Hello evrybody,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vandaag was ik bezig een tekst aan het schrijven, als dat hier toch wel begint water te gieten zekerst.
Na enige tijd liep mijn scherm vol water, en mijn verhaal begon plots af te drijven.
Potverdekke, dat had ik nog nooit meegemaakt.
Golvend stroomden mijn woorden naar andere oorden.
Ik kon niet anders dan ze achterna te gaan.
Maar hoe ga je in godsnaam een drijvende tekst achterna?
Ik nam mijn eigen woorden als springplank, en dook mijn tekst achterna.
Hij dreef al een gans stuk voor mij uit, en zon goede zwemmer om hem in te halen was ik nu ook niet.
Na een poos was de tekst zodanig doorweekt, dat hij uit elkaar dreef.
Ik kon mij niet delen, en ik besloot dan maar achter het thema achterna te zwemmen.
Het ging over een onbewoond eiland, en hoe het toeval het wou, daar spoelde ik met flarden tekst ook aan.
In het mulle zand van letters, kwam ik op adem, woorden werden in de wind geslaan, en zo konden ze ook drogen.
In feite was het een onbewoond eiland, door mijn woorden beschreven.
Met de nodige zinnen, kon ik er aan toevoegen wat ik wou.
Ik kon er met een paar regels de grootste luxe op schrijven.
Maar dat zou mijn verhaal ongeloofwaardig doen lijken.
Ik schreef er dan maar gewoon een boom met kokosnoten op, zoals in elk verhaal over onbewoonde eilanden.
En ook een aangespoelde piratenkoffer.
En terwijl ik door de gutsende regen via het scherm achter mijn woorden gezwommen was, scheen hier de zon met volle stralen.
Geen zonneolie nodig, want ik kon ze verwoorden volgens de warmte die ik wou.
En daar lag ik dan met mijn eigen woorden.
Ver weg van mijn computer, schreef ik nu de woorden in het zand.
Maar de wind speelde met de letters, en soms was het zoals op de pc, dat je woorden om onverklaarbare redenen verdwenen.
Ik schreef en schreef, en was verplicht om het eiland groter te verwoorden om er al mijn zinnen te plaatsen.
Ik beschreef het eiland groter en groter, zodat ik uren kon wandelen door mijn verhalen.
Af en toe moest ik over het eten schrijven, maar honger had ik niet.
Ik schreef over appels en bananen, en slikte af en toe mijn eigen woorden in.
Dag na dag, schreef ik op mijn onbewoond eiland, en het verhaal werd dag na dag langer.
Ik schreef een lange baard onder mijn kin, en het was na een paar regels, of ik er al jaren verbleef.
Alles leek zo echt, want zelfs met woorden in overvloed, ebden ze soms even weg.
Ja, het zijn deze verhalen die de lezer aanspreken.
Ze volgen het leven van de persoon op het onbewoonde eiland, die niemand minder dan de schrijver is.
Nieuwsgierig, kijken ze uit naar de afloop.
Sommigen hopen op enige romantiek, maar op een onbewoond eiland is dat niet makkelijk te vinden.
Anderen lezen dan weer liever een drama, en zien me al terechtkomen onder een omgewaaide palmboom, of zien me verslinden door een varaan.
Maar bij de meeste verhalen over onbewoonde eilanden, komt er vroeg of laat wel een boot voorbij.
Nee, ik ben al zwemmen gekomen, en ik zal al zwemmen terugkeren naar mijn scherm.
Ik stapte terug in het water, en tegen de stroom in begon ik aan de terugreis.
En op dezelfde tijd als dat ik naar het eiland gezwommen was, kon ik ook nu terug uit mijn scherm kruipen.
Uitdruppend, zat ik in mijn zetel.
Er bleef mij nog alleen een punt te zetten achter dit verhaal.
Met nog natte vingers begon ik aan een nieuw verhaal.
Zonder echt te weten waar het mij zal brengen.
Misschien niet naar een onbewoond eiland, maar misschien spoel ik wel bij één of andere lezer aan
.
Groetjes chauffeurke
|