Het Sinterklaasfeest ligt weer achter de rug, en ja hij is mij dit jaar niet vergeten. Hoewel ik met een paar vragen zit, want ik begin te twijfelen, of het nu de Sint was, of dat er hier wat brol van ene zijne aanhangwagen gevallen is op weg naar het containerpark. Een kapotte driewieler die vijf maten te klein is, een stuk van een plastieken garage, een paar lego blokjes waar een hond zijn tanden ingezet heeft, en een frigo. t Is vooral dat laatste die mij deed nadenken, want dat had ik nu echt niet op mijn lijst gezet. Maar bon, wat Sinterklaas brengt moet ge in dank aanvaarden hé. Och ik zou het wel bij de rest van den brol zetten op de zolder. Ja, het was al een ganse tijd geleden dat ik nog op de zolder geweest was, en ik moet zeggen dat er vroeger geen overzicht was. Nu trok ik de trap naar beneden, en klom ik op zolder. Mijne pa had er grote kuis gehouden, en t was potverdekke precies de schatkamer van Ali baba en de 40 rovers geworden. Ja, er lag zelfs een tapijt op de grond. Een zolder is veel meer dan brol! Je baant je eerst een weg tussen de spinnenwebben, en daarna stap je in een wereld van herinneringen. Ik nam eens diep adem, en vulde mijn longen met stof. Het stof leek wel te spelen in de najaarse zonnestralen, die door de kieren naar binnen kwamen. Sommige zonnestralen, schenen als schijnwerpers op kisten en dozen. Dat vond ik nu zo leuk, op zoek gaan naar zaken of dingen waar je het bestaan van vergeten bent. Je opent een doos, en plots beland je weer in de periode van het voorwerp dat je naar boven haalt. Wat als eerste opvalt als je onze zolder betreedt zijn de verschillende soorten ijsschaatsen. Een overschot van mijn schaatsperiode, waar ik aan een verzameling was begonnen, over alles wat met schaatsen te maken had. Ongeveer 250 paar ijsschaatsen zaten vroeger in dozen, en nu hangen er hier nog meer dan honderd aan het plafond. Niet de moderne paren, maar wel restanten van de jaren 1700 tot 1950. Het ijshockeypak bied nu bescherming aan een nest muizen, en de fotos van mijn sportperiode zijn zoals ik door de jaren gerimpeld. Maar waar ik steeds blijf bij stilstaan, zijn de fotos van ouders en grootouders. Vaak getrokken in mijn Lierde, waar kleuren ondertussen enig modernisme gebracht hebben, vergeleken met de zwart wit periode. Mijn vader staat er nog met een krullenkop op tijdens zijn legerdienst, en op een andere foto staat hij dan weer als coureur met een palm in de hand. Op één of andere kermis lopen moeder en vader hand in hand, en een paar fotos verder staat er daar ne kleine snotter op. Potverdekke, ik herken er dat onnozel kostuumpje in dat ik vroeger moest dragen op zon en feestdagen. Amai, ze konden in dienen tijd de klein mannen toch nogal wat aandoen hé. In feite kon ik met de fotos door de jaren reizen tot aan mijne trouwdag. Ja, mijne trouwfoto hing er in posterformaat tegen de muur. Buiten de vliegenstronten die als sproeten op mijn gezicht hingen, en de voile van mijn vrouw die vervangen was door een groot spinnenweb, waren we niks veranderd. Allé, op de foto dan hé, want in realiteit zijn we niet meer ingekaderd. Op een schap, stond de vogelkooi, waar mijnen bompa zijn vinken in plaatste, en ook één van zijn prijzen stond hier nog te blinken onder een laagje stof. Een zinken ton deed mij dan terug denken aan de periode waar we ons moesten wassen in een zinken bad, dat nu waarschijnlijk dienst doet als drinkbak voor één of ander koe. In een hoek van de zolder, staat een grote houten koffer, en ook deze herkende ik. Vroeger zaten er maskers en kleren in, waar ik met mijnen bompa driekoningen ging mee lopen. Ja, waar is den tijd dat we hand in hand als schaduwen onder het licht van de straatlampen liepen, om af en toe te gaan aankloppen bij familie. Deze herkenden ons meteen, maar om mij te plezieren, trokken ze verwonderde gezichten, en het leek wel of ze echt aan het twijfelen waren, of we van Jeruzalem tot hier waren gestapt!. Mijnen bompa kreeg een pintje, en ik kreeg een groene limonade en een cent, terwijl de schoenblink van t zweten van mijn voorhoofd liep. En als bij wonder vind ik hier op mijne zoektocht ook nog mijn eerste rapport. Schoolrapport van chauffeurke, 1e studiejaar, Sint-Denijsinstituut Vorst Ja, we hebben maar één rapport gehouden, want die ander waren niet echt om aan te zien. Het eerste jaar droeg ik nog veel kennis mee uit de universitaire kleuterschool van Gemeldorp, maar het gewoel van de stad deed al vlug mijn verstand verwateren, en dat was al vlug te lezen in de volgende rapporten. In feite ligt de zolder vol met herinneringen uit het verleden, en meer bepaald uit de periode toen ik in Deftinge ben opgegroeid. Het openen van dozen en kisten deed het stof opdwarrelen, en ik had wat frisse lucht nodig. Ik trok het houten deurtje open, dat in feite als kapel op het dak gemonteerd was. De frisse lucht en de zonnestralen drongen binnen, terwijl ik zicht had op mijn Lierde. De souvenirs lagen hier opgeslagen, terwijl ik zicht had op vervlogen jaren. En toch was niet alles vervlogen. Mijn buren zijn er nog steeds, en ook de weide met de perenbomen is er nog. In de verte zie ik de kerktoren staan, en over de kale kouters kan ik zelfs het klooster zien staan, waar ooit mijn moeder en andere leden van de familie op de schoolbanken zaten. De witte wolken dreven traag als dekens boven mijn dorp, opgewarmd door een herfstzon. Ja, het verleden voelt telkens warm aan als ik eraan denk. Af en toe kruip ik nog eens de zolder op, op wandel tussen het verleden. Ik sluit dan de ogen, en mijn fantasie brengt mij dan even terug naar het Lierde van vroeger. Maar wat nog veel mooier is, is vandaag de mensen herkennen uit mijn kinderjaren. Zij alleen, kunnen mij de verhalen van vroeger brengen!
Groetjes chauffeurke
|