij was beleefd en gewoon te gelijk. Het oude restaurant had dan ook een typische sfeer; een fictieve mengeling van Sâo Paulo en Chicago, al lijkt mij dit nu te ver te gaan, maar een foto van Al Capone aan de muur zou niet gek staan. Soms moest jezelf de sfeer creëren. Het was elf uur in de avond en de lange rijen met tafels werden bezet door hongerige, corpulente zakenmensen, mannen en vrouwen die geweldige schotels met pizza naar binnen schrokten, met goed gevulde glazen (let wel) getapt! bier, dat men hier 'Chop' noemt. Ik moest mij enigzins aanpassen aan dit spagetti-huis. Achter de Brigadeiro laan ligt de Rua 13 de Maio, waar zich vele cafés bevinden en het nachtleven zich afspeelt als was het een kindercircus. De tenten zitten vol klanken. De muziek varieert van de noordoostelijke Forró tot Samba en van Blues tot Hardrock, van moderne Country muziek tot het hartstochtelijke Chorro en de ritmes der verlichting voor de jongeren, Rap en Hiphop, waar het verzet tegen het regime voelbaar is.

    wordt vervolgd
     

    18-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 5
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Japanse wijk "Liberdade" 










    De leer 'Seicho-No-Le', betekend letterlijk: 'Huis van de Groei (Japanse geloofsgemeenschap die wordt gevoed door een mengeling van Shintoïsme, Boeddisme en Christendom) is sterk en de Japanse taal wordt frequent gesproken, de mentaliteit staat voorop, ze blijven de kinderen van het land der 'rijzende zon', maar ze zijn óók Brazilianen met hun eigen Japanse krant, de onschijnbare werkelijkheid, zij bezitten hun eigen immigratiemuseum aan de Rua de Joaquim, waar te zien is hoe de Japanners een bijdrage leverden aan de koffie-cultuur in Brazilië, een cultuur die opzien baarde, want de staat Sâo Paulo was de vorige eeuw de koffiestaat bij uitstek.
     Vroeger waren er reusachtige plantages zoals die van koffie-keizer Francisco Schmidt, met niet minder dan 32 fazendas (landgoed) en 8 miljoen bomen. Deze Herr? Schmidt liet de Italiaanse immigranten werken als paarden terwijl intussen de Samurai mentaliteit van de Japanners de culuur deed groeien. In de wijk "Liberdade" vrijheid, bevinden zich, zoals ik al eerder meldde, ook Chinezen en Koreanen, de 'amarelo' (gele), wat het Aziatische aspect verduidelijkt.
      De Koreanen zijn de laatste immigranten van de stad, hoewel dit woord nooit gebezigd mag worden in deze metropool. Op de hoek van het 'Liberdade' plein ligt een katholieke kerk, die van 'Santa Cruz dos enforcados' (Heilig Kruis der Opgehangen). Hier speelt zich een geloofsaanbidding van allure af. Mannen op hun knieën die beelden omhelzen en kussen, vrouwen in achtenswaardige devotie. 's Maandags worden hier duizenden kaarsen opgestoken om zonden te verdrijven, de duivel te verbannen, en om het geheel te laten vloeien in het geluk, ver weg van de ellende waar velen zich in bevinden, mijlen weg van de 'enforcado', wat letterlijk 'ophangen' betekent en dat verwijst naar de executies die ooit werden voltrokken op het plein.

    Mijn logeeradres is in de Rua Pedroso, op de 5de verdieping van een gebouw, gelegen in de buurt Bella Vista, ook wel "Bixiga' genoemd (Blaas, een naam die de buurt overhield aan de tijd dat hier rond 1900 pens werd verkocht op de markt). Hier waren Italiaanse immigranten het sterkts vertegenwoordigd, zoals blijkt uit de meer dan 1 miljoen Paulistas (inwoners van de S.P), die afstammelingen zijn van Italianen. Die hebben zich weer vermengd met ander levensgroepen in de stad, en zo ontstond die geweldige kleuring van mensen en culturen. Het appartement waar ik verblijf wordt bewoond door 3 jonge gasten die werken voor Embratel, dat staat voor het Braziliaanse telecombedrijf.
     Joâo, is zoon van mijn vriendin in Rio, mullat, openhartig en fantasievol, Gustavo komt uit het binnenland van Sâo Paulo, is hel blank en van bemiddelde ouders, en de derde, Giliard komt uit het binnenland van het mooie Minas Grerais, is meer rebels, houdt van drinken en zei dat z'n twee kamergenoten veel leken op evangelisten (drinken en roken niet).
     De drie gaven me de gelegenheid een tijdje te logeren in hun kamer. De huren in deze appartementen zijn duur, in dit geval inclusief 700 reais (210 eur.). Qua comfort zijn deze appartementen comfortabel vergeleken met de miljoenen armen die  wonen in de zogenaamde 'Cortiças' (bijenkorven), of 'Cabeças de Porco' (varkenskoppen), grote oude panden, die vaak duur en onvoldoende onderhouden zijn en met slechte voorzieningen. De arme gezinnen leven letterlijk bovenop elkaar met soms een enkle w.c. Het onmenselijke is een gewoonte geworden, maar wat moet de paria? Het woonprobleem in Sâo Paulo is groot (1/3 de van de bevolking leeft in favela's of cortiças in pure armoede). De mensen beginnen te lijken op mieren op zoek naar stroop. Aan de rand van de stad groeien de favela's weelderig, heden meer dan 1300, waar méér dan enkele miljoenen mensen leven. Doch de favela is soms een vluchtplek voor drugsdealers en stedelijke marginalen, zij die hun toevlucht zoeken in de slums. Daar vind je de jongeren die opgeleid worden tot koeriers, velen van hen komen aan hun einde door politiekogels, dit een einde maakt aan een geradbraakt leven, een leven op de puinhopen van het overtollige van de grootkapitalist, die, hoe dan ook, de paria gebruikt gelijk een mislukking der mensheid.
     Doch de grootkapitalist ziet het verkeerd want er is een samenhorigheid tussen dit bezitloze, die in de luxe snoepwinkel van de kapitalist een uitzondering is. Het is een duidelijk feit dat de anarchistische kleuren soms blinken in de krottenwijken, al was het alleen maar door de nadrukkelijk afwezigheid van einig bestuursapparaat.

    wordt vervolgd...

    17-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    14-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 4
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Cathedraal op het plein SÉ









    Niet ver van het SÉ plein bevindt zich het suikerwitte Patio de Colegio, een danig gerestaureerd gebouw, maar van de oorspronkelijke kapel zijn alleen nog de muren overeind. Het blijft historie, binnen bevindt zich een kleine ruimte gewijd aan De Anchieta en men ziet een nog jonge missionaris op een schilderij, zijn arm ligt gemoedelijk over de schouder van een Indiaanse jongen, de Jezuïet straalt geluk uit en lijkt voldaan van zijn werk. In en glazen vitrine bevindt zich een oude versleten pij van de zielwinner, en in een andere kijkkast één oude knekel, die ooit werd opgegraven, naar Portugal verscheept en weer terug kwam naar Brazilië. Het zijn relieken die de oude sentimenten boven moeten halen, hier waar alles een kleurschakering moet zijn van een triest verleden in betrekking tot het Indiaanse volk.
     De paters waren niet alleen die heiligen,neen! Ze waren ook iniatiefrijk en in naam van God werd soms een bespottelijke beslissing genomen.  Toch de stammen hadden hoe dan ook respect voor de missionarissen; ze waren een soort druïden, en vreemd genoeg droegen de Indianen zelfs de toewijding van hun eigen 'page's' (medicijnmannen) over aan de Jezuïeten. Die waren tevens beschermers geworden van de stammen tegen de ruwe excessen van kolonisten. Doch was het niet Nobrega die zei: 'Zij hebben (Indianen) geen zekerheid over enige god en zij geloven iedereen die hun zegt dat hij een god is... Enkele letters zullen hier voldoende zijn, want zij zijn een onbeschreven blad. Wij hoeven slechts zoveel we willen de noodzakelijke deugden op te schrijven en ijver te betonen en ervoor te zorgen dat de Schepper aan deze schepselen van Hem bekent is.'
     Zie de woorden van het leerhoofd Nobrega uit de geschriften, die ook verklaren dat de Indianen in feite 'superieur' zijn aan de christenen, daar zij met een beter moreel leven en zich houden aan de wetten der natuur. Het beschermen van de stammen, maar ook het kerstenen, het tot eigen maken van de stammen, is een boek dat nooit gesloten zal worden, al was het alleen  al om de verworvenheden van onze tegenwoordige geest. Deden de Jezuïeten goed? Of waren zij in hun goedheid betrokken bij de listen van de duivel? Toch de geest zweeft nog immer rond op de plek waar alles begon. Buiten zie ik verbijsterd de inwoners van Sâo Paulo, de Paulistas voorbij gaan, waarvan de meesten niet weten, wat er zich daadwerkelijk heeft afgespeeld.
     Via de Rua Direito en de straat van de heilige Bento loop ik naar het Sâo Bento plein, daar waar de kerk pronkt naast het klooster. Het interieur van de kerk lijkt een cremetaart en de gebrandschilderde ramen zijn groots en de icoon van Onze liev vrouw van Kaspakovskaia is een schittering, terwijl heiligenbeelden in de nissen dromerig kijken naar de mensen in de middengang, waar een Benedictijner pater zijn hand op hun hoofden neerlegt, de zegen van Bento. In de voorportiek van de kerk worden verse broden, zoete koeken, relikwieën en souveniers verkocht tegen hoge prijzen, oppertunisme. Kerk en geld, een thema dat ter discussie staat, zoals mens en honger, en de arme kreupele voor de kerk houdt zijn hand omhoog, terwijl de havenloze ziek wegkwijnt onder de smog van de stad.
     Ik loop terug via de Rua Sâo Bento waar schreeuwende mannen je brillenzaken proberen in te lokken, waar velen mensen staan als levende aanplakbiljetten met adressen waar men terecht kan voor een baan, waar de 'camelos', de informele straatverkopers, veelal afkomstig uit de krottenwijken hun waar aanbieden: kleding, kantoorartikelen, ledertassen en piraat-c.d's voor één real. Ik slenter de koffiezaak binnen, waar de zwarte koffie delicieus is, maar voor mij bitter (zonder suiker waardoor de mensen mij voor gek versleten). Maar mijn geest gaat weer functioneren en bij een klein stalletje koop ik amazonenoten en loop de buurt Liberdade in. Hier hebben de Japanners hun tehuis, straten gevuld met exotische lampionnen en eethuizen waar Sushi en Sukiyaki te krijgen is. In een cafe bestel ik een fles bier terwijl oude Japanners zwijgend aan tafeltjes zitten, als nakomelingen van het Samurai tijdperk, en anderen slurpen aan de kom waar ze met stokjes in wroeten. Hier waar de oude wijs zijn, ten miste dat lijkt mij, want de bejaarde Japanners zijn hier langgeleden neer gestreken. De eerste al in 1908 toen de Kasato Maru afmeerde in de haven van Santos (havenstad op 75 kilometer van S.P, die belangrijk was voor de ontwikkeling van de stad. Santos was ooit de grootste koffie-export haven ter wereld.) met 830 jappaners op zoek naar een nieuw leven samen met hun goden: Izanagi, Izanami, Amateras de zonnegodin, en Juari de voedingsgod. Nu leven er meer als 600.000 in Sâo Paulo. Ze leven van handel en andere zaakjes en er zijn hier honderden winkeltjes, hotels, hoerenhuizen en Judo en Karate scholen.

    wordt vervolgd...

    14-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    12-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sâo Paulo deel 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Guarani moeder met kinderen in Sâo Paulo  foto Wayn







    In Brazilië zijn grote kerken, zoals het 'Universele rijk van God', een waarborg voor macht en geld, en ziedaar hoe het kuddevolk zich verdringt rond het opgezette kruis van de namaak predikers die manipuleren als een soort hobby zien. Maar hoe is dat alles te verklaren? Ik zag mensen knielen en beelden kussen in katholieke kerken, als waren zij verliefd, maar zou dit ook niet zo zijn? Waren ze niet verliefd, hoe je het woord ook mag interpreteren, maar ik geloof dat hier een wolk voorbij dreef met nauwgezette antwoorden, maar niemand zag hem, want allen keken omlaag en slechts een enkeling verwonderde zich en dacht dat alles een gok was, een levensloop langs de paden van hemel en hel.
     Ik denk aan de houding van de bevrijdingstheorie annhangers, groepen die onder de mensen werkten, vóór de mensen, zij die ook in de tijd van de militaire overheersing het volk steunden, en een menselijke richting kozen, want het probleem was dat de mensen honger hadden en behoefte aan iets anders dan stenen kerkmuren. Het was een beleids-boodschap van de progressieve katholieke kerk, strijdt voeren om de lotsverbetering van het volk, brood voor de mensen. Er werden  pastorale werkgroepen opgericht en basisgemeenschappen. Zij opereerden vanuit de parochies en hielden zich vooral bezig met de alledaagse problemen.
     Toen in de jaren tachtig Brazilië weer zover was dat er verkiezingen werden gehouden waren de gemeenschappen op de voorgrond. Ze werkten samen met, en steunden in die tijd de Pt, arbeiderspartij van de toenmalige vakbondsleider Luis Inancio de Silva, de huidige president van Brazilië. De betrokkenheid van de gemeenscahppen uitte zich in de 'patorale commisie voor Arbeiders', die weer nauw verwant waren met de vakbondsoppositie. Er ontstonden rond industrieel Sâo Paulo in de jaren 1980 massale stakingen en de kerken fungeerden als vakbondkantoren, daar de politie de panden van de bonden had bezet. Maar de andere kant was, dat de linkse kerk in conflict kwam met de regering, maar ook het Vaticaan. In die tijd werden priesters gemarteld en vermoord, en een aantal buitenlandse priesters werden het land 'uitgegooid'.
     De kritiek van het Vaticaan was enorm en Dom Helder Camara, de rode bisschop van Recife, was de communist bij uitstek, de oproerkraaier. Maar ook de Franciscaner Leonardo Boff werd het zwijgen opgelegd, want hij was een beduidende theoreticus van de bevrijdingstheologie. De kerk benoemde conservatieve namaakheiligen tot bisschop, zij die het werk van de progressieve priesters teniet zouden doen. De duivel was los, de waarheid is geen suikerrietstengel, maar kan bitter zijn, bitter dan de bitterste limoen van het land.
     
    Langs een zijstraat van het Sé plein zit een Indiaanse vrouw met haar baby in de schoot, haar man pielt aan een kleine transistor radio, de weerspiegeling van de geschiedenis, de kastloze van hun stam, de Guarani, verdreven van hun grond. Zij die ooit werden gejaagd door de Bandeirantes, die vanuit Sâo Paulo op jacht gingen naar Indianenslaven, Indiaans goud. Zij die dachten dat vlees er is om vlees te dienen. Vele Indianen trokken later naar steden en leven hier nu als zwervers, hun kinderen meeslepend in de betonnen jungle, een toekomst opgenomen in het geheel van de grauwe massa. Maar voor mij zijn zij mooi, uitzonderlijk. Laat ik de Jezuïet van vandaag oproepen, jij, de criticus, de Christen, jij, die moest opkomen voor de Indiaan, jij, die de geschiedenis door ging als een mensenvriend, maar een dwang kreeg opgelegd van zijn superrieuren. Alles is beeldspraak en de ondergang en vooruitgang is vandaag nog zichtbaar in de stad aan de rivier Tiete.
     Maar wie waren die Bandeirantes? Bandieten, wetsdienaars, avonturiers? Laat ik u vertellen, het waren de 'niets te verliezen hebbers' van die tijd, zij die met georganiseerde expedities de binnenlanden introkken, gefixeerd op slavenhalen, goud zoeken, diamanten, plunderen en ontdekken. Ze gingen de bossen in, de wildernis, het onzekere gekoppeld aan het onbekende. Men noemde deze expedities 'bandeira's' en de mannen die gingen noemden men Bandeirantes, rovers die de gehele 17de eeuw op jacht gingen naar Indianenslaven of goud. Velen stierven, gedood door ziektes of vechtlustige stammen. De meereizende pater mocht af en toe de gesneuvelde mannen in de ongewijde grond stoppen. Toch de bandeira's bestonden niet alléén uit blanken, integendeel, zo werd de grote expeditie van 1628 vanuit Sâo Paulo bezet door 69 blanken, 900 mamalucos (afstammelingen van Indiaan en blanken) en 2.000 Indianen, dit alles onder leiding van Antonio Tavares, een flamboyant persoon.
     Ze staken de Tibagi rivier over en bouwden een omheining vlakbij een missiedorp van de juzuïeten, om daarna de paters te verdrijven en de zwervende Guarani Indianen gevangen te nemen. Doch de harde Bandereirantes lieten de dorpen van de Indianen vreemd genoeg met rust, terwijl de jezuïeten, als goede heiligen het woudlopers kamp van de Bandeirantes binnen gingen om daar de stervende te dopen. De paters hadden al van zich doen spreken als stichters van Sâo Paulo, en als eerbetoon een beeld geplaatst op het plein SÉ, het beeld van José de Anchieta, die samen met Manuël da Nobrega en hun zwartgerokte priesters in 1554 de basis legden voor de missiepost die ze 'Sâo Paulo de Piratininga' doopten, het begin van alles, wat nu is, en zal evolueren in die wereldstad.
    Dus de bandeirantes waren bandieten, maar er waren er ook, die onder ellendige omstandigheden met hele families de wildernis introkken, niet voor Indianenroof, goud of briljanten. Zij gingen voor een andere toekomst, het leven. Zij waren de pioniers van Brazilië, vergeleken met de wegbereiders die in Amerika naar het westen trokken.

    wordt vevolgd

    12-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    08-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SÂO PAULO - DEEL 2

    Onder het grote sculptuur van José de Anchieta, de stichter van de stad, ten minste zo is de overlevering, heeft zich een volumineuze zwerfster neergevleid, die met haar dikke kont rolt en scheldend woorden uit haar mond laat ontsnappen naar voorbijgangers, politie en naar zichzelf. Ze is één van de vele dolenden, die hier rond het kermisplein van Sâo Paulo rondhangen.
     Ik spreek met Zé, een schoenpoetser die ooit vertrok uit zijn geliefd Paraiba (deelstaat in het n-oosten), zijn hoge zetel staat klaar voor de volgende klant. Hij poetst voor twee real, een spotprijs zegt hij zelf, en ik dacht weer aan de kleine Nelson. Zé verdiend er genoeg mee om van te leven, al is het moeilijk met zijn vier kinderen. Hij woont al vijftien jaar in de stad, maar is nog steeds vol heimwee naar zijn geboorte grond, die hij sinds die tijd niet meer terug zag: 'De grote stad is hard en ongezond, maar je went eraan,' zegt hij. Ik laat hem mijn stoffige sandalen poetsen en hij is dankbaar en ik bedankt hem voor het gesprek.
     Recht voor me uit ligt de pompeuze kathedraal 'Metropolitana'. Een deel van het gebouw stamt uit de 18de eeuw. In 1954 is de kerk gemoderniseerd, waardoor zich een neo-gotische structuur vormde, toch de uitstraling is niets zeggend. Het is een enorm object met zo'n ruime inrichting dat de gelovigen zeker zouden kunnen zweven in de ruimte der liturgieën, en de boog van de Indiaan zou strak gespannen moeten staan, om de pijl het hemelgewelf te laten toucheren. Anderzijds kan het kluchtige van de kathedraal niet voorkomen, dat de heiligen de armoede en ellende van de wereld moeten erkennen, wetend dat het geen zin meer heeft als redders op te treden. Want de duivels zijn dansers op de psalmen der engelen, en troubadours bezingen niet meer de liefde, zij houden zich bezig met het vernielen van hun snareninstrument. Voor de gelovigen hebben de heiligen bezit genomen van hun ziel, zij, het volk zal zichzelf zalven en hun eigen leven bestieren, mits men geloofd in het mystieke der katholieke devotie en vele Brazilianen zijn hierin betrouwbaar. Doch in Sâo Paulo beleidt een derde van de mensen een ander geloof en is hierdoor de minst katholieke stad van Brazilië.
     Hier wonen een miljoen islamieten, deze zijn hoofdzakelijk van Libanese en Syrische afkomst. Er zijn meer dan 100.000 Joden en ook Japanners en andere Aziaten namen hun geloof mee, het Shintoïsme en Boeddhisme. Verder zijn er Duitsers, Russen, Armeniërs en mensen uit de Balkan, die allen hun eigen geloof meenvoerden, of zich vermengden in een kleurige doek van gedachten zoals dit alleen in Brazilië mogelijk schijnt. Het lijkt wel de vereninging van begrip en gemoed, het is een mengelmoes van geloven en semi geloven. Doch het ware is wat jezelf opwerpt, het enige dat telt, vóór en ná den dood. Als men tenminste geloofd, want de Atheïsten hebben ook hun stellingen. Anderen bekritiseren de richtingen van het geloof.
     Op het SÉ plein manifesteren zich evangelisten. Zij garanderen zich van een kring toehoorders, mensen die elkaar bemoedigend aanspreken om het gelijk van de donderpreek te bevestigen, de zedenpreek die via hún God en de hemel neerdaalt. Dit is wat de predikers zeggen, zij schreeuwen: weg met de drugs en alcohol, weg met de ontucht en verdere perverse aangelegenheden. Ik bekijk de evangelist en zijn metgezel, een mulat in een wit kostuum met stropdas, gelijkend op de ondergeschikte van de Boze, met de bijbel in zijn linker hand en zijn rechter wijsvinger gebiedend omhoog zoals een roede. Hij omarmt een arme nietswetende zondaar, een man uit het noordoosten, met trieste ogen, die de barre tijden van zijn geboorteland nog meedraagt. Hij is de uitverkorene. De animatorprofeet laat hem denken dat hij in het paradijs zal belanden. En waarom ík maar denken dat alles een cultuurverschijnsel is, neen! Deze nepprofeten zijn gezonden en léven van dit toneel. De mensen zien het en beoordelen zij het gemoedelijk? Neen, zij worden 'verplicht tot', de mensen worden gemanipuleerd, hun ziel heeft iets te winnen, althans dit is wat zij denken. Maar wie geeft hun water en brood? Wie voedt de hongerige maagjes in de droge binnenlanden of in de armste sloppenwijken der steden? Wie?
     Vaak zijn het de kleine geloofsgemeenschappen die nog wél hulp bieden, door aandacht op het persoonlijke te richten, anderen verzuipen in het groteske van hun steriele instituut. Het geloof is een zodanig vraagstuk in Brazilië, dat mensen aan het debatteren zet. Zij vergeten, dat ze maar een onderdeel zijn van de macht, van sektes, die het hof van Eden vegeven als zoete pannenkoeken, misbruik makend van de arme zielen. De predikers voeren een gebarenspel op terwijl een man in een alledaags kostuum, met loshangende stropdas en met zijn rechtervuist dreigend omhoog gestoken over het plein marcheert. Hij waarschuwt de mensen voor de duivel en zijn macht, hij is weer een ander type prediker, de eenzame moralist. En is het niet waar dat Karl Marx's: "Die religion... ist das Opium des Volkes" een vermaard doctrine blijkt?

    wordt vervolgd...

    08-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WOESTENIJ VAN SÂO PAULO DEEL1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Vier uur in de middag. Als ik aan het einde van de Avenida Liberdade kom, zie ik Nelson, een kleine jongen van elf jaar huilend tegen een muur zitten. Beroofd van zijn geld, vijftien reais (4.50 Euro). Nelson is schoenpoetser, die om zijn familie te steunen, door het centrum zeult met een kistje , waar hij op zitten kan en zijn materiaal in heeft: enkele doosjes schoensmeer, poetslappen en borstels. Hij vraagt één real, een schamel tarief. Nu draagt hij de last van de betonnen stad, het verdriet. Ik vraag hem naar de dief: 'Twee jongens op mountainbikes,' zegt hij droevig en verward.
     Het geld dat ik hem geef troost hem enigzins, meer een verlichting van het financiële, zijn ziel heeft namelijk en ander gevoel. Dit is het verval van de grote stad, de betonwoestijn waar het iedere dag voor velen een vuurzee is. Hij veegt zijn laatste traan weg en kijkt mij schuw aan, en mensen die langskomen kijken óns aan, want ik voel hun ogen prikken in mijn rug, zoals het rapier van een zeerover.
     Nelson is één van de vele actieve ondernemers, vele anderen zijn autoruitenwassers of snoepverkopers, die bij stoplichten automobilisten proberen over te halen iets te kopen en op deze manier geld bij elkaar te krijgen. Ook is er een acrobaat op een stuntfiets, die jonglerend met ballen als een soort paljas optreedt en zorgt, dat hij geld int vóór het licht op groen springt.
     Hij lacht met zijn geschminkt gezicht en had artistiek gezien beter verdiend. Uit menselijk oogpunt is de man, die in een oud invalide wagentje tussen de auto's door manouvreert net zozeer een artiest, anderzijds een muskiet in een bedriegelijk web, het labyrint der stikkende auto's.
    Niet ver van Nelson's tranen, op het Praça (plein) Joâo Mendes, zie ik de jongedames tegen muren hangen, buurthoertjes, blank, halfbloeden en negrinnetjes, sommigen knauwend op kaugum. Hun prijs is tussen de vijftig en vijfenzeventig reais, zijn beeldig als dagvlinders en slank als en sierlijk als zeepaardjes, met provoceerende borsten, korte rokjes en een gulzige verleidelijke lach, en ik zet het op mijn notenbalk.
     Om de hoek ligt de 'pastelaria', die wordt uitgebaat door Koreanen, waar ik een 'pastel palmito' (in olie gebakken deegbroodje met palmhart) bestel en een fles koud bier om mijn dorst te lessen. Een blonde vrouw van in rond de vijftig, die naast mij zit, eet háár broodje, drink met genot haar bier en trekt aan een sigaret als bevindt ze zich in en nachtclub op een andere planeet. Mannen spelen op gokkasten of staren voor zich uit, vrouwen lopen in en uit voor sigaretten en suikerrietstengels persen zich door het elektrische molentje, waarna het vocht uit de trechter vloeit, het sap van de zoete stengel door engelen gegeven.
     Ik betaal en slenter naar onder de straat uit en kom op het Praça de Sé. Het plein is uitgegroeid  tot een waar pandemonium, een schouwspel van kwelende eufemistische geloofspredikers, straatverkopers, zingende mannen uit het noordoosten van het land die de muziek van Luiz Gonzaga (overleden forró zanger) aanbidden,waterijsverkopers, een kapper die ook baarden scheert als stond hij in een gedistingeerde zaak in Parijs, zich niets aantrekkend van het tumult om hem heen, schoenpoetsers en mensen met houten borden op hun lijf gebonden, die vermelden waar goud te kopen en verkopen valt. In het midden van het plein bevindt zich een politiepost, van waaruit men stieken alles gaande slaat. Het zijn gluiperige mannen in blauwgrijze pakken en zware zwarte laarzen, en revolvers in de holster, niet ziende wat ze moeten zien en hard optredend tegen de straatkinderen, die uit noodzaak pikken van de passant. Hard optreden betekent: slaag, verbrandingen en transporten naar jeugdinrichtingen. Velen huilen, anderen zijn sterk en ontsnappen uit de handen van de regeringsbeulen.
    En God? Ziet toe.
     

    wordt vervolgd...
     

    07-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    05-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WOESTENIJ VAN SÂO PAULO - PROLOOG
    IN DE VOLGENDE DELEN VAN HET BLOG ZAL IK VERHALEN OVER EEN VAN MIJN BEZOEKEN AAN HET METROPOOL SÂO PAULO, DE STAD VAN UITERSTEN, HET FINANCIËLE HART VAN BRAZILIË.
    DIT RELAAS BRACHT IK 2004 IN EIGEN BEHEER (BRAWABOOKS) UIT IN A-4 VORM EN IS EEN PERSOONLIJKE KIJK OP HET MAATSCHAPPELIJK EN MENSELIJK LEVEN VAN DE STAD.
    luchtfoto downtown Sâo Paulo   archief onb.



    pentekening van ALFREDO AQUINO, later zal ik meerdere schetsen laten volgen van deze bizarre tekenaar, die tekeningen maakte voor één van de uitgaven van Brazilië bekenste boek 'os Sertôes' van EUCLIDES DA CUNHA
    onderstaande tekening strekt met mijn filosofie omtrent Sâo Paulo

    05-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    02-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BEGAAFD - Machado de Assis deel 2

    De eigenaar aarzelde, maakte tegenwerpingen, probeerde op de lange baan te schuiven, maar aanvaarde ten slotte het schilderij, op voorwaarde dat hij het niet langer dan drie dagen ten toon zou stellen. Joâo Maria stelde daarop, in ruil, een andere voorwaarde: dat het schilderij voorzien zou worden van een kaartje met zijn naam, en de vermelding van het feit dat hij niets wist. De eerste avond, nadat het schilderij was geaccepteerd, was als de avond voor een huwelijk. De volgende ochtend, meteen na het ontbijt, haastte hij zich naar de Rua deo Ouvidor, om te zien of er al veel mensen stonden te kijken. Op dat moment was er niemand; hij liep de straat op en neer, bleef voor de deur drentelen, kijken, tot hij uiteindelijk naar binnen ging en bij de winkelbediende informeerde.
     'Zijn er veel mensen geweest?'
     'Een paar.'
     'En kijken ze? Zeggen ze wat?'
    'Kijken doen ze. Of ze ook iets zeggen, daar heb ik niet zo op gelet; maar ze kijken wel.'
    'Aandachtig?'
    'Ja, ze kijken wel aandachtig.'
    Joâo Maria boog zich naar het kaartje, en zei de winkelbediende dat de letters groter hadden moeten zijn; vanaf de straat was het onleesbaar. En hij ging naar buiten, om te zien of hij het lezen kon; hij concludeerde van niet, de letters hadden groter moeten zijn. Ookde lichtval leek hem niet goed. Het schilderij zou dichter bij de deur moeten staan; hier echter wierp de winkelbediende tegen dat hij zich moest houden aan de orders van zijn baas. Op dat moment kwam een wat oudere heer binnen, die recht op het schilderij afliep. Joâo Maria's hart bonste zó dat het bijna uit zijn borst sprong. De bezoeker bleef enkele ogenblikken staan, bekeek het schilderij, las het kaartje, bekeek het schilderij opnieuw, en verliet de zaak. Joâo Maria had niets op zijn gezicht kunnen lezen. Er kwam nog een bezoeker, er kwamen meerdere klanten, sommigen op andere redenen, en die keken slechts in het voorbijgaan naar het schilderij, anderen werden juist daardoor aangetrokken; er waren ook die meteen terugdeinsden, als in verlegenheid. En de arme jongen las niets, maar dan ook niets, op de onaangedane gezichten.
     Tot dit onderwerp, de Heilige Maagd, keerde hij herhaalde malen terug. Het doek waaraan hij nu de laatste hand legt is het zesde of zevende. De andere heeft hij meteen weggegeven; een paar heeft hij zelfs ten toon gesteld, zonder méér resultaat dan de eerste keer, want de kranten schreven er niet over. Joâo Maria kon dergelijk stilzwijgen niet anders uitleggen dan als geïntrigeer van een vroeger vriendje van een meisje waarmee hij op het punt stond te trouwen.
     Niets, geen regel, geen enkel woord. Ook de winkel in de Rua do Ouvidor, waar hij zijn schilderijen mocht ten toon stellen, weigerde op zekere dag daarmee door te gaan; hij ging naar een andere zaak, in de Rua do Hospício, toen naar een in de Rua da Imperatriz, en een op het Rocio Pequeno; uiteindelijk stelde hij helemaal niets meer ten toon. En zo werd de kring van zijn ambities steeds nauwer, steeds nauwer, om zich uiteindelijk te beperken tot familieleden en kennissen.Op zijn trouwdag bedekte hij de muren van de salon met zijn werken, en verbond aldus de twee grote doelstellingen die bezighielden in het leven. En inderdaad, de mening van de genodigden was dat hij 'een heel begaafde jongeman' was. Maar ook die horizon werd enger: de tijd ontrukte hem een antal familieleden en vrienden, sommige door de dood, andere door het leven zelf, en Joâo Maria's kunst zakte steeds verder weg in de schaduw.
     En daar zit hij nu tegenover zijn eeuwige Maagd; hij retoucheert de engeltjes wat, en de mantel. Het doek staat dicht bij de deur. Joâo Maria's vrouw is zojuist naar buiten gekomen, met hun zoontje; ze brengt de jongen naar een homeopatisch consulatiebereau, waar hij gratis medicijnen krijgt voor een paar wonden op zijn hoofd. Ze zegt wat tegen haar man, terwijl deze een penseelstreek op het doek aanbrengt.
    'Heb je gehoord wat ik zei, Joâo Maria?'
    'Wat?' vraagt hij afwezig, zijn hoofd naar achter buigend om het effect te beoordelen.
    'De pan staat op het vuur; ga jij straks even kijken.'
    Joâo Maria zegt 'ja', maar waarschijnlijk heeft hij nauwelijks geluisterd.
     Terwijl hun zoon praat met de vier buurjongentjes die in de deuropening naar het schilderij staan te kijken, schikt de vrouw haar halsdoek. Haar gelaatstrekken tonen de sporen van veel werk en weinig eten; ze is mager en vermoeid. Ze draagt haar jurk van zwarte serge, haar uitgaansjurk, de enige die ze heeft, reeds vergeeld aan de mouwen en versleten bij de zoom. Haar stoffen schoenen hebben scheefgelopen zoolranden. Ze schikt haar halsdoek, geeft haar kind de hand, en daar gaat ze naar het consultatiebureau. Joâo Maria bijft schilderen; de jongentjes kijken stomverwonderd toe.
     Letten wij eens goed op hem. Het zonlicht vult nu de steeg; de lucht is zuiver en het licht schitterend. De moeder van een van de kleintjes, die een eindje verderop woont, roept uit het raam dat hij thuis moet komen, niet te lang in de zon moet staan.
     'Ik kom zo, mama! Even kijken!' En hij blijft kijken, naar het werk en van de maker. Hij gaat op de drempel zitten, de anderen gaan ook zitten, en allen blijven ze met open mond toekijken. Van tijd tot tijd zeggen ze elkaar iets in het oor, een opmerking, een vraag, welke van de engeltjes het Kindje Jezus is, of wat dat licht betekent onder de voeten van de Heilige Maagd, of alleen maar een kinderlijke uiting van bijval; maar dat alles gefluisterd, om niet de inspiratie van de kunstenaar te verstoren.
     Ze praten ook over hem, maar minder, want de schepper van zo mooie en nieuwe dingen boezemt hun een bewondering in die vermengd is met verering, misschien moet ik wel zeggen met angst- in elk geval een groot gevoel van minderwaardigheid. Hij, de eeuwige Joâo Maria, wendt het gezicht niet naar de kleintjes, doet of hij ze niet ziet, maar hij voelt hun aanwezigheid, hij bespeurt hun bewondering en geniet ervan.
     Een enkel woord, dat af en toe zijn oor bereikt, doet hem goed, veel goed. Hij laat het palet niet los. Wanneer hij zijn penseel niet over het doek beweegt, blijft hij stil zitten, buigt zijn hoofd naar achteren, bekijkt zijn werk een beetje van links, een beetje van rechts, met een geheimzinnige uitdrukking in zijn gespannen blik, voor de ogen van de verblufte jongetjes; dan bevochtigd hij de punt van het penseel in de verf, corrigeert een gelaatstrek of verlevend een kleur.
     De pan op het vuur is hij  vergeten, evenals zijn zieke zoon, die meeloopt met zijn moeder. Hij is dáár, met zijn hele wezen. Zonder nog iets te verlevendigen of te corrigeren te hebben, verlevendigt en corrigeert hij opnieuw, brengt verf op verf aan, wist uit en vult weer in, maakt hier een schouder wat ronder, of daar de stralen van een ster wat langer. Hij onderbreekt zijn werk om achterover te buigen en het te bekijken, hoofd rechts, hoofd links, hij trekt steeds vaker geheizinnige gezichten en laat ze steeds langer duren, tot steeds groter verbazing van het publiek. Want dit is de laatste, de allerlaatste horizon van zijn ambities: een steeg en vier jongetjes.

    (6.9.1885)


     

    02-08-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/10-13/10 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 14/05-20/05 1979

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


  • INSIDE BRAZIL a broader view of Brazil

  • Gastenboek/Livro da visita
  • Al onze geliefde herdenken
  • Goedemorgen
  • Wens u nog een fijne dag
  • Goedemorgen
  • Wens u nog een fijn weekend

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek ------ Mensagem em baixo


  • DEVROLIJKEBLOGGERS

  • Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • BUS-OVERVAL IN DE GOIAS NACHT slot van reisverslag Xavantes via noordoosten
  • ARAGUAINA en de CARAJA INDIANEN
  • SETE CIDADES deel 6
  • SETE CIDADES -----DEEL 5
  • historie-SETE CIDADES deel 4
  • SETE CIDADES deel 3
  • DE GEHEIMEN VAN DE '7 STEDEN' DEEL 2 HISTORIE
  • reisimpressie '97/'98: DE GEHEIMEN VAN DE 'ZEVEN STEDEN' - DEEL 1 PIRIPIRI, PIAUI, NOORDOOST BRAZIL
  • PADRE CICERO
  • MOSSORO
  • OP WEG NAAR MOSSORO, RIO GRANDE DO NORTE
  • OP WEG NAAR NATAL
  • CANGUARETAMA, RIO GRANDE DO NORTE deel 2
  • CANGUARETAMA, RIO GRANDE DO NORTE
  • JOÂO PESSOA EN CAMPINA GRANDE PART 2
  • JOÂO PESSOA EN CAMPINA GRANDE
  • SALVADOR DEEL 3
  • SALVADOR: SLAVERNIJ - impressie
  • SALVADOR - Wat zijn ex-voto's?
  • Beelden van 'Lavagem do Bonfim'
  • SALVADOR: -LAVAGEM DE BOMFIM- 1
  • SALVADOR, Cidade Alta 2
  • SALVADOR deel 2: de bovenstad -Cidade Alta-
  • SALVADOR Geschiedenis/ deel 2
  • NOORDOOSTEN VAN BRAZIL DEEL 2: SALVADOR-1/geschiedenis
  • OP WEG NAAR HET NOORDOOSTEN VAN BRAZIL‹ Deel 1: ILHEUS, BAHIA 1998
  • Chico Mendes werd 31 jaar geleden vermoord en inspireert de strijd tegen de agribusiness in Acre
  • God
  • In Rio vergelijkt ex-president Lula de regering Bolsonaro met Duits nazisme
  • Idioterie van een zogenaamde president
  • Instorting der gezondheidzorg in Rio
  • Waterloos
  • Fatale ontbossing Amazonia
  • Help-Ons!
  • Ribeirinhos Amazonia
  • ziekbeeld
  • amazonas lamenteerd
  • Gij gelooft het of niet
  • enawene nawe Indians
  • Itaborai, RJ bar music
  • Vier Guajajara Indianen vermoord in Maranhão in minder dan twee maanden
  • nogmaals een idioot
  • xavante indios audio opname/foto's
  • Indianen neergeschoten langs de weg
  • brand in Pantanal van Mato Grosso do sul
  • Guajajara-leider gedood in hinderlaag van houthakkers tegen inheemse bevolking in Maranhão
  • OBRIGADO
  • Er zijn geen herinneringen of invloeden in de as van de Amazone.
  • Kalunga een volk in het noordoosten van Goias - historie
  • Illegale houthakkers blijven Amazon vernietigen en kolonisten bedreigen
  • VIKING STEEN NItEROI, RJ
  • olietragedie aan de noordoostkust van Brazilië
  • Genaamd
  • Explortatie en sexueel misbruik van kinderen en jongeren op ilha do Marajó
  • Brazil highways drive Amazon development -- and destruction amazon
  • censuur door de regering
  • HUMAN RIGHTS Report of resistance: inheritance of the military dictatorship in the slums of Rio de Janeiro
  • olie ramp vervuild zee en stranden
  • Inheemse gezondheid is een bedreigde verovering
  • Tot heden 20 kinderen neergeshoten in Groot-Rio
  • Eerste Braziliaanse heilige non, Sr. Dulce wijdde haar leven aan de arbeidersklasse
  • evangelische kerken in het Amazonegebied, katholieke bezorgd.
  • De meerderheid van de Brazilianen verdedigt de bescherming van bossen waar geïsoleerde Indianen wonen
  • Noordoostkustolie bedreigt 600 babyschildpadden
  • Boek toont het gezicht van Paulo Freire als manager
  • Paus opent bijeenkomst in Rome betreffende Amazonas en zegt dat vuur ontstoken werd door belangen die vernietigen
  • Mensen willen bedrogen worden 5 oktober 2019 | brazilienieuws
  • cacique Raoni genomineerd voor lid van de grootste milieubeschermingsorganisatie ter wereld
  • Para os leitors Brasileiros - POEMA DE UM VIAGANTE
  • uitspraak van een idioot
  • De opkomst van ellende in Brazilië
  • amazonas blues
  • onca parda aangereden doch vlucht het bos in
  • Het land dat zich niet wil bewapenen (bron Brazil Nieuws)
  • 55 moorden in gevangenissen in manaus, amazonas
  • Barão de Cocais: een tikkende tijdbom
  • Kabinet van de Portugese letteren in Rio De Janeiro - dec. 2010
  • Kaiapo - painting
  • CONDOOMFABRIEK, AMAZONAS /herh. 2008
  • Inheemse Araweté, tijdens een bijeenkomst in het conferentiecentrum van Altamira in Para Amazonas
  • BOEK WAYN PIETERS - SURUCUCU (Amazonas roman)
  • Een van de vele gevechten tegen milieu vervuiling.... Amazonia
  • COLUMN: 'AVONDWANDELING IN 4 MONOLOGEN' WAYN 2000
  • Uitgelicht De groene favela - De achterkant van de mooie plaatjes van het Amazonegebied
  • ZIGEUNERS VAN BRAZILIË door Atico Vilas-Boas da Mota (vertaling/bewerking uit Engels door Wayn)
  • DE ZIGEUNERS (Kort verhaal door Wayn Pieters) 1998
  • HET LAND VAN DE ABACAXI - kort verhaal door Wayn Pieters van Rijsselt
  • Het vuile spel van verkiezingen.... en het volk? mijn dank aan BRAZIL NIEUWS©
  • Wie gaat Brazil Redden? GOD?
  • audioBook Grotten der oudheid, Lagoa Santa, MG, Brazil
  • Brand verwoest nationaal museum in Rio
  • Venezolaanse vluchtelingen aangevallen in Roirama
  • Gevaarlijke Politiek in Brazil
  • EERSTE CONTACT MET DE TXUCARRAMÃE DOOR DE BROERS VILLAS BOAS
  • kleine partij PSTU wil revolutie in verkiezing
  • Inheemse mensen rapporteren en verzetten zich tegen 'officiële' gegevens over de impact van Belo Monte dam
  • 63.880 gewelddadige moorden per jaar
  • archeologische ontdekkingen in Amazonas
  • Indiaan van het Hol /the last of a tribe
  • Enawene Nawe Indianen, Mato Grosso, Brazil / Video
  • Crimi in Rio
  • De tragedie van Araguiaia / boek Vlinders en Weerwolven
  • Het bloedbad van Eldorado do Carajás (herrinering) 1996
  • gelycht in Borba, Amazonia - Barbaarsheid
  • moord op journalist Vladimir Herzog 1975
  • In Minas Gerais, arbeiders van ''sem-terra'' bezetten fazenda van kapitalist
  • burgemeester contra quilombo and capoeira in Rio
  • JURUJUBA - Niteroi, RJ
  • Krokodillenvlees in de supermarkt in Amazonas
  • ONTBOSSING
  • Onrecht WK! - brood en spelen ! De idioterie van het ''voetbaltoneel'' heeft aanvang genomen. En het volk?
  • Klimaatcrisis SP kust
  • vandalisme in São Gonçalo, Rio de J
  • opgenomen voor Amnesty in Brasil
  • Militaire troepen op pad rond favelas in west zone van Rio
  • Op zoek naar drugs en wapens in communiteiten in west Rio
  • The number of violent deaths in Brazil corresponds to thirty times that of Europe for the same period.
  • Guanabara baai bij Niteroi - Rio
  • The aftertaste of Whiskey
  • MET DE NA-SMAAK VAN WHISKEY ========Column door Wayn
  • drughandelsuitbreiding ''rode commando'' Niteroi
  • Het volk zal (wederom) lijden
  • Rondonia
  • Oprotten Temer! Een Gevaarlijke Idioot.
  • Wie is de winnaar van dit conflict? Brasil in crisis.
  • Sâo Gonçalo, RJ
  • Zeer schadelijk voor mens en milieu – de soja-import uit Brazilië
  • Eldorado dos Carajás (onbestrafte moorden)
  • Munduruku-indianen demonstreren in Brasilia
  • LAMPIÂO PART 2
  • LAMPIÃO, BANDIET OF WELDOENER part 1
  • Rio de Janeiro -column van Wayn
  • Indian day Brazil 19 april
  • Twintig doden bij uitbraakpoging Braziliaanse gevangenis
  • Met Lula in gevangenis zakt Brazilië verder weg in een diep ravijn van zwakke democratische instituties
  • Lula de bak in... militaire leiders liggen op de loer
  • COMMUNISTISCH GETINDE GAZET VAN BRAZIL
  • verkapte samenleving
  • JHONATAN and STORYTELLER
  • No wisecrack - Rio de Janeiro/Amazonas by Latuff © music by Ramblin Wayn ©
  • Rio full moon
  • Enawene Nawe Indians Mato Grosso, Brazil
  • xingu indian dance brasil
  • langs de Avenida Brasil Rio de Janeiro video
  • Twee slangen gevangen in Rio
  • Aposentado com câncer não consegue se tratar em hospital público Nem com laudo a internação é aceita
  • violence in Rio de Janeiro
  • laffe daad in Rio, overval, man gedood 5 jarig zoontje getuige
  • Oorlog in Rio
  • Braziliaanse politicus Marielle Franco op straat vermoord
  • giftige modder
  • amazonas
  • botafogo, rio
  • OPSTAND IN bRAZIL
  • RIO BRANCO deel 15 slot
  • RIO BRANCO deel 15 'AYAHUASCA'
  • RIO BRANCO deel 14 Het zwoegen der Rubbertapper
  • RIO BRANCO deel 13
  • CHICO MENDES 5 - COLUMN VAN WAYN: HOUDING VAN DE KERK
  • CHICO MENDES deel 4
  • CHICO MENDES deel 3
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel12 - Het verhaal van CHICO MENDES deel 2
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel11 - Het verhaal van CHICO MENDES
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 9
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 10
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 8
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 7
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 6
  • ...naar RIO BRANCO, ACRE deel 5
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 4
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 3
  • ...naar RIO BRANCO, ACRE deel 2
  • VIA CUIABÁ, CÁCERES, PORTO VELHO NAAR RIO BRANCO, ACRE
  • protest tegen hervormingen sociale zekerheid
  • voorpagina krant 'Sâo Gonçalo' nabij Rio
  • Deze President, Temer, Doet Brazil Bloeden
  • militair-fascistische coup NU 53 JAAR GELEDEN: gevangenis voor de folteraars!
  • Lagoa Santa grotten (audioBook)
  • GEZONDHEIDS EXPEDITIE VOERT OPERATIES UIT IN AMAZONAS
  • Nieuwe bedreiging voor de Xingu natuur en mens
  • Doden door politiestaking in Braziliaanse grootstad Vitória
  • Bijna 3.000 kinderen verstoken van school door vuurgevecht in favela
  • straatkinderen Brazilië
  • op straat leven
  • REBELLIE GEVANGENISSEN
  • Guarani Kaiowá Indianen - Zonder traditionele land en kinderen sterven door honger
  • begraven in ondiepe kuilen in Manaus
  • 10 doden in gevangenis in de staat Rio Grande do Norte
  • The Truth - videos channel -youtube WAYN
  • strijdt tussen broeders
  • de naakte berg van Pará
  • diamantmijn beroofd
  • 33 gevangenen gedood door vergelding in Roirama
  • 56 personen werden vermoord tijdens opstand in gevangenis te Manaus in Amazonas
  • HERINNER CHICO MENDES (remember Chico) 1944-1988
  • De corrupte president Temer bereidt coup tegen de afbakening van inheems land
  • xavante indios
  • The Truth - Brazil videos channel -youtube
  • PROTESTEN tegen bezuiniging
  • gevecht tegen illegale houtkappers in Amazonia

    Bij de inhoud zijn alleen de laatste 200 items weergegeven, mocht u zoeken naar onderwerp doe dit via 'zoeken in blog' op de linkerbalk.
    Het 14-delig verslag van mijn bezoek aan de Xavante stam  kunt u opzoeken IN DE LINKER zoek BALK
    Berichten die niet getoond worden zijn bereikbaar via het archief via de pijltjes onder aan het blog

    storyteller

    Brasil links
  • brazilie.favorietje.nl
  • reisverhalen-zuidamerika.2link.be

  • brazilie.jouwpagina.nl

  • Willekeurig SeniorenNet Blogs
    nida1952
    blog.seniorennet.be/nida195
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    mindervaliden
    blog.seniorennet.be/minderv
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    moekeontour
    blog.seniorennet.be/moekeon

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!