Hello evrybody,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Terwijl de chrysanten of andere bloemstukken de graven sieren gaat voor ons het leven terug verder.
Het dagelijkse leven zoals we het in de volksmond noemen.
Zo stelde ik mij al sinds gisteren de vraag wat ik vandaag in godsnaam zou doen.
Sinds woensdag ben ik in verlof en ook mijne kleine snotter is hier in verlof.
Lang had ik gedacht aan een dagje Keulen of Parijs, maar hoe wilt ge met zon grijs weer de Dom of de Eifeltoren tegen een blauwe achtergrond fotograferen?
Het zal weer een beslissing worden van het laatste uur, hoewel dit de laatste tijd naar de laatste minuut draait.
In feite hebben we teveel keuze en ook de jeugd heeft zijn zeg in de uitstappen hé.
Ja, t was anders in mijnen tijd!
Hoor mij eens bezig, t is precies of ik bijna honderd benJ)
Nee, het is maar om aan te tonen dat op korte tijd veel verandert is.
Als kleine snotter bracht mijn grootvader of grootmoeder mij naar de universitaire kleuterschool van Gemeldorp en dat op zich was al een uitstap.
Bompa had een auto, en hoewel de benzine toen nog zo goedkoop was dat men ze over het sprokkelhout goot om het te doen branden, was het zelden dat we met de auto op uitstap gingen.
De uistappen beperkten zich tot de d Ardennen of de zee en in ons geval was het meestal de zee omdat de Ardennen achter Brussel lagen van uit ons boerendorp gezien.
Bompa, Marraine,Ma, Pa,Tante, Nonkel mijne kozijn en ikke.
Ja we hadden een grote auto en in feite mocht men nog rijden zonder gordel.
Nen break waar de grote mensen op de zetels samen geplakt zaten en de kleine kinderen in de koffer.
Af en toe ging nonkel niet mee en dat scheelde direct in plaats hé.
Na meer dan een uur rijden stonden we dan aan de zee.
De zeebries streelde mijn kleine witte benen die uit mijn korte broek staken en aan de hand van mijnen bompa liepen we tot op den dijk.
Met zijn allen stonden we naar het strand te kijken en naar de grote grijze zee.
Kijk riep bompa, ginder ligt Engeland!
En waarschijnlijk waren mijn ogen nog niet groot genoeg want ik zag het niet liggen.
In groep stapten we over de dijk en al vlug werd er besloten om iets te gaan drinken.
De grote mensen dronken bier in grote glazen en bompa een Rodenbach met grijze garnalen.
Ja, omdat de zee grijs was konden ze geen ander kleur hebben dacht ik.
En daar zat ik dan met mijne choco naar de zee te kijken door af en toe naar mijne kozijn te kijken of zijne choco rapper leeg zou zijn dan de mijne.
Terug buiten deed bompa zijn schoenen uit en sloofde zijn lange broek op.
Dat was het teken dat we op het strand zouden lopen en dan heeft een kleine geen ogen genoeg.
Op zoek naar schelpen in duizenden soorten of zeesterren en krabben onder de pier.
Af en toe mocht ik de hand van mijnen bompa lossen waarna hij mij zeker zeven keren toeriep van
loop niet te ver dat we u kunnen zien hé.
En dat op een strand waar veel minder volk was dan nu en waar ons gezin zeer goed te herkennen was als ééntje van de boerenbuiten.
Na enige tijd was het dan tijd om te zagen over een schop en een emmertje en ook mijne kozijn moest er dan één hebben.
Als het goed weer was en ze even op het strand konden blijven zitten kregen we meestal ons goesting, maar als er moest verder gestapt worden was het veel minder.
We lieten ons dan aan hun armen slepen tegen ons goesting omdat we juist ons goesting niet kregen.
Maar bompa moest zijn stem maar eens verheffen of met een kwade blik naar onze richting kijken dat we terug in het gelid liepen.
Ja, waar is de tijd?
Soms liepen we een vent tegen het lijf met een houten schotel op zijne kop die iets onverstaanbaars riep, maar waar we allemaal wisten dat het 3Boule de Berlins waren.
Ja het mocht wat kosten en dus liepen we enige tijd later allemaal met een boule de Berlin in onze handen.
Bij ons knarste het zand al vlug tussen onze tanden en mijne kozijn had de zijne laten vallen waar ik in het begin wreed moest mee lachen, tot ik de helft van de mijne moest afgeven met het excuus dat hij toch veel te groot was voor mij.
Daarover kon ik dan een half uur bleiten, maar mijnen bompa wreef af en toe eens in mijn haar met de woorden dat we straks wel iets anders zouden gaan kopen.
Bompa wist hoe hij met de kinderen moest omgaan en zeker met zijn oogappel die ik was.
Hij liep me mij tot aan het water en terwijl de vrouwen riepen van ons zeker niet nat te maken fluisterde bompa van
steek uwen teen eens in t water om te zien of het warm is.
Stevig hiel ik zijn hand vast en liet de golf mijnen teen overspoelen.
Na mijnen teen was het mijne voet en binnen de kortste keren stond ik tot boven mijn enkels in het koude water.
In de verte werd er geroepen van haal diene kleinen uit dat water want straks scheert hij nog een valling op.
We slenterden door het water terwijl mijne kozijn ook aan het zagen was om de temperatuur van het water te komen voelen.
Ik keek hem dan aan met een blik van kijk ik was toch den eerste in het water dank zij mijnen bompa.
Ja, zelfs als kind kunt ge een uitdagende houding aannemen hé.
Onder de pier gingen we tussen de rotsen op zoek naar alles wat met avontuur te maken had in onze wildste fantasieën.
De krabben werden uitvergroot naar onwezenlijke monsters en de zeesterren werden voorzichtig te drogen gelegd omdat bompa er één voor ons mee naar huis zou nemen tegen de goesting van maraine en ma die het dier al van verre roken.
Het zou stinken en het moest hier blijven.
Maar als bompa zei dat het mocht dan koos ik zijne kant en wou ik het ook mee naar huis.
De zeester lag dan in de autokoffer op een stuk gazet waar ik alleen mocht over wrijven omdat mijne kozijn een paar jaar jonger was en nog niets afwist van fauna en zeeflaura.
Bij de kwallen op het strand vertelde bompa de gruwelijkse verhalen om zeker te zijn dat we er zouden afblijven.
Het lukte hem zeker wat met grote bogen wandelden we rond het slijmerige gedrocht.
Terug op de dijk werden onze voeten gedroogd en ontzand en dan was het of tijd om terug te keren of om uitzonderlijk mossels te gaan eten.
Bompa leerde mij mossels te eten door mijn schelp te gebruiken om er de mossel tussen te klemmen voor ik ze in mijne mond stak.
Ook mijn frietjes nam ik met de mosselschelp terwijl mijne pa dan riep dat ik mijne vork moest gebruiken zoals iedereen.
Maar bompa verdedigde mij door te zeggen laat diene kleine toch eens eten.
Ja, t was veel lekkerder als mijnen bompa naast mij zat aan tafel!
Terug in de wagen sliepen we vanachter in de koffer en het was waarschijnlijk bompa die mij uitgekleed had en in bed gelegd.
De zeester was ondertussen verdwenen omdat ze waarschijnlijk toch stonk maar bompa vertelde mij dat hij ze bij de anderen had gehangen aan de hemel en dat we ze s avonds wel ergens zouden kunnen zien hangen.
Ja, t was ne schone tijd!
Eenvoudige reizen die wel een avontuur leken te zijn.
Misschien vertel ik straks aan mijne snotter dat we eens naar de zee gaan achter een zeester om ze naast de maan te hangen.
Waarschijnlijk zal hij mij zot verklaren!
Ja, de tijden zijn veranderd en de uitstappen van vroeger staan in fel contrast met de reizen van nu.
Och
waar we ook gaan, af en toe keer ik nog eens terug naar vroeger en dat zijn nog steeds de leukste uitstappen voor mij.
Met mijn schopje spitten in de herinneringen van vroeger aan de hand van mijnen bompa.
Ja, reizen kan eenvoudig zijn.
Vele groetjes chauffeurke
|