Twintig originele benaderingen van spaghetti bolognese.
Van bovenstaande drie boeken ben ik medeauteur !
Tips en hulp voor de keuken !
Ter Leringhe ende Vermaeck
04-06-2014
Moambe en aangelegenheden
Ik zou een paar vrienden op bezoek krijgen, drie stuks om juist te zijn.
Eerst heb ik hen een lijst opgezonden met de gerechten waaruit ze konden kiezen, zoals dat in betere families gaat! Ik vind dat een origineel idee, inviteren "à la carte", zo vermijd je dat er iemand met lange tanden aan tafel zit en uit beleefdheid maar met tegenzin zijn bord leeg eet… maar mijn kennissen zijn gemakkelijke eters, alleseters…
Nu moet je ook niet overdrijven in de keuzemogelijkheden vind ik; drie gerechten heb ik voorgesteld en zou daar rond wel iets bijpassends maken…
De keuze :
- Lamstongetjes, vinden velen misschien wat vies maar die weten niet wat ze missen..
- Moambe, de grote Congolese hit, misschien wel de enige van dit land.
- Couscous, met alles er op en er aan!
Het werd moambe, want dat was lang geleden dat ze dat nog gegeten hadden…
Voor mij is het lang geleden dat ik het nog eens klaar gemaakt heb. De laatste keer dat ik mij nog herinner was in 1985… Nog een paar keer daarna, maar die herinnering is in de nevelen der tijd verdwenen…
Om het menu wat Afrikaanse allures te geven kwamen er gefruite visjes bij het aperitief. Lees hieronder, het waren de korenaarvisjes die ik gebruikt heb.
In Congo worden die kleine visjes "ndagala" genoemd en in principe zijn het kleine zoetwater harinkjes (clupea) maar er worden allerlei andere kleine visjes gebruikt die allemaal ndagala genoemd worden. Ik maakte er nog een dipsausje bij van ketchup, sojasaus en een schep Indische kruidenpuree die ik gewoon uit een potje gehaald heb!
De soep werd een soep van gerookte vis, de soep die hieronder ook al enkele keren genoemd werd.
Lees hier. Nu heb ik als extra nog enkele gesneden okra's en een kleine Afrikaanse aubergine bijgevoegd. Deze twee groenten als aanvulling naast de "gewone", uien, tomaten, rode paprika, knoflook en Spaanse pepertjes.
Een paar weken geleden vond ik een artikel geschreven, door de onnavolgbare Nick Trachet, in het Brussels Nieuws over die gerookte vissen. Dit soort gedroogde en gerookte (of gedroogrookte?) vissen die in soep verwerkt worden, worden geboucaneerde vissen genoemd! De vissen worden gedroogd en tegelijk gerookt, liggend op een houten rek dat op een meter, naar ik schat, boven een rokend vuurtje gebouwd is, waarbij de vissen regelmatig gedraaid worden. Er wordt geen zout voor gebruikt! Dat boucaneren is vrouwenwerk terwijl de mannen op zee gaan vissen. Op films over Afrikaanse vissers die met hun kleine bootjes de zee intrekken (en soms ook terug komen) zie je dit soort taferelen wel eens.
Het Engelse woord "bacon" zou ook een afleiding zijn van dit "boucaneren". Het boucaneren is een bewerking die oorspronkelijk door de "boekaniers" gedaan werd, later werden deze boekaniers, zeerovers omdat dat rendabeler was dan de verkoop van gedroogde vis!
Dit is een vrij eenvoudig gerecht waarvoor de grondstoffen vlot te vinden zijn in de goed gestoffeerde supermarkten.
Moambe is een gerecht van kip in een saus van palmnotenpuree en erbij komt een groente die saka-saka genoemd wordt of ook wel; tsombé.
Als extraatjes komen er bananen bij en aardnoten. ( arachides, pinda's, noem het maar!)
Er bestaan ontelbaar veel varianten van het recept maar kip, saka-saka en rijst zijn verplichte onderdelen.
Als kip heb je een "koerskieken" nodig. Nick Trachet noemt dit soort kip in het Frans, "un poulet coureur" …! Kennen jullie dat niet?
Wie ooit een tijdje in het verre Azië of Afrika gewerkt of gewoond heeft kent dit soort kippen wel, die met hun kop aan een haak hangen en de poten eindigen ongeveer een meter lager… Veel pootvlees en weinig borst. En taai…!
Ik wilde als surrogaat twee kippen met een "label" kopen, die hebben wat vaster vlees, maar de voorraad was juist uitgeput en ik had geen zin om nog eens naar een andere supermarkt te gaan. Dus twee soepkippen uit de diepvries genomen… Dat zouden trouwens voor deze bereiding de meest geschikt kippen zijn. Ze moeten lang stoven in de saus en krijgen daardoor veel smaak. De borststukken en billen er af gesneden met alle beenderen er nog aan want dat geeft smaak.
Van de karkassen heb ik kippenfond gemaakt die later in soep zal veranderen.
Van een modderzachte baby braadkip kan je geen goede moambe maken!
Verder heb je een blik palmnotenpuree in palmolie nodig. Een groot blik is wel voldoende voor zes personen. Er bestaan verschillende merken van deze puree, Trofai bijvoorbeeld is zeer gekend. De puree is de pulp die door de noten in water te koken los komt van de pitten. De olie die er tegelijk uit vrij komt is een dikke oranjerode korrelige olie die in ons klimaat halfvast is. Bij een wat hogere temperatuur smelt dit vet tot olie…!
De saka-saka is een puree van maniokbladeren. Deze puree doet denken aan gehakte spinazie maar heeft een wrange smaak. Een klein blik volstaat ook wel voor zes!
De bereiding is eenvoudig. Fruit de stukken kip in arachideolie tot ze mooi bruin zijn. Hiervoor kan ook palmnotenolie, in plaats van arachideolie gebruikt worden maar die olie spat geweldig en kleurt gans je keuken rood en dit soort vet is bovendien niet het allergezondste… zeer veel onverzadigde vetzuren, dus slecht voor de cholesterol!
Fruit nu enkele grof gehakte uien in de resterende olie en voeg die bij de kip samen met het blik palmnotenpuree en een blik water. Er mogen ook tomatenstukjes bij of wat tomatenpuree. Wacht even met zout!
Laat de kip hierin gaar sudderen zonder deksel zodat de saus indikt. Hoe lang dit duurt hangt af van de kwaliteit van de kip. Mijn soepkip heeft meer dan twee uur gestoofd!!!
Nu kan er zout bij. Als er een laag rode olie op de moambe komt drijven schep je die er af. Wat je verder kan aanvangen met deze olie weet ik ook niet. Vanmiddag heb ik een soep van rode paprika gemaakt en de groenten eerst aangestoofd in dit rode vet.
Voorde saka-saka fruit je ook eerst een gesnipperde ajuin of sjalot in olie en voeg dan de saka-saka erbij samen met een scheut water en een schep van de saus van de moambe. Laat zachtjes stoven… That is it!
Volgens sommigen worden er stukjes zoute vis of visconserven (pilchards, sardines,..) mee gestoofd met de saka-saka. Ik heb stukjes pilchard op de saka-saka gelegd bij het opdienen.
Rare combinatie maar… destijds at men in Afrika alles wat maar eetbaar was.
(Misschien te vergelijken met de "labskous" van op de schepen… zoek maar met Google!
Er wordt rijst gegeten bij de moambe, plakrijst… risottorijst bijvoorbeeld. Om goed te zijn moet men balletjes kunnen boetseren van de kleverige rijst…
Er moet ook een kommetje met vers gepelde pinda's op tafel staan. Niet de geroosterde zoute nootjes uit een pakje… maar zelf uit de schalen gehaalde pinda's, dat is een must.
Dan horen er ook nog gebakken bananen bij. Dit kunnen zowel de gewone ongekookte, in schijfjes gesneden zoete eetbananen zijn maar beter is het om bakbananen (plantains) te gebruiken. Als deze rijp genoeg zijn kunnen ze in schijfjes in de pan gebakken worden maar plantain kan beter gebakken worden in de frituur!
Leg deze bakbananen eerst een tijdje in de oven tot ze volledig zwart geworden zijn. Nu kan je ze gemakkelijk schillen (pellen). Snij in dikke schijfjes en fruit in veel olie of in de frituur. De nog niet rijpe plantain smaakt gewoon naar aardappelen. Je kan er trouwens chips van maken!
Moambe is geen pikant gerecht zoals velen wel eens denken. Misschien omdat het zo sterk op currysaus gelijkt. Integendeel het is vrij flauw van smaak. Wil je het pittiger dan kan je enkele gehakte rode Spaanse pepertjes samen met een gehakte sjalot en een teentje knoflook zachtjes fruiten in veel olie. Ook gehakte kleine pili-pili's, gemengd met azijn kunnen gebruikt worden. Iedereen kan daarvan dan nemen wat hij of zij wil… Heb je harissa of sambal oelek in huis? Ook prima en veel minder werk!
Wij hebben er witte wijn bij gedronken maar een koele pils (primus) smaakt ook uitstekend.
Of doe zoals de oud-kolonialen en maak een fles whisky open…
Vooraan dit stukje schreef ik reeds dat ik stukjes Afrikaanse aubergine bij de soep gevoegd heb…!
Ik had er natuurlijk weer veel te veel gekocht…en daarom heb ik eens geprobeerd om deze kleine bleke witgele vruchtjes te verwerken tot iets, maar wat?…. en wat bleek?
De ons bekende paarse aubergines zijn sponzen die alle olie opzuigen tijdens de bereiding… Deze kleine Afrikaantjes doen dat niet! Het vruchtvlees is veel vaster.
De allerkleinste heb ik in twee gesneden en gebakken in arachideolie langs de ingesneden zijde. In een kommetje overgedaan samen met de bakolie en als kruiding, peper en zout en royaal provençaalse kruiden. Ook kruiding naar eigen smaak…
De mini aubergines overgoten met een scheut water en een scheutje witte wijnazijn. Dit even in de microgolfoven verwarmd tot het kookpunt en nadien laten afkoelen in de koelkast.
Ideaal om te serveren als onderdeel van een koud gerecht, bij paté of gerookte vissen bijvoorbeeld.
Eerder had ik mij eens laten verleiden tot de aankoop van een potje gojibessen. Deze gedroogde bessen blijken een wondermiddel te zijn tegen alle kwalen en kwaaltjes; je wordt er supergezond van, ze genezen je zweetvoeten en na je overlijden ga je recht naar de hemel… zoiets toch…!
Ik heb ze te week gezet in water en er confituur van gemaakt… maar veel smaak zit ook daar niet in!
Elke morgen eet ik nu een portie dikke Turkse yoghurt verrijkt met gojibessenconfituur.
Het zal wel zijn zeker… op de oproepingsbrief staat toch in vette letters: de stemming is verplicht!
En… hebben jullie ook voor de "goei" gestemd, 't zal wel zijn zeker?
Maar dit doet verder helemaal niets ter zake; gewerkt en gekookt zal er worden!
Om te beginnen en voor degenen die zoveel van voetbal kennen als ik: tempeh is geen Oostblokse of Afrikaanse speler bij de Rode Duivels maar een speciaal plantaardig voedingsmiddel, lees maar verder …!!!
Op TV kan je er niet meer naast kijken, de joelende, tierende en drinkende bendes, uitgedost in een rood, geel, en zwarte outfit. Driekleurige pruiken op hun kop en liefst ook nog een paar zwarte horens…
Al eens gedacht aan een gerecht, speciaal aan de Rode Duivels opgedragen, en dat er op de koop toe onmiskenbaar Belgisch uit ziet?
Bovenstaande foto zegt genoeg. Bloedrood vlees met een knalgele eierdooier erop. Zwarte truffel zou kunnen maar ten eerste is truffel niet Belgisch en ten tweede, truffels kosten een klein fortuintje. Het vlees kan opgediend worden op een zwart bord, en dan zijn we al een heel eind verder…!
Dit vleesgerecht is oorspronkelijk een Koreaans gerecht, yuk- hoe, heet het daar. Het is een variant van onze "filet americain"… Alleen wordt zeer mals rundvlees in heel fijne strips gesneden, en niet gemalen of gehakt, gemengd met sesamolie en op smaak gebracht met suiker, sojasaus, knoflooksap, sesamzaadjes en zwarte peper. Naast het vlees komt een julienne, fijne staafjes, van nashipeer en op het vlees komen enkele geroosterde en gehakte pijnboompitjes.
Als bekroning komt een eierdooier in de halve schaal boven op het vlees. De bedoeling is om deze dooier te mengen met het vlees. Vroeger werd dat hier, bij ons, ook gedaan tot men ontdekte dat er salmonella's bestaan en dat daardoor de schaal van een ongekookt kippenei plotseling iets levensbedreigend was geworden.
Toch is het niet echt aangeraden om ongekookte eierschalen op rauw vlees te zetten en gelukkig maar; volgens het originele recept mag de dooier ook apart geserveerd, of zo zonder de schaal, in een kuiltje op het vlees gelegd worden…
De voorbije week is hier nog wat anders gebeurd in de keuken… namelijk een bereiding uitgetest maar de doorsnee lezer zal er niet veel mee aanvangen vrees ik.
Zo heb ik onder andere een poging ondernomen om tempeh te maken… Voor degenen die het nu in Keulen horen donderen: tempeh is geen voetballer maar een alternatief voedingsmiddel dat oorspronkelijk uit Indonesië komt en dat gemaakt wordt van sojabonen. Tempeh bevat zeer veel (plantaardige) eiwitten, veel meer dan in vis of vlees.
Kijk eens rond, tempeh wordt nu ook verkocht in de gewone supermarkten doorgaans bij de bio producten in de versafdeling.
Vermits tempeh volledig plantaardig is, wordt tempeh veel gebruikt door vegetariërs maar ondertussen ook door milieubewuste consumenten en personen die het goed voorhebben met de beestjes!
Ik heb de tempeh gemaakt omdat ik graag experimenteer met voeding en omdat ik tempeh van al die producten die vlees kunnen vervangen, het lekkerste vind. Maar er bestaan ook mensen die al die vegetarische brol toch maar niets vinden… Ieder zijn meug natuurlijk!
Ik liep al lang rond met het idee om zelf eens tempeh te maken maar je hebt daarvoor een "tempeh starter" nodig en die vond ik nergens en een starter van een TL-buis is niet bruikbaar voor dit doeleinde!
Enkele weken geleden leerde ik dan EVA kennen…! Aha, denken jullie nu; weer een nieuwe vrouw..? Hij heeft er al twee: eentje voor de maandag en één voor de dinsdag. Nu nog eentje voor de woensdag?
EVA is de afkorting van Ethisch, Vegetarisch, Alternatief.
Daar maakte ik kennis met Maureen die mij een gescande tekst uit een (Engelstalig) boek toe stuurde waarin beschreven staat hoe tempeh gemaakt wordt. Ook op het internet is een goede site te vinden die de bereiding van tempeh perfect beschrijft. Zie hier! Via dezelfde site kan ook de starter besteld worden. De prijs van de starter is niet erg hoog. De bestelling gaat blijkbaar naar de UK maar in werkelijkheid is het een firma uit de Kempense gemeente Zoersel die de starter levert.
Het pakje met starter heeft dan ettelijke weken in de kast gelegen tot een paar dagen geleden de situatie gunstig was en ik er eens kon aan beginnen.
Het principe van het tempeh maken is eenvoudig. Sojabonen worden gekraakt en van de buitenste pel ontdaan. Dan worden ze half gaar gekookt in water met een scheut azijn en daarna goed gedroogd in een doek. De starter wordt nu toegevoegd en goed gemengd met de bonen. De geënte bonen worden in een geperforeerde plastic zak gestopt en die zak gedurende 36 tot 48 uur in een warmkast gelegd. De temperatuur moet tussen de 28 en de 32 graden Celsius liggen.
Dezelfde temperatuur als die dat in Indonesië en wijde omgeving dagelijkse kost is…
Het zakje starter bevat een wit poeder. Dat poeder is gist van een specifieke soort die er voor zorgt dat de sojabonen die in de zak samengepakt zitten compleet overwoekerd zullen worden door een witte schimmellaag die er op het eerste zicht uit ziet als de schimmel op camembert of brie. De losse bonen vormen daardoor een dikke witte koek die in schijfjes kan gesneden worden en daarna gebakken of gewokt of whatever…
Waarom de tempeh op de foto hier er wat gelig uit ziet is omdat ik geen sojabonen gebruikt heb maar gesplitte mungboontjes, de boontjes waaruit men de sojascheuten (taugé) kweekt. Die gepelde bonen kon ik zo kopen in de Chinese winkel en er was dus heel wat minder werk aan…
Op de gescande tekst, die hieronder als document in bijlage te vinden is wordt ook uitgelegd dat andere granen en bonen kunnen gebruikt worden. De auteur schrijft over een tempeh van "black eyed peas" met haver…! Voor de niet zo jonge lezers, "The Black Eyed Peas" is een Amerikaanse hiphop/house-band uit Los Angeles. (Dat levert dus tempeh op met veel lawaai)
De schrijver bedoelt wel tempeh gemaakt van boontjes met een zwart oogje!
Deze boontjes zijn hier ook bekend, alleen moet je er wat naar zoeken. Ze heten zwartoogboon of mooier in het Engels; cow peas! (Koeboon)
Daardoor was ik er ook zeker van (maar met twijfel) dat tempeh ook kan gemaakt worden van mungboontjes in plaats van sojabonen.
Het koken van de bonen, het mengen met de starter dat is allemaal poepsimpel. Als verpakking gebruikte ik twee vacuümzakken zoals de slagers gebruiken. Met een dikke naald, ik gebruikte een keukenvork met twee scherpe tanden, moeten gaatjes in de zak geprikt worden om zo zuurstof in de zak te laten.
Grappig, ik voelde mij terug bezig in de tweede kleuterklas bij zuster Domitiana…
De laag bonen in de zak mag niet dikker zijn dan drie centimeter. Achteraf blijkt nu dat ik eens behoorlijk moet leren schatten… Drie centimeter is niet gelijk aan twee…
Dan de boontjes op temperatuur houden in dit kil Belgenlandje, dat is wel een probleem. Je kan een kast bouwen met een zwak verwarmingselement erin zoals een gloeilamp maar je kan ook een keukenoven gebruiken. Verhuizen naar Indonesië is ook een alternatief…
Ik heb mijn oven thuis nooit erg betrouwd qua accuraatheid maar na een klein beetje links en rechts draaien van de thermostaatknop bereikte ik een constant blijvende temperatuur van ongeveer dertig graden. Alleen het zachte geronk van de ventilator in de oven werkte na enkele uren danig op mijn zenuwen.
Na vierentwintig uur fermenteren begon de witte schimmellaag zichtbaar te worden op de boontjes. Ik heb de boontjes, -tempeh-, achtenveertig uur in de oven gelaten en vond het toen welletjes.
De pakken gaan dan de koelkast in om de fermentatie te stoppen en dan kan er geproefd worden!
Evaluatie:
- De structuur is goed, vast en goed snijdbaar.
- Met mungbonen krijg je een gelige tempeh die anders smaakt dan de gewone tempeh van sojabonen! Dat is logisch, een patat smaakt ook niet naar druiven…
- Ik vond de "bite" nogal papperig… Vermoedelijk heb ik de boontjes in het begin te lang laten koken waardoor ze te mals waren. Mungbonen zijn dan ook zeer snel gaar, terwijl een echte sojaboon zelfs twee uur en meer, kooktijd nodig heeft om eetbaar te worden.
- Een paar stukjes tempeh zijn reeds in de pan beland. Ik heb ze gebakken in een gewone braadpan, geen Tefal, in neutrale olie en dat ging prima. Het vuur niet te hevig dan komt er een mooi korstje rond de tempeh.
Voor de rest is het redelijk goed geslaagd.
Ik heb nog een kilo echte sojabonen liggen en nog veel starter, dus volgende keer zullen de fouten rechtgezet worden.
De tempeh is een ideaal product om te verwerken in eenvoudige roerbakgerechten zoals nasi, bami en alle bereidingen in de wok, als vleesvervanger of als extra toevoeging. Alle Aziatische smaakmakers zoals sojasaus, gember en knoflook passen perfect bij tempeh…
Ook heb ik reeds geprobeerd om de tempeh in blokjes te snijden en deze te paneren op de gewone manier. Gebakken in olie en opgediend met een pikante dipsaus resulteerde dat in een zeer smakelijk hapje bij een drankje.
Zo zie je dat zelfs een vegetarisch product ook goed kan gebruikt worden in de gewone dagelijkse kost.
Het is al lang geleden maar in december van vorig jaar heb ik een stukje geschreven over kleine visjes. Het eerste deel handelt over ansjovis en het tweede deel gaat over kleine visjes waarvan ik de naam die normaal op de verpakking staat niet meer kon achterhalen. Ik had die verpakking, de papieren strook, net daarvoor met de vuilniswagen meegegeven… Stom, hé. Spiering stond er in het Nederlands op, dat herinnerde ik mij nog, en ook dat er iets niet klopte met die naam. De Latijnse naam kwam niet overeen met de soort visjes die er in zat want ik weet zeer goed hoe spieringetjes er uit zien en dit was iets anders… De foto van de echte spiering staat bovenaan. Wel lekker bleek achteraf maar de naam was fout. Welke vis het dan wel was… dat weet ik nu!
Ik vond laatst toevallig dezelfde visjes in de diepvriesafdeling van een Turkse supermarkt. Dit keer slechts voor 4,50 €, voor een hele kilo!!!
Op de verpakking stond weer in het Nederlands; 'spiering' maar in het Latijn vond ik de juiste naam; Atherina boyeri of kleine koornaarvis. Kijk maar bij Wikipedia. Just is just…!
De familie van de koornaarvissen telt zeer veel vertegenwoordigers maar dat doet er hier verder niet toe. In Nederland worden deze koornaarvisjes zelfs gevist en gevangen.
Bovenstaande onjuistheden zijn zo van die kleine onnozelheden die op mijn zenuwen werken!
Dan was er iemand die dacht dat die visjes één per één in de pan zouden gebakken worden en hoe ik dat in godsnaam klaar speelde?
Wel, ze worden gefruit, in de frituur, uiteraard… 190°C.
Ik los het zeer eenvoudig op. Eerst gooi ik een handvol bloem in de -uitgewassen- gootsteen. De visjes zo, nog bevroren, of hoogstens enkele minuten uit de diepvriezer geweest, gaan in die bloem. Dan de visjes goed door de bloem "rommelen" of "husselen" en nadien alles de zeef in om de overtollige bloem er af te schudden. Dan de gebloemde visjes in de hete frituur kieperen! Niet te veel visjes tegelijk. Af en toe eens schudden om te beletten dat ze aan mekaar zouden plakken. Dan was ik mijn handen en spoel tegelijk de overgebleven bloem door de gootsteen. Opgeruimd staat netjes!
Mocht je het ooit zelf willen doen, gebruik geen verse olie want die olie is nadien onherroepelijk naar de… , je weet wel!
De visjes zijn zeer snel gaar en gekleurd. Je eet de visjes, bestrooid met een beetje fijn zout als hapje bij het aperitief. Enkele partjes citroen er bij om te versieren. Desgewenst nog een dipsausje op mayonaisebasis erbij serveren.
Vorige woensdag kwamen twee personen op bezoek - komen eten betekent dat bij mij - die ik wel eens mocht bedanken voor de goede service die ze geleverd hadden. Later meer daarover, het is een fantastisch verhaal…!.
Dus moest ik een menu uitvinden dat ik kon voorbereiden zodat ik zelf ook mee aan tafel kon zitten.
Het werden gemarineerde ansjovissen…( daar zijn ze weer, die kleine visjes…)
Daarna het vlees uit de poten van een king crab met een slaatje, een krabsalade zou je het kunnen noemen en daarna kalfszwezeriken. Dat laatste omdat ik daar zelf ook veel zin in had. Dat was in feite de hoofdreden…!
Als nagerecht een soepje van rode vruchten met een bolletje passievruchtensorbet.
De ansjovisjes heb ik altijd in huis, in de koelkast wel te verstaan en niet in een aquarium. De visjes zitten gemengd met grof zout in een bakje in de koelkast. Als ik ze nodig heb haal ik ze een tweetal dagen voordien uit het zout, spoel ze goed, en laat de visjes dan weken in fris koud water om het zout te ontrekken. Een uur, mogelijk twee uur is voldoende om de filets te ontzilten. Je moet maar een stukje proeven. Vooraleer de visjes in het zout gaan fileer ik ze… Prutswerk, maar je zet je er bij, drankje binnen handbereik, muziekje aan, en fileren maar! Dat fileren gebeurt simpelweg door de kop van de visjes af te knijpen met je vingernagels, dat gaat gemakkelijk, en dan trek je de graat, die nu aan de breuk kan vastgenomen worden er voorzichtig uit langs de buikzijde. Tegelijk komen de, weinige, ingewanden dan mee. De twee filetjes blijven mooi aan mekaar vastzitten en juist voor de staart breek je de graat af.
De ontzilte visjes worden nu overgoten met redelijk veel citroensap en bestrooid met gehakte peterselie en gehakte knoflook. Een draai aan de pepermolen en nu nog een laagje olijfolie er bovenop gieten en dan gaan de visjes voor twee dagen de koelkast in om te marineren in het citroensap.
Langer dan een dag of vier zou ik ze niet bewaren want het citroensap is niet krachtig genoeg om als bewaarmiddel te fungeren.
Je eet de visjes zo; elk zijn bordje met 'carpaccio' of 'ceviche' van ansjovis met een klein vorkje erbij en stukjes brood. Je kan de boel ook nog opfleuren met wat verse tuinkruiden, dat is in de mode nu!
De krabsalade kan helemaal klaar gezet worden omdat het een koud gerecht is.
Het slaatje maakte ik door witte selder, witloof en appel in fijne dobbelsteentjes, een fijne brunoise, te snijden. Een snuifje gehakte peterselie, peper en zout en een scheutje vinaigrette toevoegen. (Dat laatste heb ik steeds in voorraad)
De krab uit de schalen halen is gemakkelijk. Met een stevige schaar de poten opensnijden en het reeds gekookte krabvlees er uit halen. Ik had voor ieder een mooie portie voorzien. Verder had ik er een guacamole bij gemaakt. Een goed rijpe avocado pletten, kleine blokjes van één gepelde tomaat er bij, gehakte koriander als je dat lust, een snuif cayennepeper, sap van een halve citroen en een geut olijfolie. Peper en zout. Niet mixen met een machine, zoals vele koks doen, maar pletten met een vork, dat is authentiek.
Nog een paar blaadjes tuinkers en enkele in vier gesneden kerstomaatjes maakten het geheel af.
Dan de zwezeriken. Die had ik reeds op zondag gehaald bij de slager die alle mogelijke slachtafval verkoopt. In Antwerpen, de criée, naast de Sun Wah…!
Bijna veertig euro per kilo, het waren wel de 'hartzwezeriken', zoiets serveer je alleen maar aan iemand die je graag hebt of aan iemand waarvan je wat nodig hebt… (Punt één gold hier)
Ondanks dat de zwezeriken reeds zeer mooi wit getrokken waren heb ik ze toch nog een nachtje in water in de koelkast gezet om alle bloed te onttrekken om de zwezerik mooi blank te maken.
De volgende dag heb ik de zwezeriken eerst geblancheerd, dus opgezet in koud water met zout, enkele minuten laten doorkoken, en dan onmiddellijk afgegoten en gespoeld in koud water. Als er nog velletjes of kliedertjes vet aanhangen moeten die nu weggesneden worden. Niet trekken want dan is de kans groot dat de zwezerik scheurt!
Nu een mooi bedje van gestoofde groenten klaar maken; prei, selder, wortel, ui en de zwezeriken hierop schikken. Overgieten met kippenfond (uit een bokaaltje) tot ze juist onder staan , kruiden met peper en zout, een laurierblaadje en dat is het. Deksel op de pan en na een twintigtal minuten zijn de zwezeriken gaar. Het stoofvocht bewaren want dat zal dienen voor de saus.
De zwezeriken zelf nu op een bord leggen en hierop een ander omgekeerd bord met een gewicht er op. Een conservenblik bijvoorbeeld. Zo worden de zwezeriken geperst terwijl ze afkoelen en vooral; ze worden er vaster door, zodat ze later gemakkelijk in dikke plakken kunnen gesneden worden.
Die zwezeriken kunnen dan enkele dagen wachten in de koelkast tot je ze nodig hebt.
Om ze te bereiden heb ik ze in dikke plakken gesneden, door gekruide bloem gewenteld en gekleurd in boter. Nadien kunnen ze een tijdje de oven in tot ze mooi bruin kleuren en krokant worden.
Samen met het kookvocht van de zwezeriken heb ik dan een saus gemaakt met morieljes. Morieljes vinden is geen sinecure. De grote supermarkten hebben ze wel, maar aan astronomische prijzen en je hebt geen keuze qua kwaliteit. Tien euro voor twintig gram heb ik betaald bij carrefour. Deze morieljes komen meestal uit Pakistan en zijn gedroogd boven een vuurtje en ruiken daardoor naar rook. Ze worden gedurende een half uurtje geweekt in heet water en dan kunnen ze verder verwerkt worden. Doe het weekwater niet weg, ook dat vocht bevat smaakstoffen. Kijk wel of er geen zand in zit!
Met het stoofvocht van de zwezeriken, de morilles met het weekwater en wat room heb ik dan een sausje gemaakt. Gewoon alles gemengd, een tijdje laten koken, en lichtje gebonden. Het viel een beetje tegen; de saus smaakte niet erg naar morieljes of toch veel te weinig… maar ja, wat doe je er aan? Er waren die morieljes of geen morieljes!
Vorige keer heb ik geschreven dat ik reeds nieuwe aardappelen gekocht heb. Die gingen nu in partjes gesneden in de oven bestrooid met een Italiaanse kruidenmengeling. De gebakken krokante zwezeriken gedresseerd op "een bedje van erwtjes", overgoten met de saus, en we zijn nog niet klaar. Om het geheel af te werken heb ik er nog een grote kom Hollandse saus bij gemaakt. Kwestie van de lever en de cholesterol ook eens goed te soigneren!
In de plaats van de erwtjes zou een puree van tuinboontjes ook prima geweest zijn…
Het dessert, het soepje van rode vruchten is kinderspel. Eerst een "coulis" van frambozen bereiden door diepvries frambozen even te koken met een schepje suiker. Alles door een fijne zeef wrijven en klaar! Deze coulis kan je bewaren in de koelkast voor enkele dagen, zonder probleem!
Dan een doosje verse frambozen, een bakje blauwe bessen en eenzelfde hoeveel in stukjes gesneden aardbeien mengen. Een schepje frambozencoulis in een koud diep bord scheppen en daarin de vruchten schikken. Toen heb ik mij er gemakkelijk van af gemaakt door een deel limonadesiroop te mengen met een scheut (overgebleven) witte wijn en wat extra suiker, maar dat laatste hoeft zelfs niet. De siroop had een limoensmaak, dus heb ik wat extra limoensap bijgevoegd.
Dit vocht gaat nu royaal over de vruchten en daarop komt een bolletje passievruchtensorbet. (Gekocht) Als versiering nog twee halve passievruchten erbij en enkele takjes munt. Je zou de munt ook kunnen fijn snijden en mengen met de vruchten.
Een combinatie van rode wijn, portwijn en grenadine als "soepje" geeft ook een goed resultaat, dat herinner ik mij nog van vroeger…
Dit dessertje kan eindeloos gevarieerd worden naargelang je eigen smaak, beschikbaarheid van vruchten, enz… Ook een scheut likeur kan er best bij, waarom niet?
Niet al te veel zodat je gasten bij het afscheid niet zingend naar huis zouden gaan.
Toen we als kind nog piepjong waren en we gebruikten de uitdrukking: "van alles", dan was het gebruikelijke antwoord daarop: "van alles" da's kiekenstront!
Verder heeft dit niets te maken met hetgeen zal volgen. Ik zit een beetje zonder inspiratie en daarom wat losse bedenkingen en receptjes. Maar volgende keer zal ik niet weten aan welke inspiratie ik eerst moet beginnen. Er staat mij "van alles" te wachten…!
Eerst om verder te gaan met de confituur van vorige week. Heeft iemand al eens geprobeerd om confituur te maken van ananas? Ananasconfituur maken is volgens mij een van de moeilijkste bereidingen die er is om tot een goed einde te brengen. De binding mislukt dikwijls.(bij mij toch)
Nu is ananas een speciale vrucht, ze bevat een enzym dat eiwitten afbreekt. Daarom is ananassap goed om vlees in te marineren, het vlees wordt er super mals in. Je mag het vlees zelfs niet te lang in de marinade laten want je vlees zou letterlijk kunnen oplossen.
Maar… dat enzym degenereert (breekt af) als het verhit, gekookt, wordt. Daarom kan er wel bavarois (gelatinepudding) gemaakt worden van ananas uit blik maar niet met verse ananas want dan wordt de gelatine in je bavarois afgebroken. - Want gelatine is opgebouwd uit zuivere eiwitten! -
Is dat nu ook de reden waarom het zo moeilijk is om confituur te maken van ananas? Ik denk het niet want het bindende element, de pectine in confituur zijn gommen (koolhydraten) en niet de eiwitten.
Nu wilde ik alleen maar zeggen dat ik zo maar voor de lol snel één bokaaltje confituur van ananas gemaakt heb met de losse pectine als bindmiddel en een prachtige mooi opgesteven confituur was het resultaat.
Dan had ik eens op een mooie dag met ogen die weer groter waren dan de buik een bokaal met gepelde rode paprika's in olie gekocht voor een belachelijk lage prijs… Ik dacht aan kip met een paprikasaus…
Bokalen met groenteconserven gemarineerd in olie moeten niet in de koelkast bewaard worden maar "mijn" paprika's hebben daar toch zo ongeveer drie maanden verbleven tot ik dan eindelijk die kip in paprikasaus gemaakt heb. Nu moet ik dringend een paar andere gerechten ontdekken waar veel paprika in gebruikt wordt want er is nog heel wat over in de bokaal…
Ik heb ooit in een restaurant gewerkt waar de "steak van het huis" bestond uit een gebakken tournedos met daarop een julienne van dezelfde soort geconserveerde paprika en daarover een roomsaus… Ik vond het vreselijk!
Ik heb lang geen paprika's gelust maar met het opgroeien (in de breedte) is dat stilaan veranderd…
Hetzelfde receptje kan gemaakt worden met verse paprika (de vruchtpaprika!) die niet eens hoeft gepeld te zijn.
Laat enkele, laat ons zeggen acht stuks, gekruide kippendrumsticks mooi bruin kleuren in een klein beetje vetstof. Als dit gebeurd is leg je ze even opzij. In dezelfde pot of pan fruit je nu een paar gesnipperde sjalotten. Een handje vol. Doe er ook een tweetal teentjes knoflook bij.
Als alles mooi gebruind is voeg je er twee lepeltjes scherpe, hete, paprikapoeder en een lepeltje bloem aan toe. Goed mengen en niet laten verbranden! Daarna twee (of drie) verse rode parika's of een deel paprika uit een bokaal, maakt niet uit, er bijvoegen. Snij de paprika's wel eerst in reepjes. Stoof de paprika's ook even mee met de sjalotten. Blus nu met witte wijn, dat mag gerust een halve fles zijn. Anders bouillon, en voeg er dan wat citroensap aan toe.
Kruiden met peper en zout, stop er nog een laurierblad bij en leg de drumsticks nu mooi gerangschikt in de saus. Laat onder deksel een ruim half uur tot vijfenveertig minuten stoven op een zeer klein vuurtje. Vocht toevoegen indien nodig.
Als het vlees gaar is haal je dat er weer uit, verwijder het laurierblad en mix met de staafmixer de inhoud van de pan. Voor een zeer mooie gladde saus mag je alles nu door een fijne zeef gieten.
Proef!
Leg de kippendrumsticks er terug in en warm terug op. Indien je gemoedsrust dat toelaat kan je er ook nog een royale scheut room doorroeren. Niet te lang meer laten koken nadien.
Eventueel kunnen enkele scheppen Griekse yoghurt ook wel dienst doen maar de kans bestaat dat die zal schiften…
Dien op met gekookte rijst of deegwaren. Indien je echt niet anders wil; eet er dan aardappelen bij, waarom niet! Ik zou de aardappels wel eerst bakken, dat lijkt mij smakelijker.
Ik heb vandaag trouwens de eerste nieuwe aardappelen gekocht! Recht van den hof, zo stond op het bordje dat naar een boerderij in Melsele wees. De aarde die aan de aardappelen hing was nog nat. Twee euro voor drie kilo… of was het nu drie euro voor twee kilo…ik weet het niet meer. Voor werkelijk nieuwe aardappelen heeft de prijs voorlopig weinig belang. De periode dat er jonge nieuwe aardappelen zijn is zeer kort dus… kopen als je er vindt.
Ik zoek nog steeds naar de smaak van de aardappelen zoals deze, die ik in mijn jeugd met de blote handen uit de aarde haalde… Maar dat is nostalgie, een niet te evenaren ideaalbeeld, en dat komt nooit meer terug!
Ook zag ik Piet Huysentruyt vorige zaterdag op televisie een stuk varkensgebraad bereiden in vet.
In feite maakte hij een gewone klassieke confit van varkensnek. Hij had een zeer groot stuk vlees uit de hals, een stuk dat wij de spiering noemen, een nacht in een lichte pekel gelegd met zeer veel kruiden… Zo een stuk weegt ongeveer 3,5 kilogram… Daarna liet hij het zachtjes gaar worden, onder de honderd graden, in een ketel vol varkensvet. Smout noemt Piet dat. In West-Vlaanderen spreken ze inderdaad altijd over smout als ze varkensvet bedoelen en in het Antwerpse is het dan weer ; zoete lies…! Ongezouten liesvet. Liesvet wordt gemaakt van twee stukken mals wit vet die tegen de ribben van het varken vast zitten. Dit vet dient om de nieren te beschermen tegen harde stoten.
In de oude tijd betekende smout, elk soort olie die uit plantenzaden kon geklopt worden. Dat gebeurde in een hamermolen of een slagmolen… de zaden werden letterlijk geklopt tot de olie er uit kwam en de oliekoek werd nadien geperst en gezeefd. Zelfs nu bestaan er nog enkele smoutmolens in de Antwerpse Kempen. Veel gemeentes hebben nog een smoutmolenstraat, smoutmolenplein, of een herberg met als naam… 'de smoutmolen'. Dikwijls werd die olie gewoon gebruikt om olielampjes te doen branden voor de petroleumlamp in gebruik genomen werd…of de gas en elektriciteit.
Maar ik wijk weer af!
Toen ik nog in Douchapt (Périgord) werkte zag ik dikwijls onze buurman Michel bezig met een "enchaud" te maken. Buiten stond dan een grote gietijzeren ketel, gevuld met eendenvet, op een voetstuk met drie pootjes. Ernaast brandde een houtvuurtje. Regelmatig schepte hij dan met een schoffel wat stukjes houtskool onder de ketel… Zoiets noemt men nu; zet de thermostaat eens op 90 graden want het vet mag niet te heet worden. Anders gaat het vlees bakken en dat mag niet…
In de ketel met eendenvet lag een groot stuk gebraad uit de rug van het varken. Het vlees werd eerst voorbereid door het zeer sterk te peperen en te zouten en in gaatjes die er ingeprikt werden met een puntig mesje, gingen halve teentjes knoflook. Het vlees mocht dan een paar dagen rusten in de koelkast. Ik heb het dikwijls gezien want dat stuk vlees kwam in onze koelkast terecht omdat zijn mini frigootje te klein was. Soms werd het vlees ook opgebonden met stevig touw. Dat bezorgde het braadstuk een mooiere vorm.
Het uiteindelijke gaar maken in de ketel met vet duurde de ganse (zondag)voormiddag. Dus drie tot vier uur. De ganse familie was dan uitgenodigd voor het middagmaal en bij de "enchaud" aten ze dan steevast gebakken eekhoorntjesbrood met peterselie en gehakte sjalot en knoflook… des cèpes à la Bordelaise!
De rest van de enchaud werd de volgende dagen gegeten, koud met een salade erbij.
De enchaud wordt in de thuiskeuken ook dikwijls gemaakt in weckbokalen… Daarvan is het zeker de bedoeling om die koud te eten. Het vet dient om op een krokante baguette te smeren en de ontstane vleesgelei is een ware delicatesse. Hiervoor wordt het vlees evengoed sterk gekruid en gemarineerd, daarna gekleurd in de pan, en dan in een weckbokaal gestopt samen met enkele scheppen eenden- of ganzenvet. Voor de zeldzame kookfanaten die thuis nog wecken; absoluut proberen!
Als vlees wordt meestal een stuk uit de varkensrug (van de koteletten) gebruikt maar de nek is beter, dat geeft een smeuïger en malser resultaat.
Ik vertel bovenstaande enkel om aan te tonen dat Huysentruyt gewoon bij de Franse burgerkeuken zijn mosterd gehaald heeft en dat er weer eens niets nieuws onder de zon is.
75 gr blad van harig en/of kaal knopkruid (galinsoga parviflore); 1 fikse teen knoflook, in stukken; 50 gr pijnboompitten; 50 gr Parmezaanse kaas; olijfolie; zout naar smaak
De normaal gebruikte basilicum wordt hier vervangen het door het blad van knopkruid.
Maal de blaadjes in een food processor - of met een staafmixer- samen met de knoflook en wat olijfolie. Doe de pijnboompitten erbij. Maal. Doe de kaas er bij. Maal en proef. Voeg desgewenst meer olijfolie toe om het geheel smeuïger te maken, voeg zout toe naar smaak.
Inmiddels weten we (?) dat knopkruid een Zuid-Amerikaanse groente is die in 1796 naar de Kew Gardens in Engeland gebracht is. (Zie op TV de afleveringen van "David Attenborough's Kingdom of Plants".) Toen Napoleon met zijn leger naar Oost-Europa trok is de plant van de wagen gevallen en de Duitsers noemen het daarom Franzosenkraut.
Bovenstaande tekst vond ik dus op de site van MergenMetz, zoals reeds aangehaald.
Ik ken het plantje heel goed en reeds zeer lang. Ik heb er ooit soep van gekookt. Lees hier.
Dit is weeral zeer lang geleden.
De stichtster van het arboretum in Kalmthout, Jelena De Belder, waar ik toen toevallig goed mee bevriend was vertelde mij dat de plant in (het toenmalige) Joegoslavië "communisten" genoemd werd omdat het overal woekerde en niet uit te roeien is…
Jelena begon er verder wild enthousiast over uit te weiden... en beweerde ook dat men er in Joegoslavië soep van kookt. Die soep zou naar kippensoep smaken.
Ik heb die soep gemaakt en er een king size diarree aan over gehouden…
Op Duitstalige sites vindt men toch verscheidene recepten voor en met deze plant. Nu ga ik proberen om die speciale pesto ook eens te maken… zelfs na de vorige desillusie.
Alles voor de wetenschap, nietwaar? ! Ik laat wel wat weten!
Regelmatig krijg ik hier wel eens bezoek van een bevriend persoon of meerdere personen die een bos bloemen of een kamerplant mee gebracht hebben… en de orchideeën zijn blijkbaar zeer in trek dit jaar.
Degene die mij beter kennen brengen wat drinkbaars mee, zijnde wijn of andere spiritualiën.
Waar ik nog steeds niet zeker van ben is wat ik het liefste krijg?
Een fles wijn of een iets plantaardig, dit ter compensatie voor het even mee de benen onder tafel te mogen schuiven!
De bloemetjes en plantjes staan er nog altijd. De drank is reeds lang verdampt…!
Laatst had ik toch wat pech! Niet met de drank maar met de vegetatie. Twee stuks sinaasappelboompjes had ik al verzameld en waarvan de takken zwaar begonnen door te buigen onder het gewicht van de vele mooie oranje sinaasappeltjes… 'Citrus Calamondin', met eetbare vruchtjes, stond op het bijgeleverde plaatje met de verzorgingsvoorschriften. Familie van de kumquat.
Ondank de goede zorgen; alle dagen met de plantjes een "klapke" gedaan, op tijd water gegeven en af en toe wat roze korrels onderaan het stammetje gelegd, begint één boompje plotseling zijn blaadjes te verliezen incluis de sinaasappeltjes, ze vielen er bij bosjes af…
Snel redden wat er nog te redden viel was de boodschap: de sinaasappeltjes bijeen geraapt en de diepvriezer in, wachtend tot alle vruchten er zouden afgevallen zijn…
Het boompje is ter ziele gegaan… maar al zijn sinaasappelen zaten wel veilig opgeborgen.
Het volgende boompje begon ook zijn vruchten te verliezen maar dat boompje is er gelukkig nog doorgekomen nadat ik het buiten gezet heb in de zonnige beslotenheid van mijn stadsterrasje!
Het boompje begon ook zijn vruchten te verliezen maar dat is een beetje normaal denk ik, sinaasappelen blijven niet voor eeuwig aan de boom hangen.
De totale oogst: een ruime kilo minisinaasappels. Veilig in de diepvriezer beschermd, wachtend op betere tijden.
Een paar dagen geleden kwam dan het geschikte moment. De sinaasappeltjes zouden omgezet worden tot sinaasappelconfituur. Juister nog; marmelade… want van sinaasappelen maakt men marmelade.
Eerder had ik al een grote zak, los pectinepoeder gekocht om eens een proefje te doen.
Confituur maken is hier ten huize Nicolay, bijna een hobby te noemen.
Toen ik de prijs van een pakje PEC zag in de winkel : 2,85 € , vond ik dat toch vrij duur. Nu heb ik een hele kilo pectine gekocht voor ongeveer 37 €. Lijkt veel maar dat is voldoende voor, bij benadering 285 potjes confituur … of kan je er tenminste mee maken! Dat komt dan op 12 cent voor de pectine per bokaaltje! Met PEC wordt dat het dubbele bedrag, maar eigenlijk is dit de moeite niet waard om over te praten.
De losse pectine blijft goed voor jaaaren… en van de losse pectine voeg je zoveel of zo weinig toe als je zelf nodig acht. Je hebt wel een weegschaaltje nodig dat tienden van een gram kan wegen maar dat is reeds te koop voor 20 euro en zelfs nog minder..
Als eerste heb ik geprobeerd om blauwe bessen (uit de diepvriezer) te verwerken. Daar waar bosbessenconfituur anders vaak een halfvloeibare massa blijft is het nu een mooie opgesteven maar toch zachte confituur geworden. Je moet weten dat confituur maken van bevroren vruchten gaat zeer goed, misschien wel beter dan van vers fruit!
Voor sinaasappelmarmelade heb je maar weinig pectine nodig want sinaasappels bevatten uit zichzelf reeds zeer veel pectine. De pectine zit zowel in de schillen als in de pitten!
Het is zelfs zo dat alle pectine, die geschikt is voor het maken van huishoudelijke confituur afkomstig is uit sinaasappelschil en uit citrusvruchten in het algemeen. Een andere vorm is uit appelpulp getrokken. Na de bereiding van cider bijvoorbeeld!
Pectine heeft een E-nummer. Gewone pectine wordt aangeduid als E440i of E440a.
Natriumpectaat staat bekend als E440ii.Dat is een soort pectine met zeer hoge bindkracht. PEC-plus bijvoorbeeld.
Geamideerde pectine is behandeld met ammonia en dat is het soort pectine die heel goed geschikt is voor het maken van confituur. Dat is ook deze die ik gekocht heb. (Amid AF 010) Wie er alles wil over weten kan hier meer lezen. (Mijn browser maakte bezwaren tegen het openen van deze site, maar er is niets mee aan de hand!!!) En de tekst is zeer, zeer zware kost. Daar zal je ook zien dat er minstens een achttal soorten pectine, die elk een aparte uitwerking hebben, op de markt zijn.
Nu eindelijk: hoe de sinaasappelconfituur te maken?
De vruchtjes waren bevroren geweest en waren daardoor ontdooid en mals geworden. Om de pitten te verwijderen heb ik mij er rustig bij neergezet, de sinaasappeltjes dwars in twee gesneden, en de pitjes er uit gepeuterd met een scherp puntig mesje. Dat ging veel gemakkelijker dan het lijkt!
Het sap van de sinaasappeltjes heb ik door een zeef laten lopen en de pitten gewoon weggegooid. Normaal worden die pitten apart meegekookt, in een neteldoekje gebonden. Maar die geven een sterke bittere smaak en dat is hier niet nodig. De sinaasappeltjes smaken reeds bitter genoeg… en zuur, zeer zuur!
Uiteindelijk had ik een kilo en enkele grammen aan sinaasappels over.
Verder heb ik het recept gevolgd dat op bovenstaande website vermeld is voor de Amid AF 010 pectine.
1 kg vruchten
700 gram water
875 gram suiker
17,50 gram pectine
Normaal moet er ook citroenzuur bij komen maar vermits de sinaasappeltjes zeer zuur zijn uit zichzelf heb ik dat weggelaten. ( Eerlijk gezegd ben ik het vergeten…)
De sinaasappelen heb ik eerst door de snijschijf van de foodprocessor in dunne schijfjes gesneden…
Dan het water er bij en alles opzetten in een grote pot.
Een tweetal uurtjes zachtjes laten koken en nadien weer laten afkoelen.
Dan de resterende gekookte sinaasappelpulp opnieuw wegen en water toevoegen tot er opnieuw 1,70 kg in de pot zit. Eerst een kommetje suiker afnemen van de totale hoeveelheid suiker en hierin de pectine mengen, zo vermijdt je klontertjes.
De inhoud van de pot opnieuw aan de kook brengen met het grootste deel suiker en daarna de suiker met de pectine toevoegen.
Heb je bemerkt dat het gewicht van de suiker de helft is van het gewicht van de vruchten plus het water?
Reeds na enkele minuten koken begint de confituur te verdikken. Je kan dat zien; als een druppel confituur die je van de lepel laat vallen even blijft 'hangen' vooraleer hij terug valt. Of neem een druppel tussen twee vingers en wrijf… dat plakt! Leg de lepel waarmee je roert een minuutje opzij, er zal zich dan een harde vaste laag gevormd hebben op de lepel… Doof het vuur en laat je confituur onaangeroerd staan: er vormt zich een dunne vel bovenop! Allemaal trucjes van de foor om te weten of je confituur genoeg gekookt heeft..! Het trucje met het koude bord werkt bijna nooit!!!
Moet je dan niet constant roeren vraag je, je nu af. Soms, af en toe, maar constant roeren is niet echt nodig. Zorg wel dat de confituur hevig doorkookt dus neem je kookpot groot genoeg. .
Normaal gesproken wordt nu nog citroenzuur toegevoegd. Een half koffielepeltje voor deze hoeveelheid of het sap van een tweetal citroenen. Nog dertig seconden koken en de confituur is klaar.
Deze hoeveelheid leverde 6 normale bokaaltjes sinaasappelmarmelade op.
Dat is logisch. Een normale bokaal voor confituur bevat 400 à 450 gram confituur. Totaal gewicht was hier, iets meer dan 2,5 kg, gedeeld door zes… en dat is…?
Met dit type pectine blijven de vruchten ook mooi 'in suspensie'. Dit wil zeggen dat de vruchten niet in de bokalen zullen naar boven stijgen. Vooral kersen, krieken of aardbeien vertonen dikwijls dit euvel.
Dit nog: vroeger werd confituur traditioneel gekookt in niet vertinde koperen ketels. (Bassins)
Dit moet zeer afgeraden worden want het zuur van de confituur lost het koper gedeeltelijk op en dat is giftig, echt giftig, geen klein beetje!
En confituur moet 'verplicht' een zuur bevatten om de pectine te doen binden. Vruchten zoals abrikozen of perziken hebben een toevoeging van bijvoorbeeld citroensap (of citroenzuur) nodig om dik te kunnen worden.
Dit was een hele boterham (met confituur)… Mocht iemand zin hebben om er ook eens aan te beginnen, stel je vraag of vragen maar. Vanzelfsprekend geldt dit recept voor alle soorten citrusvruchten; grapefruit, citroen, sinaasappel, mandarijnen… Deze laatste bevatten de minste pectine van alle citrusvruchten. Mengsels zijn ook mogelijk.
Vandaag geen recepten voor onbekende rare Afrikaanse beesten of voor groenten die je nergens anders vindt dan in duistere winkeltjes waar je, je moet uitdrukken in gebarentaal…
Nu gewoon…
Een tijdje geleden was er tijdens het tv programma; "Voor hetzelfde geld" een intermezzo met Tine Embrechts, die probeerde duidelijk te maken aan de kijkers dat de kost van de frisdrank voor een familie nogal flink kan oplopen per maand.
Ik had ook al eens overwogen om een toestel waarmee je zelf frisdrank kan maken aan te schaffen.
Het is niet doorgegaan! Wegens diverse redenen die er hier verder niet toe doen. Alhoewel misschien toch: als je zelf een smaakje en kleurtje wil geven aan je frisdrank moet je daarvoor fel gekleurde siroopjes kopen, te koop bij slechts één internetfirma! Die siroopjes zitten tjokvol suiker en dat wil ik nu juist niet! Een liter limonade zou dan ongeveer 100 gram suiker bevatten…
Eergisteren dacht ik er weer aan, om eens zelf gemaakte limonade te vervaardigen, wel zonder bubbels. Zonder prik!
Als je vers geperst sap van citrusvruchten mengt met water krijg je een zeer waterachtig drankje. Massa's suiker toevoegen helpt al iets. Dat geeft meer "mondgevoel", de drank wordt hierdoor "molliger"… Maar ook dan nog blijft de limonade maar waterachtig smaken en dan voegen we zelf suiker toe!
Daar hebben we het volgende op gevonden:
Alle commerciële limonades zijn op een of andere manier verdikt…! Gebonden met een product waardoor de limonade iets minder vloeibaar wordt en een vollere smaak krijgt…
Eén van de producten die daarvoor kan gebruikt worden is johannesbroodpitmeel… Een hele mondvol. Nu denken jullie, weer zo een product dat nergens te vinden is… en toch; gewoon bij de apotheker. Koop daar een pakje Nutrilon - Nutriton. Let op de 't' in het tweede woord.
De apotheker zal misschien eerst raar opkijken als je komt om Nutriton aan te schaffen, zeker als je al een beetje op leeftijd bent…want Nutriton is babyvoeding. Een bindmiddel om de melk voor zuigelingen dikker te maken!
Het speciale aan het product is ook dat het koude vloeistoffen kan dikker maken zonder dat er koken aan te pas komt zoals bij maïzena of rijstbloem.
In de verpakking van die Nutriton zit een klein doseerlepeltje.
Wel, neem nu een maatbeker en giet er bij benadering, 0,8 liter water in. (800 gram)
Doe daar twee maatschepjes Nutriton, dus johannesbroodpitmeel in, en roer.
Laat een tiental minuten rusten en ga er dan even met de staafmixer doorheen. Er kunnen zich vlokken vormen die je niet weg krijgt door gewoon te roeren.
Voeg hierbij nu het sap van een drie- of viertal citroenen, limoenen of sinaasappelen, naar keuze en smaak!
Opzettelijk heb ik geen suiker gebruikt maar een vloeibare zoetstof, hier Canderel - aspartaam. Het gaat evengoed met tabletjes, je moet dan maar tellen hoeveel tabletjes nodig zijn.
Tien of twaalf is een goed gemiddelde voor een liter limonade… Proeven zal het bepalen.
Nu ontbreekt nog iets dat de nodige pit geeft. Dat is citroenzuur. Dat koop je ook bij de apotheker maar in gelijk welke Turkse winkel is dat ook te koop in zakjes of flesjes voor enkele centen. De nam is 'limon tuzu' in het Turks. Het is een wit poeder dat er uit ziet als zout en in een oogwenk oplost in gelijk welke vloeistof.
Een half koffielepeltje op een liter is voldoende maar iets meer mag ook. Dit citroenzuur heeft op de koop toe een bewarend effect. Het vers geperste fruitsap in de limonade behoudt zo zijn frisse smaak. Ook bij het maken van confituur; op het einde van de kooktijd een mespunt of iets meer, afhankelijk van de hoeveelheid, citroenzuur toevoegen en de confituur zal mooi opstijven.
Giet je limonade nu over in een fles of karaf die in de koelkast past en voeg eventueel water toe tot je een volle liter hebt. Laat goed afkoelen…
Toch prachtig voor de zomer of bij de barbecue voor de geheelonthouders?
Dan is het weldra weer 1 mei… In mei leggen alle vogels een ei!
(Maar in april namen ze de pil!)
1 Mei heeft allerlei betekenissen onder andere als feest van de arbeid! Daarom krijgt iedereen een dag congé payé.!
Eén mei is volgens mijn bescheiden mening het voelbare begin van de lente. De verwarming mag af, of op een laag pitje gezet worden. Je kan al wonen en leven met de deuren of vensters open, zodat de frisse lucht binnenkomt. Die dikke jas mag naar de droogkuis.
Vooral, er komt een aanbod aan mooie primeurgroenten en vruchten… Sommige zijn er al langer maar de lente heeft zich dit jaar een beetje vergist!
De vrucht die mij het signaal geeft van; 't is lente, 't is lente, staat hiernaast afgebeeld. De mooie vruchtjes, ze zijn een pruim groot, zijn hier weinig bekend. De Fransen noemen ze : nèfle du Japon. Japanse mispel, maar een echte mispel heeft niets met deze vrucht te maken. Alles wat de Fransen niet kennen wordt maar gemakshalve, "du Japon" genoemd.
De juiste naam is 'loquat'. Als je ze ergens vindt, kopen! Al is het maar één keer.
Ik dacht dat ik ze al eens in Delhaize gezien heb.
Breek of snij ze open en verwijder de dikke bruine pit of pitten. Er zit ook een soort vliesje rond de pitten, haal dat er uit… De redelijk dikke schil kan er gemakkelijk afgehaald worden. Gewoon trekken aan een hoekje en ze komt zo los.
De vrucht smaakt licht zurig en aromatisch. Ik heb ze vanzelfsprekend gekocht, zoals alle jaren, in een Turkse winkel…
Dan zijn de aardbeien er weer sinds een tweetal weken. De goede aardbeien, de echte, afkomstig van de Vlaamse bodem. (In serres).
Zelfs de prijs is gewoon laag, een drietal euro voor een bakje van 500 gram, dacht ik zo.
Als je nu over enkele dagen de aardbeien beu gegeten bent (???) dan kan je eens volgend gerechtje maken. Een beetje ongewoon maar toch…
Eendenfilet met aardbeien
Benodigdheden 4 personen:
2 eendenborsten
500 gram aardbeien
Lichte sojasaus (zoute, bv Kikkoman)
Suiker
Kippenbouillon
Zetmeel, maïzena
Zwarte peper en zout
Lekkere, zachte azijn; mirin, balsamico of wittewijnazijn
Een klein greepje munt
Grof gemalen zwarte peper
Het sap van een halve citroen
(mirin is een Japanse zoete wijn)
Bereiding:
Verwijder het vel van de eendenfilets. Dit gaat gemakkelijk als je begint aan de dikke
kant van de filet. Snij dit vel in reepjes van een centimeter breedte.
Laat dit vet uitsmelten in een braadpan op een zacht vuurtje tot er lichtbruine knapperige reepjes ontstaan. Bewaar het gesmolten vet in een kommetje. Giet onmiddellijk een koffielepel zoute sojasaus over de nog warme reepjes vel. Meng goed.
Kruid de eendenborsten met peper en zout, niet te veel zout, de sojasaus, straks, is reeds sterk gezouten.
Bak de filets in hun eigen vet tot ze mooi bruin zijn. Het vlees moet rosé blijven. Hou warm onder een vel aluminiumfolie. Zet opzij, liefst in een zeer zachte oven.
Was de aardbeien en verwijder de kroontjes. Droog ze in een doek.
Snij de helft van de aardbeien in grove dobbelsteentjes.
Kook deze dobbelsteentjes enkele minuten met suiker tot er een moes ontstaat. Dit moes mag vrij zoet zijn.
De andere helft van de aardbeien in mooie schijfjes snijden. Of gewoon in twee.
De eendenborst nu in zijn geheel opwarmen in de aardbeienmoes. Oppassen voor verbranding. Een eetlepel sojasaus bij de aardbeienmoes voegen en de eendenborsten uithalen. De saus aanlengen met kippenfond en een scheutje azijn tot de gewenste dikte. Op smaak brengen. Binden met aangeroerd zetmeel indien gewenst. Dit wordt dus een zoetzure, roodbruine saus.
De eendenfilet dwars in schijfjes snijden en overgieten met de saus.
De overige aardbeien even opwarmen in boter en afwerken met de grof gemalen peper, fijngehakte munt en citroensap. Apart bij de eend serveren.
Strooi als laatste een greepje gebakken eendenkaantjes over de bereiding en serveer liefst met een gestoomde basmatirijst. (Of kroketjes..)
Versieren met enkele in plakjes gesneden, overgehouden aardbeien.
Het gaat hier natuurlijk over de zogenoemde 'agouti' die vorige week woensdag op het menu stond.
Ik had dinsdag reeds alle voorbereidingen getroffen, de 'mise-en-place,' gedaan. Ik werk graag rustig, geen paniekerig gedoe terwijl je aan tafel zit of uren wachttijd vooraleer het volgende gerecht verschijnt.
Ik heb eerst de twee pakjes agoutivlees uit de diepvriezer gehaald en rustig laten ontdooien in de koelkast. Het was in het totaal ongeveer 400 gram. Zelfs indien er veel beenderen zouden inzitten, toch nog genoeg voor twee personen. Mijn neefje en ikzelf.
Het vlees had blijkbaar al een behandeling ondergaan. Ik denk dat het half geroosterd of gebraden was want het was gebakken aan de buitenkant en nog fel roze binnenin. Ook was het (een beetje) zwart geblakerd… dus gegrild misschien?
Ik heb het vlees, waar inderdaad wel wat beentjes inzaten, in zes stukken verdeeld.
Op het vlees, toch op sommige stukken, lag een dikke huid. Een beetje zoals het zwoerd op spek of ham, maar dit vel lag er los op, zoals bij een kip. Enfin; erg smakelijk zag het er niet uit. Maar tijdens de oorlog moet je alles leren eten!
Toch even een stukje vlees losgepeuterd en geproefd. Een beetje draderig maar zeker geen onaangename smaak. Toen realiseerde ik mij dat het echt niet verstandig is (van mij) om halfrauw vlees van een beest dat ergens uit de brousse komt, ongekookte te proeven… Maar ik leef nog…
Verder heb ik de bereiding gevolgd zoals hieronder reeds beschreven is! Dit keer niet met kip maar met het vlees van de agouti.
Dan was er nog de 'fufu'…
Fufu is een zeer vaste, dikke, zetmeelhoudende brij die met de handen wordt gegeten bij elke maaltijd. Men trekt een stukje van het gelige deeg, rolt dit tot een balletje en doopt dit dan in de soep of saus… Fufu kan gemaakt worden van veel soorten zetmeelhoudende planten zoals cassave (maniok), yam, taro (cocoyam) of onrijpe bakbanaan.
Die groenten worden gekookt en dan in een houten mortier met een stok gestampt tot het een dik deeg vormt. Het typische beeld van Afrika dat we kennen van de oude films. Het schijnt zwaar werk te zijn. Ik heb het mij gemakkelijk gemaakt en een 'pakje' fufumeel gekocht. Made in the USA. Er staat zelfs op het doosje hoe je het moet maken in de microgolfoven.
Eén kommetje fufumeel mengen met twee kommetjes water, een snuif zout en al roerend aan de kook brengen. Dat is het. Maar het deeg moet toch ongeveer tien minuten koken en bewerkt worden, pas dan wordt het een echt dikke, taaie, niet plakkerige, brij.
Vorige keer, tijdens de 'repetitie' was de fufu die ik toen gemaakt had nogal kleverig en plakte aan de vingers… Nu heb ik toevallig gevonden hoe dit kan vermeden worden. Normaal wordt de fufu tot een bal gerold waar iedereen stukjes af trekt. Nu had ik twee ballen gemaakt, ieder zijn bal, en tot een bol gevormd in een kommetje met een lekje olie er in zodat de boel niet begon te plakken. Later zou ik de fufuballen (?) dan opwarmen in de microgolf. Dat was het dus. De fufu een tijdlang laten rusten en het deeg was nu perfect manipuleerbaar met de handen zonder dat het plakte… Uiteraard hebben neefje en ik, met onze handen gegeten, zoals het moet… We kennen onze wereld!
Zoals vorige keer heb ik er okra als groente bij gegeven. Het waren mooie kleine okraatjes, of hoe zeg je dat? Een pak okra gekocht, uit de diepvriezer, gemakkelijk. Alhoewel aan verse okra is weinig werk om ze panklaar te maken, niets eigenlijk. De okra dan gedurende enkele minuten gekookt in gezouten azijnwater en daarna samen met olie, gehakte knoflook, blokjes tomaat, peper en zout, gestoofd. Een scheutje azijn er op zoals bij groene boontjes. Okra is ook op voorhand te bereiden, daarna juist even opwarmen.
Ik zal het maar bekennen, voor alle veiligheid, voor noodgevallen als die agouti, die rietrat, niet te vreten zou zijn, had ik een kom met lamsvlees in currysaus klaar gezet. Die kom staat nu nog in de koelkast, het was echt niet nodig. De agouti was lekker! Dank u… dank u…!
Er zijn geen foto's, vergeten te maken! Erg spectaculair zag het er ook niet uit. Een kom vlees in een bruingroene saus… maar van de fufuballen heb ik wel een foto! Snel tussen de soep en de patatten gemaakt.
De soep was trouwens de soep zoals beschreven in de post over 'soep van gerookte makreel'. Natuurlijk gemaakt van de zwarte gerookte Afrikaanse meerval.
Doodsimpel om te maken. Water op het vuur met grof gesneden uien, rode paprika, Spaanse pepers en stukken tomaat, de hoeveelheden naar eigen inzicht. De vis een half uurtje weken in koud water en dan koken in de 'soep'. Goed sterk kruiden en het visvlees (plus het vel) van de graat gehaald, aan de soep toevoegen. Ik heb er wel een blokje garnalenbouillon bijgedaan…ook te koop in de Afrikaanse winkel.
Na wat aperitiefjes was het dan tijd om "aan te vallen". Eerst voorzichtig proeven, dan opgeluchte gezichten: alle borden waren netjes leeggegeten, behalve dat van mij. Ik heb mijn fufu niet opgegeten! 't Was te veel.
Fufu is geweldig vullend. Later heb ik dan een paar probeersel met het restant gemaakt.
Een balletje fufu tot een plat koekje geduwd, daarin wat hete chilipasta gestopt en het geheel weer tot een balletje gerold, zoals een mini gehaktvogelnestje. Nadien gebakken in olie tot de balletjes kleurden en krokant werden. Het loont de moeite om ze te maken en te geven bij het aperitief. Dat mag dan wel een stevig en sterk aperitief zijn…! Een gin tonic bijvoorbeeld die nu zo in de mode is? De zachte bijna smaakloze fufupasta, een beetje krokant gebakken in olie, en bij het eten van de balletjes dan plotseling de smaak van de scherpe en hete chilipeper die vrij komt …!
Vermits we het nu toch over rare of onbekende beesten hebben…
Puur toevallig kreeg ik van mijn broer een pakje met nog een beetje koffie in. Hij had het gekocht in Nederland! Ik mocht zelfs kiezen; gemalen of niet gemalen en aangezien ik geen koffiemolen heb…?!
Deze koffie is (naar het schijnt) de duurste koffie ter wereld, de "kopi luwak"… Wat heeft dat nu met een dier te maken? Lees maar verder…!
Kopi staat voor koffie, vele Aziaten kunnen geen F of V klank produceren en maken er een P van, dus kopi...
Luwak is een civetkatachtig dier dat de vrucht van de koffie eet. De onrijpe koffiebonen zien er uit zien als kersen (of cranberry's) voordat de boon, de pit, rijp is.
Die door de luwak opgegeten koffiebessen, daarvan wordt alleen het vruchtvlees verteerd in het darmkanaal van het dier… en de resterende onverteerde bonen komen er weer uit langs de natuurlijke weg.
Ze worden dan terug gevonden in de drollen van de beestjes. Hopelijk worden ze eerst gewassen voor ze verder verwerkt worden.!
Die bonen worden daarna behandeld als gewone koffie. Vermits de koffiebonen, die de luwak eerst gegeten heeft, met de hand moeten gezocht en geraapt worden en dit soort bonen dus zeldzaam is wordt die koffie behoorlijk duur. De totale productie per jaar blijkt maar tweehonderd kilogram te zijn.
Kopi luwak (civetkoffie) komt vooral uit Indonesië, maar er zijn veel andere landen die dezelfde soort koffie produceren. Vietnam onder andere, maar die zijn er nu mee gestopt omdat het niet rendabel was. Het was ook niet dezelfde kwaliteit als de Indonesische versie.
Maar nu weer naar de kopi luwak. Deze koffie is in België slechts met mondjesmaat te koop aan zeer sterk wisselende prijzen! Voorlopig toch.... Wel gemakkelijker te vinden in Nederland, omdat ze daar nog sterke banden hebben met Indonesië...
Duur betekent dat Kopi Luwak ongeveer, door het zeer intensieve productiekarakter, 200 tot 600 dollar per kilo kost, 22 euro voor 50 gram bonen, oftewel 55 euro voor een half pond.
Maar nu de smaaktest!
Een normaal kopje koffie bevat ongeveer 7 tot 8 gram koffie. Voor de luwakkoffie wordt 10 gram aangeraden. Ik heb nu mijn derde kopje geproefd en de smaak is lekker, zacht en zoetig maar zeker niet krachtig. Geen wow effect zouden ze in "Komen eten" zeggen… en daarom geef ik een welverdiende zeven! Toch moet je eens proberen om een kopje te proeven al was het maar voor de unieke ervaring. Kopi Luwak drink je niet elke dag!
Vlaanderen heeft nog maar net de "mouse shit" herontdekt. Volgt nu de "cat shit"? Tom en Jerry in een kopje?
Nog een laatste! Erg fris klinkt het verhaal niet en diervriendelijk is het zeker niet. Het gaat over thee voor de keizer en alleen voor de keizer. Deze thee was niet beschikbaar voor gewone stervelingen.
Tot in de 19e eeuw heersten de Chinezen over Vietnam. Nu kan ik fout zijn hoor, ik ben niet zo een krak in geschiedenis... in ieder geval voor die keizer van China in Vietnam werd deze speciale thee gemaakt.
Men had er een paard voor nodig !
Men neme dus een paard en laat dit paard vele manden mooie jonge, frisse, groene theeblaadjes eten.
Daarna mag het paardje nog enkele uurtjes ronddartelen in de wei maar dan : kop er af....!
Nu wordt de half verteerde thee uit de paardenmaag gehaald en gedroogd: dit is dan thee speciaal voor de keizer van China...! Een unieke smaakervaring?
Mijn laatste bericht eindigde met: in de winkel waar zij (Evelyn), gewoonlijk haar aankopen doet heb ik iets gevonden in de diepvriezer, iets dat je niet voor mogelijk acht maar toch waar is…! Wat dan? Dat wil je niet weten zeggen ze hier in Antwerpen!!!
Daarom, lees verder, volgende week, maar het kan ook over twee weken zijn…
Wel, Evelyn was in de winkel in een diepvriezer aan het rommelen en hield een kip in haar handen. Waarop ze aan de vrouw van de winkel vroeg of ze geen ander vlees had… Ik repicleerde daarop met mijn domme kop; bush meat? (illegaal gestroopt wild, vooral in Afrika)
Nu gaat de verkoopster aan het rommelen in dezelfde diepvriezer en haalt er enkele groezelige pakjes uit en geeft ze aan mij…
Agouti, zegt ze… tu connais agouti…?
Ik had ooit het woord al eens gehoord en ook ergens gelezen maar verder reikte mijn kennis niet. Enfin, ik heb zo'n twee pakjes gekocht waarvan ik er onmiddellijk één terug moest inleveren want volgens de winkeldame bleek er alleen maar een kop in te zitten…!
Dat was het! Bush meat in Antwerpen! Zowel het invoeren van, en zeker de verkoop ervan zijn absoluut verboden, illegaal! Ik stond daar onthutst met die twee pakjes in mijn handen.
Als ik dit vlees nu zou gebruiken zou ik even schuldig zijn aan de uitroeiing van het wildbestand in Afrika… en "Ich habe es nicht gewusst!" als excuus zal niet meer helpen.
Vooraleer jullie nu de duimschroeven van onder het stof opdiepen, het "rad" klaar zetten en de olie alvast op 180°C verhitten, het verhaal krijgt een onverwacht einde ! Zodoende nog geen kwade mails zenden! (Maar de intentie was er wel…)
Eens thuis gekomen even Google en Wikipedia uit de schuif gehaald… Ooit had ik iets gelezen over "agouti" bij Alexandre Dumas. En inderdaad, hij schrijft dat een agouti een knaagdier is dat afkomstig is uit Zuid-Amerika en de Antillen, een ruwe pels heeft, zo groot wordt als een haas en knort als een varken. Dat het bejaagd wordt en dat het vlees goed smaakt maar een beetje sterk…!
Op een zeker moment zou het zelfs bijna uitgeroeid geweest zijn door de jacht.
Hetzelfde is te vinden in een oude Larousse Gastronomique.
Hetgeen mij zo wat wrong was het feit dat de agouti uit Zuid-Amerika afkomstig zou zijn.
Dan nog veel verder en dieper gezocht en ergens op een forum vind ik de volgende tekst:
- Aulacode désigne l'animal qu'on appelle de manière inapropriée "agouti" en Côte d'Ivoire.
- Le nom scientifique de l'aulacode (en fait grand aulacode pour notre "agouti") est Thryonomys swinderianus.
De Nederlandse naam blijkt "rietrat" te zijn en klinkt niet erg smakelijk…
Bijgevolg, hier gaat het over een dier dat in Afrika voorkomt en er bovendien gekweekt wordt voor consumptie. Dit laatste staat hierboven niet in de tekst te lezen maar ik kan moeilijk heel de tekst aanhalen. Die Afrikanen kunnen nogal langdradige uiteenzettingen houden.
Dan heb ik nog een andere tekst gevonden die veel verklaart denk ik.
The cane rat is one of Africa's largest rodents. It is an agricultural pest and is hunted for bush meat. Recently there have been efforts to farm it as mini livestock, particularly in Ghana and Nigeria.
Vertaald: de rietrat is één van Afrika's grootste kaagdieren. Het is een plaag voor de landbouw en ze worden bejaagd als "bush meat". Sinds kort tracht men om ze te kweken als kleinvee. Vooral in Ghana en Nigeria. Wikipedia, rietratten.
Uiteindelijk ben ik gefopt, belazerd, gekloot…! In plaats van bush meat heb ik een doodgewoon gekweekt beestje gekocht. Zoiets als een haas vragen maar een knuffelkonijn krijgen…
Nu woensdag zal ik het vlees klaar maken. Hoe het er uit ziet en hoe het smaakt weet ik nog niet. In alle geval de persoon die komt helpen eten is van geen kleintje vervaard!
Naar het schijnt zou het vlees smakelijk zijn en naar varkensvlees smaken. Wait and see, zei de blinde…!
In afwachting heb ik als eens gerepeteerd en een bereiding uitgewerkt. Als vlees heb ik kippenvleugels gebruikt. Alleen de bovenstukjes van de vleugels maar dat doet er verder niet toe.
Dan had ik ook een fles rode palmolie gekocht in de Afrikaanse winkel. Dat is het soort olie die gebruikt wordt voor de bereiding van moambe. De olie heeft een rode kleur omdat ze niet geraffineerd is. Als deze goedkope olie geraffineerd is (gezuiverd) wordt ze gebruikt als frituurvet of bij de margarinebereiding en de olie kent nog veel meer andere toepassingen.
Hetgeen ik gemaakt heb is een combinatie van moambe en pindasaus..! Eerst de kippenvleugels gekleurd in de palmolie. Ze kleurden hierdoor mooi rood.
Dan een gehakt sjalotje en twee teentjes eveneens gehakte knoflook zachtjes gefruit in de resterende olie in dezelfde pan samen met een stukje Spaanse peper; zoveel als je lust. Sambal oelek is een goed alternatief, dan kan je sambal toevoegen tot er naar je eigen smaak voldoende in zit.
De kippenvleugels er bij en onder vocht gezet met kippenbouillon. (Blokje)
Dan eerst geprobeerd om pindanoten fijn te stampen in de mortier, maar dat is paardenwerk…
Trouwens niet iedereen heeft een mortier in huis. Daarom de nootjes fijn gedraaid in een klein elektrisch hakmolentje. Blijven er toch wat brokjes in zitten? Geen probleem! Seffens even de staafmixer er in en alles is opgelost. Je kan ook een potje pindakaas kopen… maar waar vindt je dat in België? En vooral; wie lust dat kleffe prutje?
Deze gehakte pinda's heb ik dan lepeltje per lepeltje aan de saus toegevoegd want de pindanoten werken als bindmiddel en de saus kan daarom veel te dik worden. Dan de staafmixer er in en de saus verdikt weer!!!
De kippenvleugels hebben toch minstens een half uurtje nodig om gaar te worden. Als de saus goed is van dikte kan er een scheut donkere sojasaus bijgevoegd worden. Als laatste mag er een forse scheut kokosmelk bij of zelfs gewone volle melk of plantaardige room.
Je verkrijgt nu een niet al te dikke rode, pikante saus.
En de groente dan vragen velen zich nu af. De gemakkelijkste manier is om een rijpe bakbanaan in schijfjes te snijden en er zo bij te eten. Je kan de schijfjes onrijpe bakbanaan (plantain) ook fruiten in de frituur… Ook stukjes ananas zijn een mogelijkheid. Keuze genoeg. Ik heb er "okra" bij gemaakt.
Ik heb stukjes geblancheerde okra heel gewoon gestoofd in olie met een gesnipperde ui en er een klein scheutje azijn over gesprenkeld. Daarna er ook nog een tomaat, in blokjes gesneden, aan toegevoegd.
En de patatten, moeten daar geen patatten bij vragen jullie zich af?
Ik heb er fufu bij gemaakt… een echt primitief Afrikaans gerecht. Een dikke kleverige witte brij gemaakt van cassave, yam of plantain… Volgende keer wel wat meer hierover.
Al zeg ik dit niet zo snel: het geheel was gewoon lekker!
Nu nog wat "gewoon" koken.
De opgelegde haring, façon Ikea, is goed gelukt. Ik heb geen potje "Inlagd Sill" meer van Ikea om een vergelijkende proeverij te houden maar volgens mijn herinnering is het zo goed als hetzelfde. Mocht het toch niet helemaal hetzelfde smaken: het resultaat is voor mij perfect.
(Perfectie bestaat niet, heeft iemand mij ooit eens geleerd…!)
Zo heb ik het gedaan, met een tikje hulp van het internet!
Ingrediënten:
- 2 grote zoute haringen (ca. 600 gram) of 4 haringfilets (ca. 450 gram)
Fileer de haringen (in het geval van ongefileerde haringen, uiteraard).
Snij de haringen in 2 cm. brede stukken. De ui pellen en in dunne ringen snijden. Maak eventueel de pimentkorrels fijn in de vijzel, dan krijg je meer smaak. Doe vervolgens de haringen in een pot met de kruiden de uien en desgewenst een takje dille.
Kook het water met de azijn en de suiker. Laat het afkoelen en giet het koude mengsel over de haring. Laat dit geheel minstens 1 dag staan.
Bewaren: in de koelkast, 1-2 weken houdbaar.
Deze verhoudingen kloppen alleen maar voor twee haringen. Je moet het recept aanpassen als je meer haring wil verwerken.
De haringen of de filets mogen niet te zout zijn. Ik heb ze wel enkele uren in koud water gelegd om het meeste zout er aan te onttrekken! De zoute haringen vinden, is de grootste moeilijkheid. Hier heb ik er gevonden maar dat is natuurlijk een heel gedoe vooraleer die in je keuken staan. Desnoods denk ik dat je zelf maar verse haring moet inzouten en daarna weer ontzilten. Maar verse haring? Waar vind je die nog? Ook hier.
De laatste weken kijk ik wel eens naar Piet! Je wel welke Piet…Die van "Smakelijk" op Vier.
Ikzelf moet op doktersbevel mijn gewicht op peil houden en de "gezonde" voeding die Piet klaar maakt werkt soms wel inspirerend. (Mensen die mij vroeger kenden moeten nu twee keer kijken vooraleer ze mij herkennen!)
Die koks van tegenwoordig vinden alles "gezond", dat verkoopt goed en geeft de indruk dat ze "goed bezig" zijn…. Soit!
Enkele weken geleden maakte Piet een gerecht met gegrilde asperges. Jammer vind ik om die mooie asperges, groene waren het hier, zwart te blakeren… Hij serveerde daar gerookte zalm bovenop.
Een hele bot groene asperges is vrij veel voor één persoon. Dus de onderste stukken van de asperges, daar waar ze meer roze gekleurd zijn heb ik geschild en er de volgende dag een soepje van gemaakt.
De mooie frisse groene toppen heb ik gebakken in olijfolie (da's gezond…zeggen ze). Vroeger heb ik dit nog gemaakt van witte asperges als aperitiefhapje, bestrooid met parmezaanschilfers. Best lekker… (en gezond..)
Het was weer opruimingstijd voor de diepvriezer en daar zaten nog een handvol kleine sint jakobsschelpjes in. Eigenlijk waren het mantelschelpen, ook "petonkels" genoemd. Tevens zat er ook nog een handje gepelde kleine scampi in, te wachten op de finale verwerking.
Die mantelschelpjes en garnalen heb ik meegebakken met de asperges. Zo van uit de diepvries, recht de pan in. Tegen dat ze gaar waren, waren de asperges ook op punt. Nog wat peper en zout er over en een greepje gehakte peterselie, basilicum zou ook prima zijn… mooi was dat. (en gezond…)
Enkele blokjes gepelde tomaat of een paar schaafsels van parmezaanse kaas zouden hier zeker bij passen. Of een sneetje gerookte zalm, waarom niet!
Morgen, woensdag gaan we de 'agouti', alias de rietrat proeven… met fufu en okra.
Eerst een soepje van gerookte meerval, hier te vinden en als dessertje gebakken banaan, bakbanaan.
Zij die deze blog regelmatig lezen weten dat ik de laatste maanden meermaals ijverig op zoek ben naar voedingswaren uit vreemde keukens. Dit onder het motto: het moet niet alle dagen worst met bloemkool zijn.
Hier in Antwerpen zijn we natuurlijk goed voorzien van allerlei vreemde, soms obscure winkeltjes waar je de gekste dingen kan kopen uit onnoembaar vele landen. De conversatie met de uitbaters verloopt daarbij meestal in handen- en voetentaal.
Twee Turkse supermarktjes bezoek in regelmatig. Fruit, groenten, een enorm gevarieerd aanbod aan zeer lage prijzen. Een emmertje met een liter dikke Turkse yoghurt voor 1,75 €. De Griekse yoghurt van Nestlé kost ongeveer 2,20 € voor zeshonderd gram…! (Griekse of Bulgaarse en ook Turkse yoghurt zijn commercieel allemaal hetzelfde product, ze zijn alle drie gemaakt in Luxemburg of Duitsland…)
In de Poolse supermarkt koop ik augurken en kappertjes voor luttele euro's en in de donkere Afrikaanse winkeltjes vind ik, er vies uitziende, gedroogde vissen, bakbananen en dikke avocado's. Alles voor een prikje.
Dan is er nog een Indische en een Bulgaarse shop in de buurt, deze laatste heeft ook wijn!
Niet te vergeten, de vele Chinese supermarkten in de stationsbuurt…
Niet dat ik mijn centen zorgvuldig moet tellen hoor… maar het is aangenaam rond te dolen in de stad en te weten dat je er goede koopjes gedaan hebt.
Alleen moet je wel netjes binnen witte de lijntjes parkeren… Het heeft mij al twee keer 55 euro gekost… Er is wel de grote parking van de Colruyt, daar parkeer je vrij, maar dan wordt het weer maar eens bloemkool met worst.
Zo is mijn laatste vondst iets zwarts, en aan een draadje geregen. Het zag er uit als de afgeknipte vingertoppen van een reusachtige zwarte handschoen. Waarom weet ik niet maar ik herkende het als gehalveerde en gedroogde aubergines. De zak met vingers zat weggestopt in een duister hoekje van de winkel. Ik kon één woord van de opgedrukte tekst op de verpakking lezen en begrijpen: patlican kurusu.. Aubergine is dat. Gedroogde aubergines. Veel soeps is mijn Turks niet hoor. Buiten ikki, bir,…ekmek, kebab en Efes reikt mijn kennis niet, maar voor een keer wist de uitbater van de winkel een beetje uitleg te geven: ik heb koken en dolma begrepen… In het Turks heten aubergines 'patlican' maar als de Turken het woord uitspreken klinkt het als iets zeer onappetijtelijks. Dolma, is iets dat gevuld is..!
Op het internet waren wel een paar recepten voor dit soort vingertoppen te vinden. Niets bijzonders, de klassieke vulling waarmee je alles kan vullen wat maar gevuld kan worden… Dus vlees, hier lamsvlees, de meeste Turken zijn goede moslims, veel kruiderij en gesnipperde groenten zijn de voornaamste bestanddelen. Tomaten voor de saus.
Als gehakt heb ik gewoon een lamsburger uit de supermarkt gebruikt, bestaande uit half lamsvlees, half varken. Hopelijk heeft Allah het niet gezien of geroken…
Dit vlees dan gemengd met gesnipperde ui, knoflook, gehakte peterselie, een in blokjes gesneden pruimtomaat, komijnzaadjes, oregano en marjolein en nog een snuif "herbes de provençe". (Een lukraak gekozen, klein assortiment uit de kruidenkast… )
De holle aubergines moeten een tiental minuten koken in gezouten water. Naar het schijnt om de bitterheid er aan te onttrekken. Ik heb vijf stuks genomen, dat leek mij een aanvaardbare maar toch grote portie. De aubergines zouden moeten rechtop staan in een pot, pan of ovenschaal… maar eenvoudig was dat niet, die rotdingen vielen telkens weer om. Er een mep op geven hielp soms een beetje. Een kleiner schaaltje had ik niet, daarom dus die vijf stuks om de schaal helemaal te vullen… Zes ware nog beter geweest. De eventuele rest zou ik later wel eten… De aubergines konden juist genoeg gevuld worden met het gehaktmengsel, en ze konden zelfs een beetje rechtop blijven staan in het schaaltje.
Dan nog een vlug tomatensausje gemaakt door weer ui of sjalot te snipperen samen met enkele teentjes knoflook. Een paar grof gesneden tomaten er bij met de nodige kruiding en alles laten stoven in olijfolie. De aubergines dan zo goed en zo kwaad mogelijk in de saus gezet en alles een tijdje gestoofd. Nadien werden de aubergines versast naar het ovenschaaltje en dan de oven in. Een half uur of wat meer. Er lag nog een stukje fetakaas zich te vervelen in de koelkast en dat was juist groot genoeg om verbrokkeld te worden boven de aubergines… Doch die witte kaas geeft echt geen meerwaarde aan het gerecht want bruin kleuren doet de feta toch niet. Qua smaak valt het wel mee.
Je zou ook gruyère of emmentalkaas kunnen nemen, maar dat is dan weer niet Turks!
Een kommetjes droog gekookte bulgur paste hierbij perfect. Bulgur is gestoomde en gebroken tarwe die juist zoals rijst kan klaar gemaakt worden en wat ik lekkerder vind dan rijst. Alhoewel, rijst zou er ook perfect bij passen.
Hoe smaakte het nu? De vleesvulling was best lekker maar de dunne wand van de aubergines doet toch wat leerachtig aan, echt niets om over naar huis te schrijven. Ik heb de indruk dat ze in de Turkse keuken dergelijke donkere 'dolmas' gebruiken als onderdeel van een assortiment… Paprika's en courgettes worden ook op een gelijkaardige manier gevuld en gestoofd. Zo krijg je een schotel met drie kleuren op tafel, zwart, groen en rood …! Het zouden de kleuren van de Turkse vlag kunnen zijn maar voorlopig is die vlag nog steeds getooid met een witte wassende maan en een eveneens witte ster in een rood veld!
Vier stuks aubergine heb ik opgekregen! Vanavond snel de laatste 'dolma' in de microgolfoven gestopt en die smaakte toen zelfs nog beter.
Nu heel wat anders.
Het nieuws is nu vol met berichten over de slachtoffers en de herdenking van de Rwandese genocide, nu twintig jaar geleden. De aanzet tot die genocide startte (zogezegd) in het Hôtel des Milles Collines in Kigali, de hoofdstad van Rwanda. Ik heb de twijfelachtige eer genoten om daar chef van de keuken te zijn, wel voor de genocide…! Maar over die trieste feiten wil ik het nu niet hebben. Wel over een banaan!
Iedereen kent ze misschien wel, de bakbananen! Veel groter dan de gewone banaan en ze worden niet gegeten als fruit maar als 'féculent', als vullend zetmeelproduct. Plantains, worden ze beter genoemd. Het zijn als het ware de aardappelen van Afrika, samen met maniok, yams en taro… Ze worden bijna altijd als groene onrijpe banaan aangeboden.
In de keuken van het hotel was zo een groene bakbanaan op een of andere mysterieuze wijze hoog boven op de bakkersoven terecht gekomen. Misschien een vliegende banaan, wie weet?
(Is het een vliegtuig? Is het een vogel? Nee, dat is het niet…)
Op een dag, veel later vindt iemand die banaan daar terug maar nu was ze niet meer groen maar geel geworden en ze vertoonde meerdere zwarte vlekken. De banaan was nu duidelijk rijp… gerijpt door de warmte van de oven.
Enkele koks waren reeds ruzie aan het maken om te beslechten wie de banaan zou krijgen. Ik vond als chef van de keuken dat dit recht mij toekwam!
Zo at ik mijn eerste rijpe bakbanaan. Ze smaakte lekker. Een beetje zoals een gewone zoete banaan, wat droger en wat minder zoet maar toch lekker.
Verder ben ik dit soort bananen voor een lange tijd vergeten. Nochtans zijn deze bananen, maar altijd de groene, de onrijpe versie, hier in Antwerpen te koop in verscheidene winkels.
Alhoewel, één keer heb ik deze bakbananen eens klaar gemaakt voor de spelers van KSK Beveren (voetbalclub) toen daar nog uitsluitend Ivorianen op het veld stonden.
Ze kregen een etentje aangeboden door de club en er zou daarbij Afrikaans voedsel op tafel komen. Ik was het slachtoffer, unaniem verkozen tot Afrikaans kok van dienst!
Groene bakbananen steek je eerst in de oven tot de schil zwart kleurt. Daarna kan de schil er gemakkelijk afgepeld worden. Bij een groene bakbanaan lukt dit zonder deze behandeling nooit! Daarna kan je de bananen koken en fijn stampen, dan wordt het 'fufu' of fruiten in olie. Dat laatste heb ik ook gedaan. De bananen in schijfjes van een vinger dikte gesneden en gefruit in de frituur. Wat zout er over gestrooid en het smaakte redelijk. Een beetje als melige, slechte frieten…!
Vorige zaterdag lagen in de Afrikaanse winkel massa's gele, rijpe bakbananen in een grote kartonnen doos op de vloer uitgestald. Twee ervan heb ik gekocht. De prijs weet ik niet want de rekening werd gemaakt op een aftands rekenmachientje dat je niet te zien krijgt… samen met een zak diepvries okra (groente) en een heel dikke avocado was het zes euro…
Eens thuis gekomen heb ik onmiddellijk een halve banaan soldaat gemaakt. Ik kan je verzekeren, daarmee heb je bijna voldoende gegeten!
De volgende dag, dacht ik er aan dat dit soort bananen wel eens goed zouden kunnen zijn om er geflambeerde banaan van te maken. Zeer lekker zo een geflambeerde banaan, het was eertijds nogal populair maar er was wel een probleem bij de bereiding. De stukken banaan in de pan omdraaien tijdens het bakken ging toch zo moeilijk. Meestal eindigde de geflambeerde banaan dan als een compote van banaan… niet appetijtelijk om aan te zien.
Dat was het! Ik zou een banaan bakken. Snel een pannetje voor de pinnen gehaald. Een klompje boter er in, daarna de bakbanaan, ook weer in schijfjes gesneden, lichtjes bakken in de boter. Dat gaat zeer gemakkelijk. De bananen kleuren mooi, vallen niet tot moes en plakken niet aan de pan. Nochtans gebruikt ik een 'niet kleefpan'.
Dan heb ik de pan "geblust" met een scheut limoenstroop. Ken je dat soort siroopjes waar je water moet bijdoen om een fris drankje te maken? Razend populair in Frankrijk. Deze soort siroopjes bestaan in verschillende smaken… maar hier was het dus limoen. Als je dergelijke siroop niet hebt, wat best mogelijk is, dan is die stroop gemakkelijk te vervangen door limoensap en een rijkelijke schep suiker.
Nog wat bruine suiker op de stukjes banaan gestrooid, meer als versiering, echt nodig is dat niet. Dan kan je met je lievelingslikeurtje of ander sterk drankje naar keuze, de zaak in de fik steken.
Ik heb niet geflambeerd bij gebrek aan de juiste brandstof. (Diesel of super 95 gebruiken is echt geen optie..!)
Gisteren heeft Evelyn, je weet nog wel, de Ghanese jongedame die hier elke maandag de strijk doet, mij een rondleiding gegeven langs de bekendste Afrikaanse winkels en winkeltjes in de stad. Zij wilde absoluut dat ik eens 'fufu' zou maken! Dat wordt wel iets voor later. In de winkel waar zij gewoonlijk haar aankopen doet heb ik iets gevonden in de diepvriezer, iets dat je niet voor mogelijk acht maar toch waar is…!
Wat dan? Dat wil je niet weten zeggen ze hier in Antwerpen!!!
Daarom, lees verder, volgende week, maar het kan ook over twee weken zijn…
Spijtig dat je op een blog geen grappen kunt uithalen met je lezers…
Zo zou ik kunnen vertellen dat je vandaag, 1 april, gratis naar "Pairi Daiza" kan en dat de panda's Xing Hui en Hao Hao, hun gesigneerde foto voor niets uitdelen aan de bezoekers…
Of dat de paus naar Antwerpen komt op audiëntie bij Bart De Wever …
Allemaal niets daarvan!
In de keuken hier was het ook rustig, het kan niet alle dagen feest zijn.
Alhoewel,… gisteren heb ik nog eens paling in het groen gemaakt, om die daarna bij mijn moeder, samen te consumeren…
Paling in het groen was ook een van de paradepaardjes van de Vlaamse keuken maar is nu stilaan van het toneel aan het verdwijnen.
De Vlaamse keuken nijgt steeds meer en meer naar Italiaanse of Thaise "cuisine" en nieuwe "cuissons". Niet dat daar wat fout mee is maar het is wel spijtig dat daardoor dergelijke monumenten als paling in het groen stilaan verdwijnen…
Enfin, ik had een hele lading mooie paling gekocht, veel te veel voor mij alleen en dan moet je delen met iemand!
Het recept dat ik gevolgd heb is zeer simpel omdat de voedingsindustrie mij gedeeltelijk bijgestaan heeft.
- In mijn diepvriezer zit steeds een pak gehakte kervel, individuele blokjes, dus gemakkelijk doseerbaar. Die gebruik ik af en toe eens om een kervelsoepje te maken. Kervelsoep met balletjes is ook zo een oude getrouwe die uit de Vlaamse keuken verdwenen is, of toch een zeldzaamheid wordt.
- Een zakje met gehakte peterselie zit in dezelfde schuif in dezelfde diepvriezer…
- Munt groeit in "mijnen hof", zijnde een bloempot die sinds mensengeheugenis munt voort brengt. Nu met dit warme weer was er gemakkelijk een goede handvol te plukken.
- Dragon in azijn heb ik ook altijd, in een bokaal die voordien gediend heeft voor pickles.
- Sjalot, dat is een verplicht ingrediënt dat in elke keuken aanwezig moet zijn, en die was er dus ook.
- Nog een restje witte wijn, en dat was ongeveer voldoende om aan de bereiding van de paling in het groen te beginnen.
Als je een kilo paling koopt, krijg je maar 750 gram, soms zelfs maar 700 gram… Een rare gewoonte die dateert uit vervlogen tijden.(Uit Jezuskes tijd, zeggen ze hier). De redenering is als volgt: je koopt een kilo levende paling en nadat die gestroopt is blijft er nog 750 gram over…
Van die 750 gram heb ik een halve kilo gebruikt. Dat bleek nadien drie mooie porties op te leveren. Er bleef zelfs een ietwat over… De rest van de paling zal ik later wel eens bakken voor mezelf.
Je moet paling steeds zeer goed controleren vooraleer hem te bereiden. Alle vinnen moeten er af zijn. Je moet die echt wegsnijden met een vlijmscherp mes, zodanig dat de kleine minigraatjes die in de rug en buik van de paling zitten er ook uit verwijderd worden. Zorg er evenzeer voor dat alle "bloedresten" uit de buikholte zeer goed verwijderd zijn. Die smaken bitter. De meesten denken dat dit geronnen bloed is maar in werkelijkheid is het de nier van de paling… Ook zo bij alle andere vissen!
Eens zover gaat alles zeer snel. Het fijngesneden sjalotje aanstoven in boter. Daarna de paling erbij. Als de paling dan opgesteven is mag de witte wijn er in en eventueel een beetje water tot de paling net onder staat. Daar heb ik nog een half blokje visbouillon bijgedaan. Maar dat moet niet als je dat niet hebt. In de klassieke keuken gebruikt men natuurlijk echte visfumet.
Dan mag er nog een blaadje laurier bij en een takje verse tijm, ook weer, indien in voorraad…
Peper en zout, maar denk er aan dat het visbouillonblokje reeds zout bevat.
Indien alles goed doorkookt mogen de gehakte groene kruiden er bij. De kervel en peterselie, zo recht uit de diepvriezer. De fijn gehakt dragon en de munt even later. Dat laatste, het hakken, moet je dan wel zelf doen…!
De stooftijd voor Hollandse paling is zeer kort. Een vijftal minuten, misschien een tiental minuten maar meer niet, anders gaan de mootjes paling uit mekaar vallen.
Roer wat maïzena aan in een scheut koud water en voeg al roerend toe aan de bereiding tot de saus een dikte heeft die je zelf goed vindt. Proef nog eens of er voldoende peper en zout gebruikt is en roer er nog het sap van een halve citroen bij.
De paling kan onmiddellijk opgediend worden, zo warm, maar ook koud of lauw, ieder zijn zin…
Ik heb de paling in de koelkast gezet tot volgende dag. Die had nog een rit van 30 kilometer voor de boeg en ik, de traiteur, ook! Eens bij mijn moeder de kom met paling enkele minuutjes in de microgolf gezet om die lichtjes op te warmen.
Een stuk stokbrood erbij met een dikke laag "boerenboter"… en dat is gewoon heerlijk eten..!
Daarna hebben we de eerste "slechte" aardbeien uit Spanje gegeten als dessert. Uitermate lekker is anders maar je moet toch ergens mee beginnen.
Verder heb ik iets klaargemaakt dat zo maar onder mijn handen gegroeid is tijdens de bereiding. Nu was het een restje reeds gepelde scampi's die moesten "verdwijnen".
Goed, maar hoe maak je daar een hele maaltijd van?
Ik had ook nog tomatencoulis in de koelkast en enkele dagen voordien had ik een restje kikkererwtenmeel opgeruimd door er "panisse" van te maken. Zeer simpel: één deel kikkererwtenmeel, een restje uit het pak in mijn geval, goed mengen met twee keer het volume aan water, een snuif zout er bij en al roerend aan de kook brengen. Enkele minuten laten doorkoken en de massa dan uitgieten in een kommetje. Ik had deze basisbereiding voor de "panisse" uitgegoten in een kommetje met rechtopstaande wanden, zodanig dat de bereiding er gemakkelijk kon uitgekieperd worden. Gewoon even omdraaien.
In een bekerglas zou dit ook perfect gaan.
En de rest volgde: een tomatensaus gemaakt met de tomatencoulis als basisgrondstof. Een gesnipperd sjalotje en een dikke teen gehakte knoflook even gefruit in wat olijfolie. De tomatencoulis erbij. Een royale snuif oregano, peper en zout er bij en een kwartiertje laten sudderen.
Proeven en op smaak brengen. Dat werd de saus.
De gepelde scampi's heb ik gewoon, zeer snel gebakken in olijfolie, bestrooid met lookpoeder. Een scheut witte wijn erbij om te blussen. Klaar!
De (afgekoelde) "panisse" had ik in schijfjes gesneden van ongeveer een halve centimeter dikte en zo ontstonden mooie ronde schijfjes. Deze deegplakjes eveneens gebakken in olie tot er een lichtbruin korstje op verscheen.
Dan een schepje tomatensaus op het bord, drie schijfjes panisse daarin, en op de schijfjes een drietal gebakken scampi. Maar je legt er zelf zoveel op als je wil..!
Spijtig dat ik geen foto heb. Ik vermoede toen niet dat het resultaat er zo goed zou uit zien…!
Dit is ook zo een gerechtje waar je, je eigen fantasie kan op botvieren. Polenta gebruiken in plaats van de "panisse", alhoewel het geheel dan behoorlijk zwaar zal uitvallen. De scampi bereid je helemaal naar eigen inzicht en vermogen…!
Het stukje hieronder handelt over stoofperen. Saint Rémy… heb ik de grootste hoeveelheid gestoofde peren in de diepvriezer gestopt omdat het er zoveel waren… Ik zal er nog enkele weken geen honger hoeven te lijden…
Het stoofvocht van de peren heb ik toen gebonden met het speciale zetmeel dat ik nu al een tijdje gebruik; de konjac.
Na ontdooiing van een portie gestoofde peren blijft de binding van het sap nog volledig intact. Bij maïzena of aardappelzetmeel lukt dit absoluut niet. Dan verwatert alles!
Dus de konjac is diepvriesbestendig, zo wordt dat genoemd!
Nu weet ik ook hoe je het product het beste kan gebruiken.
De vloeistof die je wil binden mag hoogstens lauw zijn. Het konjacpoeder , een vijftal gram per liter vocht, losroeren in een beetje koude vloeistof, water bijvoorbeeld, en al hevig roerend aan de te binden vloeistof toevoegen. Blijven roeren tot het geheel kookt en let op, want de massa schuimt daarna nogal. Dus zorg voor een pot of pan die voldoende groot is. Anders mag je nadien je fornuis oppoetsen!
Enkele minuten laten doorkoken want vooraleer de volledige binding optreedt, dat vraagt even tijd.
Ook moet ik nog eens proberen om noedels (shiritake) van de konjac te maken, maar zover is het voorlopig nog steeds niet.
Er is dus nog werk aan de winkel. Onder andere seffens de afwas doen…!
Sorry, Nederlanders, als wij in België over kroketten spreken hebben we het over aardappelkroketten en niet over een rolletje bruine smurrie in een kartonnen hulsje met een vettige smaak die in je mond blijft plakken…
Ik zal maar eerlijk bekennen dat ik mij aan dit soort "kroket" soms ook durf te vergrijpen maar vertel dit niet verder…
Laat mij er ook onmiddellijk aan toevoegen dat hier in België de kunst van het zelf maken van, of de zin hebben om, aardappelkroketten te maken ver te zoeken is.
Kroketten worden nu beoordeeld op het uitzicht, de smaak en de prijs van hetgeen de voedingsindustrie voortbrengt… het ene merk wordt vergeleken met het andere en blitse reclamejongens komen onder andere vertellen over "schatjes van patatjes"… Maar kwaliteit…?
Nochtans zelf aardappelkroketten maken is niet zo moeilijk. Misschien wat te veel plak- en metselwerk maar het uiteindelijke resultaat mag er wel zijn.
Het grote risico, waar de meesten 'bang' voor zijn, is het openbarsten van de kroketjes tijdens het bakken…. en het paneren, dat is toch zo een gedoe…
Wel dat gedoe kan nu door de toepassing van volgend recept wegvallen.
Het maken van kroketten zonder ze te paneren is zeker niet nieuw. In de jaren zestig van vorige eeuw (dat lijkt wel heel lang geleden en dat is het ook …) bestond er een product dat "Zite" heette. Het was een wit poeder en het moest gewoon met doorgestoken aardappelen gemengd worden. Als je de samenstelling op het pakje las, bleek daar niets anders in te zitten dan twee soorten zetmeel: rijstzetmeel en maïszetmeel. Je moest dan gewoon balletjes of de gekende kroketvorm van je aardappelpuree rollen en die konden dan zo gebakken worden in de frituur, zonder paneren, met behoorlijk resultaat.
Er hebben zelfs smeerkaasjes bestaan die nadat je ze (liefst) uit de verpakking had gehaald ook zo in de frituur kon fruiten. Resultaat: kaaskroketten. Alleen de vorm zat tegen, het bleven nog steeds driehoekjes, hetzelfde model zoals elk gewoon smeerkaasje er nu ook nog uitziet.
Tijdens diezelfde periode werkte ik bij een traiteur waar karrenvrachten vol aardappelkroketten gemaakt werden. Wij voegden toen ook rijstmeel bij de doorgestoken aardappelen om het barsten van de kroketten later tegen te gaan. We gebruikten ongeveer 25 gram fijn rijstmeel per kilo aardappelen. Dit rijstmeel absorbeerde vooral het teveel aan vocht in de doorgestoken aardappelen, hoofdoorzaak van het barsten!
Voor onze naakte kroketten kook je bloemige aardappelen, liefst in de schil. De aardappelen zuigen zo het minste water op. Laat de aardappelen geen minuut te lang koken in verband met dit opzuigen van water…! Of bak ze in de oven, maar dat is een heel gedoe…
Als de aardappelen gaar zijn giet je ze af en terwijl ze nog warm zijn haal je de pel er af.
Maak nu een puree van de aardappelen door ze door een roerzeef of pureepers te duwen of ze gewoon met een pureestamper zeer fijn te prakken. Meng de aardappelen nu met vijf procent van hun gewicht aan kikkererwtenmeel. Te koop in de reformwinkel. Voeg een klein beetje, een nootje, boter (of margarine) toe. Kruid met peper en zout en een snuif nootmuskaat. Meng nu alles nogmaals zeer goed. Laat een beetje bekoelen.
Hoeveel is vijf procent? Neem je telraam, smartphone of tablet en deel het aardappelgewicht door 10, daarna nog eens door 2. Dat geeft als resultaat vijf procent!
Voor een kilo aardappelen geeft dat dus 1000 gram: 10 = 100. 100: 2 = 50 gram!
Dus vijftig gram kikkererwtenmeel voor een kilo gekookte aardappelen.
Voorbeeld; twee grote aardappelen wegen ongeveer 300 gram. Dan heb je 5% kikkererwtenmeel nodig, dat is 15gram: ongeveer een opgehoopte eetlepel. De hoeveelheid steekt trouwens niet zo nauw. Liever een ietsje meer dan minder!
Om het nog gemakkelijker te maken: er kan ook gewone "Maïzena plus", gebruikt worden in plaats van kikkererwtenmeel. Het 'kikkermeel' geeft wel een betere smaak; een lichte indruk van ei...
Rol van de aardappelpuree een worstje, ongeveer 3 centimeter dik. Het aardappelworstje verdeel je daarna met een mes in stukjes van ongeveer 6 centimeter lengte. Of maak bolletjes van gelijke grootte van de puree. Wil je dat de kroketten er "echter" uitzien? Rol ze dan droog door een dun laagje paneermeel dat op je werkvlak gestrooid is.
Bemerk dat er hier geen eierdooiers gebruikt worden!
Als je kikkererwtenmeel gebruikt is het niet echt nodig. Bij het gebruik van maïzena kan het wel, maar het moet niet.
Uitermate geschikt voor vegetariërs.
Nu kan je nog een stapje verder gaan en een mengsel maken van aardappel en een andere groente… Ik heb hier ook oranjekleurige zoete aardappel samen met alledaagse aardappel gebruikt. Gewoon gekookt in water en nadien op het vuur een beetje gedroogd. Spijtig genoeg is daar op de foto, de rechter foto, niet veel van te zien. Daar zit de zoete aardappel in…
De kroketten zijn niet in paneermeel gerold, dus naakt, zonder paneerkorstje…
Zo zullen combinaties van aardappel en pompoen of pastinaak wel een goede combinatie vormen. Die groente kan je dan best in de oven gaar maken, roosteren zoals men zegt! Dit om zo min mogelijk vocht in de puree te brengen.
Alhoewel die hoeveelheid vocht in de kroketten niet zo veel belang heeft. De puree van de zoete aardappel was redelijk vochtig. Ik heb de massa eerst moeten afkoelen in de koelkast voor ze een beetje handelbaar werd en toch bakten de kroketten nadien zonder probleem.
Alleen hadden ze de neiging om in het frituurmandje vast te kleven aan de draadjes van het mandje…! Toch kwamen ze nadien los, mits een beetje wrikwerk, en zonder te breken.
Nog een ander voordeel van dit systeem..
Je kan nu allerlei grappige vormen maken van je aardappelmassa. Bijvoorbeeld vierkantjes snijden of driehoekjes of rondjes steken uit een dikke laag puree. Als je een beetje begaafd bent kun je zelfs kabouter Plop boetseren…
De kroketjes met de zoete aardappel smaken inderdaad zoet, dus die kan je combineren met iets zoets… Pompoen zal ook zoete kroketjes opleveren.
Of, snijd ronde schijfjes uit de aardappelrol, druk er met je duim of met een of ander instrument een kuiltje in, dat na het bakken kan gevuld worden met een warme vulling naar keuze. Fijne kippenragout bijvoorbeeld of een kaasvulling. Ideaal als aperitiefhapje!
Haal je fantasie van onder het stof vandaan en bak zelf eens naakte kroketten!!!
Haal de frituurpan te voorschijn, vul ze met zuivere olie, want donkerbruine, "versleten" olie gebruiken dat is om miserie vragen en is op de koop toe niet erg goed voor de gezondheid.
De bereiding van de gevulde haring zoals ik vorige week beloofd heb zal een tijdje moeten uitgesteld worden wegens gebrek aan tijd… (Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb!)
Tijdens een vorig leven, toen ik nog les gaf, heb ik tientallen keren verteld aan de cursisten dat er twee soorten stoofperen courant gebruikt worden in België.
De Jefke's en de Saint Rémy…
Fout één: Jefkes zijn geen stoofperen maar eetperen die in de buurt van Ninove veel gekweekt worden.
Waar heb ik die informatie dan gehaald? Een groenteboer die het zo beweerde en ik geloofde hem klakkeloos.
De kleine peertjes waarover het eigenlijk gaat zijn "Gieser Wildeman". Een klein stoofpeertje dat vooral in Nederland zeer populair is en dat hier bijna niet te vinden is.
Fout twee : ik heb gewaagde praat verteld, in die zin dat ik informatie doorgaf over iets waarvan ik niets afwist!
Tijdens de lessen heb ik altijd beweerd dat de variëteit - Saint Rémy - stoofperen zijn. Dat is wel juist maar ik heb (had) nog nooit een St Rémy peer gezien laat staan geproefd…. Tot vorige week!
Vorige week dus, ruim zes jaar te laat, wou ik nu eindelijk eens een St Rémypeer zien en proeven.
Sinds enkele jaren kan men via het internet, bijna werkelijk alles vinden.( Meestal foute informatie…! ) Dus waarom zouden er geen St Rémy peren te vinden zijn! Vrij snel had ik een adres gevonden, met telefoonnummer erbij, van een kwekerij die fruit uit eigen teelt verkoopt.
Maar, het bedrijf ligt in Baardegem… niet bij de deur voor mij.
Eerst even gebeld om te vragen of er nog St-Rémyperen in voorraad waren. Dat bleek positief te zijn maar alleen hadden ze slechts een tweede keuze omdat het werkelijk het einde van het seizoen is. Ik zou ze wel krijgen aan een halve euro per kilo…
's Namiddags zou er iemand aanwezig zijn in het bedrijf.
Ik had toch tijd…een gepensioneerde heeft een zee van tijd zoals iedereen wel weet…, en ik heb een mooi ritje van Antwerpen naar Baardegem gemaakt om een lading peren te halen. Mijn tussen de oren geïnstalleerde GPS afgesteld op Baardegem, voldoende getankt, het zonnetje scheen, weinig verkeer, dus werd het een aangenaam ritje.
Het fruitbedrijf heet de Seepscherf, rare naam, maar de straat waar het gelegen is blijkt ook zo te heten.
Inderdaad alle fruitkisten bleken bijna leeg te zijn maar St Rémyperen waren er nog, nog wel vijf kilo misschien? Ik heb ze allemaal genomen! Als iemand eens wil proeven?
Alles werd verkocht aan belachelijke prijzen maar dat was wegens: einde seizoen!
Ik ben naar huis gegaan met twee grote zakken vol peren, ook appelen, een pepino, en twee potjes kersenstroop. Zoiets als perenstroop maar dan gemaakt van kersen. Zeer lekker.
Onkosten; nog geen 15 €! De kersenstroop alleen koste reeds 7 euro voor de twee potjes…
Nog dezelfde dag, 's avonds, ben ik dan maar begonnen met het maken van gestoofde peren.
Een vrij simpele onderneming. De peren, in vier gesneden, geschild, het klokhuis er uit gehaald, overgieten met half rode wijn en half water. Daar mag suiker bij naar smaak, maar veel moet dat niet zijn. (Proeven) Een kaneelstokje, enkele kruidnagels en het sap van een paar citroenen. Dat is het. De peren hebben een uurtje op het vuur gestaan, op het kleinste vlammetje en onder deksel. Ze zijn nu vlug gaar omdat de peren al oud zijn. Je zou ze desnoods zo rauw kunnen eten maar het vruchtvlees is evenwel vrij korrelig. Nieuwe oogst heeft meer stooftijd nodig. Je voelt gewoon of ze gaar zijn of niet, met een vork zoals bij een aardappel.
Dan mogen de peren nog een ganse dag of nacht in hun sap afkoelen. De kleur en de smaak van de wijn dringt dan heel goed in de peren.
Dan heb ik de peren verdeeld over vier plastic containertjes, het sap terug opgekookt en dit sap wordt normaal gebonden met maïzena. Ik heb mijn fameuze poeder, konjac, gebruikt. Dat geeft een zeer gladde en zijdeachtige binding.
Drie van die potjes met gestoofde peren zitten nu in de diepvriezer. Zo kom ik ook te weten of de bindkracht van de konjac behouden blijft na bevriezing. De fabrikant beweert van wel! ( 't Staat toch te lezen op het internet, dus zal het wel waar zijn…)
Op de foto bovenaan kan je zien dat het reeds "oude" peren zijn, maar uiteindelijk weet ik nu toch waarover ik spreek…
Na het schillen van de peren had ik vanzelfsprekend een hele berg schillen over. Dat gooi je toch niet weg?!
Confituur maken van peren is moeilijk omdat peren weinig pectine bevatten maar sinds die geleisuiker bestaat is dat heel wat gemakkelijker geworden. Daarom de perenschillen in een pot geduwd, bedekt met water en ook een uurtje zachtjes laten koken. Je voelt dan dat het kookvocht kleverig geworden is… Daarna doorzeven!
Ik had toevallig 650 gram vocht over. Voor die 650 gram sap heb je juist één pakje PEC + nodig om gelei te maken en 350 gram suiker. Ik heb er ook nog het sap van één citroen bijgedaan.
De instructies op de verpakking van de PEC + zijn heel duidelijk. Na drie minuten had ik twee bokaaltjes perengelei en nog een restje voor onmiddellijk gebruik.
Toen mochten de schillen van de peren eindelijk naar de vuilnisbak..!
De gelei smaakt heerlijk naar peren! Natuurlijk niet naar rode bessen, en ze is mooi zacht en smeerbaar. !
Het restje gelei gebruik ik nu om te mengen met een paar scheppen dikke Turkse yoghurt of bij een "Petit Suisse". Dat is een klein vers kaasje, zogezegd van Zwitserse origine maar dat is onjuist… het kaasje komt uit Normandië en is wereldberoemd! Dit papje wordt dan onderdeel van mijn ontbijt.
In Frankrijk vertelt men een flauwe mop, of is het een raadseltje over dit kleine kaasje!? Comment est ce qu' en fait des petits suisses? Comme on fait des petits Belges…!Ha, ha, ha…!
Vertaling via Google: hoe maakt men "Petits suisses"? Zoals men kleine Belgjes maakt!
Oh, ja!
De maatjesharing, die ik opgelegd heb op zijn 'Zweuds', zoals de potjes haring uit de Ikea, de maatjes zijn niet echt geschikt voor dit doel.
Het eindresultaat is niet slecht, daar niet van, maar de haring blijft veel te vast, smaakt flauw, is niet zoutig genoeg, enz…
Ik heb nu verse haring besteld, levaert, zoals deze vissen aan kust genoemd worden. Ik ga die een week of zoiets in grof zout pekelen. Daarna terug ontzilten en daar een tweede poging mee doen.
Ik herinner mij dat we met de verse haring vroeger in de hotelschool een zeer bewerkelijk gerecht maakten. Ik zal dat volgende week eens geven. Luxe haring!
In het Nederlands: haring op de wijze van Calais, of à la Calaisienne… Ik denk dat ze in Calais nog nooit een haring op die manier gemaakt hebben, maar voor een hotelschool was het een ideaal gerecht, het kost weinig en er is veel werk aan.
Rustig of niet, toch moet de mens af eens toe eens eten wil hij in leven blijven, ik dus ook.
De koelkast was nog goed gevuld, bijgevolg geen probleem, doodvallen van de honger zou ik niet en het bokaaltje met het overblijvende vocht van opgelegde Zweedse haring stond nog zielig in de koelkast te wachten op nader orders.
Het zat zo: enkele weken geleden zocht ik een bijzettafeltje van 60 centimeter hoogte. Ik kan jullie verzekeren, zoiets vinden is niet gemakkelijk. Een salontafeltje is te laag en een gewone tafel is te hoog. Ik wilde een tafeltje dat net boven de armleuning van de zetel uit komt. De bedoeling was om dit tafeltje te gebruiken als standplaats voor diverse levensmiddelen, dranken, versnaperingen en allerhande andere mondvoorraad. Zo zou ik ongestoord televisie kunnen kijken, genoeg proviand binnen handbereik hebben, de zapper niet verloren te leggen … en daarna… tijdens "Blokken", in slaap te vallen.
Na zeer lang zoeken en alles uit te pluizen vond ik op het internet een tafeltje dat aan de gewenste eisen voldeed bij Ikea… vittsjö, 19,99 euro…. daar laat je zoiets niet voor staan. Alleen moet je ervoor naar Ikea gaan. Langs de ingang met het ballenbad naar binnen, om er pas drie kwartier later weer uit te raken aan de andere kant van de doolhof …
Onderweg wordt je dan nog verleid tot het kopen van allerlei zaken die je plotseling dringend blijkt nodig te hebben. Hoe kan je toch leven zonder al die bekoorlijke attributen, fluistert het duiveltje op je schouder …?!
Ik heb me alleen laten verleiden tot het kopen van de fameuze of is het beruchte Zweedse gehaktballen, köttbullar, plus een potje veenbessenconfituur of is het veenbessenmoes, om er bij te eten. Thuis gekomen bleken het doodgewone fabrieksmatig gefabriceerde, reeds voorgebakken gehaktballen te zijn, gekruid met "allspice" of "piment van Jamaica", dat het Zweedse Ikea smaakje aan de ballen geeft.
De confituur was lekker. Hij is gemaakt van een soort veenbessen die wij hier amper kennen; lingonberries. Vossenbessen heten ze hier.
Dan nam ik ook nog een bokaaltje ingelegde haring mee; Sill inlagd…!
Zo kom ik terug bij het bokaaltje dat leeg, zonder inhoud maar met het vocht, nog in de koelkast stond te treuren….
Ik wilde dit soort ingelegde haring zelf maken! Het minstens eens proberen…
De smaak van de vis, dus ook het opgietvocht, smaakte vooral zeer zoet, toch lichtjes zuur en dezelfde "allspice" kruiden, zoals bij de köttbullar, dreven zichtbaar rond in het vocht.
Verder stond in piepkleine lettertjes op het etiket (verplicht) gedrukt wat de grondstoffen zijn die gebruikt werden bij de samenstelling: 50 % ontvelde haringfilets, 2,4 % ui, 2,4 % wortelen, zout, kruiden, suiker, azijn en een onschuldig bewaarmiddel… zonder aanduiding van de hoeveelheden! Dat zou dus experimenteren worden als ik dit wilde namaken!
Ik zou eerst proberen om stukjes haring te marineren in het reeds gebruikte vocht.
Normaal heb je voor dit soort oplegwerk gepekelde haring nodig.
Maar op het internet: niets te vinden!!!
Daarna heeft Belgacom goed verdiend aan alle telefoontjes die ik gepleegd heb om zoute haring te vinden, … zonder resultaat.
Zelfs verse onbehandelde haring (levaert) is bijna niet meer te vinden… Toen dacht ik er aan dat zogenoemde " maatjes" nog vlot te vinden zijn in de supermarkten, overal in Nederland en bij de Albert Heijn vestigingen in België.
Deze maatjes zijn jonge haringen, die eerst bevroren en nadien zeer lichtjes gezouten worden en zo kunnen ze dan het jaar rond bewaard en verkocht worden.
Albert Heijn had dus inderdaad "jonge haring met uitjes" in de rekken liggen, twee visjes per verpakking. Twee harinkjes zijn toen in het bokaaltje in het vocht van de vorige, gekochte, opgelegde haring beland.
Als tweede experiment heb ik geprobeerd om zelf de smaakgevende marinade samen te stellen. Hoeveelheden weet ik niet, ik deed het puur op smaak en goed geluk. Gekookt water met daarin veel, zeer veel, suiker opgelost, wat gesnipperde ui en wortel erbij. Scheutje azijn, zout en een greepje "allspicebessen". Deze specerij is niet gemakkelijk te vinden maar ik had er nog in voorraad omdat dezelfde specerij gebruikt wordt om bloedworst te kruiden.
Ook in dat vocht nadat het afgekoeld was, twee in stukjes gesneden maatjesharingen in een bokaaltje gestopt. Nu staan beide bokaaltjes ongeveer een week in de koelkast. Om ze te beoordelen zou je ze moeten kunnen vergelijken met het oorspronkelijk gekochte product, de sillinlagd, maar ik heb geen zin om nog eens twee uur in de Ikea rond te zwerven…!
Natuurlijk heb ik terwijl al eens geproefd!
De jonge maatjesharing is blijkbaar iets vaster, iets steviger van structuur dan de Ikea- vis, maar misschien dat na een tijdje de haring wel zachter zal worden. Ik heb ook nooit geduld, alhoewel dat een mooie deugd is… Ook is nu goed te zien dat maatjesharing een zeer vette vis is. Op het vocht in de bokaaltjes drijft een laagje wit vet…! (Haringvet, vol omega 3 ...))
De vis die ik zelf ingelegd heb smaakt natuurlijk een ietsje anders, dat is normaal, maar best lekker. Na een paar keer proberen moet dat goed komen.
Met een ietsje meer azijn en zout komt dat in de sacoche, zeggen ze hier in Antwerpen!
Ondertussen heb ik gevonden waar verse haring verkrijgbaar is. Die zal ik dan zelf pekelen.
Over een week of drie weet ik dan of die haring een ander resultaat zal geven.
Terwijl kan ik dan ook gewone "Vlaamse" pekelharing maken. Met veel uien, dat deed ik vroeger al verscheidene keren, met goed resultaat… Goed om de katers weg te jagen…
Zo komen we aan een delicaat hoofdstuk… overdaad gepleegd.Oei, oei, 't is zondagmorgen, mijn hoofd doet pijn en mijn maag plakt tegen mijn ribben… Het katerontbijt moet dan helpen!
Niets is beter voor het "katerfruhstuck" dan de Engelse "Scotch Woodcock".
Het is een gerechtje dat door de Engelsen een "savory" genoemd wordt. Normaal is het bedoeld als een warm, hartig hapje aan het einde van de maaltijd als de heren omgekleed zijn in "smoking" en naar het salon gaan om daar nog enkele "savories" te nuttigen,… dikke Davidoff sigaren te roken en terwijl te sippen aan hun whisky of brandy.
Bij ons is het eerder op zijn plaats al klein voorgerechtje of hartig hapje bij een drankje. Of na een avondje stappen…!
De Scotch woodcock is zeer eenvoudig te maken.
Zorg eerst voor een snede getoast brood. Gebruik mals brood, brood met harde korsten is niet zo gemakkelijk te eten.
Maak een goed gekruid roerei, meestal zal één ei wel voldoende zijn, en schep die op de nog warme toast en leg hierover kruisgewijze twee (of meer) zoute ansjovissen uit de olie.
Als deze hap moet dienen om op zondagmorgen terug naar de wereld van de levenden te keren, dan drink je daarbij een "Bloody Mary".
Een "Bloody Mary", is een cocktail bestaande uit een glas tomatensap met tabasco, peper, en een scheut wodka. Liefst in één slok op te drinken!
Iets gelijkaardigs is de "Welh rarebit".
Welsh rarebit of Welsh rabbit is een gerechtje gemaakt met een pittige saus van donker bier, gesmolten kaas en boter. Welsh rarebit is typisch gemaakt met Cheddar kaas. Het gelijkt een beetje op een Zwitserse kaasfondue maar hier wordt Engelse kaas, cheddar, gebruikt.
Het recept vermeldt: stout (sterk donker Engels bier), mosterd, cayennepeper of paprikapoeder en Worcestershire sauce.
Ik ken geen hoeveelheden, er moet uiteindelijk een soort dikke kaassaus ontstaan.
Verwarm een scheut stout in een klein pannetje samen met de kruiding en de boter. Als alles kookt voeg je de geraspte of in stukjes gesneden kaas er bij en meng dan alles goed.
Als je het heel goed wil doen, gebruik je de zeer scherpe Engelse mosterd van Colman's.
Deze mosterd wordt in poedervorm aan de man, of vrouw, gebracht en moet aangeroerd worden met een klein beetje water. Laat een paar minuutjes staan en proef… de tranen schieten je in de ogen!
Maak een dikke toast, leg die in een platte schaal en giet de dikke kaassaus er over uit. Zet onder de gril tot de kaas begint te bubbelen en lichtjes te kleuren. Goed warm serveren!
(En kruip daarna opnieuw in je bed maar neem eerst een aspirientje...!)
Een mens kan zo van die speciale hongertjes krijgen, goesting voor…, trek in….
Ik droomde 's nachts van "biltong"… Ik was belust!
Op het internet zijn wel enige webshops te vinden die biltong verkopen maar dat vond ik wel duur! Niet dat ik het product daarom niet zou kopen, wegens die hoge prijs … Zie ik maar verder bij de "Achelse Blauwe".
Nu zijn er misschien toch wel een heleboel lezers die niet weten waarover het nu weer gaat!?
Na het WK voetbal in Zuid-Afrika zal biltong wel wat meer bekendheid verworven hebben. Samen met de vouvouzela is biltong één van de meest gekende exportproducten van Zuid-Afrika, samen met wijnen en vruchten.
Biltong is sterk gekruid en gedroogd vlees. Dit gedroogde vlees wordt ook nog in andere landen gemaakt. Onder andere in de beide Amerika's en in Australië, waar dit gedroogde vlees "beef jerky" genoemd wordt. In Zuid-Afrika wordt het dan "biltong".
Biltong wordt gemaakt van rundvlees, wild of struisvogel. (Beis, wild en volstruis…)
De volgende stap in het verhaal: er zat ook nog een hele lading hertenvlees in mijn diepvriezer.
Voor de gestoofde sla die ik wou maken, zie verder, zocht ik een stukje vlees. Het zou hertenbiefstuk worden die aan het wildseizoen ontsnapt was. Het vlees lag in de diepvriezer te wachten tot het volgens mijn oordeel nog eens wildseizoen zou worden…
Een mooi pakje van ongeveer een halve kilo vlees lonkte verleidelijk.
Het stukje vlees heb ik dan in de koelkast laten ontdooien. Na de ontdooiing zat er een plas "bloed" in de plastiek verpakking. Dat is normaal en in dit geval toevallig zelfs goed..!
Maar het vlees zelf zag er nogal verdacht onbekend uit. Nu kan ik toch behoorlijk wat stukken vlees, zo maar aan de vorm (ja, ja..) herkennen maar dit hier kwam me totaal onbekend voor… Een langwerpige spier met nog wat bindweefsel er rond en binnenin zat een dikke zenuw zag ik later…
Eens "gepitst" in het vlees en het voelde taai aan! Probleem! Vlees van een hert dat hoogstwaarschijnlijk reeds bet- betovergrootvader was.. ofwel was het een stukje vlees dat ik hier niet durf te noemen…
Toch even een sneetje gebakken om te testen en inderdaad, het was pure "caoutchouc". Tenslotte nog een trucje geprobeerd dat de "Stangers" vroeger bezongen: mijn vals gebit naast het vlees gelegd en geroepen,: arré, fret alleen… maar zonder resultaat!
Ik zou biltong maken van dat stukje super taai vlees… Daarvoor heeft het al dan niet mals zijn van het vlees, niet zo veel belang.
"Die volledige Suid-Afrikaanse kookboek" van "Magdaleen van Wyk", uit de kast gehaald om het recept te zoeken. Alhoewel op het internet ook heel wat te vinden is…
De rest is eenvoudig.
Het recept, geschreven in het grappige maar best leesbare Suid-Afrikaans staat helemaal onderaan te lezen.
Wat heb je allemaal nodig… voor één kilogram vlees:
50 gram zout ( dit is wel veel, 30 gram zal volgens mij wel genoeg zijn…)
Koffielepeltje natriumbicarbonaat: maagzout, bicar, baksoda of koeksoda, te koop onder vele namen voor een paar centen.
De salpeter is niet echt nodig. Als je van de slager nitrietpekelzout kan kopen, neem dat dan…
Dat vervangt het zout plus de salpeter. ( Geen probleem over maken als je dat niet hebt!)
Snijd het vlees in repen van 6 tot 7 centimeter dik. Wat ik gesneden heb was heel wat dunner. Een tweetal centimeter, zoals een redelijk dikke biefstuk.
Als er vet aan het vlees zit, laat dat er dan ook aan, schrijft Magdaleen er nog bij!!
Meng het zout, de suiker, het bicarbonaat, de gestampte korianderzaden en de salpeter. De suiker zal het vlees vochtig houden en de baksoda, (bicarbonaat) zal het vlees malser maken.
Wrijf de stukken vlees met dit mengsel goed in. Laat het vlees 24 tot 48 uur marineren in de koelkast. Geen kommen gebruiken die kunnen roesten! Sprenkel een klein beetje azijn uit over het vlees.
Na het marineren spoel je het vlees snel in water met een scheut azijn. Zo gaat de meeste koriander er weer af…
Als je nu een klein stukje Sahara in je achtertuin hebt kan je het vlees buiten drogen. Vermits België meestal niet aan die voorwaarde voldoet mag en kan het vlees gedroogd worden in een warmeluchtoven die afgesteld staat op ongeveer 50 graden. De deur van de oven op een kier laten om de waterdamp te laten ontsnappen.
Herhaal dit droogproces enkele keren. Ik liet het vlees gewoon in de oven op een rooster liggen, zette de oven slechts af en toe eens aan en na drie dagen was het vlees kurkdroog en beenhard!
Daarmee is de biltong klaar voor consumptie.
Om dit gedroogde vlees te eten snijd je het in flinterdunne reepjes die je daarna rustig opkauwt en doorspoelt met een koud biertje. Om in de juiste sfeer te komen zet je, je buiten met de rug tegen die groene doringboom en zingt zachtjes van:
O bring my t'rug na die ou Transvaal,
Daar waar my Sarie woon.
Daar onder in die mielies
By die groen doringboom,
Daar woon my Sarie Marais.
Zoals vluchtig in een vorige post vermeld heb ik eindelijk "Achelse Blauwe" gevonden. Een Belgische bekroonde blauwe schimmelkaas.
In Lyon is tijdens de wedstrijd voor de prestigieuze Caseus Award de Achelse Blauwe van kaasmakerij Boonen in Achel vandaag in de prijzen gevallen. Bij harde kazenvhet onderdeel presentatie van een originele kaas ging de Blauwe Grevenbroecker, gepresenteerd door de kaasmeesters Peter Verbruggen en Luc Callebaut, met de meeste punten lopen. De Caseus Award is zo'n beetje het wereldkampioenschap voor kazen. Er namen dit jaar deelnemers uit 12 landen aan deel.
Tot hiertoe waren al mijn pogingen om ergens een stukje van die kaas te vinden mislukt. De productie is zeer klein, te klein.
De enige oplossing zou zijn om naar Achel te rijden, zo vertelde mij een kaasverkoper. Honderd kilometer rijden voor een stukje kaas vind ik toch een beetje van het goede te veel!
De kaas ziet er uit als zoveel andere groene kazen maar de dooradering is toch een beetje speciaal. De groene strepen zijn zeer fijn en de blanke stukken zuivel zijn vrij groot.
Nu mijn oordeel: de kaas is verschrikkelijk duur. Liefst maar 49,5 € per kilo. Ik ken geen enkele kaas die aan dergelijke prijs verkocht wordt.
De smaak was volgens mij ook maar vrij gewoontjes… maar dat zal wel aan mij liggen en aan de hoge prijs vermoed ik.
De laatste maanden wordt er gefileerde sprot aangeboden in pakjes van een tweehonderd gram. Vrij veel dus. Zeer gemakkelijk omdat je er zelf niets meer aan te fileren hebt maar de smaak van hele gerookte sprotjes is toch merkelijk fijner…
Na enkele dagen sprot eten komt de sprot je de strot uit, dat rijmt, en begint de smaak ook merkelijk achteruit te gaan. Dat is het moment om er eens iets anders mee aan te vangen.
Vijftig jaar geleden maakten wij dit hapje reeds als "amuse-gueule", zo noemde men dat toen.
Snij het buikflapje van de langste sprotfilets weg. Eet dat desgewenst op…
Rol de filet nu rond een klein stukje van een dunne augurk of een kappertje. Zet vast met een prikker. Maak een mengsel van half gekookt water en de andere helft wittewijnazijn. Voeg eventueel nog wat andere kruiderij toe, misschien wat citroensap. Marineer de sprotjes daarin gedurende ongeveer 24 uur… De filetjes stijven daarbij op, ze worden vaster.
Je hoeft hier geen wijn bij te serveren want wijn en azijn, dat vloekt! Een fris pilsje is ideaal.
Onlangs zag ik Piet Huysentruyt in zijn programma: "Smakelijk" op "Vier" kleine kropjes sla als gestoofde groente klaar maken.
Wat een vernieuwend idee zullen er velen denken. Niets is minder waar. In de zeventiende eeuw was gestoofde sla een heel gewoon groentegarnituur.
Toen hadden de tuinders alleen maar de beschikking over de gewone kropsla (latuw) daar waar wij nu niet meer wat eerst te kiezen.
Piet gebruikte de kleine "little gem" kropjes sla. Ze zijn bijna altijd per zes verpakt en worden ingevoerd uit Spanje. Slasoorten indelen is een moeilijke materie maar ik denk dat de Engelse naam "little gem" voor hetzelfde staat als de Franse "sucrine"… Maar wat doet dat er ook toe!
Snij de kropjes in de lengte in twee of in vier. Leg ze met de gesneden kant naar onder naast mekaar in een platte pot of pan waarin een stukje boter gesmolten is. Bevochtig met een vingertje bouillon (blokjes), kruid met peper en zout, indien nog nodig. Voeg desgewenst een blaadje laurier of een gehakt teentje look toe. Deksel op de pan en laat gedurende een vijftiental minuten stoven. Neem het deksel weg en laat nu alle vocht verdampen door de jus in te koken.
Deze kleine sla is snel gaar. De gewone kropsla heeft heel wat meer tijd nodig, raar maar waar!
Gestoofde sla, laitue braisée, was in de klassieke keuken een onderdeel van een veel gebruikt groentegarnituur; de "bouqutière" genoemd. Steeds als begeleiding van een groot stuk gebraden of gebraiseerd vlees.
Hier vroeger zeer bekend geworden als; rosbief of varkensgebraad met groentenkrans!
Met" rozenkrans" voegde mijn oud-collega er fijntjes aan toe!
Net kwam het nieuws binnen op de radio dat Paco de Lucia overleden is op zesenzestig jarige leeftijd. Paco de Lucia was een zeer begaafd artiest, flamenco en jazzmuzikant.
Maar… ik was ooit bevriend met een andere flamencogitarist, zigeunerzanger.
Manolo Cortez…! Manolo was veel beter dan Paco de Lucia, zo beweerde Manolo toch!
Het verschil is dat Paco de Lucia wereldberoemd geworden is en dat niemand ooit iets gehoord heeft van Manolo!
Het" trieste verhaal van Manolo" was het allereerste stukje dat ik in april van het jaar 2005 op het Seniorennet neerschreef. Dus nu bijna 9 jaar geleden…
Kleine gerechtjes met de geur van Chanel n°5 of l'Air du Temps… maar met een aardse smaak van varken, krab en groenten.
Het was vorige week weer druk!
Elke dag vond ik wel iets om dit eindelijk eens te proberen zelf te maken…
Het begon met "rillettes" van varkensvlees. ( Dit is niet de eerste keer dat ik rillettes maakte..!)
De speklappen zonder zwoerd stonden in Nederland in promotie: voor een hele kilo moest er amper vijf euro neergeteld worden … Dus, meepakken, die handel..!.
Van enkele plakken heb ik gezouten spek gemaakt door wat nitrietpekelzout, maar met gewoon zout lukt het ook wel, tussen enige lappen spek te strooien en de speklappen dan een paar dagen te laten "rijpen" in de koelkast…
Ik ben er mee naar mijn moeder getrokken en daar het spek gebakken, we hebben er spinaziestamppot bij klaar gemaakt en de bokaal mosterd op tafel gezet… Heerlijk was het, lekker ouderwets eten…
Maar daarmee was het spek niet op gebruikt. Zo rijpte het idee om er "rillettes" van te maken.
Rillettes (met een jee klank en niet met een "el), zijn, of is, een soort paté van vlees zoals varken, eend, gans, konijn, enz.. vlees dat totaal tot moes gekookt wordt en daarna lang kan bewaard worden onder een laagje vet…
Het woord is gevallen: vet! Rillettes zijn geen caloriearme kost maar bedenk dat een gewone boterhamworst of zeker een paté zeker zoveel vet bevatten. Alleen zie je het dan niet!
De bereiding is doodeenvoudig, het enige wat je daarna nodig hebt is geduld..!
Gebruik vet varkensvlees, eerst gebruikte ik het spek maar dat was na een paar dagen reeds op…!
Glaasje drinken, het potje rillettes op tafel, ieder een mesje en wat mini-toastjes in een mandje en alles was in een mum van tijd foetsie! Zowel de drank als de rillettes.
Dan heb ik voor een tweede lading twee stukken spiering (halskarbonade) gebruikt. Samen een vierhonderd gram.
Laat het been er in zitten en snij het vlees in kleinere stukjes, elke spieringkotelet in zes stukken bijvoorbeeld. Fruit een gesneden sjalot in een beetje varkensvet en doe er flink wat teentjes gepelde knoflook bij. Een zestal stuks? Laat de stukken vlees lichtjes mee kleuren en overgiet met water tot alles ruim onder staat. Voeg royaal peper en zout toe, een blaadje laurier en een takje tijm en laat het vlees nu onder deksel gedurende minstens twee uur sudderen tot het vlees vanzelf in stukjes valt.
Laat nog wat verder koken tot ook alle vocht verdampt is. Roer nu wel regelmatig om aanbranden te voorkomen.
Als het vlees wat bekoeld is haal je de beenderen, de tijm en de laurier er uit.
Het vlees zelf kan nu grof in kleine stukjes getrokken worden met twee vorken of in een foodprocessor of vleesmolen fijn gemaakt worden naar eigen inzicht. Let op dat er geen beenresten overblijven!
De keuze ligt bij jezelf, fijn of grof gehakt of gemalen of iets tussenin…
Meng deze vleesmassa nu met een grote schep varkensvet, smout zoals de West-Vlamingen zeggen. Zoete lies in het Antwerpse… In dit geval hier zeker een honderd gram. Varkensvet is na lang zoeken nog wel te vinden in de grotere supermarkten zoals Carrefour. Sommige slagers maken het ook nog voor hun ouder cliënteel.
Laat de vleespluksels nu verder stoven in het vet en proef. Voeg eventueel een beetje nootmuskaat toe. De rillettes moeten nu vrij zout en goed gekruid smaken want de rillettes verminderen in smaak eens dat ze afgekoeld zijn.
Vul aardewerken kommetjes met de rillettes, strijk de oppervlakte glad met de bolle kant van een lepel en laat afkoelen in de koelkast tot 's anderdaags.
De volgende dag als de potjes helemaal afgekoeld en opgesteven zijn smelt je opnieuw een beetje vet en giet een paar lepels hiervan op het oppervlak van de rillettes. Die zijn nu in de koelkast opgesteven. Laat weer opstijven.
Nu kan je hier een stukje decoratieve geruite stof of gewoon een velletje folie over spannen.
De rillettes blijven zeer lang goed in de koeling, tot enkele weken. Laat ze enige dagen staan vooraleer te eten, de smaak verbetert dan.
Serveer ze, gesmeerd op stukjes brood of een toast samen met zure uitjes en augurkjes.
Ik gebruikte ganzenvet omdat ik dat toevallig zag staan in een (dure) winkel maar dat bespaarde me een rit naar de supermarkt.
In plaats van varkensvlees kan dus ook eendenvlees, konijn of gans gebruikt worden.
Eend en gans geven een zeer lekker resultaat!
Dan kon ik voor een prikje een hele kilo gekookte krabbenpoten (klauwen) kopen. Twee uur heb ik geprutst om alle vlees er uit te halen maar de buit nadien was de moeite waard voor het werk.
Op hetzelfde ogenblik brengt de postbode het televisie programmaboekje met daarin een recept van Carmen Pfaff… : krabkroketjes!
Dat was het! Ik kan moeilijk een hele kilo krabsalade alleen verorberen…!
Het recept kwam overeen met het maken van garnaalkroketten. Zij (Carmen) gebruikt krabvlees uit blik.
Ik had verse gekookte krab.
Ik heb hier het recept gewoon gekopieerd uit het weekblad. Indien ik nu de copyrightwet overtreed… dan geef ik mij over!
In het recept zijn twee onduidelijkheden:
Hoeveel is "twee blikken krab"?
Hoe groot is een bosje peterselie?
Waarom mag het vocht uit het blik krab nier gebruikt worden? Dat is smaak weggooien!
Ik heb de krab die ik zelf gebruikt heb ook niet gewogen maar het zal wel rond de vierhonderd gram geweest zij. Als peterselie heb ik slechts een paar takjes gebruikt.
In plaats van panko is gewoon paneermeel zeker zo goed bruikbaar, zelfs veiliger kwestie van barsten tijden het bakken.
Laat de basissaus enkele minuten, al roerend doorkoken, zo krijg je een stevige binding.
De rest van het recept is goed. Merci, Carmen!
Een deel van de kroketje zitten nu in de diepvriezer, hopelijk blijven ze ook intact tijdens het bakken. Ik laat ze eerst wel enkele uren ontdooien in de koelkast.
Je kan ze opdienen met takjes gefruite peterselie en een partje citroen.
Het is eigenlijk hetzelfde recept als voor garnaalkroketten… maar dan met krab.
Van de krabbenscharen, de schelpen, heb ik op de koop toe nog een soepje gemaakt. Twee porties. Een krabbenbisque… best lekker.
Bij het stukje over de curries heb ik een bokaaltje "Patak's chillie pickles" vernoemd. Ik vond die pickles zo lekker dat ik via het internet ineens in Nederland twaalf bokaaltjes besteld heb. Toen ze thuis toekwamen zat er een presentje bij. Een bokaaltje met "Hariyali" marinade paste. Tussen haakjes 'hot'.
Als extra vermelding staat er op het etiket: Ideal for Chicken en Hara Kebab…
Het product wordt nog niet vernoemd op de site, dus het is waarschijnlijk iets nieuws.
Na enige tijd zoeken op het internet vond ik in plaats van Hara Kebab een andere naam: Hara Bhara Kebab (Vegetable Cutlet)!
De hoofdingrediënten zijn aardappelen, spinazie en erwtjes… Klinkt goed en gezond.
Het recept dat ik vond was natuurlijk in het Engels, maar ik zal jullie dat hier besparen:
Ingrediënten:
Aantal porties : 4-6
2 middelmatig grote aardappelen (gekookt en fijn gestampt) 100 g panir (in korrels) of 100 g cottage cheese. 1/2 bos spinazie (geblancheerd en gehakt) 1/2 kopje gekookte erwtjes fijn gestampt 2 centimeter verse gember, fijn gehakt
2 groene chillies, fijn gehakt 3 lepels maïsmeel Peper en zout 1/2 theelepel mango powder or 1/2 teaspoon amchur 1 theelepel komijnpoeder 1 theelepel korianderpoeder 1/4 theelepel garam masala Olie om te fruiten
Bereiding:
1 Verwarm een beetje olie en fruit de gember 30 seconden. 2 Voeg de spinazie en de erwtjes toe en fruit nog een minuutje langer
3 Neem van het vuur weg en meng de chilies erbij en de gestampte aardappelen, de "paneer" en het maïsmeel.. 4 Voeg alle kruiden toe en meng goed. 5 Vorm een soort platte koekjes (hamburger) en bak ze voorzichtig in olie.
Tot daar het Engelstalige recept.
De hoeveelheden zijn absoluut niet kritisch.
Het is hier duidelijk dat alle specerijen kunnen vervangen worden door een schep van de mysterieuze Hariyali paste… En als marinade voor kip zal het product ook wel goed zijn.
Dat is toch wat ik deed, een schep kruiden uit het potje gebruiken. De smaak was zeer uitgesproken, de smaak van verse koriander domineerde. Het staat ook zo vermeld op het etiket in piepkleine lettertjes.
Bij gebrek aan zo een bokaaltjes kunnen natuurlijk de gewone gedroogde specerijen gebruikt worden.
De' panir' ook 'paneer' geschreven is een soort kaas die gemaakt wordt door melk te stremmen met citroensap en daarna zeer sterk te persen en te laten uitlekken…
Ik heb die hier vervangen door een droge feta… Uiteindelijk denk ik dat elke harde kaas, zoals jonge Hollandse, wel bruikbaar is.
Wat er bedoeld wordt met' maïsmeel' in het recept is onduidelijk. Ik heb een paar scheppen kikkererwtenmeel gebruikt. Anders is havermout misschien een goed alternatief.
Dit meel dient hoogstwaarschijnlijk om de massa samen te "plakken"!
Hara Bhara Kebab is een typisch vegetarische gerecht. Lekker!. Ik heb een paar stuks bewaard in de diepvriezer.
Om deze burgers te eten zou ik er best een scheut ketchup durven over uitgieten. Cultuurbarbarisme noemt men dat!
Mijn lijstje met gerechtje is nog niet af. Iets voor volgende keer?
Op de rol staat nog ; gemarineerde sprotjes, aubergine in olie en eindelijk heb ik een stuk "Achelse Blauwe", een bekroonde Belgische kaas kunnen vinden. Over de prijs en de kwaliteit zal ik mij voorlopig niet uitspreken…
Reeds geruime tijd krijg ik elke maandagmorgen een foldertje van Albert Heijn in mijn brievenbus. Ik bedoel: valt door de gleuf in de voordeur op het tapijt…
Vroeger ging die folder regelrecht de doos in voor het oude papier maar de laatste tijd kijk ik er eerst wel eens in. Alles Hollands geprijsd is de slogan van Appie Heijn…
Zo stonden vorige week de orchideeën (phalainopsis) in promotie. 5,99 € voor een potje met twee takjes…
Nu hou ik wel van die bloemetjes… en bij Ah te koop aan ongeveer twee à drie euro minder dan de gewone prijs.
Is dat nu een reden om speciaal naar een bepaalde Hollandse supermarkt te gaan?
Ik besloot van wel! Zeker toen ik mij realiseerde dat de tram die zo goed als vlak voor mijn deur halt houdt, drie haltes verder op de Groenplaats bijna vlak voor de deur van Albert Heijn weer eens stopt… En als je dan als "senior" zogezegd een zee van tijd hebt en ook nog eens gratis met het openbaar vervoer rijdt…?! ( Nu toch nog…)
Zodoende, op naar Albert Heijn…
Het werd best een aangename ervaring!
Ik bracht mee: een pak verse zuurkool, een doosje Maldonzout, een zakje diepgevroren tuinbonen, een huisgemaakte rookworst voor bij de zuurkool, een pak Zeeuwse baconknabbels, een winterpeen, een mooie gestreepte aubergine en in al mijn enthousiasme was ik bijna de orchideeën vergeten.
Aan de kassa betaalde ik elf euro of zo wat en voor de twee potjes orchideeën nog eens zoveel…
Inderdaad alles Hollands geprijsd. De kassiersters spraken gewoon "Antwaarps" maar in de Aldi hoor je toch ook geen Duits aan de kassa!
De meeste zaken die ik gekocht heb zijn in onze Belgische supermarkten niet zo vlot te vinden… Als je maar lang genoeg zoekt vindt je natuurlijk alles maar hier stond dat alles zo maar samen…!
Bijvoorbeeld; dat Maldon zeezout. Ik had daar al dikwijls van gehoord en over gelezen maar het nog nooit ergens zo maar voor mijn neus zien staan… Nu staat het in mijn kast. Dat was wel vrij duur. Iets van meer dan twee euro voor een pakje van 100 gram. "Fleur de sel de Guérande" is ook duur! Dat zout is zo duur omdat het slechts door één familie gemaakt wordt en het zeewater moet verwarmd worden om het water te doen verdampen en dat kost energie, dus geld!
Tuinbonen liggen hier in België ook niet voor het rapen. Verse tuinbonen (labbonen) vindt je soms wel bij de Turkse en Marokkaanse groenteman maar ze zitten dan nog in de peul. Die kosten dan een euro of drie per kilo en eens gepeld blijft er maar een goede 250 gram over. Dus dure bonen. De diepvriesboontjes kosten een paar euro's voor een zak van 400 gram.
Tuinbonen moeten "dubbel gedopt" worden. Dus de boontjes zelf moeten eerst uit de peul gehaald worden, maar dat was natuurlijk reeds met de diepvriesboontjes gebeurd. Daarna de gedopte boontjes even koken en dan de buitenste taaie pel van elke boon halen. Gewoon op het boontje nijpen en de zachte bleekgroen kern komt er zo netjes uit.
Die "dubbel gedopte boontjes", gekookt en afgewerkt met een scheutje room is heerlijk eten bij een stukje kip of ander wit vlees… Je kan er ook een puree van maken.
De zuurkool was werkelijk de verse ambachtelijk gemaakte zuurkool en verpakt in doosjes van 500 gram. Veel lekkerder dan de zuurkool uit die plastic zakjes of blikjes…
De worst was zoals alle commerciële Hollandse rookworsten, vrij smaakloos maar ja, ze is dan ook goedkoop, twee euro…!
De Zeeuwse knabbelbacon, iets wat ik zeer lekker vind, zijn de gepofte varkenszwoerden die ikzelf ooit ook eens geprobeerd heb om te maken. Zie hier.
Tot voordien kon ik ze alleen kopen in de Chinese supermarkt, dacht ik zo. Nu bij Ah.
Dan was er nog de winterpeen. Een soort wortel die hier ook niet erg courant voorkomt, in de winkels bedoel ik. Ik herinner mij mijn jeugd, toen werd dat soort wortelen voor de koeien gekweekt. Fris groenvoer in de winter. De boer waste eerst de wortelen in de vijver om ze pas dan aan zijn koeien te voeren. Nu zijn ze voor menselijke consumptie per stuk verpakt in een stevige plasticfolie. Eerlijk gezegd:ik vind die grote boerenwortelen beter smaken dan de kleine oranje dingetjes…
Wie herinnert zich nog in het eerste leerjaar : aap, vuur, peen, lies, rik, jet, … er kwam ook nog ergens jak in. En ook toom…. en een tekening voor elk woord aan de muur!
De orchideetjes stellen het ook goed. Ze hebben alle twee reeds een bloemetje bij gekregen.
Dan zijn er nog een paar zaken waarmee ik eerst wat experimentjes wou doen en dan later het resultaat wel zou laten weten… Ik heb nog rillettes gemaakt van varkensvlees, sprotjes ingelegd, de gestreepte aubergine verwerkt tot een gerechtje en eindelijk heb ik ook nog "Achelse Blauwe" gevonden. Een Belgische bekroonde blauwe schimmelkaas.
Het hoofdstuk Haggis is reeds afgewerkt. Aan de reacties te zien viel de tekst wel in de smaak. Maar of haggis zelf nu zo goed smaakt, dat laat ik open..! Geen hoogstaande gastronomie maar hier serveren we toch ook stukjes bloedworst met St Jakobsschelpen… !?
Het stukje over de konjac heeft nog een vervolg nodig.
In deze tekst wordt ergens aangehaald dat er noedels gemaakt kunnen worden van dat konjacpoeder en die noedels te koop zijn onder de naam "shiratake". Je kan ze ook zelf maken maar dat heb ik nog niet geprobeerd… ik heb soms ook nog andere taken te vervullen.
De shiratake-noedels zijn compleet calorievrij. Voedingswaarde is dus nul! Voor personen die willen afvallen en toch de buik willen vullen : shiratake is de oplossing.
Ik dacht dat er een soort noedels in het pakje zouden zitten, zo stond het toch in het Japans op de verpakking geschreven, of was het een andere taal ??? Of was de foto fout?
De reepjes bleken de vorm van dunne frietjes te hebben.
Die heb ik dan klaargemaakt zoals een bami goreng. De noedels zelf hebben absoluut geen smaak, de smaak moet daarom komen van andere toevoegingen.
Bijgevolg eerst wat groenten bij mekaar gezocht: gesneden ui, lente-ui, bamboescheuten uit een blikje, (gedroogde en nadien geweekte) Chinese paddenstoelen, rode en groene paprika in reepjes, sojascheutjes (taugé)… Dat was wat ik bijeen kon rapen in mijn voorraadkasten.
Nasi of bami goreng is in wezen een ontbijtgerecht dat gemaakt wordt van allerlei restjes van de avond voordien. Ik heb kip gebruikt ondanks dat er de avond voordien geen kip op het menu stond. Fijne reepjes varkensvlees of garnalen (scampi) hadden het ook kunnen zijn.
De shiratake-noedels kunnen best eerst even gespoeld worden in kokend water volgens de instructie op de verpakking. ( Japans?) De slierten worden er een beetje vaster door en eventuele vieze smaakjes zouden verdwijnen.
Dan begin je met het bakken van de stukjes vlees in een scheutje olie of zelfs boter. Dan alle groenten er bij behalve de sojascheuten en de lente-ui. Op smaak brengen met sojasaus en een schepje sambal oelek. Een mespuntje "trassi" bijvoegen als je dat hebt, resulteert in een vreselijke stank en in een heerlijke smaak!
Voeg dan de noedels en de sojascheuten toe en proef. De noedels smaken zoals reeds gezegd naar niets en voelen wat glibberig en rubberachtig aan in de mond. Oneetbaar is het zeker niet en voor de noedels zelf: nul calorieën, vergeet het niet!
Bestrooi uiteindelijk het gerecht met fijn gesneden lente-ui of wat fijn gesnipperd groen van prei…
Een paar dagen geleden heb ik hetzelfde gemaakt maar dan met echte tarwenoedels, dat smaakte toch heel wat beter…!
Nu ik dat konjacpoeder heb worden er vanzelfsprekend ook andere experimenten mee uitgevoerd.
Zo heb ik er vanillepudding mee nagemaakt… Dus zonder hulp van Imperial of Dr Oetker…
Er lagen nog een tiental Indische vanillestokken in de kast te wachten op verwerking. Ze waren wel vacuüm verpakt maar eeuwig blijft dat toch niet goed.
Als je gewone pudding uit een pakje maakt heb je 3/4 liter melk nodig. Die hoeveelheid heb ik ook gebruikt. De in de lengte doorgesneden vanillestok eerst een tiental minuutjes laten trekken in de hete melk. Een pakje vanillesuiker is ook goed, maar minder goed… Suiker toevoegen naar smaak, een viertal eetlepels…ik ben een zoetebekje! Terug aan de kook brengen en dan heb ik, hevig roerend een pakje agar agar van 2 gram toegevoegd en een schepje konjacpoeder. Als schepje gebruik ik nu een maatlepeltje zoals ze verpakt zitten bij Nutrilon, een bindmiddel voor babyvoeding. ( Puur johannesbrood pitmeel) Nu de lichte room nog een tiental minuten af en toe goed roerend laten trekken op een heel klein vuurtje. Zo lost de agar agar goed op. Nu heeft de pudding nog geen gele kleur. Elke Marokkaanse kruidenier verkoopt kleine pakjes gele kleurstof voor paella. De kostprijs is te verwaarlozen. Hiervan heb je ook maar een fractie nodig… Zo één pakje is zeker goed voor drie beurten.
De gebruikte vanillestok nu verwijderen en voila, de vanilleroom nog verdelen over kommetjes. De pudding is eerst nog vrij vloeibaar maar die stijft vlug op.
Ik vond de pudding nogal aan de vaste kant maar de smaak was helemaal oké.. . Dus volgende keer meer melk gebruiken of minder poeder… Ook hier weer geen calorieën omdat er geen zetmeel gebruikt wordt. De hoeveelheid calorieën in de agar agar is te verwaarlozen. Bij konjac is het zelfs helemaal nul!
En zo weet ik nu ook hoe Indische vanille smaakt.
De volgende experimenten, dat is voor een volgende keer.
Vorige woensdag was het dan zover. De haggis zou eindelijk aangesneden worden!
Ik had twee kandidaten gevonden om mee te eten… twee gasten die van geen kleintje vervaard zijn, die reeds gans de wereld rondgereisd hebben en die daarom gewoon alles kunnen en willen eten… (De ene, een stoere brandweerman en de andere, een wereldreizigster, zwalpt nu ergens rond in Costa Rica… dat soort volk, zie je?)
Ze kwamen voor de haggis omdat ze dat wel eens wilden proeven, ze kenden het ondanks alles niet. Dus geen verwonderde gezichten en geen blikken vol afgrijzen aan tafel. Het werd proeven zonder vooringenomenheid.
De haggis was reeds een tweetal weken geleden opgezonden geweest door mijn zuster vanuit London, gewoon per post. Dezelfde zuster van de curries, hieronder te lezen. Dat kan blijkbaar, de haggis is nog in perfecte staat toegekomen en vorige woensdag was de "ten minste houdbaar tot…" reeds een dag verlopen maar geen enkel probleem. De moderne haggis is verpakt in een plastic (kunststof) behuizing en dat kan echt wel tegen een stootje.
De originele versie van de haggis wordt verpakt in een schapenmaag. Een plastic behuizing is minder authentiek maar wel veel veiliger kwestie houdbaarheid en hygiëne.
Voor diegenen die tot hiertoe reeds tot hier gelezen hebben en zich nu zitten af te vragen; what the f 'ck is a haggis..?
Wel, een haggis is een typisch Schotse bereiding, misschien wel Engels van origine, die een beetje vergelijkbaar is met onze zwarte pensen, balkenbrij of bloedworst.
Het verschil is dat er geen varkensingewanden gebruikt worden voor de vervaardiging ervan maar de ingewanden van een schaap. Van de gekookte en fijn gemalen of geraspte ingewanden; de lever, de longen, het hart en rundsvet wordt een dikke brij gemaakt met bouillon, gemengd met geroosterde havermout en in een schapenmaag gestopt… Daarna moet de haggis ongeveer twee tot vier uur zeer zachtjes koken.
Volgens de Engelse normen is de haggis een "black pudding". Denk maar aan het Franse woord "boudin noir", waar de boudin de Franse vorm is van pudding…
Indien je als argeloze toerist in Schotland aan een inwoner vraagt wat een haggis is, krijg je dikwijls een waanzinnige verhaal te horen. Voor de toeristen is een haggis zogezegd een diertje waarop gejaagd wordt. Eén paar poten is langer dan het andere paar zodat het beestje gemakkelijk op de hellingen van de Schotse heuvels kan lopen. Naar het schijnt geloven 30 procent van de Amerikanen dit verhaaltje… Hier een afbeelding.
Mijn haggis, zo zal ik het maar noemen, beantwoordde niet volledig aan de normen. Er was rundlever en rundshart in verwerkt in plaats van de klassieke schapenafval. Maar een oud spreekwoord zegt dat je een gekregen paard niet in de bek mag kijken.
Haggis
is a thoroughly democratic dish
equally honoured in Castle, Farm
and Croft. The ingredients give a
touch of romantic barbarism so dear
to the Scottish heart
Bovenstaande tekst stond te lezen op de buitenverpakking van de haggis.
Om de haggis op te dienen op de geschikte dag was het reeds te laat.
Traditioneel wordt Haggis geserveerd bij het Burns Supper, een op 25 januari gehouden diner ter viering van de verjaardag van de Schotse nationale dichter Robert Burns. Robert Burns schreef ooit een ode aan de haggis. De tekst is zeven coupletten lang en geschreven in een onverstaanbaar taaltje dat Schots blijkt te zijn. Te lang om hier te citeren. Kijk maar bij Wikipedia…
De haggis wordt dan onder begeleiding van doedelzakmuziek opgediend.
Terwijl wordt dit gedicht van Burns voorgedragen. Macsween, een van de grootste producenten van haggis verpakt de haggis in een papier waarop het gedicht van Burns is gedrukt.
Men serveert er ook een "wee dram of whisky" bij. Een lekje whisky…!
Tot daar de Schotse traditie.
Onze haggis was dus verpakt in een kunststof omhulsel en voelde vrij stevig aan.
Hij kan op drie manieren opgewarmd worden; in heet water, in de oven en ook in de microgolfoven. Ik heb hem opgewarmd in heet water, zo had ik er ook het minste omzien naar.
Bij haggis wordt steeds een puree geserveerd van aardappelen en raapkool. Tatties en neeps…! De raapkool was een probleem. Waar vind je dat nog in België, ik zou het bij god niet weten…? Velen ouderen hier hebben aan die groente een slechte herinnering overgehouden toen ze tijdens de tweede wereldoorlog niet anders hadden dan raapkool om op te overleven…
Ik heb de raapkolen nog gezien in Frankrijk… maar heb ik ze toen gegeten? Ik weet het niet meer. Mijn moeder daarentegen beweert dat het best een smakelijke knol is.
De knol ziet er uit als een grote paarse raap maar heeft geel vruchtvlees.
Bij gebrek aan raapkool heb ik dan maar gewone witte rapen gebruikt maar erg veel smaak zat daar niet in… Trouwens volgens mij zijn rapen zelfs niet goed voor de koeien… de melk smaakt nadien naar rapen.
De haggis zelf was nogal droog en was bijna in schijven te snijden. De vorige keer dat ik een haggis gegeten heb was de vulling meer korrelig die gemakkelijk uit mekaar viel. Iedere slager zal zo ook wel zijn recept hebben vermoed ik.
Het geheel viel nogal droog uit. Als goede Belg had ik daar graag een saus(je) bij gehad..!
Ik heb ergens gelezen over haggis met een whiskysaus… Dat klinkt veelbelovend!
Maar grote conclusie; de haggis viel bij iedereen (alle drie) in de smaak en het stuk van een pond (454 gram) is zo goed als op geraakt in een keer.
Ik gaf er ook nog erwtjes bij afgewerkt met munt, very Britisch…
Voor de haggis op tafel kwam hebben we, heb ik, een typische Schotse soep gemaakt in zoverre dat ik de soep kende. Vroeger, in school, vijftig jaar geleden, heb ik er nog eens van gehoord…
Cock a leeky; een even traditioneel Schots gerecht als de haggis. Die naam zegt al genoeg, haan en prei.
Daarvoor heb ik eerst een sterke bouillon getrokken van een soepkip…Waar vind je dat nog… een soepkip? Behalve in de diepvriezer bij de Colruyt?
In de bouillon zelf had ik reeds een groot pak prei laten trekken, het groene deel. Het witte gedeelte heb ik nadien in dikke schuine schijven gesneden en gaar gekookt in de gezeefde bouillon.
Het kippenvlees wordt in stukjes getrokken, niet gesneden, en aan de soep toegevoegd evenals enkele geweekte gedroogde pruimen… Zo moet dat volgens het klassieke recept, soms ook met rozijnen! (Dat is werkelijk antieke keuken…)
Nog een schep geweekte en gekookte gerst werkte de soep dan af.
Het werd een lekkere soep die mij sterk aan onze waterzooi van kip deed denken… Voor herhaling vatbaar, zelfs met de pruimen er in!
Dan moest er nog een dessertje komen, en iets typisch Schots schijnt 'cranachan' te zijn. Wegens de onuitspreekbare naam van het gerecht en ook omdat er verse (dure) frambozen in gebruikt worden heb ik mijn eigen fantasie maar laten werken.
Eerst een bodempje gelei van passievruchten op de bodem van een glazen coupe gegoten.
Deze gelei heb ik gemaakt door het sap van passievruchten te binden met agar agar.
Daar voorzichtig een laagje crème opgelegd gemaakt van gemengde mascarpone en Griekse yoghurt, licht gesuikerd zodat de zure smaak bleef primeren.
Daarop dan een ring van frambozen rondom de rand van de coupe …frambozen uit de diepvriezer…eerst lichtjes ontdooid. Heel wat goedkoper, iets meer dan vijf euro per 500 gram.
In plaats van whisky hebben we er een fles Franse cahors bij gedronken. Misschien een doodzonde volgens de Schotten?!
Mocht er nu iemand zijn die zich geroepen voelt om ook eens haggis te proberen: het kan besteld worden via het internet.
Curry is de omschrijving van een groot aantal gekruide gerechten die vooral voorkomen in de Indiase keuken, maar ook in veel andere Aziatische landen. In de 18e eeuw werd het concept van curry ook naar Europa gebracht door Britse kolonisten.
De term curry wordt vandaag de dag in de Westerse wereld gebruikt voor vrijwel elk gekruid, sausachtig gerecht dat wordt gekookt in een Aziatische stijl. De currygerechten hebben vaak namen die aangeven welke soorten vlees, vis, schaaldieren, eieren of groenten erin verwerkt zijn, of de manier van bereiden. In Engeland werden dit soort gerechten razend populair. Zo lees je het toch op Wikipedia. Anders dan vaak wordt gedacht worden niet alle curries gemaakt met kerriepoeder. Doorgaans zal de Aziatische kok van dienst eerst naar de markt gaan om daar zijn specerijen en kruiden uit te zoeken die hij of zij nodig heeft voor een bepaald soort curry.
Ik gebruik hier steeds opzettelijk het woord "curry" om aan te geven dat het over een gerecht gaat en niet over het gekende kerriepoeder. Zo moet dat volgens de Nederlandse (Hollandse) taalgoeroes geschreven worden. Een "curry" is een gerecht. Met kerriepoeder maak je laffe kerriesausen en namaak "curries"…
Vorig weekend waren we (de rest van de familie) uitgenodigd bij mijn zuster en schoonbroer om curries te komen eten, klaar gemaakt zoals het gedaan wordt op Sri Lanka. De schoonbroer (zwager) is afkomstig van Sri Lanka, daarmee. Harin, is zijn naam, en hij was eveneens de kok van dienst.
Toen we aankwamen stond alles reeds klaar, de gerechten moesten alleen nog opgewarmd worden en de rijst gekookt. Rijst koken duurt twintig minuten dus tijd voor een aperitiefje was er zeker.
Ik proefde "coconut water". Het water uit een speciaal soort oranjekleurige kokosnoot, de "king coconut", die veel op Sri Lanka voorkomt. In Vietnam had ik dit soort sap al eens geproefd maar dat is terwijl weeral lang geleden.
Dit kokosnootwater kwam nu niet meer direct uit een kokosnoot maar uit een brikverpakking. Meegebracht uit Engeland, het land waar Harin en mijn zuster normaal wonen… Misschien komen ze binnenkort wel naar België wonen, hun huis staat daar reeds klaar…!
Erg veel smaak zit er niet in dit sap maar het is zo eens wat anders… en dat is toch meestal wat wij zoeken en het paste ook volledig in het decor van Sri Lanka...
Over de gerechten die wij nadien kregen kan ik niet zoveel zeggen, ik had zelf niet in de potten geroerd… af en toe eens niets doen is ook zalig!
Harin verwittigde ons wel voor de pikantheid van sommige gerechten maar uiteindelijk viel dat allemaal wel mee… (Ik heb in India veel scherpere gerechten gegeten dan dit…) Waarschijnlijk had Harin wel een beetje opgelet bij het toevoegen van hete rode peper voor ons, de sissies… Later bleek dit ook waar te zijn. De curries van Sri Lanka zijn de heetste ter wereld beweert mijn zuster. Als we de volgende keer komen zullen we de volle laag krijgen beweert ze. Dat belooft!
Er was een "beef curry" en een "chicken curry". Dus rood en wit vlees in rode currysaus en in een groene curry..
Twee groentencurries; okra curry en groene boontjes curry… Dit laatste schijnt nog een rest te zijn van de Hollandse kolonisten die ooit Sri Lanka hebben bezet.
Er was een grote kom "dahl". Dahl (soms dal geschreven, of daal, of dhal) is een gerecht uit de Indiase keuken, gemaakt van peulvruchten zoals gedroogde linzen, erwten of bonen. De peulvruchten worden met kruiden en specerijen tot een soep of brij gekookt, die dahl genoemd wordt. Het gerecht wordt vaak gecombineerd met groenten.
Uiteraard was er ook een enorme kom met gekookte zeer witte rijst.
Dan een torentje rijst in het midden van je bord scheppen en kleine hoopjes van elke curry er decoratief rondom leggen.
Dan waren er nog kommetjes met sausjes, papjes en poedertjes om de smaak van je curry te verscherpen of te verzachten.
Geraspte kokosnoot was er, gewoon witte kokosnoot als je die in je curry strooit verzwakt de scherpte.. logisch toch.
Wat ik persoonlijk zeer lekker vond waren de rode uien in fijne reepjes gesneden en gemengd met limoensap. Dat werkt verfrissend.
Dan was er nog geraspte kokosnoot gemengd met fijn gehakte rode pepertjes en nog wat… Dat was dan weer extra pikant.
Ook een kommetje "raita", een gerechtje vergelijkbaar met de Griekse tzaziki maar hier wordt dikke yoghurt gemengd met diverse verse kruiden zoals munt, gefruite mosterdzaadjes en karwij…
Ten slotte kwam er ook een potje met "chillie pickles" op tafel. Daarvoor werd gewaarschuwd dat dit "very hot stuf" is…
Ik vond deze pickles heerlijk…. en heb direct de overschot van het bokaaltje mee naar huis gekregen.
Nu eens zoeken bij Sun Wah of dat product daar misschien ook te koop is. Patak's chillie pickles. Het is een soort grove mosterd met daarin herkenbare stukjes groene chili. Olie zit er ook wel in en zeer veel grof gemalen mosterdzaadjes. Daardoor is de structuur een beetje plakkerig… Het potje is nu een dag later reeds drie centimeter gezakt. Opgegeten als beleg bij de "papadums" die ik mee naar huis gekregen heb.
Papadum of papadam zijn droge harde platte koekjes gemaakt van kikkererwtenmeel of ook van andere meelsoorten. Als je de kurkdroge schijfjes deeg in hete olie legt worden ze ongeveer vier keer zo groot en worden zeer krokant en ze blijven dat ook…
Papadams dienen een beetje als het brood bij onze maaltijd maar ook om belegd te worden met allerlei hapjes en sausjes.
Wat drink je nu bij zo een pikant buffet?
Het Indische continent is geen wijndrinkende omgeving. Maar wat doe je als Belg zittend voor een bord hete Sri Lankaanse kost? Trek maar een fles wijn open… !
Het werd een wijn uit de regio Côte du Rhône die toevallig ook nog eens wonderlijk goed paste bij de pikante gerechten. Een wijn die werkelijk zoet ging smaken na elke hap curry…
Bij gebrek aan wijn drinkt men bier, coca cola, limonade, thee, water of niets, bij curries of doe zoals de Chinezen en haal de fles cognac of whisky te voorschijn…
Als afsluiter waren er diverse sorbets van exotische vruchten zoals mango, limoen en passievrucht… Geen Sri Lanka'n food maar van het merk Carte d' Or, de top onder de commerciële sorbets. Het perfecte dessert na al die pikantigheid…
Nog even alles over curry op een rijtje:
Curry- of kerriepoeder is volgens een ongeschreven wet een specerijensamenstelling van minstens zeven specerijen waarvan rode chilipeper en gele kurkuma het hoofdbestanddeel vormen. Chili geeft de vurigheid, de pit, en kurkuma geeft de diepe gele kleur aan de curries.
Verder kunnen koriander, komijn, gember, kardemom, kruidnagel en zwarte peper aan het mengsel toegevoegd worden maar dit hangt sterk af van de samenstellende fabrikant en welk type kerriepoeder men wil maken. Madras curry is bijvoorbeeld steeds zeer heet… Garam massala is weer een andere kruidige variant gemaakt van geroosterde specerijen.
Men spreekt ook over groene en rode curry. De rode kleur duidt hier op : let op, heet…!
Groene curry is dan weer wat milder en aromatischer. Vooral deze currypasta's worden veel gebruikt in Thailand. In Sri Lanka heeft men het meer over "dark curry", de pikante versie en "white curry" de mildere versie, onder andere gebruikt voor aardappelcurry..
Als extra, verse toevoegingen kunnen gemberwortel, citroengras, verse pepertjes, limoenblaadjes, curryblaadjes en limoen of citroensap toegevoegd worden. Yoghurt wordt ook gebruikt om de smaak van de pikante saus te verzachten.
De "curryleaves" of curryblaadjes worden bij alle curries in India en Sri Lanka gebruikt. Deze blaadjes groeien aan een boom die daar in bijna elke tuin wel voor komt. Karapincha leaves. Ze smaken naar curry en zijn niet pikant. Hier in Europa zijn ze niet zo nadrukkelijk aanwezig.
Trouwens, wat doe je als de curry wat te heet naar je smaak uitvalt…? Drinken, denken de meesten. Dat is volkomen fout. Water over de pikante saus gieten versterkt het verhittende effect zelfs.
Het pikante van de hete rode peper zit in de capsaïcine die in pepertjes vooral in de pitjes en de witte zaadlijsten gevat zit. Deze capsaïcine wordt wel opgelost, en doet dus de pikante smaak verminderen, in vette producten zoals yoghurt, melk, roomijs en gewone melkroom…
Ook is het zo dat wij curries eten met een schepje rijst erbij. In werkelijkheid, in Aziatische landen met een arme bevolking zoals in India, dienen deze pikante sausen om smaak te geven aan de rijst … ! Wat een groot verschil is. Veel rijst en een lekje saus en misschien een klein stukje vlees of vis of wat groente…
Het hete en pikante van de rode peper verkoelt eveneens het lichaam omdat het doet zweten…In de tropen mag dat wel!
Dan heb ik nog een interessant filmpje toegestuurd gekregen. Ra, ra… wat zie je daar?
Eerste prijs; een kus van de juffrouw en een bank vooruit.
Koen uit Agde en Nathalie Meskens mogen niet meedoen want die kennen het antwoord… Alhoewel de kus van de juffrouw voor Nathalie Meskens is niet te versmaden denk ik zo …
Vorige keer ben ik geëindigd met de vermelding dat ik aan de konjac zat… Niet ; cognac maar konjac.
Eerlijk gezegd heb ik nog niet echt veel tijd gehad om te spelen met mijn nieuw speelgoed maar de eerste resultaten zijn gewoon verbluffend, zelfs buitengewoon te noemen.
Waarom ik op een zeker ogenblik besliste om mij ergens via het internet konjac aan te schaffen, weet ik niet meer. Ik kende alleen het product bij naam omdat het op mijn favoriete site van "Chef Simon" vermeld wordt als bindmiddel en omdat in het handboek:' Wat verwerk je in de keuken' ook vernoemd wordt als glansmiddel voor suikergoed.
Ook had ik ergens gelezen dat er een soort noedels gemaakt wordt van dit product, een pseudo deegwaar met quasi nul aan calorische waarde… Specifiek voer voor Amerikanen die een "low carb" dieet volgen.
Het is allemaal vrij gecompliceerd en je moet zelf je weg zoeken in deze materie… Tot hiertoe heb ik weinig Nederlandstalige tekst gevonden, behalve bij Wikipedia en de (vergeten) tekst die ik gedeeltelijk zelf enkele jaren geleden geschreven heb in het boek ; "Wat verwerk je in de keuken".
Konjac wordt in Azië al duizenden jaren gebruikt als natuurlijke glansstof en bindingsmiddel. Het is een plantaardige gomsoort.
Het is als E425 vooral in gebruik als glansmiddel voor gebak.
Kalys, een Franse leverancier van konjac, heeft van de EU de toezegging gekregen dat hij 1,5
miljoen euro subsidies krijgt om de mogelijke implicaties op de gezondheid van dit glansmiddel te onderzoeken. Niet dat konjac ongezond zou zijn. Kalys denkt zelfs dat konjac de darmflora zou stimuleren, net als inuline.
Konjac is een zetmeelsoort die gewonnen wordt uit een knolgewas en is Chinees van oorsprong. Het ziet er uit als een witgrijs poeder, en is reuk en kleurloos…
Ik heb het hier gekocht: bij Gekruid… Erg duur is het niet en je bent er jaaaren zoet mee.
De foto links bovenaan toont de konjacknollen waaruit het zetmeel getrokken wordt.
Als het poeder opgelost en nadien gekookt wordt in een basische vloeistof verhardt ze tot een gel en zo is het mogelijk om er noedels of dergelijke van te vormen die zo goed als nul calorieën bevatten.
Deze noedels moet je gelukkig genoeg niet zelf maken want ze liggen zo te koop in de Chinese supermark onder de naam : shiratake… Vacuüm verpakt in een vloeistof en de noedels blijven maanden goed.
Nu het meest wonderlijke is de hoeveelheid die je nodig hebt om bijvoorbeeld één liter vloeistof te binden. Dat is slechts…. drie gram! Dat is een zeer klein lepeltje gevuld met dat witte poeder en je soep of saus of welk ander vocht ook wordt gebonden tot een stevige massa.
De Franse firma Kalys brengt konjac op de markt in zakjes van twee gram zodat de dosering wat eenvoudiger wordt. (Bij agar agar bestaat dat ook zo…)
Voor medische doeleinden ( dieet) zijn capsules met 400 mg konjac te koop… Dus 2,5 capsule geeft dan één gram poeder.
De konjac wordt als voedingssupplement verkocht als vermageringsmiddel omdat konjac een sterk verzadigingsgevoel geeft terwijl het opzwelt in de ingewanden en daardoor een betere darmtransit oplevert.
Het eerste dat ik geprobeerd heb was het binden van het sap van krieken…
Een week of wat geleden was het de jaarlijkse familievergadering ter gelegenheid van het nieuwe jaar. De familie Nicolay samen krijgen in één keer is meestal een ondoenlijke opgave… ook nu lukte het maar gedeeltelijk.
We zitten dan met drie koks aan tafel en wat eten wij dan? Stevige boerenkermiskost: frikadellen met kriekjes. Een typische specialiteit van de provincie Antwerpen en de wijde omstreken. Na de frikadellen komen dan veel grote slagroomtaarten!
Door een slechte afspraak hield ik twee grote bokalen krieken over.
Het waren die kriekjes waarvan ik het sap gebonden heb met het konjacpoeder.
Er zat ongeveer 350 milliliter sap in de bokaal, een derde liter dus, en die heb ik gebonden met één gram konjac. Het poeder daarom een beetje aangeroerd met een scheutje water en al roerend in het kokende sap gegoten. Na een minuut begon de massa te verdikken, ik vreesde dat ze veel te dik zou worden maar uiteindelijk viel dat wel mee. Toen heb ik de koude overgehouden krieken er bij gedaan en laten afkoelen.
Het product geeft een prachtige zijdeachtige (wat dat ook moge betekenen), binding met een aangenaam mondgevoel. Het voelt wat vettig aan in de mond. Er vormt zich ook geen "vel" of "pel" op de afgekoelde massa. Ook geen slierten zoals maïzena of aardappelzetmeel opleveren en na enkele dagen is de met konjac gebonden saus nog steeds stabiel.
Niet onbelangrijk: je hebt nul extra calorieën toegevoegd…!
Nu moet ik nog even testen: de binding komt ook in stand in een koude vloeistof. Ik heb al geprobeerd om wat poeder in een beetje water te roeren en een uurtje te laten staan en het blijkt te werken maar het zal wel langer duren dan in een hete vloeistof. Nu zal je ook wel moeten mengen met een staafmixer om een juist resultaat te bekomen. Dat wordt een volgende experiment. (Gewoon wat fruitsap binden tot een zoete gel…)
Er valt nog heel wat te experimenteren…
Deze week had ik uit Nederland een "dikke" kilo kleine stoofpeertjes meegebracht: Giesser Wildeman. Deze peertjes zijn hier moeilijk verkrijgbaar maar niet zo in Nederland.
Die peertjes heb ik gestoofd op de vooroorlogse manier. Met slappe koffie als bevochtiging en bruine suiker om te zoeten. Een pijpje kaneel er bij en een uurtje stoven onder deksel of in de oven tot de peertjes gaar zijn.
Daarvoor gebruikte men vroeger de koffie die overbleef na de maaltijd en die altijd achter op de "Leuvense stoof" stond warm te blijven voor toevallige dorstigen…
De peertjes gingen dan in de oven van dezelfde Leuvense stoof.
Ook hier heb ik de (koffie)saus gebonden met konjac: hetzelfde prachtige resultaat.
Deze middag heb ik een sausje voor spinazie gemaakt. Zeg maar een soort bechamelsaus maar dan zonder roux. Melk heb ik opgewarmd met peper, zout en nootmuskaat. Dan als dit kookte er een mespunt konjac aan toegevoegd en al roerend gewacht tot het sausje kookte en verdikte. De saus was een ietsje te dun naar mijn zin en toen heb ik er al stevig roerend nog een extra mespuntje konjac bijgevoegd. Ook dat gaat dus. Als je maar goed roert met een klopper. (garde) Ten slotte heb ik de saus afgewerkt met een klontje verse boter. Dat geeft een heel ander resultaat dan de klassieke bechamelsaus. Fijner, smeuïger en smakelijker zonder de klassieke langdurig verhitte boter en zonder bloem.
In een bouillon met wat fijngesneden groenten: een mespunt konjac leverde een mooie licht gebonden fluweelzachte soep op…
De firma Kalys denkt dus dat de konjac ook als middel tegen constipatie kan gebruikt worden. Klopt ook… door allerlei omstandigheden heb ik de laatste weken nogal last van constipatie en sinds ik die konjac gebruik verloopt het hele proces van uitscheiding weer helemaal normaal!
Eén van volgende dagen ga ik proberen om de "zero calorie" noedels, de shiratake noedels, te verwerken.
Die worden dus zeer goed bevonden door het Amerikaanse publiek dat steeds op zoek is naar voedsel met laag caloriegehalte maar waar ze toch heel veel kunnen van eten…
De huidige hype is "low carbfood".
Er zit praktisch geen zetmeel in die enkele grammen konjacpoeder en zo verkrijg je een bijna calorieloos voedingsmiddel. Low carb, betekent geen of weinig zetmeel. Een dieet dat steunt op het Atkins dieet, dat vele jaren geleden furore maakte.
Konjac zou ook de cholesterol onder controle kunnen houden. Dat is moeilijk zelf te controleren maar daarom bestaan er dokters.
Bij experimenten steeds zorgen dat de konjac gebruikt wordt met voldoende water want in korte tijd zou het poeder zonder vocht een prop kunnen vormen in de keel met verstikkingsgevaar als gevolg.
Eindelijk heb ik dan twee slachtoffers gevonden die de 'haggis" mee willen komen eten. ( zie vorige post)
Dit festijn zal pas doorgaan op woensdag 5 februari s 'middags. Dus nog even wachten op het verslag hiervan want ik kan niet koken, eten, mijn gasten entertainen en postjes schrijven, en dat alles tegelijkertijd, voor dit blog.