Hello evrybody,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1965
Dat was het jaar waar ik mijn universitaire studies had afgewerkt op de universitaire kleuterschool van Deftinge.
Met mijnen diplome van facadeklacher a la waterverf en mijn getuigschrift van kasteelbouwer in de zandbak, mocht ik naar de grote school.
Maar ik dacht de grote school te ontdekken in die kleine prutsschool van Deftinge waar al mijn vrienden gingen, maar dat was verkeerd gerekend.
Ik moest met mijn ouders mee naar het onbekende Brussel, waar ik niet alleen zou studeren dat de stukken eraf vlogen, maar ook blijven wonen.
Toen ik dat nieuws vernam, kwam er een vloedgolf uit mijn ogen!
Chauffeurke die tussen de koetjes en de kalfjes was opgegroeid moest naar de stad.
Gedaan met oma en opa elke dag te zien.
Gedaan met den boerenbuiten.
Gedaan met alles wat ik lief had.
Gedaan met de wereld waar ik in opgroeide.
Op nen dag was het zover, mijn valies werd in de koffer van de wagen gezet, en ik had mij nog zo goed vastgeklampt aan mijnen bompa zijne arm en mijn oma hare rok.
Maar twas verloren moeite, een tijdperk werd hier afgesloten en ik zou onder de hoede van pa en ma vallen.
We reden via de Ninoofsesteenweg naar Brussel, en met tranen in mijn ogen liet ik den boerenbuiten achter mij en kwam ik de trams en de vele wagens tegen.
Toen de wagen voor het huis stopte, leek het daar één groot kiekekot.
Een huis met drie verdiepingen tussen rijhuizen zover je maar kon kijken.
Beneden was er het winkeltje waar mijne pa de groten baas was.
En in plaats van onze geburen naast ons te hebben, woonden ze hier boven ons!
Ik heb daar een ganse week zitten bleiten, tot ik in het weekend terug bij oma en opa mocht.
Maar mijnen bompa vertelde mij dat ik het er goed zou hebben, en dat da nu de gang van zaken was.
Als ik wou kon ik later als ik groot was, terug naar den boerenbuiten komen wonen.
Allee met de raad van mijnen bompa leek het allemaal minder erg, en nam ik het dan maar aan.
Mijn ouders gingen mij inschrijven in de grote school!
De St-Denijsschool van Vorst.
Hoewel mijn boekentas van de kleuterschool nog niet versleten was, kreeg ik een spiksplinternieuw.
Ik kreeg ne stylo , een potlood en ne gom.
Ne potloodscherper en een schrift.
Ik was precies professor Gobelijn die naar zijn werk vertrok.
Toen ik in die school aankwam, viel het mij op dat die mannen niet gekleed waren gelijk in de kleuterschool!
Nee da was hier precies carnaval!!
Die meesters waren gekleed in ne lange zwarte rok!
Toen ik dat daar aan ééne vroeg, wist hij mij te zeggen dat ik bij de paters zat!!
Jawadde!!!
Ze hadden mij in eens school gestoken om pastoor te worden!!
Normaal gezien zijn uw eerst twee schooljaren de beste!
Awel, daar was ik al een uitzondering!
Naar schijnt was het bij mij ni fameus;-))))
Op de oudervergadering kwam pater Leo tegen mijn ma zeggen dat het niet echt een probleem was, en dat ik maar privéles moest nemen.
Ze gingen hun eens met mij bezig houden.
Ppfffffffffffff, jawadde.
Als de bel ging om naar huis te gaan, moest ik nog één of twee uur blijven om te leren wat ik tijdens den dag niet verstaan had.
Dat was daar geen school voor mij, maar een concentratiekamp.
Ik wist al van in het begin, dat schoolgaan niets voor mij zou zijn, en dat ik er voor de rest van mijn leven een hekel zou aan overhouden.
1966
Ik was 7jaar en was met ne lange arm geslaagd om over te steken naar het tweede studiejaar!
Ik kon al op de tien vingers van mijn hand tellen met ééne vinger, en kon al wreed opstellen zuigen uit mijnen duim.
Het leren werd moeilijker en de paters strenger.
Het was den tijd waar er geen straf stond op mishandeling, en waar ik af en toe een paar lappen op mijne kop kreeg, of een lat op mijn vingers.
Al den ééne kant van de gang waar diene broeder steeds passeerde was mijn oor ook al een paar centimeters uitgerokken.
En ik moest minder bij de coiffeur gaan dan de gemiddelde leerling, want mijn haar trokken ze toch af en toe ne keer uitJ)).
Maar het was ook de periode waar ik in de winkel moest helpen als ik thuiskwam van school.
Het was de rekken vullen, of zakken hout vullen.
Kolen stapelen, of groenten schikken.
En af en toe keek ik door het winkelraam, en zag de kinderen spelen tussen de autos en de trams.
Maar ik had hier geen vrienden!
Op een dag kwam er een madam die naast ons woonde, en ze vroeg als ik wou komen spelen met hare zoon dat ik dat mocht.
Maar mijne pa moest daar nog ne keer over nadenken, want ik moest naar school gaan en werken in de winkel.
En dus had ik niveel tijd meer om mij met kinderachtige zaken bezig te houden.
Maar mijn moeder vond het beter als ik toch maar vrienden had en dat ik mij niet alleen zou voelen.
Op nen dag kwam die jongen mij halen om bij hem te gaan spelen.
Amai mijne frak!!
Ik sprak Deftings, en hij sprak Frans.
Da begon hier al goedJ)))
Maar we spraken veel met onze handen en door elkaar tekens te doen.
We waren precies de tolken van onze taal die we amper verstonden.
Maar het duurde niet lang, of we begonnen woorden te begrijpen, en ik leerde vlugger frans dan dat ik dat op school leerde.
Ondertussen leerde ik ook zijn andere vrienden kennen, en na enige tijd waren we een groepje die één of ander appartement gingen op stelten zetten.
Ja bij mijne pa mochten we niet komen spelen, want dat was ni goed voor de commerce héJ))
|