06/08/13 Ondanks het oubollig gebouw en het slechte bed goed
geslapen. Dit vooral door de stilte die hier is. We zijn dat niet meer gewend.
Ook overdag is het hier stil, zo stil dat het ons verbaast.
Over het hotel gaan
we geen woorden vuil maken, het is beneden alle peil. Er wordt geprobeerd om
een fatsoenlijk ontbijt op tafel te zetten maar zolang dit met zwart zuurdesem
brood gebeurd hoeft het voor mij niet. Gisterenavond hebben we besloten om de
binnenwegen te laten voor wat ze zijn, het is met de motors waarop wij rijden
echt niet te doen. Jammer, maar het is zo. We gaan ons meer richtten op de
stadjes en proberen om op geasfalteerde wegen te blijven. Er overnachten hier
ook twee Zweden, ze komen speciaal naar de Baltische Staten om off-road te
kunnen rijden. In dit milieu staan de Baltische Staten bekend om de onbegrensde
mogelijkheden. Een foto van de motors van de Zweden zal duidelijk maken waarom
onze motors niet geschikt zijn voor hier. We blijven na het ontbijt nog een
beetje in het zonnetje zitten aan de rivier die achter het hotel loopt. Om
negen uur rijden we over een smalle plank de motors uit het hotel en vertrekken
naar Cécis over de A6-E22. Tot onze verbazing is de A6 een gewone weg met twee
rijstroken op sommige plekken zwaar beschadigd is door het talrijke
vrachtverkeer. De weg loopt dwars door dorpjes waar we dan van het ene
stoplicht naar het andere moeten rijden. De maximum toegelaten snelheid op de
A6 is negentig kilometer per uur.
De middagpauze wordt genomen in een wegrestaurant dat er
goed uit ziet. Ook de menukaart kan ons bekoren, we bestellen en krijgen een
heerlijke maaltijd. De lezers van de blog die op fotos van de natuur zitten te
wachten moet ik teleur stellen. Ze zullen het deze keer moeten doen met fotos
van gebouwen en standbeelden. Buiten de onvermijdelijk ooievaars en hier en
daar een koe aan een ketting is er niet veel te zien en te melden. Over de
pakkemannen valt ook niet veel te vertellen, we rijden bijna de hele dag door
Letland en we hebben geen politie of flitscamera gezien. We maken plezier
onderweg, we rijden graag met de motor en het weer blijft fantastisch. Meer is
er dan ook niet te melden. Rond half vier komen we in Cécis aan waar een goed
hotel met ruime kamers is gereserveerd. Na de douche gaan we het stadje
verkennen. Kasteelpark bezoeken, ijsje eten en een terrasje waar we een lekkere
soep bestellen. We sluiten de dag af met een heerlijke cocktail.
Morgenavond zitten we in Tallinn (Estland). Tallinn is het
verste punt van onze reis. Omdat we niet te ver om willen rijden kunnen we niet
anders dan morgen een stuk over de binnenwegen rijden.
05/08/13 Na een redelijk ontbijt en een zware kop vertrekken
we met zwaar bewolkt weer en 19 graden. We hebben er zin in en zijn benieuwd
wat Letland ons te bieden heeft. Geen alcohol en niet meer dan drie sigaartjes
vandaag dat is de afspraak die bij het ontbijt is gemaakt. We rijden nog
tamelijk lang door Litouwen en zitten ongeveer een 25 kilometer van de grens
met Wit-Rusland. Het landschap doet mij aan Finland denken, talrijke meren,
weinig verkeer en zeer dun bevolkt. Het landschap is mooi golvend. In Finland
zijn de wegen kaarsrecht hier hebben we gelukkig mooie bochten en tamelijk goed
wegdek. De bewolking wordt steeds dikker, het is tijd voor om de regenkleding
boven te halen. We hebben wat regen gehad maar niet van dien aard dat we
doornat zijn geworden. Na een uurtje is het opgeklaard en krijgen we het
zonnetje te zien die de temperatuur naar een aangename 25 graden brengt. Het is
moeilijk om Litouwen te beschrijven. Wat opvalt zijn de vele houten huisjes met
als dakbedekking eternieten golfplaten. Het is hier nochtans in de winter 30
graden. Er is in de weilanden geen prikkeldraad te bekennen is ook niet nodig
want een kudde koeien hebben we niet gezien. De koeien en paarden die hier en
daar grazen staan met een ketting van een meter of twee vast aan een pin in de
grond. Elke dag worden ze een stukje opgeschoven. De zijwegen van de hoofdwegen
zijn bijna allemaal onverhard, de enkelingen die er over rijden veroorzaken
geweldige stofwolken. Is het een lelijk land? Neen, eigenlijk niet maar het is
zeker niet te vergelijken met bv. Frankrijk, Duitsland of België. Je moet er
eigenlijk geweest zijn om er over te kunnen oordelen. Het is ook geen land om
er terug naar toe te gaan. Maar het heeft net dat iets om er toch geweest te
moeten zijn. We rijden over een weg die een groot kerkhof splitst. Ook typisch
voor hier alle kerkhoven liggen op een heuvel. Aan de kant loopt een oud
vrouwtje met een schrepel naar het kerkhof om een graf op te kuisen. We stoppen
en ik vraag of ik een foto van haar mag nemen. Ze begrijpt geen fluit van al
wat ik zeg, terwijl ze volop in een onverstaanbare taal aan het brabbelen is
neem ik een foto. Ik laat het haar zien en ze is er van onder de indruk. Er
komt een onvoorstelbare stroom woorden uit het vrouwtje die voor ons helaas
compleet onverstaanbaar zijn. Na heel veel gebaren van het vrouwtje menen we te
begrijpen dat er op het kerkhof een groot kruis staat met een mooi beeld van
Jezus. Of ik daar geen foto van wil nemen. Omdat dit echt mijn genre niet is
bedank ik daar vriendelijk voor en maken we dat we weg zijn.
De grens van Letland komt in zicht, de onvermijdelijke
wegenwerken lopen tot pal op de grens. Alleen een bord welkom in Letland maakt
ons duidelijk dat we inderdaad de grens zijn gepasseerd. Nog honderd kilometer
en een drie sterren hotel gelegen aan een rivier staat op ons te wachten. Nog
een uurtje, het zal de eerste keer zijn op deze reis dat we vroeg in de
namiddag in het hotel aankomen. We verheugen ons er op want het begint tamelijk
vermoeiend te worden. Die vermoeidheid hebben we zelf ook wel een beetje schuld
aan door de uitspattingen van gisterenavond. Als we een tiental kilometer in
Letland zijn is het opeens gedaan met het asfalt. De weg gaat over in
aangereden steenslag, steenslag die tamelijk grof is en veel stof veroorzaakt.
Met momenten zie ik Theo niet meer in mijn spiegel. Wegenwerken denken we. Tot
onze verbazing is er echter niets van wegenwerken te bekennen en duurt de
ellende een tiental kilometers. Ik hoor de Tri kreunen en steunen bij de
inslagen van de keien die omhoog springen. Regelmatig heeft het achterwiel de
nijging om weg te slippen op de plaatsen, waar het steenslag diep en los is.
Theo ondervindt dezelfde problemen. Als we bij een onooglijk dorpje komen staat
er een verkeersbord dat we nooit eerder gezien hebben. Op het driehoekig bord
staat een stukje asfalt met witte lijnen getekend, het geeft aan dat we op normaal
verharde weg komen. Als we op het asfalt komen stoppen we om even te bekomen.
Natuurlijk wordt de belofte van een rookvrije dag hier onmiddellijk verbroken.
Nog natrillend van de motors in bedwang te houden paffen e er op los. Onze
motors zijn absoluut niet gemaakt om op dit soort onverharde wegen te rijden.
De nieuwe Tri ziet er verschrikkelijk uit, over heel de motor ligt er een dikke
laag stof ook onze kleren zijn niet meer om aan te zien. Gelukkig hebben staan
we weer op asfalt en met goede moed beginnen we aan de laatste 80 kilometer. We
rijden door het dorpje waar weinig of niets te zien is buiten de altijd goed
onderhouden kerk en twee kraanvogels. Na een paar kilometer komen we ons nieuwe
verkeersbord weer tegen. Nu om duidelijk te maken dat we weer op een steenslag
weg komen. Godverdomme, dat kan toch niet waar zijn he. Ik rij hier met een
motor van een week oud op een we die amper bereden kan worden door een
crossmotor. E staan werkelijk in een soort niemandsland. Tot overmaat van ramp
begint het peil van de benzine gevaarlijk laag te staan. In het volgende dorpje
(na 20 km)komen we weer op asfalt. Nog 44 km, toch maar eerst een sigaartje.
Als we willen vertrekken geeft de boordcomputer van mijn motor aan dat er nog
nul kilometer gereden kan worden. Ik word bijna misselijk van de ellende. Wat
nu, niets is er hier te zien. Aan de grens hebben we geen mogelijkheid gehad om
geld om te wisselen. Met euros kun je hier ook niets beginnen. Probleem dus.
Een jonge gast op een bromfiets komt nieuwsgierig aan getuft, hij spreekt wat
Engels en we kunnen vragen of er ergens benzine te verkrijgen is. Dat is er na
40 km, en dan over steenslagwegen. Niet te doen dus, of hij voor een slang en
een plastic fles kan zorgen. Geen probleem, in een mum van tijd was hij er met
het gevraagde materiaal. Slang in de tank van Theo zijn motor en zuigen maar.
Niets, noppes geen druppel was er uit de tank te krijgen. Het peil van de
benzine stond te laag in de BMW. P&V bijstand bellen, maar we zitten ergens
in Letland op een onverharde <eg in een dorpje dat zelfs niet op de kaart
staat. We besluiten om verder te rijden tot de Triumph er mee stopt. Theo rijdt
dan verder en gaat ergens in de bewoonde wereld benzine halen. Weg zijn we, nog
eens 44 kilometer onverharde weg. Zwetend zwoegend rijden met motors die totaal
niet geschikt zijn voor dit soort wegen. De weinige auto s die we tegen komen
rijden als gekken over deze wegen, een vrachtwagen laat zoveel opwaaiend stof
achter dat we nog amper een zicht hebben van 10 meter. Maar de Triumph haalt
het, na 41 loodzware kilometers staan we bij een benzine station. Ik tank 25,65
liter terwijl de Triumph volgens het boekje een tankinhoud heeft van 25 liter.
Nog drie kilometer en we zijn aan ons hotel. Drie sterren volgens de folder, we
komen in een krot terecht onvoorstelbaar. Het is ondertussen 17 uur en we
hebben zelfs de fut niet meer om te klagen over het hotel. Er komt warm water
uit de douchekraan en meer moeten we nu niet hebben. Na de douche een paar
borrels om te bekomen, de motor op aanraden van het personeel in het hotel
gezet(diefstal) en eerlijk gezegd een goede maaltijd gekregen. Ik slaap op de
begane grond, er hangt een sticker in de kamer waarop vermeld staat om s
nachts de ramen te sluiten wegens groot gevaar voor inbrekers. Slaap wel en
welkom in Letland.
04/08/13 Het verlof is begonnen. En, we zijn er goed in.
Uitslapen, uitgebreid ontbijten en op het gemakje door het golvend landschap
van Litouwen rijden. We hadden gisterenavond een roerei besteld bij het
ontbijt, aan de ontbijttafel wachten we, en nog een beetje wachten en dan toch
maar gaan eten. Er was keus genoeg in allerlei toespijzen. Boterhammetjes
geroosterd en lekker gegeten. Terwijl we aan onze laatste hap bezig zijn worden
er twee ongelooflijk grote potten op tafel gezet tot aan de rand gevuld met
roerei. Kees kijkt naar Theo, Theo naar Kees, samen bekijken we die twee potten
die precies staan te grijnzen. Theo had echt al goed gegeten en zegt; niet voor
mij he. Kees heeft met heel veel moeite de pot leeg gelepeld. We kunnen niet
zeggen dat we met honger moeten vertrekken. De maximum snelheid wordt niet
overschreden, ten eerste we hebben daar geen reden voor en ten tweede stikt het
van de controles. Wat valt er over Litouwen te zeggen? Niet veel! Er is
onderweg eerlijk gezegd geen bal te zien. Het landschap is golvend de wegen
zijn goed maar zodra je van een hoofdweg gaat is de weg onverhard met als
gevolg dat je in een verschrikkelijke stofwolk rijdt. Waarom gaan jullie daar
dan naar toe zullen de lezers zich afvragen. Het antwoord hier op is eigenlijk
heel simpel. We willen de Baltische Staten bezoeken en liefst met de motor. Dat
kan maar op één manier, je moet er naar toe rijden en zien wat het wordt. De
Alpen, Ardèche, het zuiden van Frankrijk, als je daar naar toe rijdt dan weet
iedereen dat het daar mooi zal zijn. Het is niet voor niets dat er in de zomer
reusachtige files zijn op de Franse wegen. Dus wij rijden naar de Baltische
Staten en zien wel wat er op ons afkomt. We maken plezier, we hebben lekker eten,
roken als turken en rijden met de motor en het is heerlijk weer.
Rond 15 uur komen we in Vilnius aan. Niet zonder slag of
stoot hebben we het hotel gevonden met dank aan onze lieftallige Garmien.
Garmien ondertussen werkelijk onmisbaar geworden, we hebben wel eens ruzie maar
het is altijd direct bijgelegd. Dat is eigenlijk heel simpel je drukt op een
knopje en ze zwijgt. Na de verfrissende douche weet Garmien ons te vertellen
waar we geld uit de muur kunnen halen. Geen probleem, binnen tweehonderd meter
hadden we er één. Jammer dat het niet werkte. Een taxi aangehouden, met heel veel
moeite (chauffeur spreekt enkel Pools) uitgelegd dat we naar het oude
stadsgedeelte van Vilnius wilden maar dat we eerst geld uit een automaat
moesten halen. Ook dat is goed afgelopen, maar zo als in veel landen de eerste
taxi rit betaal je altijd te veel. In Vilnius stikt het wel van de toeristen,
en met reden het is hier zeker de moeite om een verlengd weekend te blijven.
Aangezien we toch de toerist uit aan het hangen zijn stappen we op een
toeristen bus om Vilnius te gaan bezichtigen. We krijgen een koptelefoon, die
met heel veel moeite van de chauffeur tot leven wordt gewekt. Onderweg wordt in
het Engels heel de geschiedenis van Vilnius uit de doeken gedaan. Het enige
nadeel aan Vilnius vinden wij dat de bezienswaardigheden ver uit elkaar liggen.
Het is niet te doen om die te bezichtigen met een stadswandeling zoals bv. in
Boedapest. Zeker niet als je maar een halve dag de tijd hebt. Na de toer is het
tijd om de dorstigen te laven. We moeten echt niet zoeken naar een gezellig
terras want het stikt hier van de terrasjas, het is een heerlijke zomeravond en
met een halve liter Grimbergen voor onze neus is het prettig vertoeven. Zeker
wanneer op het plein een jeugdorkest de sfeer er inbrengt met goede muziek. Na
nog een Grimbergen tot ons genomen te hebben is het tijd om te gaan eten. Ook
dat is geen probleem, heerlijk was het. Onder het genot van een paar glazen
Pastis lossen we ook nog de wereldproblemen op. Na middernacht brengt een
Engelstalige sympathieke taxichauffeur ons naar het hotel. We betalen de helft
van het bedrag dat we aan de eerste taxi hebben gegeven.
03/08/13 Bij het overdadig ontbijt hadden we ook nog eens de
keuze tussen een gebakken ei, en roerei of een gekookt ei, met of zonder
worstjes. De zon was ook van de partij, de dag kon niet stuk. Althans dat
dachten we. We doen het allemaal op het gemakje al hoewel er een rit van 485 km
op het programma staat, deels snelweg en deels binnenwegen. Rond negen uur vertrekken
we, het is onze laatste dag in Polen vanavond zitten we in Litouwen. Als we
bijna uit het stadje Lodtz zijn ziet Theo een bord staan dat de richting
aangeeft naar een BMW garage met de vermelding zeven kilometer. We besluiten om
er langs te rijden, wie weet kunnen ze licht in de duisternis brengen bij de
motor van Theo. Er aangekomen blijkt het een garage voor autos te zijn. De
vriendelijke Engelstalige mijnheer aan de receptie geeft ons een adres van een
garage die dealer is van verschillende merken o.a. BMW. We geven het adres aan
Garmien die gezwind de route berekend welke we moeten rijden. Om kwart voor
tien zijn we bij de garage, deze gaat open om tien uur. Een sigaartje helpt om
het kwartier wachten te verlichten. Om stipt tien uur kan Theo aan een
Engelstalige mijnheer het probleem uitleggen. Het komt voor elkaar en de motor
wordt de garage binnen gereden. De wachttijd wordt opgevuld met een sigaartje
en nog een sigaartje, wie zien af en toe elkaar niet meer staan van de rook. En
het blijft maar duren, we worden zelfs zenuwachtig en met reden. We zitten nog
493 km van ons volgende hotel in Litouwen. Deels autosnelweg en deels
binnenwegen. Om 12u30 komt er iemand uit de garage met een zeer bedenkelijk
gezicht op ons af. Het kan niet gerepareerd worden maar ze willen wel proberen
om meer licht te geven. Hoezo, proberen vraagt Theo en hoe lang gaat het dan
duren. Om 14 uur zou dit klaar kunnen zijn maar we garanderen niet of het zal
werken was het antwoord. De keus is rap gemakt, inpakken die handel en weg
wezen. Om 12u45 kunnen we eindelijk aan de rit beginnen de temperatuur is dan
30 graden. Er wordt alleen gestopt om te tanken, met de toegelaten snelheden
wordt weinig rekening gehouden. Het is rijden, rijden en nog eens rijden. Ze zijn in Polen volop bezig om een
autosnelweg aan te leggen naar Litouwen, zolang deze er nog niet ligt moet al
het verkeer over en slechte weg met twee rijvakken. Hier en daar is er een
stukje met vier rijvakken. Er rijden onvoorstelbaar veel vrachtwagens over deze
baan, diepe sporen in het wegdek is hier het gevolg van. De toegelaten snelheid
is 90 kilometer per uur maar door de vele vrachtwagens ligt de snelheid niet
hoger dan 70 kilometer per uur. Dit is te traag voor ons, gelukkig geven de
Poolse chauffeurs veel plaats aan motorrijders zodat we tamelijk gemakkelijk
kunnen passeren. Maar als we een paar vrachtwagens willen inhalen worden er
toch snelheden gehaald van 130 kilometer per uur dit is nodig om dat er niet
veel kansen zijn om in te halen wegens het druk tegemoet komend verkeer. Onderweg
blijft Garmien maar zeggen dat de verwachte aankomsttijd rond 20 u zal zijn.
Dit kan bijna niet, om 16 u moet er nog 255 km gereden worden. Een
herberekening gedaan maar de aankomsttijd veranderd niet.
De grens Polen Litouwen wordt enkel opgemerkt door een bord;
Welkom in Litouwen en talrijke wisselkantoren. Ook in Litouwen is het niet mogelijk
om met Euros te betalen. Als we Litouwen binnen rijden wordt het verkeer een
stuk rustiger, de weg beter en nog weinig vrachtverkeer. We rijden nu de
toegestane snelheid van 90 kilometer per uur en arriveren om 19 uur in het
hotel. 19 uur is in Litouwen echter 20 uur. Ik was het uur verschil dat er in
de Baltische Staten is met onze tijd vergeten. Aan de receptie worden we
opgewacht door drie personen daarbij gelukkig een Engelstalige jongedame. Alles
wordt geregeld en vertaalt en we worden naar ons appartement gebracht. We
hebben beiden een kei groot appartement tot onze beschikking. In de living
staat een fruitmand en een fles heerlijke witte wijn voor ons klaar. Dit is
geregeld door Booking.com omdat er wat problemen geweest waren met een boeking.
Om 21u30 krijgen we de melding dat het eten opgediend wordt. De dag wordt dan
ook afgesloten met een heerlijke maaltijd en een goed glas bier. Als aperitief hebben
we ieder een halve fles wijn in achter over geslagen. Heerlijk geslapen en
gezond weer opgestaan.
Is Polen een mooi land? Ik kan er geen oordeel over geven we
hebben op geen enkele binnenweg gereden niets toeristisch opgezocht ons doel is
tenslotte een bezoek aan de Baltische Staten. Van af morgen begint ons verlof.
Laat ontbijten, en een toeristisch ritje door Litouwen van 165 km. Morgenavond
zitten we in Vilnius de hoofdstad van Litouwen.
02/08/13 Na een fantastisch ontbijt om acht uur vertrokken
met een temperatuur van 28 graden. We hebben het probleem van de verlichting op
Theo zijn motor aan Garmien voorgelegd. Zij kwam met een oplossing die ons niet
erg aanstond. De dichtstbijzijnde BMW motor garage is in het centrum van Berlijn.
Het is weliswaar maar een omweg van 40 km maar we zien het absoluut niet zitten
om in het centrum van Berlijn rond te gaan dolen terwijl er nog meer dan 600
bloedhete kilometers te rijden zijn.Voorlopig geen licht in de duisternis. Voordat we Polen kunnen binnen
rijden moeten we eerst door een file manoeuvreren van een kilometer of
tien.Op het rechtse baanvak enkel
vrachtwagens die een vreselijke stank en hitte veroorzaken terwijl de
temperatuur opgelopen was tot 34 graden. De file werd veroorzaakt omdat er aan
de grens met Polen zo nodig een putje moest opgevuld worden. Eenmaal de grens
voorbij is het tijd voor de soepstop. De bloggers die onze reis naar het
Midden-Oosten hebben gevolgd weten dat Theo elke middag een kom soep moet
hebben. Theo een kom Poolse plattelandssoep met de nodige aardappels en
groenten er in Kees een zure augurk en of ie zuur was. De augurk natuurlijk,
want als de Kees op zijn geliefd vervoermiddel zit is hij nooit zuur. J We zitten op een
autostrade met heel wat internationaal verkeer dus zou je denken dat er wel met
Euros betaald kan worden. Niet dus enkel de Poolse Zlothy is welkom. Ze zijn
wel zo slim om in het restaurant en wisselkantoortje weg te zetten. Het moet
gezegd , we krijgen een eerlijke koers. 100 is ongeveer 400 PZ. We komen nog
iets nieuws tegen, de benzinepompen geven gen liters weer maar kubieke
decimeters. En, we hebben onderweg onze eerste zwarte ooievaar gezien.
In Polen hangen er borden boven de Autostrade met de vermelding
van de buitentemperatuur en vermelding van de temperatuur van het wegdek.
Buitentemperatuur 34 graden. Het wegdek 46 graden. De hitte van de motor
ongeveer 95 graden. Moet er nog zand zijn? Er is volgens Theo geen beter moment
dan nu om zijn wonderbaarlijke airco afkoelingsvest boven te halen. Ik sta met
open mond te kijken hoe hij dat prepareert.De vest wordt aangetrokken op het blote bovenlijf, hij draait er een
vuldop af en giet er een halve liter water in. Het water verdeeld zich in een
dun laagje in de vest en verdampt door de lichaamstemperatuur van Theo. Door de
verdamping geeft het vest dus de afkoeling. Werkelijk een prachtig systeem.
Kees weet niets beters dan zijn geperforeerde zomerjas over zijn bloot
bovenlichaam aan te doen. Wordt in ieder geval zijn T shirt niet nat en hoeft
dan niet zo snel in de was te belanden. Na dat de onafscheidelijke sigaartjes
zijn gerookt, we hebben trouwens vanmorgen aan de receptie een stuk of zes
doosjes heerlijke kleine pikzwarte sigaartjes gekocht rijden we de peage op. IK
schat dat we om de tien kilometer eenVoordat
we vertrokken zijn heeft Garmien nieuwe kaarten gekregen. Zoals de laatste tijd
nogal dikwijls het geval is met een update van Garmin stikt het van de fouten.
Zodra we Polen binnen rijden slaat Garmien compleet tilt. Ze ligt maar te
mekkeren dat ik naar de A2 moet gaan terwijl we op de A2 rijden. Constant zit
ze in mijn oor te toeteren of ze een herberekening moet doen om naar de A2 te
rijden. Je zou er zowaar zuur van worden.Er klopte echt niets van de route. Het geluid afgezet en zoals in de
middeleeuwen de landkaart erbij genomen en op de borden gaan rijden. Gelukkig
klopte het adres van het hotel wel.
Om 17 uur rijden we Lodz binnen waar ons hotel ligt.
Armoede, armoede en nog eens armoede hier. De gebouwen zijn niet om aan te zien
en we beginnen te vrezen voor ons hotel. Het is echter nog en half uurtje
rijden eer we aan het hotel zijn. Gelukkig begint na een kilometer of tien de
staat van de gebouwen te verbeteren. Om 17u30 zijn we aan het hotel. Aan de
receptie ziet het er zeer goed uit ook de kamers zijneen geweldige meevaller. Ongelooflijk proper
en een geweldige douche.Amai, wat is
dat toch lekker na zon rit. Het enige nadeel dat er is, geen restaurant.
Volgens de lieftallige jonge dame aan de receptie zijn er vier restaurants in
de buurt van het hotel. Na de heerlijke verfrissende douche gaan we te voet op
pad. Een paar straten gedaan, geen restaurants te vinden. Een armzalig kotje
met hamburgers was het enige dat we te zien kregen.Aangezien we toch wel iets fatsoenlijks
wilden eten vragen we aan een mijnheer of er ergens iets in de buurt is om te
eten. Oei, hij bekijkt ons precies of dat we een ticket naar Mars vragen. Toch
na lang denken en zwoegen verwijst hij ons naar iets dat eventueel wel een
restaurant zou kunnen zijn, in het Pools want er wordt hier geen woord Engels
of Duits gesproken. We hebben het toch gevonden , maar gesloten. Aan een jonge
gast nog maar eens gevraagd naar en restaurant. Hij ratelt een heel verhaal af,
weer in het Pools natuurlijk, maar we begrijpen dat hij vraagt of we een
Chinees restaurant ook goed vinden. We
kijken elkaar scheel van de honger aan en vinden eigenlijk alles goed als we
maar eten hebben. Met grote armgebaren probeert hij uit te leggen hoe we moeten
gaan. Naar gelang zijn uitleg is het nog heel ver. Altijd rechtdoor tot aan een
ronda (rotonde) daar is het. Met frisse tegenzin en een beetje wantrouwig
beginnen we er aan. We zijn een minuut of vijf aan het stappen als er een auto
stopt. De bestuurder is die gast die ons de uitleg van die Chinees had gedaan.
Of we wilden instappen dan zou hij ons wel even brengen. In een tik en een wip
zitten we in de auto en maken kennis met zijn vriendin. Amai een schoon meisje.
Het valt trouwens op dat er veel mooie Poolse vrouwen rond lopen. We rijden, en
rijden, en rijden kijken elkaar scheel aan (nog altijd honger) en maken de
bedenking dat we nog wel terug naar het hotel moeten. We komen aan een immens
grote rotonde en worden afgezet voor de deur van een soort afhaal Chinees.
Nooit zouden we dat gevonden hebben zo goed was het verstopt. Toch eerst maar
vragen of we Euros kunnen betalen, geen sprake van. Ook de vriendelijk Chinese
jonge dame sprak geen woord Engels. Banca,banca toeterde ze alle kanten
uitwijzend over de rotonde. Terug op stap, de rotonde rond gewandeld en een bankautomaat
gevonden. Terug bij de Chinees aangekomen konden we ons eten gaan bestellen. Ik
kan jullie in eer en geweten vertellen, dat is niet simpel in het Pools. De
jonge dame begreep zelfs het woord curry niet. Soep, nog nooit van gehoord. Ik
beeld soep uit door naar een kraan te wijzen de vorm van een soepkom aan te
geven een lepelte nemenen dan denkbeeldig te eten. Aah zuppa moeten
jullie hebben. Yep, zegt Theo spysi zuppa. Om het hoofdgerecht te krijgen
beginnen we als twee onnozelaars te staan kakelen met de bedoeling om kip te
krijgen. En we hebben kip gekregen, Theo met curry, Kees met een heerlijke saus
en een soort lekkere paddestoelen. De spysi zuppa was klaar, een grote kom soep
met alles er op en aan. Het zou echt heerlijke soep zijn geweest als het niet
zo spysi was. Bij de eerste lepel kijken we elkaar nog altijd redelijk scheel
aan, kunnen niets gezegd krijgen beginnen te zweten als zaten we in een sauna,
pakkeneen halve liter water en met
uitpuilende ogen drinken we de fles leeg tot op de bodem. Man, man, ze hadden
daar volgens mij een handvol zwarte peper in gesmeten. Lippen en tong gloeiden van de peper niet te doen.Terwijl we met de zuppa aan het vechten zijn
wordt er geroepen dat het hoofdgerecht klaar is. Een groot bord rijst en
heerlijk klaar gemaakte kip staat op de toog te wachten. We nemen ons plastic
bestekje en voorzichtig wordt er een hapje geprobeerd. Zonder overdrijven dat
was heerlijk. Elk nog een cola genomen om de zuppa te blussen en afgerekend.
Omgerekend hebben we voor de maaltijd met drank inbegrepen vier euro per man
betaald. Vlakbij de Chinees komt er om de twintig minuten een tram voorbij. Nou
ja, tram is veel gezegd dit soort trams staat bij ons al jaren in het museum.
Alles is echter beter dan nog eens een kilometer of zeven te voet naar het
hotel te gaan. De tram op en zelfs aan de goede halte terug afgestapt zodat we
rond 22 uur terug in het hotel waren. Niet moe van deze dag maar werkelijk
doodmoe. Theo & Kees in verlof is werken, werken, en nog eens werken mar
gelukkig ook ontzettend veel plezier. Morgen staat er weer een pittige rit op
het programma en gaan we kennis maken met de binnenwegen in Polen. Ben benieuwd
wat het weer gaat worden.
01/08/13 De Tri deze morgen stipt om zeven gestart en
richting Limburg gereden om mijn motormaat op te halen. Het is van 2010 geleden
dat we nog eens op reis zijn geweest. Toen een memorabele reis mag ik wel
zeggen.Een week nadat we uit Syrie
waren vertrokken zijn ze daar oorlog gaan voeren en ze zijn nog bezig. We waren
een dag uit Dubrovnik weg en het liep onder water. In Mei ben ik langs de Donau
naar de Zwarte Zee gereden, ik was er nog geen week weg en alle steden langs de
Donau overstroomden.Als er binnen drie
weken in de Baltische Staten ook rare dingen gebeuren zal de volgende reis naar
Nispen zijn.
Inderdaadbeste
blogvolgers Kees heeft na 17 jaar met een Guzzi te hebben gereden een nieuwe
Triumph Trophy SE gekocht.Een beetje
met spijt in het hart, maar door omstandigheden was mijn geduld met Guzzi
radicaal op.De bekendmaking van de
nieuwe moest eigenlijk een primeur worden op de blog. Moest! Theo wist echter
niet beter om een paar dagen voor het vertrekhet nieuws op de blog te gooien. Weg primeur.
Vandaag 585 km autosnelweg gereden, dan moet je natuurlijk
al heel veel fantasie hebben om over deze dag een verhaal te schrijven. Voor de
eerste keer dat ik met Theo vertrek geen regen. Fijn denken jullie dan
waarschijnlijk, en eigenlijk zou dat ook zo moeten zijn. Niet echter als het 32
graden is. Het is dan precies of onze lieve heer met een verschrikkelijke grote
haardroger op de hoogste stand in je gezicht aan het blazen is. Niet direct een
prettig gevoel. Afgepeigerd en zeiknat (echt waar nat tot op mijn onderbroek)
zijn we in het hotel aangekomen. Maar wel een heerlijke Duitse braadworstgenuttigd.
Het is eigenlijk een klein wonder dat we aangekomen zijn. De
drie dagen voor ons vertrek was het voor beiden een hekse ketel. Theo laat
nieuwe banden op zijn BMW Rockster leggen. Een dag later, de dag voor het
vertrek moet hij met een leerling naar het examencentrum. Theo heeft namelijk
een auto-motor rijschool te vinden op het web onder de naam Mot-Art. Hij komt
bij zijn BMW en stelt tot zijn ontzetting vast dat de voorband zo plat als een
cent staat. Er zat namelijk een piep klein gaatje in de nieuwe band. Na de
nodige miserie is er een nieuwe band opgelegd. De avond voor het vertrek
springt zijn koplamp kapot. Geen gewoon lampje, neen een Xenon verstraler niet
simpel om te vervangen , toch zeker niet op een avond voordat je moet
vertrekken.Kees zijn nieuwe motor
wordtdoor allerlei omstandigheden drie
dagen later geleverd dan was afgesproken. Aangezien er eerst 800 km over
binnenwegen moet worden geredenom het
eerste onderhoud uit te laten voeren kwam dit zeer slecht uit. Zaterdag in
gietende regen moto gaan halen. Zondag en maandag het snot voor mijn ogen
gereden. Dinsdag motor binnen voor het onderhoud. Woensdag heel de dag ziekenhuis
en tegen de avond met motor terug naar garage omdat er een heftige trilling in
het stuur zat. Er blijkt een fout in de voorband te zitten. Band vervangen rond
19 uur thuis , eindelijk bagage inpakken en donderdag vertrekken.Dit kan moeilijk aanzien worden als een
ontspannend vertrek. Het belangrijkste is echter dat we vertrokken zijn. We
zitten nu in Koninslutter in een hotel dat prima in de smaak valt. Tijdens het
avondeten hebben we besloten om morgen eerst naar een BMW garage rijden. ZE
moeten daar licht in de duisternis brengen voor de BMW van Theo. We vinden het
onverantwoord om Polen binnen te rijden zonder verlichting op de motor. Nog
altijd staat de veiligheid op de eerste plaats, extra vroeg ontbijten want er
staan 608 km autosnelweg te wachten in een temperatuur die zou oplopen tot een
graadje of zevenendertig.
Vinden we licht in de duisternis? Zijn we morgenavond niet
compleet uitgedroogd of misschien zelfs gesmolten? Volg de blog en beleef het
mee.
Nog drie dagen en we zijn vertrokken. Eindelijk nog eens reis met gezelschap. En zeker niet met de eerste de beste. Den Theo rijdt namelijk nog eens mee. Theo, mijn reisgezel op de fantastische reis die we in 2010 naar het Midden-Oosten hebben gedaan heeft 15 dagen vrij kunnen maken in zijn druk beroepsleven om een blits bezoek te brengen aan de Baltische Staten.
Het telefonisch verkeer tussen ons is de laatste dagen intensief geworden. We bestoken elkaar met tips en goede raadgevingen. Welke motorkleren? Zou het warm blijven? Gaat het weer zoals altijd als je met Kees meegaat een dag of drie volle bak regenen? Wie neemt de pomp mee die op 12 volt werkt? Reparatie set voor de banden niet vergeten, Garmien updaten, landkaarten, reisgids enz. enz. De landen waar we door crossen zijn uiteraard een stuk Belgie, Duitsland ,Polen, Litouwen, Letland en Estland. Volgens mij kan het een pittig reisje worden waar weer het een en ander te beleven zal vallen. Benieuwd naar de gebeurtenissen onderweg? Geen probleem, er zal weer dagelijks een verslag (indien er geen problemen zijn met internetverbindingen) in de welgekende stijl van ondergetekende op de blog verschijnen natuurlijk gespekt met talrijke foto's. Ook deze reis verwachten we weer talrijke reacties, tips en rake opmerkingen van onze trouwe blog volgers. Zeg het voort aan familie, vrienden en kennissen: http://blog.seniorennet.be/guzzi
Heerlijk geslapen,
na toch wel een vermoeiende dag. Om half zes vlieg ik het bed uit, storm naar
het raam, gooi de gordijnen open, en wat zie ik? Regen en felle wind. Ik vlieg
terug het bed in, gooi het dekbed over mijn kop en denk hardop; kust mijn kloten.
Het lost helaas niets op, de bittere waarheid is dat het flink staat te regenen
en dat ik er door moet. Ik begin toch maar met een lekkere hete douche, dan heb
ik dat toch al gehad. Tegen mijn zin begin ik in te pakken, om kwart over zeven
is het tijd voor een overmatig goed ontbijt. Na het ontbijt terug de kamer in
om zoveel mogelijk kleren aan te trekken. Gisteren te veel kou geleden. En Theo,
in mijn koffers zit natuurlijk zomerkleding. Wie gaat er in de maand mei
winterkleren mee sleuren? Buiten de kleren een pomp, laptop voor uw verslag te
kunnen schrijven en op het net te zetten, twee grote dozen pillen, spuiten en
insuline. Omdat jij er niet bij bent moet ik zelf voor de nodige snickers
zorgen om de eventuele hypos op te vangen. En natuurlijk een doos of tien
sigaartjes plus van elk land waar ik ben geweest een landkaart enz. Om acht uur
wordt Guz gestart, er staat nog veel wind maar het is droog. We vertrekken met
een temperatuur van een frisse zeven graden. Er staan dik zevenhonderd
kilometers op het programma. Het is een fabeltje aan het worden dat er in
Duitsland op de autosnelwegen onbeperkt hard gereden mag worden. De stukken dat
er snelheidsbeperking wordt opgelegd zijn eerder zeldzaam. Dikwijls is het
maximum 120 of 130 kilometer per uur. Op de zeldzame stukken zonder
snelheidsbeperking haalt Guz al de paarden uit de stal. Het verbruik loopt dan
wel op tot een liter of acht per honderd kilometer maar dat kan de pret niet
drukken. Het is machtig om die brute kracht onder controle te hebben. Met het
windscherm op de hoogste stand, een tanktas en volgeladen koffers maakt Guz aan
deze snelheden af en toe wel eens een bokkensprong wanneer er nog een ferme
windstoot van opzij over de snelweg komt. Alles is echter onder controle op de
minste beweging van mij wordt alles perfect gecorrigeerd. Natuurlijk is het met
deze snelheden wel belangrijk om ver vooruit te kijken om onmiddellijk te
kunnen anticiperen. Is er in de verte en vrachtwagen die aan een inhaalmanoeuvre
begint dan weet je dat er op het linkse baanvak geremd gaat worden. Op tijd je
snelheid aan passen is dan de boodschap. Het is heerlijk om je eens uit te
leven, geen rekening te houden met flitspalen en de daarbij behorende overdreven
boetes. De volledige kracht van de motor eens tot zijn recht laten komen. Waar
kan de teugels lossen, waar het niet kan de teugels strak aanhalen. Het is
rijden over de A8 als een cowboy op zijn paard door de prairie. Wie zegt dat op
een autosnelweg rijden saai is? In mijn spiegels kijkend zie ik zware donkere
wolken. Vooruit klaart het op en wordt een stuk lichter. We zijn blijkbaar van
het slechte weer weg aan het rijden. Na honderd kilometer steken we voor de
laatste keer de Donau over, de volgende rivier die we nu tegen gaan komen is de
Rijn. Een paar uurtjes nadat we de Rijn zijn overgestoken komen we in de streek
van de wijngaarden. De heuvels zijn tot de laatste centimeter in beslag genomen
voor de aanplant van de wijngaarden. Op sommige plaatsen lopen de wijngaarden
letterlijk tot tegen de autosnelweg. Tijd voor een tankbeurt en een sigaartje,
nog drie keer tanken en de reis zit er op. Het weer wordt steeds beter en Guz
doet het zoals al heel de reis uitstekend. Mijn intercom is aan vervanging toe,
regelmatig ben ik het draadloos contact met de gps kwijt, zeer vervelend, je
krijgt geen waarschuwing als het contact verbroken is. Natuurlijk zit je ook
niet constant op die gps te gapen zeker niet als de snelheid wat hoog ligt.
Door dit mankement mis ik de afslag naar Koblenz. Geen paniek, na een
herberekening heb ik terug een nieuwe route die in kilometers praktisch
hetzelfde is. En, aangezien elk nadeel een voordeel heeft komt het eigenlijk
nog niet zo slecht uit. Met de herberekening is er een stuk van een vijftig
kilometer zonder autosnelweg opgenomen, geeft wat afwisseling en het is toch
mooi weer geworden. Ben dan ook benieuwd waar we terecht gaan komen. Op een
gegeven moment is het zover? Garmien stuurt ons van de autosnelweg. We komen
meteen op een mooie bochtige weg met prachtige vergezichten. Toch nog wat fotos
op de terug reis. Na een redelijke lange afdaling staan we plotseling aan mijn
zo geliefde Moezel. De afdaling eindigt in het wondermooie stadje
Traden-Trarbach. In het Moezel dal is het prachtig weer, zon en twintig graden.
Natuurlijk kan ik het niet laten om op een zonnig plekje aan de Moezel te
stoppen voor de middagpauze. We rijden nog een poosje langs de Moezel en gaan
met en mooie beklimming het Moezel dal uit richting autosnelweg. Om 13u30
zitten we terug op de autosnelweg. Mijn fantasieën over cowboys, paarden en
paardenkrachten zijn opgebruikt, het worden nu nog vierhonderd monotone kilometers.
Het wordt moeilijker om alert te blijven, de pauzes volgen elkaar dan ook
sneller op dan bij de eerste driehonderd kilometer. De verwarming is volledig
uitgeschakeld en het windscherm iets naar beneden om wat rijwind in het gezicht
te krijgen. Op de E42 is zeer weinig verkeer, ik begin het dan ook moeilijk te
krijgen, er sluipt een soort vermoeidheid in mijn lichaam en er begint
slaperigheid op te treden. Nog eens stoppen, drinken, sigaartje roken. Garmien
zegt nog 220 kilometer. Binnen 50 kilometer de laatste keer tanken en pauzeren,
dan in rechte lijn naar huis. Op de E313 is er meer verkeer het is dan ook
gemakkelijker op de aandacht vast te houden. Aan afrit 25 zwaai ik eens naar
Theo, hij zal het me zeker niet kwalijk nemen dat ik door rij, zit nu in een
goed ritme en wil dit zo houden. In Herentals Oost verlaat ik de E313 om de onvermijdelijke
file op de ring rond Antwerpen te vermijden. Om 16u30 is deze reis definitief
verleden tijd. Vandaag precies 712,50 kilometer afgehaspeld. Een beetje
wezenloos stap ik van Guz en denk wat nu? De laatste keer uitpakken, morgen
niet vertrekken, het laatste verslag schrijven het zal even ontwennen zijn. Maar,
niet voor lang. 1 augustus vertrek ik namelijk met Theo(mijn reisgezel naar het
Midden-Oosten in 2010) naar de Baltische staten. Litouwen, Letland en Estland.
We gaan dan waarschijnlijk het wereldrecord snel reizen verbreken. Theo heeft
namelijk maar veertien dagen tijd om deze reis te ondernemen. Benieuwd wat we
daar weer mee gaan maken? Geen probleem, het zal weer te volgen zijn op de blog.
Men zegge het voort.
Een paar
cijfers, totale afstand van deze reis 7.842 km. Gemiddeld verbruik van Guz 5
liter op honderd kilometer. 27 dagen onderweg. Acht verschillende landen. 1.031
fotos. 875 filmpjes met helmcamera opgenomen. Aantal unieke bezoekers op de
blog 1.263 waarvoor mijn dank.
Ik denk er
aan om (bij voldoende belangstelling) met het verzamelde materiaal een
professionele cd te laten maken. Met de helmcamera zijn er unieke beelden
gemaakt. Je zit als het ware op de motor, ziet het dashboard en de handelingen
van de bestuurder. Je hoort het gebulder van de wind en de prachtige sound van
Guz. Voor 10 incl. verzendkosten moet dit geregeld kunnen worden. Interesse?
Mail via de blog naam en adres en u wordt op de hoogte gehouden van de
ontwikkeling van deze cd.
Nogmaals
dank voor de opvolging van de blog, zeker ook dank voor de mails en reacties op
de blog. 1 augustus zijn we zeker terug.
Kees, Guz en
Garmien
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Omdat Theo
blijkbaar niet kan slapen zonder het verslag, verschijnt het vandaag nog.
Slecht
geslapen, ik slaap graag op en harde matras maar als die zo hard is als beton
is het zelfs voor mij iets te. Als ik de gordijnen open doe heb ik veel zin om
terug op die beton te kruipen. Er staat een felle wind en het is aan het
sneeuwen. Niet direct het beste weer om en toertje met Guz te gaan rijden. Om
acht uur staat er een prima ontbijt klaar met een perfect gekookt eitje. Ik
vraag aan de hotelbaas of de Grossglockner open is. Hij weet het niet maar belt
onmiddellijk naar de controle post. Het is alleen open voor voertuigen met
sneeuwkettingen. Absoluut gesloten voor motorrijders wegens te glad. Aan het
hotel is het één graad boven nul. Op de top van de Alpenweg vriest het zes
graden en is er vannacht vijftien centimeter sneeuw gevallen. Daar staan we
dan, er is nog maar één mogelijkheid om het dal uit te komen namelijk de Tauerntunnel.
Garmien opdracht gegeven om de route via de Tauerntunnel te laten verlopen. Het
is nog altijd de bedoeling dat we in Kufstein geraken. Als we vertrekken
sneeuwt het nog altijd, toch nog even gaan kijken aan het tolhuis en inderdaad
er wordt melding gemaakt dat er alleen bij gebruik van sneeuwkettingen
toestemming gegeven wordt om de beklimming te doen. We rijden nog maar eens via
Heiligenblut het dal in richting Lienz. In Winkklern 20 km voor Lienz gaan we
de 106 op richting Mallnitz. In Mallnitz gaan we dan de Tauerntunnel in. Na 90
km door een prachtig landschap met verse sneeuw in de dennenbomen bereiken we
Mallnitz, inderdaad ligt daar en prachtige tunnel, en een groot station. In het
station staan treinen waar autos op rijden. Hoezo, autos oprijden? Ja wel, er
zijn namelijk twee Tauerntunnel. Een voor autotreinen en een voor het gewone
verkeer. Misschien was het te koud, of te vroeg voor Garmien maar we moeten
ongeveer 100 kilometer verder zijn voor de Tauerntunnel die wij moeten hebben. Omdat
deze tunnel een verbinding is tussen twee autosnelwegen en ik het vertik om een
vignet te kopen rijden we over de 99 naar Katschberg. We doen er dus nog eens
honderdkilometer prachtige wegen bij. Ondertussen is het blauwe hemel geworden
en is de temperatuur op en hoogte van 500 meter tien graden. Het is prachtig
hoe de besneeuwde bergtoppen in de zon liggen te blinken. Aan de bomen is de
sneeuwgrens goed te zien. In Katschberg moet er en col van 1.641 meter
beklommen worden. Op de autosnelweg ligt hier de Katschbergtunnel van 9 km lang.
Met de sneeuw valt het hier nog mee. De temperatuur is iets anders we krijgen
nog één graad. Na Katschberg rijden we via Mariapfarr de wondermooie 99 op.
Deze weg volgt de rivier Taurach. Hier is het naar hartenlust bochtjes pikken.
De toegelaten snelheid is 100 km per uur, zelden wordt deze snelheid gehaald,
ten eerste wegens de bochten en ten tweede door de fantastische zichten. We rijden
door diepe kloven om dan weer fel te stijgen. Een prachtige weg ook om de
bochtentechniek wat bij te schaven. Deze prachtige weg is ongeveer vijftig
kilometer lang en komt in Radstadt op de E651. Voordat we daar zijn dient eerst
nog de Radstadter Tauernpas bedwongen te worden de pas heeft een hoogte van
1.739 meter. Hier ook weer maximum één graadje boven nul. Ik heb nog nooit
meegemaakt dat Guz eind mei nog een sneeuwvlokje op het dashboard laat zien om
te waarschuwen voor gladde wegen. En hier lag dan wel sneeuw, je zou je putje
winter gewaand hebben als je niet beter moest weten. De wegen zin sneeuwvrij
maar nat, we doen het dan ook kalm aan. Het heeft toch wel iets om met Guz door
een dergelijk besneeuwd landschap te rijden. Als we bijna op de top zijn komt
er dichte bewolking opzetten en begint het hier opnieuw te sneeuwen. Na deze
beklimming zijn het nog 22 mooie kilometers naar Radstadt. Al de wegen die we
tot nu toe gereden hebben staan op de Michelin kaarten als groen aangegeven.
(met reden want het is er fantastisch) Van Radstadt gat het via Bischofshoven
naar Saalfelden. Na Bischofshoven hebben we nog een colletje van 1.357 meter. Door
het Saalachdal rijden we uiteindelijk Kufstein binnen. Het is 13u45 en stralend
weer. We zitten nu een paar kilometer van de Duitse grens. Omdat het weer de
laatste dagen zeer wisselvallig is geweest beslis ik om in Duitsland de
binnenwegen te laten liggen en hier de snelweg op te gaan. Vandaag, zondag geen
vrachtverkeer op de snelweg dus dat is ook mooi meegenomen. We zitten nu nog
een dikke 900 km van Essen. Rond 14 uur zitten we op de E95 richting München. Geen
tien minuten later begint het te regenen. Wat zeg ik? Regen? Neen stortregen
met windstoten om u tegen te zeggen. De temperatuur zakt van tien graden naar
vijf graden. De snelheid op de snelweg ongeveer 80 km per uur. Dit zegt genoeg
me dunkt. Eer een Duitser op zijn autobaan 80 km per uur gaat rijden is het wel
degelijk heel slecht. Het blijft onophoudelijk regenen. Alles wat ik aan
verwarming heb draait op volle toeren. Wat zou het fijn zijn met mijn
elektrisch verwarmde handschoen, mijn wintervoering in broek en jas. Het probleem
is dat ze lekker warm thuis in de kast liggen. Na ongeveer 200 km is het tijd
voor Guz zijn drinken. Ik ben nu door en door nat, het begint te lijken op de
reis naar het Midden-Oosten waar we dagen aan een stuk in de regen hebben
gereden, toen had ik wel mijn winterkleren aan. Het verschil is aanmerkelijk
moet ik zeggen. Terwijl ik klappertandend betaald heb en terug naar Guz stap
denk ik, waarom zou ik in Godsnaam zo blijven rijden. Het wordt zelfs
gevaarlijk, ik zit stijf van de kou op Guz met verkrampte natte handen. De
elektrieke jas voel ik niet meer net zo met de handvat verwarming. In de
tanktas staat een centimeter water. Vlakbij het tankstation staat en Best hotel.
We rijden er naar toe vragen enkel een kamer de prijs interesseert ons geen
fluit als er maar een fatsoenlijke verwarming is. Als een verzopen kat sta ik
aan de receptie, er is een kamer en een goede verwarming, zelfs een hete
douche. Of ik nog even een formuliertje wil invullen. Ik kijk de dame aan als
of ze een grapje maakt, geef haar mijn paspoort en zeg dat ik morgen het papiertje
wel in zal vullen. Ik krijg van het bibberen nog geen sigaartje aangestoken
laat staan dat ik een letter op papier krijg. We zijn aangeland in Dreisbach.
Morgen geven ze hetzelfde weer als vandaag. Dat belooft.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Sorry, vandaag geen blog wegens te nat, te koud en te moe. Alle weertypen gehad . Sneeuw, regen, heel veel regen en storm. Het gevolg is dat ik nu, nat tot op mijn onderbroek in mijn hotelkamer sta. Moet er voor zorgen at mijn kleren morgen droog zijn, helm proper maken, gps opdrogen, douchen en eten. Dan op tijd naar bed want ik heb vandaag 300 km binnenwegen (met tamelijk goed weer) en 285 km autosnelweg in de gietende stromende regen met zware rukwinden en een temperatuur van vijf graden.De Grossglockner is alleen open voor voertuigen met sneeuwkettingen. dus niet voor Guz. Morgen de foto's en het verslag.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Het beloofd en spannende rit te worden. Guz staat voor dat we vertrekken in de sneeuw. De zichtbaarheid is hier zeer beperkt. Hoe het is gegaan? Vanavond op de blog.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Na een goede
nachtrust ben ik zo als gewoonlijk om zes uur opgestaan. Om half zeven is het
mogelijk om te ontbijten maar ik doe het allemaal kalm aan. En, het is droog. Af
en toe verschijnt er zelfs een waterig zonnetje. Om kwart over zeven een heel
goed ontbijt genuttigd. Na het ontbijt en wandeling nar een geldautomaat. Ook
hier hebben ze schijnbaar een hekel om belastingen te betalen, ze hebben liever
niet dat er met een creditcard wordt betaald. Mijn bagage, dat nog eens
fatsoenlijk gesorteerd is in de koffers van Guz gestoken en gaan betalen. In
het gezellige café zat er al redelijk wat volk. Het onderwerp was de sneeuw die
hier vannacht in de bergen is gevallen. In mijn brabbel Duits brabbel ik maar
wat mee. Of ik geen grosse bier wilde, het is kwart voor acht. Ik heb er
vriendelijk voor bedankt. Uiteindelijk is het kwart over acht als we
vertrekken. De wolkenformaties zijn prachtig. Jammer dat dit niet tot uiting
komt op de fotos. De wolken gaan van heel licht naar donker grijs tot bijna
zwart. Hier en daar een streepje blauwe lucht war een paar zonnestralen zich
laten zien. Deze zonnestralen geven een heel apart licht tussen de bewolking.
Weet niet hoe ik het moet verwoorden maar het is in ieder geval prachtig en
zeer afwisselend. Ik zou al bijna spijt krijgen moest er een heldere hemel
komen. In het eerstvolgende dorpje zien ze het wel zitten vandaag. Er staat een
groot spit op straat waar een heel varken boven een vuurtje wordt rondgedraaid.
De stad Klagenfurt laten we links liggen. We rijden naar Viktring om vandaar over
een perfect wegdek door een mooi landschap aan de Worther See te komen. We
blijven 23 kilometer langs het meer rijden met nog altijd prachtige wolken
formaties. Er valt geen druppel regen uit, de temperatuur is acht graden. Geen
probleem de elektrieke jas en de handvatverwarming houden het allemaal lekker
warm. Het is dan ook weer ongelooflijk genieten. We rijden werkelijk van de ene
prentkaart naar de andere. Nadat we het meer achter ons hebben gelaten wordt de
lucht toch wel heel donker. En het onvermijdelijke gebeurt dan ook, Het begint
te regenen, zelfs zo hard dat ik de hoes over de tanktas moet doen. Het is
echter van korte duur en het kan zeker de pret niet drukken. Ik rij liever hier
in de regen tussen de majestueuze bergen dan thuis mistroostig in den hof te
zitten kijken. Na een minuutje of tien gaat de regen over in wat gedruppel,
natuurlijk wordt je na de miljoenste druppel ook nat, het duurt alleen wat
langer. Als we Villach naderen is het gedaan met regenen, ook de zware donkere
wolken zijn verdwenen. We rijden nu vlak langs de Sloveense grens, en passeren
op enkele kilometers Kranjska Gora, een stadje waar ik en paar jaar geleden en
nacht of drie heb geslapen tijden een reis naar Slovenië. Voor we na Villach
het wondermooie dal induiken waar de rivier Gail door stroomt, steken we de
Drau over. Het is hier werkelijk prachtig. Ondanks de prachtige wegen waar men
zelfs wettelijk 100 km per uur mag rijden kan ik het weer niet laten om de
kleinst mogelijke prutweggetjes op te zoeken. Je komt er altijd wel
verrassingen tegen, bv. dat het wel eens doodloopt. Op een gegeven moment kom
ik voorbij de mooiste rotonde die ik ooit gezien heb. Hier zijn ze tenminste
blij met motorrijders. Ik ga graag naar de landen waar ik nu vandaan kom, zal
zeker ook naar dat soort landen blijven rijden. Als je daar een paar weken rond
dalkt weet je weer even de enorme luxe waar in wij leven te waarderen. Ik zie
ook graag die andere culturen, alles geregeld krijgen met weinig middelen, en
toch heel dikwijls de gastvrijheid. Maar potverdomme, wat is het hier ook
prachtig rijden. Je moet werkelijk van slechte wil zijn om te kunnen zeggen dat
je één saai stukje hebt gereden. Ik heb natuurlijk fotos getrokken, ze geven
echter absoluut niet weer hoe het is om hier te rijden, zeker met dit weer. Het
is eens wat anders dan die strakke heldere hemel. De bergtoppen liggen
geheimzinnig in de wolken. Hier en daar juist onder het wolkendek is er sneeuw
te zien. Echt prachtig. Oké, in Notsch duiken we het dal in en rijden tot
Kotschach naast de Gail. In Kotschach aangekomen is het rond de middag. Volgens
mij hoog tijd om op een mooi plein in een mooie koffiezaak een flink stuk
appelsstrudel met een berg slagroom te gaan bestellen. Een hete kom koffie en
een sigaartje maakt deze middagpauze voortreffelijk. Een foto van de mooie kerk
en we zijn weer weg. Vrij snel na de pauze krijgen we een beklimming met een
reeks haarspeldbochten om u tegen te zeggen. We komen iets boven de duizend
meter en hier en daar liggen er nog grote plekken sneeuw langs de baan. Ik heb
echter geen mogelijkheid om Guz voor een dergelijke plek te parkeren. Wel kan
ik op een parking nog eens een foto van ons maken met een mooie achtergrond.
Zoals jullie kunnen zien was bij de eerste foto de cameraopstelling niet al te
best. Na de korte maar felle afdaling rijden we richting Lienz waar we om 13
uur aankomen. De hemel is helemaal opgeklaard, af en toe zelfs zon. Van Lienz
is het nog veertig kilometer alweer over een prachtige weg tot de
Felbertauerntunnel. Om13u45 staan we aan de tunnel. En met staan bedoel ik
letterlijk staan. De tunnel is namelijk afgesloten voor alle verkeer. Een
Duitser, Italiaan en een Zwitser geloven het kennelijk niet. Ze negeren de
versperring en rijden door. Ik twijfel het is minstens 14 km bochtige wegen, waarschijnlijk
ook nog eens terug. Die versperring staat er natuurlijk niet voor niets, het is
notabene een tolweg, die sluiten ze niet zonder reden af. Er komt een auto uit
de tegenovergestelde richting, het is een plaatselijke bewoner. Hij stopt op
mijn teken en ik vraag hem of ik er met de motor door kan. Onmogelijk zegt hij,
het is voor alle verkeer gesloten. Nu, die Oostenrijkers zijn natuurlijk niet
gek. Die leggen daar niet zo maar een tunnel omdat ze graag tunnels bouwen. Die
tunnel ligt daar omdat één of andere berg te hoog was om er een weg over te
leggen, of omdat die tunnel gemakkelijker te bouwen was dan een weg over die
berg te leggen. Die tunnel gaat dus door die berg om uit het dal te kunnen
rijden. Nu is een dal in Oostenrijk ook een echt dal. Aan beide kanten van het
dal liggen knoerten van bergen waar ik Guz zonder vleugels nooit van zijn leven
over kan krijgen. Je kunt niet gelijk bij ons in de Ardennen een paar honderd
meter verder rechtsaf gaan en binnen drie minuten weer op de goede weg zitten.
Als ik door die tunnel had kunnen rijden moest ik nog en goede honderd
kilometer rijden om in Kufstein aan te komen. Nu moet ik echter terug naar Lienz?
Hoewel ik eerst nog geprobeerd heb om via en onnozel padje over die berg te
geraken. Hoe onnozel kan een mens zijn. Het was trouwens wel een heel mooi
padje. Toch maar terug naar Lienz gereden. Dan ben je natuurlijk nog niet uit
dat dal. Neen, beste vrienden dan staat er namelijk nog een aangename of
misschien met dit weer een onaangename verrassing te wachten. Je moet dan
namelijk over de Grosglockner Hochalpenstrase. Nu ken ik die zeer goed, ben er
namelijk al een keer of zes zowel met auto als met motor over gereden. Daar ben
je niet op vijf minuten over. Als ik in Heiligenblut aan kom is het al over 15
uur. Ik zie het dan ook niet zitten om nog aan de Grosglockner te beginnen.
Aangezien ik hier altijd al eens heb willen overnachten, komt dit goed uit.
Tevergeefs rij ik echter alle hotels af. Ze zijn allemaal gesloten tot juni. Dan
maar verder gereden, ik kom een bordje tegen met en pijl naar een gasthof er
staat op vermeld dat het open is. Het enige nadeel is dat je een minuut of tien
de bergen in moet om er te komen. We gaan de bergen in weer over een prachtig
smal pad. Inderdaad binnen tien minuten staan we aan het gasthof. Het staat er
moederziel alleen hoog in de bergen. Joepie, prachtig om hier een nacht te
verblijven. Jammer dat er geen plaats meer is. Terug naar de Grosglockner, er
zijn nog twee kansen om te kunnen overnachten. Ik weet dat er vlak voor het
tolhuis van de Grosglockner een hotelletje staat en op het hoogste punt van de
Grosglockner staat ook een hotel. Als ik bij het eerste hotelletje aankom zie
ik licht branden, dat geeft de burger moed. Het is ondertussen 15u45 en er begint
korrelsneeuw te vallen. Als ik hier niet kan overnachten, zit ik met een
serieus probleem. Met de moed der wanhoop parkeer ik Guz en ga informeren of er
een kamer vrij is. Jongens, ik krijg een prachtige kamer met balkon en uitzicht
op de besneeuwde toppen van de bergen. Van op het balkon zie ik het tolhuis
staan. Het balkon links op de foto is de kamer. In het verleden als ik hier passeerde nog gezegd; hier zou ik eens graag
overnachten. En zie, hier zit de Kees nu. Kan morgen op mijn gemakje die super
col gaan beklimmen, als we niet ingesneeuwd zijn, terwijl ik het verslag aan
het schrijven ben, het is nu 20u30 dwarrelen er weer sneeuwvlokken in het rond.
Wat een prachtige dag vandaag, wat mij de kou, regen of sneeuw schelen als je
dit allemaal mee kunt maken. Wat het morgen gaat worden op de Hochalpenstrase
zal hopelijk op de blog te lezen zijn.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding