Hello evrybody,
Het was deze namiddag plots gestopt met regenen, en ik dacht zo bij mezelf," allé chauffeurke ga eens wandelen in plaats van ne ganse dag voor uwe pc te zitten". Ppfffffffffffff allé ik moest dan maar mijn wandelschoenen aantrekken en mijn moed samen rapen. Ja, 't is altijd als ik geen goesting heb dat er mij zo van die goede gedachten te binnen schieten. Maar in feite zat ik zo te denken dat ik nog het geluk heb van te kunnen wandelen. Allé, neem nu al de zieken of mensen met een handicap die thuis gekluisterd zitten. Mensen die geen vervoer hebben om hun op bepaalde wandelplaatsen te brengen. Mensen die een ongeluk gehad hebben, en die in een ziekenhuis liggen. Ik mocht mij gelukkig prijzen dat ik goed te been was, en dat het juist een tekort aan goesting was die mij parten speelde. Maar ineens schoot er mij daar een idee te binnen. Allé, moest ik nu ne keer gaan wandelen in die mensen hun plaats. Ik zou dan kunnen vertellen wat ik gezien heb op mijn wandeling, en ze zo ook een beetje laten genieten hé. Awel dat heb ik nu ne keer gedaan zie! Ik hoop dat mijn woorden een mooie wandeling weergeven, zoals jullie ze zouden willen zien of beleven.
Ik trok met mijn wandelschoenen naar de Gavers tegen Geraardsbergen. Een natuurdomein met een grote wateroppervlakte. De wegeltjes rond de vijver lagen er proper bij. Waarschijnlijk terug aangelegd voor het nieuwe seizoen. Duizenden wandelaars zullen hier in de komende maanden over de witte kiezelsteentjes lopen. En van lopen gesproken, ik was daar nog maar juist vertrokken of ik werd daar al voorbijgecrost door zo ne jogger die op tijd thuis moest zijn. Hij liep mij daar zo rap voorbij, dat ik bijna een valling opscheerde van de wind die hij verplaatste. Ja, er zijn er die meer fut hebben dan ik hoor. Maar ook de natuur begon fut te krijgen. Ik zag verschillende bloemen tussen de grassen schieten. En tussen het riet maakte vader eend zijn nest voor het komende kroost. Jonge snaken reden mij met hun fiets voorbij al schetteren en roepen. Hier konden ze hun longen ledigen, terwijl ze dat thuis waarschijnlijk niet mochten. Ja, ik moet toegeven dat ik vroeger ook niet mocht rondrijden met mijne fiets in huis. In de verte hoorde ik een trein die de natuurlijk geluiden doorbrak. Een trein die waarschijnlijk de werkmens vervoerde op weg naar huis. Aan de oever van het water waren de banken vernieuwd. Een jong koppeltje had er plaats genomen, en de lentekriebels vlogen als onzichtbare vlinders in hun buiken. En ik,.......ik genoot van de natuur. Een visser spiesde een meelworm aan zijn haak om een vis op het droge te krijgen. Ja, wie weet was die vis ook wel eens aan iets anders toe. Zo ganse dagen blijven rondzwemmen in het soms groene of bruine water moet geen lachertje zijn. Wie weet liggen ze dan niet liever tussen een paar tomaten en sneden ajuin op ons bord. Maar de natuur had tijdens de winterperiode ook verliezen gekend. Tientallen wortels waren nog de enige resten van wat vroeger een grote mooie boom moet zijn geweest. Misschien waren ze te groot, of ziek, of waren ze een gevaar geworden. De wortels baanden zich verder een weg, en op de afgezaagde stronk kon ik de ouderdom lezen. Aan het zwembad kwamen zwemmers met natte haren buiten. Moe van hun sportieve inspanning. Iets verder kwam ik aan een beek. Ook daar zat leven in! Kikkers drijven met bolle ogen onder het wateroppervlak, en de kikkerdril zal weldra duizenden dikkoppen als nieuwe puiten het leven geven. Maar zoveel zullen er wel niet overleven, want tegen de beek staat de reiger al op wacht. Stil en beweegloos staat hij op wacht. Zijn poten staan als rietstengels tussen het gras, en de snavel is al in de richting van de prooi gericht. Het is mooi om zien! Na enige tijd verlaat ik de oevers van de Gavers, om mij naar het jaagpad van de Dender te begeven. Daar is het uit je doppen kijken, want fietsers racen alsof het de ronde van Vlaanderen is. Met hun supersonische fietsen komen ze geruisloos achter uwe rug gereden. Op het laatste moment, om zeker te zijn dat je ze zou horen, schreeuwen en tieren ze dan dat je in hunne weg staat. Van het verschieten duik je dan opzij. Het beste is van je duik voor te bereiden, want als je de kant van de Dender kiest wordt het een natte bedoening. Plots zag ik een horzel die zwaar en log over het natte gras vloog. Waarschijnlijk op training, om vroeg of laat te landen op één of ander pisbloem. Een slak dwarst mijn weg, en ik blijf even staan om ze niet te vertrappelen met mijn bottinnen. Maar azo nen duur zeg ppfffffffffffff. En hoe meer ge daar staat op te kijken, hoe trager ze kruipen hé. Dat is precies om u te pesten dat ze dat doen. Maar het slijmerige spoor liet mij verstaan dat ze al een ganse weg achter de rug had. Ik liet ze langzaam verder kruipen, met de hoop dat de aankomende fietser er ook zo zou over denken. Een vlucht duiven sierden de grijze lucht, en waren op weg naar huis. Het was ook tijd voor mij om naar de wagen te stappen die me terug thuis zou brengen. Toen ik aan de parking kwam vluchten er nog twee waterkiekens naar het rustige wateroppervlak. Het is bezienswaardig hoe zo een kieken op dat water kan lopen. Ja, ik ging het niet proberen, want ik wist op voorhand dat ik het niet zou kunnen. Bij de wagen ontsloot ik de deuren, en keek nog even naar moeder natuur. De lente was in het land, en alles kwam in bloei. Nu was het nog juist naar huis rijden om mijn wandeling te delen. Een manier om ze nog eens te beleven, en om ze te delen met de mensen die de kans niet krijgen er altijd op uit te trekken. Ik wens ieder van u dan ook nog veel wandelgenot door mijn woorden.
Groetjes chauffeurke
|