Hello evrybody,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1976
Terwijl ik elke dag met veel plezier ging werken, had ik de school uit mijn gedachten verbannen.
Ik had zelfs medelijden als ik de anderen met hun boekentas zag vertrekken.
Het was van bij mij maar een paar meters lopen naar mijn werkgever, maar zelfs tijdens de middagpauze bleef ik op het werk.
Ik moest wel een deel van mijn wedde afgeven, maar een ander deel kreeg ik in handen en dat werd besteed op de schaatsbaan.
Mits ik savonds geen huiswerk meer had ging ik ook tijdens de week schaatsen.
Meestal was dit op dinsdag en donderdagavond.
Daar kwamen dan ook nog eens verschillende beurten op zaterdag en zondag bij.
Door de vele uren die ik op het ijs doorbracht werd niet alleen mijn techniek beter maar ook mijn fysiek.
Ik begon te beseffen dat je over het ijs moest kunnen zweven zonder teveel inspanning te doen.
De ijsbaan was niet alleen een ontmoetingsplaats geworden, maar ook een plaats waar ik mij kon uitleven. Het schaatsen was een verslaving geworden. Thuis werd er niet veel gepraat, maar op de ijsbaan kon dat wel met de vrienden.
Er werd niet alleen geschaatst, er werd ook heel wat afgelachen.
Maar tussen dit alles ging mijn interesse vooral naar de verbetering van mijn schaatsniveau.
Velen kwamen tijdens de publieke beurten schaatsen, en draaiden rondjes.
Maar ik probeerde allerlei kunsten, ik werkte aan mijn houding om mijn snelheid te verbeteren.
Ik probeerde na te doen wat ik andere schaatsers zag doen, of wat ik op tv te zien kreeg.
Tijdens het weekend ging ik naar de ijshockeywedstrijden kijken in Vorst, en daar droomde ik van ooit een ijshockeypak te dragen.
Het schaatsen bleek veel meer te bieden dan wat ik van die sport kende.
Mijn vrienden werden door hun ouders vaak tot aan de ijsbaan gebracht of afgehaald.
Maar mijn ouders zouden hun hier niet laten zien.
Hoewel ik zeker weet dat mijn moeder mijn kunsten wel zou willen zien hebben.
Ik had in mijn prille leven nog niet veel bewezen, maar dat was blijkbaar aan het veranderen.
Ik deed dolgraag mijn werk, en ook in de sport ging ik met rasse schreden voorwaarts.
Het was op de ijsvloer telkens onze grenzen verleggen, maar na een zekere tijd moet je zelf op zoek naar verandering.
Er waren in België verschillende ijsbanen, en misschien was het wel eens tijd om op verkenning te gaan naar andere oorden.
Met vrienden gingen we eens horen welke ijsbanen makkelijk te bereiken waren met de trein, en na overleg zou onze eerste uitstap de ijsbaan van Brugge worden.
Met een vijftal personen die de toelating van hun ouders hadden gekregen, stapten we op de tram om naar het zuidstation te rijden.
Daar kochten we de tickets en nerveus stonden we op de trein te wachten met onze schaatsen in de hand.
Het was overleggen wat we gingen ten toon geven, hoeveel beurten we konden schaatsen.
Het was een waar avontuur!
Zonder ouders op stap gaan, de vrije wereld in!
Het avontuur lag aan onze voeten.
Van het station in Brugge was het nog even stappen tot aan de ijsbaan.
Toen we aankwamen gingen we naar de cafetaria waar we een goed zicht hadden op het ijs die er nog maagdelijk bij lag.
Ik kreeg rillingen over mijne rug!
Nee nee, niet van de kou maar van de zenuwen.
Vragen spookten door mijn hoofd.
Hoe goed of slecht zouden de mensen hier schaatsen?
Zouden de opzichters streng zijn en de kunsten of snelheid wel toelaten tijdens publieke beurten?
Misschien zouden we hier wel in schaamte vallen?
Toen het bijna tijd was, gingen we aanschuiven in een lange rij voor de kassa.
Na te hebben betaald gingen we een plaatsje zoeken in de kleedkamers, waar we rondkeken om te zien wie zijn eigen schaatsen had.
De deuren gingen open, en terwijl we wel gewoon waren van vele uren op het ijs door te brengen, toch was het iets anders. Een andere locatie, andere mensen!
Het was een publieke beurt, en toch was ze voor ons anders.
We slingerden ons tussen de massa, en hielden de personen in het oog die hier hun beste beentje voor zetten.
Het schaatsen werd in feite een competitie onder de plaatselijke schaatsers en de indringers die we warenJ)
We schaatsten die dag verschillende beurten, en het was avond toen we terug naar het station stapten. We konden niet zwijgen over ons avontuur. Het was zeker voor herhaling vatbaar, en Brugge zou één van de ijsbanen worden waar we ons regelmatig zouden laten zien.
Ondertussen was mijn werk ook duchtig veranderd. Het was gedaan met borstelen en vegen in het magazijn.
Ik bestelde de klanten en monteerde de lusters en andere soorten verlichting.
Ik kreeg zelfs de verantwoordelijkheid op mijn jeugdige leeftijd om het magazijn te reorganiseren.
Het was een voorstel die van de grote baas kwam, maar mijn collegas waren er niet mee gediend. Ik liep ze blijkbaar voor de voeten, want ze werkten er al vele jaren en hadden geen nood aan verandering. Anderzijds dierf ik dan ook mijnen baas niet teleurstellen en had maar ja gezegd. Tijdens die periode vond den baas het beter dat er bij mijn ouders een sleutel van het bedrijf bleef liggen. Je kon maar nooit weten dat er iets gebeurde. Mits ik er werkte en de zaak kende, kon ik met de sleutel dan ook naar binnen moest er iets zijn.
Maar als ik niet op de ijsbaan was, ging ik mij vlug vervelen. Ik was geen uitgaander, en dancings waren aan mij niet besteed. Ik hield wel van op restaurant te gaan. Toen we met de vrienden waren kon ik als 16 jarige een restaurant binnen stappen om te gaan tafelen.
Ja, het was iets anders dan in een dancing of danstent het zweet van onder je oksels te dansen, maar dat lag mij niet. Tijdens de werkuren had ik geen tijd om het magazijn te reorganiseren. Alles diende per nummer in de schappen gezet te worden, en alles moest geteld en opgeschreven worden.
Op een zaterdag toen de zaak gesloten werd, ging ik naar huis. Toen iedereen het bedrijf verlaten had, keerde ik terug met de sleutel en sloot me op in het magazijn. Ik begon te werken dat de stukken eraf vlogen, en tegen de zondagavond was er heel wat werk verzet. Toen ze de maandag op het werk kwamen, vroegen mijn collegas of ik zot geworden was.
De bazin had er een andere mening over, en complimenteerde mij. Ze vroeg met hoeveel man we hieraan hadden gewerkt. Maar ik moest wel zeggen dat ik het alleen gedaan had.
Een paar maand later werden we in het bureel geroepen, waar de grote baas van Antwerpen kwam om een mededeling te doen.
Er deden de wildste verhalen de ronde.
Sommigen spraken dat het bedrijf zou gesloten worden! De dag zelf zaten we allemaal stil in het bureel, en de grote baas deed zijn relaas. Er was een nieuwe toonzaal met magazijn gebouwd in Drogenbos.
En een deel van het personeel zou ontslagen worden, en een ander deel mee verhuizen naar de nieuwe locatie.
Ik moest mij niet teveel illusies maken, want ik was de jongste in dienst.
De grote baas had niet de gewoonte om rond de pot te draaien.
Hij zou de papieren wel opsturen, maar hij wou ons ook niet in het ongewisse laten. Hij ging de namen afroepen van deze die bleven en deze die ontslagen waren.
Ik kan u vertellen dat dit niet alleen een raar maar ook triestige ervaring is.
De kassierster mocht blijven, wat normaal was want er was er maar éénJ))
Bij het personeel van de toonzaal werd de helft ontslagen.
Ik ga nooit zijn woorden vergeten toen hij over het magazijn begon.
-Voor het magazijn kan ik maar twee personen houden!
En dat zijn de chef magazijnier en Erwin.
Hij deed zijn papieren toe, wenste ons nog het beste en vertrok.
Zijn dochter die bazin was bij ons vond het ook een moeilijk ogenblik.
Er liepen heel wat tranen over de wangen, en er ontstond onbegrip en ruzie.
Deze die mochten blijven konden hun geluk niet op, en de anderen stonden er verslagen bij.
Ik had mij al voorbereid om thuis het slechte nieuws aan te kondigen, maar als jongste werd ik niet aan de deur gezet.
Dat terwijl een persoon wel zijn pakken kon nemen met 20j dienst.
Ik verstond het allemaal niet, en thuis werd er ook wel over gepraat. Maar mijne pa zei dat ik mij dat allemaal niet moest aantrekken, en dat ik mijn werk moest blijven doen want dat da mijn beloning was.
De maanden dat we nog samen moesten werken waren zeer moeilijk. De ontslagenen wilden niks meer doen, en veel werk kwam op mijn schouders terecht.
Maar ik zat er niet mee in, en deed wat ik moest doen.
Enige tijd later, verhuisden we naar onze nieuwe toonzaal en magazijn.
Modern en in de kleuren van het bedrijf!
Ik kon gewoon mijn leven verder zetten, en leven tussen werk en schaatsvloer. Groetjes chauffeurke
|