300 g risottorijst- ongeveer 1 l warme kippenbouillon- 125 ml droge witte wijn- 1 ui, gesnipperd- boter en/of olijfolie- 1 plukje saffraandraadjes- 50 g gemalen parmezaan- peper uit de molen en zout
1. Los de saffraandraadjes op in de warme bouillon. Fruit de uisnippers glazig in een eetlepel olijfolie. Strooi er de rijst bij en roerbak tot de korrels glazig zijn. 2. Schenk er de wijn en een soeplepel warme bouillon bij. Roer om. Laat op een zacht vuur koken tot de vloeistof bijna verdampt is. 3. Voeg er weer een soeplepel bouillon aan toe. Laat weer inkoken en roer om. Werk zo verder tot de rijst zacht is, maar nog een beetje beet heeft. De bouillon zal dan zo goed als op zijn. Reken ongeveer 30 minuten om de risotto te maken en blijf roeren. 4. Voeg een nootje boter en de parmezaan bij de rijst. Kruid met peper uit de molen. Schep goed om en serveer!
Voor 10 personen: 600 g aubergines- 3 eetlepels extra vierge olijfolie- puree van rode linzen
Vleessaus: 1 eetlepel extra vierge olijfolie-1 ui, gehakt- 400 g runder-, lams- of kippengehakt - 1 rode paprika, gehakt- 4 tenen knoflook, fijngehakt-400 g gepelde tomaten uit blik, in stukjes gesneden- 1 eetlepel dijonmosterd- 4 eetlepels gehakte peterselie- 1 eetlepel worcestersaus- 1 eetlepel gedroogde- oregano-1 eetlepel balsamicoazijn- 2 eetlepels geconcentreerde tomatenpuree
Witte saus: 500 g magere yoghurt- 300 g kwark- ½ theelepel geraspte nootmuskaat- 2 eetlepels geraspte parmezaan- 2 eetlepels geraspte jonge kaas of gruyère -2 eieren- zout en peper
Verhit olie in een grote pan, doe de ui erbij en fruit ze tot ze zacht is. Voeg het gehakt toe en roer het op een middelhoog vuur tot het bruin is. Voeg de rest van de ingrediënten toe en laat alles op een laag vuur sudderen tot bijna alle vloeistof is verdampt. Snijd de aubergines in dunne plakken (3-4 mm) en bak ze tot ze goudkleurig zijn in de olijfolie in een pan met antiaanbaklaag. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Doe alle ingrediënten in de keukenmachine en meng alles goed door elkaar. Verwarm de oven voor op 200°C. Vet een grote ovenschaal in met olie en leg een laag van 2 centimeter linzenpuree op de bodem. Verdeel de helft van de vleessaus erover, dan de aubergine en vervolgens de rest van de vleessaus. Dek alles af met een laag witte saus. Zet de schaal ongeveer 30-40minuten in de oven, tot de moussaka bovenop goudbruin is. Laat het gerecht voor het opdienen even afkoelen. Een groene sla is hierbij perfect.
1. Rasp de asperges. Leg ze in koud water met voldoende zout en een klein beetje citroensap. Zet ze op het vuur en breng het water aan de kook. Zodra het kookt, haal je de pan van het vuur. De asperges koken dan zachtjes verder tot ze gaar zijn.
2. Doe wat olijfolie in de pan, kruid de kabeljauw met peper en zout, en bak de vis langs beide zijden tot er een gouden korstje te zien is. Vervolgens gaat de vis zo'n 10 à 12 minuten de oven in om verder te garen.
3. Neem vier eierdooiers en voeg er 250 gram geklaarde boter en een geutje koud water aan toe. Ondertussen stevig en constant doorroeren terwijl de pan op het vuur staat. Kruid met peper en zout. Voeg een geutje citroensap toe. Zorg dat de saus niet begint te koken! Als het geheel goed gemengd is, mag de pan van het vuur. Blijf nog even stevig doorroeren tot de pan wat afgekoeld is.
4. Kook of stoom de aardappeltjes.
5. Schik de asperges in het midden van het bord. Leg de kabeljauw erop. Schik de aardappeltjes erbij. Drapeer de saus over de vis. Werk af met een selderblaadje en een takje dille.
300 g gamba's- 200 g serranoham (of een andere soort gedroogde ham)- 1 bosje verse basilicum- peper- olijfolie voor de bakplaat. .
Voor de knoflooksaus: 2 eierdooiers- 5 teentjes knoflook- sap van 1/2 citroen- 2 eetlepels versgehakt basilicum- 150 ml olijfolie
Pel de gamba's maar laat de staart eraan. Verwarm de oven voor op 220°C. Halveer de plakken ham. Leg op elk stukje ham een drietal blaadjes basilicum en een gamba. Rol op en leg de gamba's naast elkaar op een goed ingevette bakplaat. Zet ze 7 tot 10 minuten in het midden van de oven. Roer de eierdooiers los met het citroensap, de gepelde en geplette knoflook en de gehakte basilicum. Schenk er in een straaltje en onder voortdurend roeren (zoals voor mayonaise) de olijfolie bij. Blijf roeren tot de saus glad en dik vloeibaar is. Kruid ze naar smaak bij met peper en zout. Serveer lichtjes gekoeld, bij de warme gamba's. Lekker met stokbrood.
500 g zilveruitjes- water- azijn( wil ge dat minder sterk neem dan ¾ azijn en 1/3 water)- 1 deel zout op 5 delen suiker- dragon- laurier- tijm- peper en korianderbolletjes
Uitjes overgieten met kokend water, onmiddellijk erna koud water erover en ze pellen. Ze in een weckpot doen, zout en suiker overstrooien. Dragon, tijm, laurier, peper- en korianderbolletjes bijdoen. De azijn aan de kook brengen en over de uitjes gieten. Laten afkoelen en het potje sluiten.
4 stronkjes witloof, in schijfjes- 4 sjalotjes, in schijfjes- scheutje witte wijn- 250 g suiker- tijm- laurier- zout- enkele kardemonzaadjes- enkele peperbolletjes.
Witloof en sjalotjes aanfruiten in een beetje boter. Rest erbij doen en samen laten stoven.
250 g kerstomaatjes, in 2 gesneden- 100 g suiker- 50 ml witte of rode wijn (naar smaak)- tijm- laurier- zout- enkele steranijsjes- enkele peperbolletjes
300 g bardes (vet) dun gesneden- 300 g vlees van haas- 300 g lever van haas- 300 g vers buikspek- 300 g keelstuk van varken- 3 cl whisky (bij voorkeur Ierse)- 2 eieren- 10 cl wild- of kalfsfond- 14 g zout- 4 g peper- 4 g paprikapoeder- 2 g foelie- 1 snuifje cayennepeper.
Het vlees malen in een vleesmolen en mengen met de andere ingrediënten. Een terrine bekleden met het vet, voldoende laten overhangen zodat je het daarna over de inhoud kunt leggen. Terrine vullen met het patémengsel, toedekken met het vet en afdekken met een deksel van de terrine of met zilverpapier. Ca. 1 uur au bain Marie bakken in een oven van 230°C.
Uit de oven nemen. Als er een terrinedeksel opligt, dat afnemen, het zilverpapier mag blijven liggen. Een plank op de pastei leggen en daar enkele gevulde conservenblikken opzetten. De pastei 12 uur in de koelkast laten rusten.
N.B.: Dit is een basisrecept. Door de variëren met het soort vlees, van fazant bijvoorbeeld, krijg je een ander type pastei. Bij fazant kun je er ook pistachenoten aan toevoegen.
250 g bucatini (of macaroni)- 1 groen of wit bloemkooltje- 2 teentjes knoflook 4 eetlepels olijfolie, extra vierge- 40 g gemalen kaas (pecorino, padano of parmezaan)- 1 takje basilicum-1 takje platte peterselie cayennepeper en zout
Verdeel de bloemkool in heel kleine roosjes en blancheer ze 2 minuten in gezouten water.
Kook de pasta beetgaar in gezouten water.
Pel en plet de knoflook, hak het basilicum en de peterselie fijn en vermeng met de olijfolie, een snufje cayennepeper en zout.
Giet de pasta en de bloemkool af en doe ze samen in een grote kom. Schep goed om, schenk er de kruidenolie bij, bestrooi met de gemalen kaas en dien op.
Eventueel kunt u nog wat bijkruiden met een pittige pepertjesolie: maak Spaanse pepertjes in de keukenrobot, overgiet ze met olijf laat een paar dagen staan.
Stoof met de ui geweekt eekhoorntjesbrood, selder en een wortel mee. Vervang de wijn of een gedeelte van de bouillon door het gezeefde weekvocht van de paddestoelen.
Rol 8 wijtingfilets (minder duur dan tongfilets en ook erg lekker) stevig op. Steek ze vast met een houten prikker. Zet ze, in een stoom mandje, op een bedje van 300 g preislierten. Stoom vis en groenten 10 minuten. Serveer met een sausje van 2 eetlepels slagroom, lobbig geklopt en vermengd met 3 eetlepels tarama (dit is een Griekse saus, kant-en-klaar te koop), een koffielepel geraspte (eventueel geblancheerde) citroenschil, 1 eetlepel gehakte verse dille en flink wat peper uit de molen. Gestoomde (peterselie)aardappelen maken dit gerecht helemaal áf.
Zo serveer ik dit zonnige gerecht. Ik geef er zelf rijst bij, maar nieuwe aardappels doen het ook goed.
Snij 3 gele paprikas in reepjes, kruid met 30 g korianderzaadjes en roerbak ze een paar minuten in 3 eetlepels olijfolie. Zet van het vuur en vermeng met 1 komkommer in blokjes, peper en zout. Laat 300 g zongedroogde tomaatjes in olie uitlekken (bewaar de olie) en draai ze door een roerzeef. Leng de puree weer aan met de tomatenolie. Kruid met peper en zout. Bak 12 zeebarbeelfilets 1 minuut aan elke kant in een likje olijfolie. Kruid ze met peper en zout.
Schik de warme vis op de lauwe groenten en lepel er wat tomatencoulis (op kamertemperatuur) bij.
Kruid 4 kipfilets met zout. Stoom ze 15 minuten. Keer ze om en leg er een bosje jonge worteltjes en 4 in de lengte gehalveerde stronkjes witloof bij. Stoom nog 15 minuten. Klop 1 eetlepel sherryazijn en 1 eetlepel balsamicoazijn op met 3 eetlepels olijfolie extra vierge. Doe er 2 eetlepels kappertjes bij, kruid met een mespunt gedroogde tijm, peper en zout. Nappeer de warme kip met de koude saus en dien op. Lekker erbij: rijst of gekookte aardappelen.
Voor de marinade: 2 flessen (75 cl) oude kriek '3 Fonteinen'- 200 g witte suiker- 3 uien, fijngesneden
Halveer de parelhoenen (of laat dit doen), bestrooi met peper en zout en bak in de oven op 220°C. Uit de oven halen en marineren in het kriekbier. Kook voor de saus de gezeefde marinade op met room en bind met maïzena. Schaarbeekse (of andere) kriekjes opwarmen en het vocht binden met maïzena. Halveer de parelhoenen en serveer samen met de saus en de kriekjes.
1 plukje saffraandraadjes- 3 eetlepels sinaasappelsap- 2 eetlepels rozenwater- 3 eiwitten- zout- 2 eetlepels citroensap- 120 g fijne suiker- 400 g amandelpoeder- 100 g abrikozenconfituur- 250 g witte marsepein- 150 g bloemsuiker + bloemsuiker om uit te rollen
Breng 1 eetlepel sinaasappelsap en het rozenwater aan de kook met de saffraan en roer tot die opgelost is. Klop in een warmwaterbad de eiwitten met een snuifje zout, 1 theelepel citroensap en de fijne suiker tot stevige sneeuw. Neem uit het warmwaterbad en blijf kloppen tot de eiwitsneeuw volledig koud is. Schep er de saffraanvloeistof en de amandelen bij. Zet deze meringue, afgedekt, 2 uur in de koelkast. Bestrooi een groot vel bakpapier rijkelijk met bloemsuiker. Schep er de meringue op. Dek af met een tweede vel bakpapier. Rol uit met de deegrol tot een plak van ongeveer 5 mm dik. Steek met vormpjes hartjes uit. Leg ze op bakpapier op de bakplaat. Zet de koekjes 12 tot 15 minuten midden in de oven op 150°C. Neem ze, met het bakpapier, van het bakblik. Laat ze afkoelen op het papier.
Verwarm de confituur met de rest van het sinaasappelsap. Laat 1/2 minuut koken. Zeef en laat afkoelen.
Rol de marsepein dun uit tussen twee vellen bakpapier, bestrooid met bloemsuiker. Steek er hartjes uit van dezelfde grootte als de koekjes. Bestrijk de koekjes met een dun laagje confituur en leg er een marsepeinhartje op. Druk lichtjes aan.
Schep de rest van de confituur in een spuitzak met mini-tuit. Vermeng de bloemsuiker met de rest van het citroensap. Bestrijk de hartjes met het glazuur, spuit er meteen wat jam-lijntjes op als versiering. Laat goed opdrogen
Snij een gespoelde courgette in flinterdunne plakjes en maak een vinaigrette met 8 eetlepels olijfolie, het sap van 2 citroenen, 1 geperst knoflookteentje, een koffielepel gehakte korianderblaadjes, peper en zout. Schenk ze bij de salade. Werk af met een plukje verse munt.
125 g zachte boter- 60 g fijne suiker- 1 vanillestokje-1 ei- 250 g bloem- 75 g amandelschilfers- 90 g cornflakes- 230 g couverturechocolade (melk)- zout- papieren bakvormpjes
Schraap het merg uit het vanillestokje. Vermeng het met de zachte boter, de suiker en een snuifje zout. Doe er het ei bij. Roer glad. Kneed met de gezeefde bloem tot een stevig deeg. Rol het deeg in plasticfolie en zet het 1 uur in de koelkast.
Verdeel het in porties en rol het dun uit. Steek er plakjes van 7 cm diameter uit. Leg ze tussen twee papieren bakvormpjes. Strooi wat bakbonen in het bovenste vormpje. Bak de taartjes 15 minuten midden in de oven op 180°C. Neem de bakbonen weg en laat de kuipjes nog 5 minuten bijkleuren. Rooster de amandelschilfers in een pan met antiaanbaklaag, zonder vetstof. Verkruimel de cornflakes. Laat de chocola smelten in een warmwaterbad. Meng er de amandelen en de cornflakes door en verdeel het over de afgekoelde taartjes. Laat de vulling goed opstijven.
200 g zachte boter- 100 g poedersuiker- geraspte schil van 1/2 onbehandelde sinaasappel- 1 vanillestokje- 250 g bloem- 1 eetlepel cacaopoeder- 100 g hazelnootpasta- bloem om uit te rollen
Doe de boter met de suiker, de sinaasappelschil en het merg uit het vanillestokje in een kom. Bewerk met de mixer-kneedhaken tot een gladde massa. Strooi er de bloem bij. Kneed tot een glad deeg. Verdeel het in twee even grote porties. Voeg bij een helft het cacaopoeder. Bestuif de handen met bloem en maak deeg balletjes zo groot als een kerstomaat. Leg ze op voldoende afstand van elkaar op bakpapier op de bakplaat. Bak de koekjes 12 minuten midden in de op 180°C voorverwarmde oven. Laat ze afkoelen. Laat de chocoladepasta indien nodig op kamertemperatuur komen of verwarm hem in een warmwaterbad tot hij goed smeerbaar is.
Bestrijk er de witte koekjes mee, zet er de chocoladekoekjes bovenop en druk lichtjes aan. Laat weer opstijven.
50 g bloem- 1/2 zakje bakpoeder- 80 g geraspte kokosnoot- 40 g geplette havervlokken- 150 g fijne suiker- 1 zakje vanillesuiker- 70 g zachte boter- 2 eetlepels sinaasappelsap- geraspte schil van 1 onbehandelde sinaasappel- 1/2theelepel kaneel- 1ei- bloem voor de handen
Vermeng in een kom de bloem en het bakpoeder. Doe er alle andere ingrediënten bij. Bewerk met de mixer-klopper tot een glad deeg. Laat het, afgedekt, 1/2 uur rusten op kamertemperatuur.
Bestuif de handen met bloem en maak nootgrote balletjes. Leg ze op bakpapier op de bakplaat. Laat voldoende ruimte tussenin, het deeg loopt bij het verwarmen tamelijk breed uit.
Bak de cookies 12 tot 15 minuten midden in de op 190°C voorverwarmde oven. Neem het bakpapier van het bakblik, laat de koekjes afkoelen op het papier.