Hello evrybody,
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is buiten grijs en nat. Herfstweer noemen ze dat. Mijn werkdag zit er op, en na een zeer vermoeiende week ging ik mij op mijn gemak houden.
Ik wisselde mijn maatpak voor een jeans en een sweater en ging vlug iets koken. Toen ik naar mijn computer liep om verbinding met de buitenwereld te krijgen, bleef ik even voor mijn raam staan. Voor het raam in de salon, keek ik op een muur van rode bakstenen. Als je op een muur kijkt vind je niet veel woorden. Hij mag dan nog rood gekleurd zijn, hij blijft stil en kil verbergen wat er achter schuilt. Op het raam zelf zag ik een druppel lopen. Hij had zijn weg aangevat in het midden van het raam, zoals een traan op het midden van je wang naar beneden zou lopen. Het begon harder te regenen, mijn raam traande druppel na druppel. Het was maar een trieste bedoening, en ik liep naar de keuken om daar ook eens door het raam te kijken. Ik keek op een kruispunt van twee stille wegen. Er was geen mens te bespeuren, en de straten lagen er verlaten bij. Het was niet de regenkant, maar door het kookvocht waren er toch ook een paar tranen op mijn raam verschenen. Hoewel ze naar kruiden roken, leken ze even triest als deze van de salon. Ik liep naar de veranda, en daar zat ik volledig onder de tranen. Ze borrelden het dak af waar ze samenvloeiden in de dakgoot. Het grote raam gaf op de tuin uit, en het dak toonde mij de trieste grijze wolken. Het groene gras gaf nog enige kleur aan die trieste dag. De vijver stond overvol, en de vissen lagen stil tussen bodem en oppervlak. Ze waren omringd door liters tranen, en konden de moed niet vinden om leuk rond te zwemmen. De treurwilg had nog een tiental blaadjes, maar ook van zijn takken vielen de tranen omdat hij wist dat hij ook deze zou verliezen. Ik stond binnen in de artificiële warmte, terwijl buiten de koelte het verdriet accentueerde . Ik draaide de sleutel van de verandadeur om, en trok ze open. Met één stap naar voor te zetten stond ik temidden van die tranen. Ze vielen op mijn hoofd en op mijn schouders. Op mijn handen en op mijn voeten. Duizenden vloeiden weg zonder dat ik er erg in had. Het waren maar de tranen die me raakten waar ik even bij stil stond. Ze liepen over mijn wang, en ik zag het verschil niet meer tussen het verdriet van de wereld en mijn eigen verdriet. Ik keerde mij terug naar de veranda, en ging even met mijn handen tegen de glazen deur leunen. Toen ik ze wegtrok, zag ik de tranen de afdruk van mijn handen ontwijken. Het vet of het vuil deed de tranen een andere weg kiezen. Mijn handen bleven als afdruk op het raam staan, en de tranen zochten een weg tussen de afgedrukte vingers. Toen ik weer naar binnen liep, droogde ik mijn handen en mijn gezicht. Ik sloot de verandadeur en liep naar de salon waar ik de rolluiken neerliet. Ik sloot mij af van de wereld vol verdriet. Ik keek even rond en zag het blauwe lichtje van de pc. Het was als iets waar ik door aangetrokken werd. Ik keek naar het scherm, en voelde er even aan. Het was droog en er was geen traan te bespeuren. Hoewel ik zeker ben dat er achter het scherm soms ook verdriet zit, is het niet altijd zichtbaar. Tranen worden op het scherm niet weergegeven als druppels, maar eerder als woorden. Maar ook hier wil ik er mijn schouders onder zetten, om er vroeg of laat een lach uit te kunnen toveren.
Groetjes chauffeurke
|